Regeling vervalt per 31-12-2026

Openstellingsbesluit subsidie toerisme in balans Zuid-Holland 2025

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 20-06-2025 t/m 30-12-2026

Intitulé

Openstellingsbesluit subsidie toerisme in balans Zuid-Holland 2025

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland;

Gelet op artikel 1.3, vierde lid, van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland;

Gelet op artikel 2.2. van de Subsidieregeling recreatie, toerisme, sport en gezondheid Zuid-Holland;

Overwegende dat het wenselijk is dat toerisme in Zuid-Holland in balans is met de omgeving en een positieve bijdrage levert aan het welzijn van de inwoners van Zuid-Holland;

Besluiten vast te stellen het volgende besluit:

Openstellingsbesluit subsidie toerisme in balans Zuid-Holland 2025

Artikel 1 Begripsbepalingen

In aanvulling op artikel 1.1. van de Subsidieregeling recreatie, toerisme, sport en gezondheid Zuid-Holland wordt in dit openstellingsbesluit verstaan onder:

  • -

    Asv: Algemene subsidieverordening Zuid-Holland;

  • -

    De-minimis verordening: Verordening (EU) Nr. 2023/2831van de Commissie van 13 december 2023 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU, 2023/2831);

  • -

    draagkracht: het fysieke en sociale vermogen van de bestemming om de toeristisch-recreatieve druk en de effecten daarvan aan te kunnen;

  • -

    duurzaam toerisme: toerisme dat volledig rekening houdt met de huidige en toekomstige ecologische, sociale en economische impact en dat zich richt op de behoeften van bezoekers, de toeristische sector, het milieu en de lokale bevolking;

  • -

    economische activiteit: aanbieden van goederen of diensten op een markt waar sprake is van concurrentie;

  • -

    gedragscommunicatie: strategisch gebruik van communicatie om een verandering in kennis, houding en gedrag te bevorderen dat bijdraagt aan duurzaam toerisme;

  • -

    inclusie: inspanning die erop gericht is dat de activiteit voor zoveel mogelijk mensen toegankelijk is, ongeacht beperking, gender, geaardheid, culturele- of etnische achtergrond, vreemd- of laaggeletterdheid, leer- of werkniveau of armoede;

  • -

    natuurinclusief: versterken van de streekgebonden natuur en biodiversiteit en het stimuleren van bewustzijn bij bezoekers van het belang hiervan;

  • -

    onderneming: iedere entiteit die een economische activiteit uitoefent;

  • -

    subsidieregeling: Subsidieregeling recreatie, toerisme, sport en gezondheid Zuid-Holland;

  • -

    toeristisch oogmerk: stimuleren van vrijetijdsbesteding naar een unieke of reiswaardige bestemming buiten de eigen woonomgeving ten bate van de toeristische sector;

  • -

    toeristisch-recreatieve druk: verhouding tussen de aantallen bezoekers, de invloed van hun activiteiten en het aantal inwoners op een bepaalde locatie;

  • -

    triple helix: deelname door minimaal één publieke organisatie, één kennisorganisatie en één private onderneming.

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten met een toeristisch oogmerk die aantoonbaar en direct:

    • a.

      drukke en potentieel drukke toeristische plekken veerkrachtiger maken of de toeristische druk verlagen, of

    • b.

      een positieve impact hebben op de bestemming, haar omgeving en haar inwoners.

  • 2. Subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.

  • 3. De activiteiten dragen bij aan:

    • a.

      het verlagen van druk op een toeristische bestemming;

    • b.

      het vergroten van de draagkracht van een toeristische bestemming, of

    • c.

      de ontwikkeling van duurzaam toerisme.

Artikel 3 Doelgroep

Subsidie op grond van dit openstellingsbesluit kan worden aangevraagd door een ieder, met uitzondering van natuurlijke personen.

Artikel 4 Aanvraagperiode

In afwijking van artikel 2.3, eerste lid, van de Asv worden subsidieaanvragen ingediend van 1 september 2025 tot en met 31 oktober 2025.

Artikel 5 Deelplafond

Gedeputeerde staten stellen het deelplafond voor de periode, genoemd in artikel 4, vast op € 800.000,-.

Artikel 6 Weigeringsgronden

  • 1. In aanvulling op artikel 2.6, van de Asv wordt de subsidie geweigerd, indien:

    • a.

      meer dan 50% van de subsidiabele kosten wordt besteed aan promotie, communicatie (niet zijnde gedragscommunicatie) of het ontwikkelen en publiceren van content;

    • b.

      aan de aanvrager voor de activiteiten, bedoeld in artikel 2, reeds subsidie is verstrekt op grond van een door gedeputeerde staten vastgestelde subsidieregeling;

    • c.

      het te verstrekken subsidiebedrag minder dan € 5.000,- bedraagt;

    • d.

      de activiteit niet openbaar toegankelijk of van openbaar nut is;

    • e.

      per aanvrager meer dan één aanvraag is ingediend;

    • f.

      er sprake is van een ongenoegzame aanvraag als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • g.

      geen punten worden toegekend aan criterium a als bedoeld in artikel 11, eerste lid;

  • 2. Onverminderd het eerste lid, wordt de subsidie geweigerd indien de aanvraag betrekking heeft op het opstellen van een visie op duurzaam toerisme in de gemeente of de regio en aan de aanvrager in de periode van vijf jaar voorafgaand aan de aanvraagdatum reeds subsidie is verleend voor een vergelijkbare activiteit.

Artikel 7 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    activiteiten dragen aantoonbaar bij aan:

    • I.

      het veerkrachtiger maken van drukke of potentieel drukke toeristische plekken door het verlagen van toeristische druk, of

    • II.

      een positieve impact op de bestemming, haar omgeving en haar inwoners.

  • b.

    tenminste een bijdrage of medefinanciering van 50% aan de subsidiabele kosten indien de aanvrager een overheid of onderneming betreft;

  • c.

    tenminste een bijdrage of medefinanciering van 25% aan de subsidiabele kosten indien de aanvrager een stichting of vereniging zonder winstoogmerk betreft;

  • d.

    de activiteiten hebben een toeristisch oogmerk.

Artikel 8 Subsidiabele kosten

  • 1. Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:

    • a.

      investeringskosten in onroerende goederen onder aftrek van de restwaarde op basis van economisch verkeer;

    • b.

      investeringskosten in roerende goederen onder aftrek van de restwaarde op basis van economisch verkeer;

    • c.

      ontwerp- en begeleidingskosten tot een maximum van 20% van de subsidiabele kosten;

    • d.

      kosten voor door aanvrager in te kopen diensten noodzakelijk voor realisatie van deze activiteiten;

  • 2. In afwijking van het eerste lid, onder c, komen ontwerp- en begeleidingskosten tot een maximum van 100% van de totale subsidiabele kosten in aanmerking zover deze kosten betrekking hebben op projecten gericht op:

    • a.

      planvorming voor het natuurinclusief maken van een museum, attractie of verblijfsrecreatie, of

    • b.

      visievorming voor duurzaam toerisme in een gemeente of regio.

Artikel 9 Niet subsidiabele kosten

De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    kosten die betrekking hebben op het voorbereiden of indienen van de aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 2;

  • b.

    kosten voor de verkrijging van de benodigde vergunningen, in- en toestemmingen;

  • c.

    reguliere exploitatiekosten, waaronder beheer- en onderhoudskosten;

  • d.

    vervangingsinvesteringen.

Artikel 10 Subsidiehoogte

  • 1. De hoogte van de subsidie bedraagt ten hoogste 50% van de totale subsidiabele kosten tot een maximum van € 100.000,- indien de aanvrager een overheid of een onderneming betreft;

  • 2. De hoogte van de subsidie bedraagt ten hoogste 75% van de totale subsidiabele kosten tot een maximum van € 100.000,- indien de aanvrager een vereniging of stichting zonder winstoogmerk betreft.

Artikel 11 Verdelingswijze

  • 1. Het beschikbare bedrag wordt verdeeld aan de hand van een weging op basis van de volgende criteria die nader uitgewerkt zijn in de bijlage 1 bij deze regeling:

    • a.

      criterium a: mate waarin de activiteiten, bedoeld in artikel 2, een bijdrage leveren aan de criteria zoals opgenomen in bijlage 1: ten hoogste 50 punten;

    • b.

      criterium b: mate waarin de activiteiten, bedoeld in artikel 2, een positieve bijdrage leveren aan onderstaande thema’s: ten hoogste 24 punten;

      • I.

        door en voor de inwoners van Zuid-Holland;

      • II.

        mate waarin de aanvraag een uniek karakter heeft en een voorbeeldfunctie kan vervullen voor andere regio’s of toeristische organisaties.

  • 2. Gedeputeerde staten rangschikken de aanvragen, die voldoen aan de aanvraagvereisten en subsidievereisten, hoger, naarmate in totaal meer punten aan het project zijn toegekend.

  • 3. Indien toepassing van het tweede lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, wordt de rangorde van die aanvragen hoger naarmate de hoogte van de aangevraagde subsidie, bedoeld in artikel 10, eerste lid, lager is.

  • 4. Indien toepassing van het tweede en derde lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijke plaats eindigen, wordt de rangorde van die aanvragen bepaald door loting.

Artikel 12 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. In aanvulling op de verplichtingen, bedoeld in paragraaf 3 van de Asv, worden aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opgelegd:

    • a.

      binnen een half jaar na dagtekening van de subsidieverleningsbeschikking wordt met de uitvoering van de activiteit begonnen;

    • b.

      binnen 3 jaar na dagtekening van de subsidieverleningsbeschikking is de activiteit, bedoeld in artikel 2, gerealiseerd;

  • 2. Indien de subsidieaanvraag betrekking heeft op het opstellen van een visie op duurzaam toerisme in de gemeente of de regio, geldt als aanvullende voorwaarde dat de visie:

    • a.

      praktische aanbevelingen voor een duurzame ontwikkeling van toerisme in de gemeente of de regio bevat, waarbij rekening wordt gehouden met de draagkracht en de identiteit van de bestemming;

    • b.

      tot stand komt in samenwerking met ten minste drie relevante stakeholders die actief zijn op het gebied van toerisme in de betreffende gemeente of regio.

Artikel 13 Opschortende voorwaarde

Als voor de realisatie van een activiteit een vergunning, in- of toestemming nodig is dan wordt de subsidie verstrekt onder de opschortende voorwaarde van de verkrijging hiervan.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Artikel 15 Werkingsduur en overgangsrecht

Deze regeling vervalt op 31 december 2026, met dien verstande dat de regeling van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn aangevraagd.

Artikel 16 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Openstellingsbesluit subsidie toerisme in balans Zuid-Holland 2025.

Ondertekening

Den Haag, 10 juni 2025

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland

drs. M.J.A. van Bijnen MBA, secretaris

mr. A.W. Kolff, voorzitter

Bijlage 1 behorende bij artikel 11, eerste lid, van het Openstellingsbesluit subsidie toerisme in balans Zuid-Holland 2025

Voor de rangschikking genoemd in artikel 11 wordt voor de verschillende criteria de volgende puntentelling gehanteerd:

Criterium a. Bijdrage aan de provinciale beleidsopgave voor duurzaam toerisme:

Maximaal 50 punten.

  • I.

    Het veerkrachtiger maken van drukke of potentieel drukke toeristische bestemmingen of het verlagen van toeristische druk:

    • 1.

      Indien het project gericht is op spreiding van bezoekers, vraagsturing of gedragsbeïnvloeding: 4 punten.

    • 2.

      Indien het project gericht is op impact meten van toeristisch bezoek inclusief opvolging: 4 punten.

    • 3.

      Indien het project gericht is op het oplossen van knelpunten in bezoekersstromen: 4 punten.

    • 4.

      Indien het project gericht is op het versterken van de draagkracht van een toeristische bestemming: 6 punten.

    • 5.

      Indien het project gericht is op visievorming voor duurzaam toerisme in een gemeente of regio: 6 punten.

  • II.

    Bijdragen aan een positieve impact op de plek, de omgeving en haar inwoners:

    • 6.

      Indien het project stimuleert dat bezoekers een positieve sociaal-maatschappelijke of ecologische bijdrage leveren aan de plek en haar inwoners: 6 punten.

    • 7.

      Indien het project zich richt op gemeenschappelijke voorzieningen voor zowel inwoners als bezoekers: 4 punten.

    • 8.

      Project gericht op bewustzijn en educatie van klimaat of natuurlijke en culturele waarden van een gebied: 4 punten.

    • 9.

      Indien het project gericht is op planvorming ten behoeve van het natuurinclusief maken van een attractie, museum of verblijfsrecreatie: 4 punten.

    • 10.

      Indien het project gericht is op circulariteit, besparing van grondstoffen of hergebruik: 4 punten.

    • 11.

      Indien het project gericht is op verduurzaming van vervoermiddelen met een capaciteit van tien personen of meer: 4 punten.

Criterium b. Bijdrage aan specifieke thema’s

Maximaal 24 punten

  • I.

    Indien de aanvraag aantoonbaar betrekking heeft op toerisme door en voor de inwoners van Zuid-Holland:

    • 1.

      Aanvraag is aantoonbaar mede door vertegenwoordiging van bewoners gedaan op basis van bewonersinspraak of bewonerspanels: 4 punten.

    • 2.

      Onderdelen van de aanvraag zijn specifiek bedoeld voor inwoners van Zuid-Holland: 4 punten.

    • 3.

      Aanvraag draagt aantoonbaar bij aan inclusie of het vergroten van de toegankelijkheid voor doelgroepen met een beperking: 4 punten.

  • II.

    Indien de aanvraag een uniek karakter heeft en een voorbeeldfunctie kan vervullen voor andere regio’s of toeristische organisaties:

    • 1.

      Aanvraag heeft betrekking op een vorm van triple helix samenwerking: 4 punten.

    • 2.

      Aanvraag heeft een bijzonder of onderscheidend karakter door een innovatieve of creatieve aanpak die uniek is in Zuid-Holland: 4 punten.

    • 3.

      Aanvraag draagt bij aan het versterken van de onderscheidende identiteit van de bestemming en daarmee aan de positionering en profilering van de bestemming: 4 punten.

Toelichting bij het Openstellingsbesluit subsidie toerisme in balans Zuid-Holland 2025

Algemeen

Zuid-Holland ontvangt jaarlijks veel toeristen. De provincie biedt een gevarieerd en aantrekkelijk aanbod voor een mooie wandeling, historische ontdekkingstocht, vaartocht, stedentrip of vakantie aan de kust. Dit biedt veel (economische) kansen, maar kent ook uitdagingen. Zo is er wereldwijd een forse groei van het toerisme en groeit ook het aantal inwoners. Er zijn nu al plaatsen waar het op sommige momenten druk is en dit zal in de toekomst toenemen. Om hierop voorbereid te zijn wil de provincie maatregelen stimuleren die erop gericht zijn om enerzijds de toeristische druk op toeristische bestemmingen te verlagen en anderzijds de draagkracht van een bestemming te vergroten. Dit kan bijvoorbeeld door middel van het beter spreiden van bezoekers, wegnemen van knelpunten, stimuleren van positief gedrag of het ontwikkelen van een bredere strategie om toerisme op een bestemming toekomstbestendig te ontwikkelen.

Daarnaast wil de provincie toeristische activiteiten ondersteunen die een positieve impact hebben op de bestemming, haar omgeving en haar inwoners. Door niet alleen de economische impact van toerisme voorop stellen, maar een bredere vorm van balans te stimuleren waarbij ook rekening wordt gehouden met de sociaal-maatschappelijke en ecologische impact van toerisme. Het gaat hierbij om balans tussen enerzijds de toeristische druk op de bestemming en anderzijds de draagkracht van een bestemming, oftewel wat een gebied maximaal aan kan). De activiteiten die gestimuleerd worden zijn dan ook gericht op het versterken van de leefbaarheid in een gebied, het ontwikkelen van gemeenschappelijke voorzieningen die interessant zijn voor zowel inwoners als bezoekers, het meer natuurinclusief maken van een toeristische bestemming, het verduurzamen van toeristische activiteiten en het vergroten van bewustzijn en educatie over de natuurlijke en/of culturele waarden in een gebied. Zo wordt duurzaam toerisme gestimuleerd en wordt ervoor gezorgd, dat toerisme maximaal profijt biedt voor inwoners, ondernemers en omgeving.

Relevante regelgeving

Dit openstellingsbesluit is vastgesteld op grond van de Subsidieregeling recreatie, toerisme, sport en gezondheid Zuid-Holland en de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland (Asv). Dit betekent dat naast de subsidievoorschriften in deze subsidieregeling ook de subsidievoorschriften uit de Asv en de Subsidieregeling recreatie, toerisme, sport en gezondheid Zuid-Holland van toepassing zijn op de subsidies die op grond van dit openstellingsbesluit worden verstrekt. In de Asv staat onder meer wat de beslistermijnen zijn voor gedeputeerde staten, en bevat ook algemene verplichtingen voor de subsidieontvanger zoals de meldingsplicht en de algemene weigeringsgronden. Zo heeft de subsidieontvanger in ieder geval de verplichting om activiteiten die tot stand zijn gekomen met een provinciale subsidie tot 5 jaar na vaststelling van de subsidie in stand te houden.

Ook in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) staan algemene bepalingen die onverkort van toepassing zijn op subsidies die zijn verstrekt op grond van dit openstellingsbesluit.

Staatssteun

De De-minimisvrijstellingsverordening is een mogelijkheid om subsidie te verlenen die mogelijk te bezien is als staatssteun. Wij kunnen pas nadat alle stukken van u ontvangen zijn, beoordelen of er sprake is van mogelijke staatssteun. De toets of iets mogelijk staatssteun is, is een toets die de provincie uitvoert. Deze hoeft u niet te doen. Wel moet de de-minimisverklaring worden ingevuld, ondertekend en teruggezonden zodat subsidie kan worden verleend onder deze vrijstelling.

Aanvraagvereisten

De aanvraagvereisten zijn niet opgenomen in de subsidieregeling, deze staan vermeld in het aanvraagformulier. In dit aanvraagformulier dient onder andere naar voren te komen:

  • op welke wijze de aanvraag bijdraagt aan:

    • -

      het verlagen van druk op een toeristische bestemming;

    • -

      het vergroten van de draagkracht van een toeristische bestemming, of

    • -

      de ontwikkeling van duurzaam toerisme;

  • dat de activiteit binnen een half jaar tot realisatie leidt, en binnen 3 jaar is gerealiseerd;

  • indien van toepassing, dat de aanvraag niet in strijd is met regelgeving over staatssteun (een z.g. de-minimisverklaring);

  • gespecificeerde begroting met bewijs van toegezegde medefinanciering en eigen bijdragen;

  • bewijs van noodzakelijke vergunningen, e.d.

Het aanvraagformulier dient vergezeld te gaan met de volgende verplichte bijlagen:

  • Projectplan

  • Begroting

  • De-minimisverklaring

  • Indien de aanvraag betrekking heeft op een project gericht is op visievorming voor duurzaam toerisme in een gemeente of regio dient de aanvraag te zijn voorzien van een bewijs van samenwerking van 3 stakeholders

Artikelsgewijze toelichting

Hieronder wordt een aantal artikelen van het Openstellingsbesluit subsidie toerisme in balans Zuid-Holland 2025 nader toegelicht.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit artikel zijn een aantal begrippen toegelicht die terugkomen in de subsidieopenstelling. Door deze uitleg willen we stimuleren dat iedereen hetzelfde verstaat onder bepaalde begrippen.

Voor de begripsbepaling ‘onderneming’ wordt aangesloten bij het Europeesrechtelijke begrip van de ‘onderneming’. Het begrip 'onderneming’ wordt ruim opgevat en omschreven als 'iedere eenheid die een economische activiteit uitoefent. Het gaat er hierbij om dat goederen of diensten op de markt worden aangeboden, waarop sprake is van concurrentie. De financieringsvorm, het maken van winst en de rechtsvorm zijn niet van belang om als onderneming te worden aangemerkt. Een stichting, maar ook bijvoorbeeld gezondheidsinstellingen, profsportclubs en openbare bedrijven kunnen dus als onderneming worden gezien. Steun aan particulieren en aan organisaties die geen economische activiteit uitvoeren, bijvoorbeeld scholen, niet gouvernementele organisaties, kerkelijke organisaties en politieke partijen, omvat dus geen staatssteun. Bedrijven waarin de overheid zeggenschap heeft (bijv. 50% of meer van de aandelen in een nutsbedrijf) of onderdelen van de overheid die een economische activiteit verrichten zijn in principe ook ondernemingen. Zo valt een gemeente die commerciële activiteiten verricht met bijvoorbeeld het exploiteren van een haven, parkeergarages of een afvalinzamelingsinstallatie onder dit begrip.

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

Artikel 2 bevat een omschrijving van de activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen. Zo dienen de activiteiten allereerst een toeristisch oogmerk te hebben. Daarnaast gaat het om het veerkrachtiger/stressbestendiger maken van toeristische bestemmingen. Dit kan door de toeristische druk te verlagen of de draagkracht van de bestemming te vergroten. Daarnaast komen ook activiteiten gericht op duurzaam toerisme in aanmerking voor een bijdrage. Oftewel activiteiten die een positieve impact hebben op de bestemming, de omgeving en de inwoners.

In de openstelling wordt benoemd dat activiteiten aantoonbaar en direct dienen bij te dragen aan de benoemde doelen. De aanvrager dient hiervoor in de aanvraag onderbouwing aan te leveren op welke wijze de activiteiten bijdragen aan de genoemde doelen. In aanvulling op de motivatie op het aanvraagformulier kunnen hiervoor ondersteunende documenten worden toegevoegd als bijlagen.

Artikel 3 Doelgroep

De openstelling is gericht op non-profit organisaties, overheden, ondernemingen en publiek-private samenwerkingsverbanden. Natuurlijke personen komen niet in aanmerking voor subsidie.

Artikel 4 Aanvraagperiode

Alleen aanvragen die binnen de openstellingsperiode worden ingediend, kunnen in behandeling worden genomen.

Artikel 5 Deelplafond

Het deelplafond voor de periode, genoemd in artikel 4, is vastgesteld op €800.000,-.

Artikel 6 Weigeringsgronden

In dit artikel zijn een aantal weigeringsgronden opgenomen. Dat wil zeggen dat de subsidie geweigerd wordt indien één van deze voorwaarden/gronden van toepassing is.

Zo is de openstelling niet bedoeld voor promotie activiteiten, maar juist gericht op het ontwikkelen van nieuwe toeristische producten en activiteiten. Subsidieaanvragen waarbij de hoofdactiviteit zich richt op communicatie activiteiten, zoals het ontwikkelen van content (teksten, video’s, foto’s etc.) campagnes of promotionele activiteiten worden geweigerd. Deze activiteiten kunnen wel onderdeel zijn van een breder activiteitenplan. Maximaal 50% van de subsidiabele kosten mogen aan deze activiteiten worden besteed. Een uitzondering hierop vormt gedragscommunicatie. Dit is communicatie gericht op gedragsverandering bij bezoekers, zoals het stimuleren van positief gedrag of het ombuigen van onwenselijk gedrag naar positief gedrag. Denk bijvoorbeeld aan het stimuleren van bezoekers om op de paden te blijven, afval weg te gooien in de prullenbak of stil te zijn in kwetsbare gebieden. Deze kosten zijn tot 100% subsidiabel.

Activiteiten kunnen maar één keer subsidie krijgen en het minimum subsidiebedrag bedraagt € 5.000,-. Het maximale subsidiebedrag staat benoemd in artikel 10. Je kunt voor dezelfde activiteit niet twee keer subsidie van de Provincie ontvangen vanuit verschillende regelingen/openstellingen. Ook kan er per aanvrager maar één aanvraag worden ingediend. Daarnaast kan aan een aanvrager maar eens in de vijf jaar subsidie worden versterkt voor het opstellen van een visie op duurzaam toerisme in de gemeente of de regio. We willen stimuleren dat er zoveel mogelijk mensen gebruik kunnen maken van de gesubsidieerde activiteit. Daarom dient de activiteit openbaar toegankelijk te zijn of van openbaar nut te zijn. De subsidie wordt beoordeeld aan de hand van de criteria zoals opgesomd in bijlage I. Dit is opgedeeld in twee delen. Criterium a geeft punten voor activiteiten die aansluiten bij de subsidiabele activiteiten zoals beschreven in artikel 2, lid 1 (balans en duurzaam toerisme). Criterium b geeft extra punten voor specifieke thema’s als inclusie, betrokkenheid van inwoners bij het opstellen van de aanvraag of de mate waarin de aanvraag onderscheidend is. Indien er geen punten worden gescoord op criterium a, dan komt de aanvraag niet in aanmerking voor subsidie.

Tenslotte kan een aanvraag worden geweigerd wanneer deze incompleet of van onvoldoende kwaliteit is, wanneer ze niet voldoet aan de voorwaarden in de Algemene wet bestuursrecht. Deze weigeringsgronden zijn aanvullend op de bepalingen die zijn vastgelegd in de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland. Belangrijk om te weten: de uitvoering van het project mag voordat de aanvraag is ingediend nog niet gestart zijn. Daarnaast kunnen aanvragen worden geweigerd die niet gericht zijn op de provincie Zuid-Holland of wanneer beoogde activiteiten in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde.

Artikel 8 Subsidiabele kosten

Niet alle kosten in een begroting komen altijd in aanmerking voor subsidie. De kosten die in aanmerking komen voor subsidie noemen we subsidiabele kosten. In dit artikel worden kosten opgesomd die voor subsidie in aanmerking komen. Het gaat dan om investeringskosten in onroerende en roerende goederen of in te kopen diensten die nodig zijn voor de activiteit. Een laatste vorm van subsidiabele kosten zijn ontwerp- en begeleidingskosten. Deze zijn tot maximaal 20% subsidiabel. In de openstelling wordt echter een uitzondering gemaakt voor planvorming voor het natuurinclusief maken van een museum, attractie of verblijfsrecreatie of visievorming voor duurzaam toerisme in een gemeente of regio. Dit zijn planmatige activiteiten die de provincie wil stimuleren. Bij het natuurinclusief maken van een museum, attractie of verblijfsrecreatie beperkt het zich tot planvorming; de uitvoering van het plan is niet subsidiabel. De reden hiervoor is dat deze kosten al subsidiabel zijn vanuit een andere provinciale subsidieregeling gericht op natuurinclusiviteit.

Artikel 9 Niet subsidiabele kosten

Deze openstelling is vooral bedoeld als aanjager van productontwikkeling en investeringen, en is niet bedoeld voor reguliere exploitatiekosten en vervangingsinvesteringen. Ook kosten die gemaakt zijn voor het verkrijgen van benodigde vergunningen of financiering zijn niet-subsidiabel.

Artikel 10 Subsidiehoogte

Er kan maximaal € 100.000,- subsidie worden aangevraagd. Er wordt een onderscheid gemaakt voor de mate waarin daarnaast eigen financiering nodig is voor de activiteit. In artikel 7 worden de maximale subsidiepercentages toegelicht.

Artikel 11 Verdelingswijze

Iedere aanvraag wordt beoordeeld op basis van de criteria die staan beschreven in bijlage 1 en krijgt bij een positief oordeel hiervoor punten toegekend. Op basis van de toegekende punten worden de aanvragen gerangschikt. De aanvraag met de meeste punten krijgt als eerste subsidie, dan de volgende op de lijst etc. Dit gaat net zo lang door totdat er niet voldoende subsidie meer beschikbaar is.

Je kunt punten krijgen door te voldoen aan criteria die benoemd zijn in bijlage 1. Per activiteit is benoemd hoeveel punten je kunt krijgen indien je eraan voldoet. Deze criteria zijn opgesplitst in onderdeel a en b. Criterium a. ‘bijdrage aan de provinciale beleidsopgave voor duurzaam toerisme’ vormt de kern van de openstelling. Hier worden de activiteiten beschreven die in aanmerking komen voor subsidie. Op dit onderdeel moet minimaal 4 punten worden behaald, omdat een bijdrage aan één van deze activiteiten een vereiste is. Wanneer voor dit onderdeel geen punten kan worden toegekend, zal de subsidieaanvraag worden geweigerd.

Onderdeel b geeft extra punten voor specifieke criteria zoals inclusie en toegankelijkheid, de mate waarin activiteiten ook interessant zijn voor inwoners of dat het project een onderscheidend karakter heeft en daarmee een voorbeeldfunctie kan vervullen. De optelsom van de punten bij onderdeel a en b bepaalt gezamenlijk het totaal aantal punten.

Artikel 12 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Indien subsidie wordt toegekend, dan zijn er voorwaarden qua termijnen waaraan je als aanvrager moet voldoen. Zo moet de activiteit binnen drie jaar afgerond zijn en dien je binnen een half jaar na toekenning te starten met de uitvoering.

Bijlage I

In bijlage I worden de criteria benoemd waarvoor je punten toegekend kunt krijgen. Dit is een nadere uitwerking van Artikel 11 Rangschikking.