Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder, houdende regels over de beoordeling toereikendheid participatie bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning of een omgevingsplanwijziging (Beleidsregels beoordeling toereikendheid participatie omgevingsvergunning en omgevingsplanwijziging Den Helder 2025)

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 19-03-2025

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder, houdende regels over de beoordeling toereikendheid participatie bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning of een omgevingsplanwijziging (Beleidsregels beoordeling toereikendheid participatie omgevingsvergunning en omgevingsplanwijziging Den Helder 2025)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder;

gelet op artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat de Omgevingswet op 1 januari 2024 in werking is getreden en participatie een belangrijke pijler vormt onder de Omgevingswet;

besluit:

  • -

    de volgende beleidsregels in te trekken:

Beleidsregels beoordeling toereikendheid verplichte participatie omgevingsvergunning Den Helder 2024

  • -

    de volgende beleidsregels vast te stellen:

Beleidsregels beoordeling toereikendheid participatie omgevingsvergunning en omgevingsplanwijziging Den Helder 2025

Inleiding

Met de invoering van de Omgevingswet op 1 januari 2024 zijn de Omgevingsregeling en het Omgevingsbesluit van kracht geworden.

In de Omgevingsregeling is opgenomen dat bij een aanvraag om een omgevingsvergunning wordt aangegeven of burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de aanvraag zijn betrokken. Dit aanvraagvereiste omvat geen verplichting voor de initiatiefnemer om aan participatie te doen. Participatie door de initiatiefnemer bij de voorbereiding van een omgevingsvergunning is vrijwillig op 1 uitzondering na (artikel 16.55, lid 7, van de Omgevingswet). De gemeenteraad van Den Helder heeft een lijst met gevallen van verplichte participatie vastgesteld. Een initiatiefnemer met een aanvraag die onder deze lijst valt, is verplicht aan participatie te doen.

In het Omgevingsbesluit is opgenomen dat burgers, bedrijven, maatschappelijke, organisaties en bestuursorganen bij een wijziging van het omgevingsplan worden betrokken. Het bevoegd gezag kan met de initiatiefnemer afspreken dat deze zorg draagt voor de uitvoering van de participatie.

Het betrekken van genoemde partijen is een vorm van participatie. Bij een initiatief met grote impact op de omgeving zal uitgebreidere participatie nodig zijn dan bij een initiatief met geringe impact. De participatie-inspanning van de aanvrager moet dus in verhouding staan tot de aangevraagde activiteit. Het college kan beoordelen of de aanvrager in redelijkheid heeft kunnen volstaan met de uitgevoerde participatie. Bij die beoordeling wordt gebruikgemaakt van deze beleidsregel.

Aandachtspunt is dat de gemeente Den Helder met de beleidsregels geen extra eisen mag stellen of criteria mag opleggen ten aanzien van de vorm van de participatie door de initiatiefnemer. De beleidsregels gaan alleen over de eigen beoordeling.

Met deze beleidsregels wordt duidelijk welke participatie de gemeente Den Helder gewenst vindt bij verschillende initiatieven. Deze beleidsregels worden gebruikt om te beoordelen of de aanvrager in redelijkheid heeft kunnen volstaan met de uitgevoerde participatie. De gewenste participatie is gekoppeld aan de impact van een initiatief. Een initiatiefnemer kan aan de hand van drie categorieën met een 5-puntsschaal de impact berekenen. Na de berekening volgt een uitslag waarmee de initiatiefnemer weet wat het door de gemeente Den Helder gewenste participatieniveau is.

Artikel 1 Toepassingsbereik

Deze beleidsregels zijn van toepassing in het geval van een aanvraag voor een omgevingsvergunning of een omgevingsplanwijziging door een initiatiefnemer.

Artikel 2 Beoordelingssystematiek

Het niveau van participatie dient passend te zijn bij de impact van het initiatief. Om dit te beoordelen wordt gebruik gemaakt van de volgende beoordelingssystematiek.

Als er meerdere aspecten tegelijk gelden dient het hoogste puntenaantal te worden aangehouden.

Mate van verandering

Verandering

Score

Verandering aan bestaand gebouw, inclusief veranderingen aan of op bijgebouwen

1 punt

Functiewijziging

2 punten

Nieuw gebouw (bijvoorbeeld een nieuwe woning, bedrijfs- of winkelpand)

3 punten

Bouw meerdere gebouwen (maximaal 10) of bouw nieuw gebouw met functiewijziging

4 punten

Bouw meerdere gebouwen (minimaal 11)

5 punten

Hinder van het initiatief

Hinder

Score

Niet. Geen hinder of zeer beperkte hinder op het gebied van bijvoorbeeld geluid, privacy, stank of lichtinval tot aan aangrenzende percelen.

1 punt

Weinig. Mogelijke beperkte hinder zoals toename van onder andere geluid, stank, verkeersbewegingen en/of geparkeerde voertuigen tot en met aangrenzende percelen

2 punten

Redelijk. Mogelijke hinder zoals toename van onder andere geluid, stank, uitzichtbelemmering, verkeersbewegingen en/of geparkeerde voertuigen in de straat

3 punten

Veel. Mogelijke hinder zoals toename van onder andere geluid, stank, uitzichtbelemmering, verkeersbewegingen en/of geparkeerde voertuigen en hinder voor het milieu en de natuur in de buurt.

4 punten

Heel veel. Mogelijke hinder zoals toename van onder andere geluid, stank, uitzichtbelemmering, verkeersbewegingen en/of geparkeerde voertuigen en hinder voor het milieu, natuur en de gezondheid van mens en dier in de omgeving

5 punten

Omvang van de verandering qua grondoppervlakte

Omvang

Score

Minder dan 250m2

1 punt

Tussen de 250m2 en 500m2

2 punten

Tussen de 500m2 en 1000m2

3 punten

Tussen de 1000m2 en 5000m2

4 punten

Meer dan 5000m2

5 punten

Door de score uit de drie tabellen op te tellen komt er een totaalscore. De totaalscore is gekoppeld aan een participatieniveau. Dit is weergegeven in de onderstaande tabel.

Totaalscore

Participatieniveau met bijbehorende omschrijving

3 tot en met 5 punten

Informeren direct omwonenden:

Bij deze score is het vereist dat de initiatiefnemer de direct omwonenden heeft geïnformeerd over het initiatief en de zorgen van de direct omwonenden heeft geïnventariseerd.

6 tot en met 10 punten

Participatie met mensen uit de buurt

Bij deze score is het vereist dat de initiatiefnemer actieve gelegenheid tot participatie heeft geboden aan mensen (bewoners en ondernemers) uit de buurt rond het initiatief en hun belangen heeft meegewogen. Van de initiatiefnemer wordt geëist dat deze heeft verantwoord en beargumenteerd hoe bewoners en ondernemers duidelijk een gelegenheid hebben gekregen om te participeren.

11 tot en met 15 punten

Intensief participeren met gebruikers, bewoners, ondernemers en organisaties in de omgeving

Bij deze score is het vereist dat de initiatiefnemer gebruikers, bewoners, ondernemers en organisaties in de omgeving heeft geïnformeerd en een openbare gelegenheid heeft geboden voor betrokkenen om te participeren. Participanten hebben actieve ruimte gekregen om bij te dragen, bijvoorbeeld door ideeën en alternatieven aan te dragen en deze zijn meegenomen in de afwegingen rondom het initiatief. De initiatiefnemer heeft teruggekoppeld aan de participanten wat er met de informatie uit het participatietraject is gedaan.

Artikel 3 Beoordeling participatieniveau

Het college controleert en beoordeelt het participatieniveau van de aanvraag. Het niveau van participatie wordt niet als passend bij het initiatief beoordeeld wanneer de initiatiefnemer een lager participatieniveau heeft gekozen dan uit de beoordelingssystematiek uit artikel 2 volgt óf blijkt dat niet is voldaan aan de eisen bij het betreffende participatieniveau.

Als de aanvrager niet of onvoldoende aan participatie heeft gedaan, kan het college de aanvraag buiten behandeling laten. Er is dan niet voldaan aan een wettelijk voorschrift voor het in behandeling nemen van de aanvraag (artikel 4:5, lid 1, onder a, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). De aanvrager zal wel eerst de gelegenheid krijgen het gebrek te herstellen (artikel 4:5, lid 1, van de Awb). Als binnen de daarvoor gestelde termijn niet alsnog door de aanvrager wordt aangetoond dat er voor de aanvraag een afdoende (te beoordelen aan de hand van deze beleidsregels) participatietraject is doorlopen, wordt besloten om de aanvraag niet in behandeling te nemen.

Artikel 4 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na die waarop het is bekendgemaakt in het elektronisch Gemeenteblad.

Artikel 5 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels beoordeling toereikendheid participatie omgevingsvergunning en omgevingsplanwijziging Den Helder 2025

Ondertekening

Aldus besloten in de collegevergadering van 11 maart 2025.

burgemeester,

J.A. (Jan) de Boer MSc.

secretaris,

K. (Koen) van Veen.

Toelichting bij de Beleidsregels beoordeling toereikendheid participatie omgevingsvergunning Den Helder 2024

Artikelsgewijs

Artikel 2 Beoordelingssystematiek

De hinder van een initiatief bij realisatie, zoals beschreven in categorie twee van artikel 2, wordt op de volgende manier beoordeeld:

Niet:

Geen hinder of zeer beperkte hinder zoals geluid, privacy, stank of lichtinval tot aangrenzende percelen. Een voorbeeld van een initiatief in deze categorie is een dakkapel of erfafscheiding.

Weinig:

Mogelijke beperkte hinder zoals toename van onder andere geluid, stank, verkeersbeweging en/of geparkeerde voertuigen tot en met aangrenzende percelen. Een voorbeeld van een initiatief in deze categorie is het realiseren van een aanbouw of een extra verdieping.

Redelijk:

Mogelijke hinder zoals toename van onder andere geluid, stank, uitzichtbelemmering, verkeersbeweging en/of geparkeerde voertuigen in de straat. Een voorbeeld van een initiatief in deze categorie is het bouwen van één woning of het wijzigen van het gebruik van een pand wat geen bijzondere status heeft.

Veel:

Mogelijk hinder zoals toename van onder andere geluid, stank, uitzichtbelemmering, verkeersbeweging en/of geparkeerde voertuigen en hinder voor het milieu en de natuur in de buurt. Een voorbeeld van een initiatief in deze categorie is het bouwen van meerdere woningen met een maximum van 10, het wijzigen van het gebruik van een pand met een bijzondere status of het bouwen van een bouwwerk op een bestemming buiten landelijk gebied waar dit bouwwerk niet is toegestaan.

Heel veel:

Mogelijk hinder zoals toename van onder andere geluid, stank, uitzichtbelemmering, verkeersbeweging en/of geparkeerde voertuigen en hinder voor het milieu, natuur en de gezondheid van de mens en dier in de omgeving. Een voorbeeld van een initiatief in deze categorie met heel veel hinder is het bouwen van een woonwijk.

Voor het begrip hinder wordt verwezen naar de regels van het Burgerlijk Wetboek (BW) en wat is bepaald in jurisprudentie omtrent hinder in het private en publieke recht.