Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR735389
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR735389/1
Regeling vervalt per 01-01-2027
Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 19 november 2024, nummer UTSP-238952039-17862, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht 2022 voor Groen Groeit Mee (Tenderregeling Groen Groeit Mee provincie Utrecht)
Geldend van 12-02-2025 t/m 31-12-2026
Intitulé
Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 19 november 2024, nummer UTSP-238952039-17862, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht 2022 voor Groen Groeit Mee (Tenderregeling Groen Groeit Mee provincie Utrecht)Gedeputeerde Staten van Utrecht;
Gelet op artikel 1.4 van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht 2022;
Overwegende dat:
- -
toegankelijk groen een schaars goed is geworden in de provincie Utrecht en zonder aanvullend beleid, in samenhang met woningbouw, steeds meer druk ontstaat op de bestaande natuur- en recreatiegebieden;
- -
het Coalitieakkoord 2023-2027 inzet op een Groenfonds “om meer groen te
- -
realiseren” en dat hiervoor bij de 2e begrotingswijziging 2024 Verwerking coalitieakkoord nadrukkelijk ruimte is gemaakt;
- -
het samenwerkingsprogramma Groen Groeit Mee en in het bijzonder de Handreiking Nieuwe
- -
Woongebieden en het Pact Groen Groeit Mee de lijnen uitzetten voor gezamenlijke groene investeringen in het landelijk gebied complementair aan de woningopgave;
- -
het de wens is van de Pact-partners de bewoners van Utrecht een gezonde leefomgeving te bieden door in de nabijheid van stad en dorp ruimte te creëren voor beweging in en beleving van het landschap;
- -
het Koersdocument Groenfonds, zoals geaccordeerd op het Bestuurlijk Overleg Groen Groeit Mee van 11 december 2023, een aantal keuzen maakt omtrent de nadere invulling van het Groenfonds, zoals het werken met subsidies in combinatie met het stimuleren van eigen investeringen door partijen in het gebied;
- -
de door het Rijk geaccordeerde UPLG-maatregelenpakketten (waaronder maatregelenpakket 1 Groenblauwe linten en scheggen en boerensloten) niet op alle onderdelen de benodigde kosten dekken in het kader van het gebiedsgericht werken;
- -
het kabinet heeft besloten om te stoppen met het Nationaal Programma Landelijk Gebied inclusief de daarbij behorende bekostiging waardoor decentrale overheden meer op eigen initiatief zijn aangewezen;
- -
daarom in het kader van deze tenderregeling complementaire provinciale middelen worden ingezet;
- -
deze tenderregeling de Omgevingsvisie provincie Utrecht en de Omgevingsverordening provincie Utrecht als beleidsgrondslag heeft waaraan bovenvermelde documenten nadere invulling geven;
Besluiten de volgende tenderregeling vast te stellen:
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze tenderregeling wordt verstaan onder:
- a.
AsvpU: Algemene subsidieverordening provincie Utrecht 2022;
- b.
Gedeputeerde Staten: Gedeputeerde Staten van Utrecht;
- c.
De-minimisverklaring: een document waarin de subsidieaanvrager aangeeft welke de-minimissteun aan hem of haar is verleend in de twee voorafgaande belastingjaren en het lopende belastingjaar;
- d.
Gebied: een samenhangend areaal dat voor ten minste 75% binnen de provincie Utrecht ligt, inclusief daaraan gerelateerde ecologische en recreatieve verbindingen en groenblauwe linten;
- e.
Groenblauwe linten: verbindingen van en naar gebieden ingevuld door water of flora;
- f.
Groene opgaven: de volgende dertien opgaven die in het Pact Groen Groeit Mee als zodanig zijn aangemerkt:
- 1e.
groene-blauwe dooradering landbouwgebied;
- 2e.
kleine landschapselementen of erfbeplanting;
- 3e.
levendige boerensloten;
- 4e.
groene contourgebieden;
- 5e.
nieuwe natuurkernen;
- 6e.
ecologische verbindingen;
- 7e.
nieuwe recreatiegebieden;
- 8e.
recreatieve verbindingen, groenblauwe linten;
- 9e.
doorfietsroutes;
- 10e.
recreatieve dooradering landbouwgebied;
- 11e.
nieuwe grote infra-kunstwerken;
- 12e.
buitenpoorten;
- 13e.
ruimte voor wateropgaven;
- 1e.
- g.
Handreiking: Handreiking Nieuwe Woongebieden; Groen Groeit Mee met betekenis van voordeur tot landschap;
- h.
Landschap: de buitenomgeving met inbegrip van de talrijke functies en hun samenhang, ontstaan door de werking van gesteente, water, lucht, planten, dieren en mensen;
- i.
Landschapsinclusieve landbouw: landbouwareaal gecombineerd met minimaal drie groene opgaven;
- j.
Kwetsbare natuurgebieden: het natuurnetwerk Nederland (NNN);
- k.
Pact GGM: het mede door de provincie Utrecht ondertekende Pact Groen Groeit Mee (https://www.groengroeitmee.nl/);
- l.
Programma GGM: het mede door de provincie Utrecht geïnitieerde samenwerkingsprogramma Groen Groeit Mee (https://www.groengroeitmee.nl);
- m.
Project: de subsidiabel gestelde activiteit;
- n.
Regionaal groen: groen wat zich voor minimaal 75% buiten de bebouwde kom bevindt;
- o.
Rijke biodiversiteit: een variatie van vormen van leven in allerlei vormen passend bij het gebied.
Artikel 2 Subsidiecriteria
-
1. Subsidie kan worden verstrekt voor het versterken van bestaand groen en het ontwikkelen van nieuw groen in de provincie Utrecht waarmee in samenhang met het ruimtelijk beslag voor onder meer wonen, energie en mobiliteit ook de gewenste groene kwaliteit, zoals omschreven in het Programma GGM en het gelijknamig Pact, kan worden gerealiseerd.
-
2. Subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt slechts verstrekt voor activiteiten die aantoonbaar bijdragen aan ten minste twee van de volgende vijf groene waarden uit het Programma GGM:
- a.
er is sprake van publiek toegankelijk regionaal groen, waarbij de inwoners toegang hebben tot landschappen met een kwaliteit die aansluit bij recreatieve wensen en behoeften en waarbij kwetsbare natuurgebieden worden ontlast;
- b.
er is sprake van landschapsinclusieve landbouw, waarbij de productie van voedsel samengaat met een aantrekkelijk, rijk, biodivers en beleefbaar landschap;
- c.
er is sprake van veerkrachtige natuur: de natuur heeft een rijke biodiversiteit en is robuust;
- d.
er is sprake van een landschap dat beleefbaar is en aantoonbaar bijdraagt aan herkenbaar erfgoed, cultuur en biodiversiteit;
- e.
er is sprake van zichtbaar water: een robuust en aanwezig watersysteem als drager van gezond stedelijk leven, natuur en landbouw.
- a.
-
3. De subsidie wordt tevens slechts verstrekt als:
- a.
sprake is van een integrale aanpak, dat wil zeggen dat de activiteiten gericht zijn op het realiseren van minimaal drie van de dertien groene opgaven, genoemd in artikel 1, onder f, waarvan tenminste één van recreatieve aard;
- b.
sprake is van cofinanciering als bedoeld in artikel 11; en
- c.
sprake is van een gedegen organisatie en samenwerking, een gedegen projectplan en financiële haalbaarheid, zoals uitgewerkt in de bijlage die deel uitmaakt van deze tenderregeling.
- a.
Artikel 3 Subsidie-ontvangers
-
1. Subsidie kan worden verstrekt aan decentrale overheden, terreinbeherende organisaties, grondeigenaren en private partijen die zich gezamenlijk inzetten voor de ontwikkeling van een gebied.
-
2. Subsidie wordt slechts verstrekt aan een rechtspersoon en kan met inachtneming van artikel 4.1 van de AsvpU ten goede komen aan meerdere samenwerkende (rechts-)personen.
-
3. De samenwerking, bedoeld in het tweede lid, omvat minimaal twee decentrale overheden in het gebied.
Artikel 4 Staatssteun
Als sprake is van staatssteun, wordt subsidie slechts verstrekt op basis van de vigerende Algemene Groepsvrijstellingsverordening, Landbouwvrijstellingsverordening, De-minimisverordening of DAEB de-minimisverordening.
Artikel 5 Financiële vorm van de subsidie
Subsidie wordt verstrekt in de vorm van een geldbedrag.
Artikel 6 Aanvraag (tender)
-
1. Subsidieaanvragen worden ingediend in de periode van 15 april – 15 juni 2025 en in de periode van 15 april – 15 juni 2026, waarbij de verdeling van het beschikbare budget op basis van de kwaliteit van de aanvragen plaatsvindt met inachtneming van artikel 2.3 AsvpU.
-
2. De aanvragen worden digitaal ingediend, met gebruikmaking van het daarvoor beschikbare aanvraagformulier op het subsidieportaal van de provincie Utrecht.
-
3. In aanvulling op het gestelde in artikel 4.4 van de AsvpU worden bij de subsidieaanvraag ook gevoegd:
- a.
een projectplan waarin in ieder geval de onderbouwing van de voorgestelde projectonderdelen, de projectaanpak, de planning en het beheer ervan worden beschreven;
- b.
een begroting waarin voor elke opgenomen post de kosten zijn gespecificeerd;
- c.
gegevens en stukken waaruit aantoonbaar blijkt dat sprake is van cofinanciering als bedoeld in artikel 11;
- d.
een plan financiële haalbaarheid waaruit de robuustheid van de begroting en de cofinanciering blijkt;
- e.
een plan organisatie en samenwerking waaruit het commitment van de samenwerkende partijen ten aanzien van het project blijkt, alsmede de inrichting van het samenwerkingsproces met inbegrip van de wijze waarop andere omgevingspartijen bij het project worden betrokken;
- f.
indien van toepassing een degelijk plan voor het realiseren van langdurig beheer met zicht op toekomstige dekking onafhankelijk van provinciale bekostiging binnen 2 jaar na realisatie als bedoeld in artikel 12;
- g.
indien gebruik wordt gemaakt van een de-minimisverordening, een volledig ingevulde en ondertekende de-minimisverklaring.
- a.
Artikel 7 Adviescommissie
-
1. De subsidieaanvragen worden voor advies voorgelegd aan de Adviescommissie “Versnelling groene groei”, tenzij:
- a.
de aanvraag buiten behandeling wordt gesteld; of
- b.
de aanvraag zonder meer wordt afgewezen.
- a.
-
2. De adviescommissie heeft tot taak Gedeputeerde Staten te adviseren over de rangorde van de aan haar voorgelegde subsidieaanvragen en het bijbehorende subsidiebedrag, met inachtneming van het derde en vierde lid
-
3. Bij het advies over de rangorde van de subsidieaanvragen gebruikt de adviescommissie een puntensysteem waarbij het aantal toe te kennen punten afhangt van de mate waarin de aanvragen voldoen aan de subsidiecriteria, genoemd in artikel 2. De weging van deze criteria vindt plaats op basis van de puntentelling die is opgenomen in de bijlage bij deze tenderregeling.
-
4. Bij het advies over de hoogte van de bijbehorende subsidiebedragen volgt de adviescommissie het daarover gestelde in de AsvpU en deze regeling.
Artikel 8 Weigeringsgronden
-
1. In aanvulling op artikel 4.6 van de AsvpU wordt subsidie ook geweigerd:
- a.
indien de activiteiten naar het oordeel van Gedeputeerde Staten niet of onvoldoende bijdragen aan de doelen zoals geformuleerd in het kader van het Programma GGM;
- b.
voor zover de activiteiten waarvoor de subsidie is aangevraagd, reeds anderszins bekostigd of uitgevoerd zijn.
- a.
-
2. Subsidie kan worden geweigerd als in hetzelfde jaar reeds een andere aanvraag uit hetzelfde gebied voor subsidie in aanmerking komt.
Artikel 9 Verplichtingen
-
1. In de subsidieverleningsbeschikking wordt bepaald binnen welke termijn de gesubsidieerde activiteit uiterlijk moet zijn afgerond. Op verzoek van de subsidieontvanger kan deze termijn eenmalig worden verlengd met ten hoogste vier jaar, indien sprake is van omstandigheden die daartoe aanleiding geven.
-
2. Bij de subsidieverleningsbeschikking kunnen aan de subsidie-ontvanger verplichtingen worden opgelegd die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.
-
3. Als een subsidie is aangemerkt als toelaatbare staatssteun, voldoet de subsidieontvanger aan de voorwaarden die de Europese Commissie daaraan heeft gesteld.
Artikel 10 Subsidieplafond
Het subsidieplafond bedraagt voor het kalenderjaar 2025 5 miljoen euro en voor het kalenderjaar 2026 5 miljoen euro.
Artikel 11 Hoogte van de subsidie
-
1. De hoogte van de subsidie bedraagt minimaal €250.000 en maximaal €1.000.000 euro. Daarbij geldt dat de subsidie maximaal 60% van de subsidiabele kosten bedraagt en cofinanciering tenminste 40% van die kosten.
-
2. Er is sprake van cofinanciering als de subsidieaanvrager of derden financieel bijdragen aan de subsidiabel gestelde activiteit.
-
3. In afwijking van het gestelde in dit artikel kunnen GS in een uitzonderlijk geval, gelet op het belang van de activiteiten voor het realiseren van het Programma Groen Groeit Mee en het Pact Groen Groeit Mee, een hogere subsidie verstrekken indien de subsidieaanvrager door concrete omstandigheden en om redenen van bijzondere aard niet aan de benodigde cofinancieringseis kan voldoen.
Artikel 12 Subsidiabele kosten
-
1. Subsidiabel zijn slechts de volgende kosten, mits zij aan het gestelde in artikel 4.8 van de AsvpU voldoen:
- a.
investeringen: de redelijk gemaakte kosten voor implementatie van het project waaronder wordt verstaan: inrichtingskosten, aanlegkosten, bouwkosten, grondkosten (indien afwaardering) en verwerving;
- b.
beheerkosten: kosten van onderhoud en vergoedingen gedurende de eerste twee jaar na realisatie van het project om langdurig beheer ervan te realiseren, mits passend binnen een degelijk beheerplan met zicht op toekomstige dekking;
- c.
uitvoeringskosten: kosten die direct samenhangen met de sturing op de voorbereiding en uitvoering van het project;
- d.
planontwikkeling: kosten die nodig zijn om het projectplan te realiseren;
- e.
onderzoek: kosten die gemoeid zijn met onderzoek ten behoeve van verbeterde effectiviteit van het project;
- f.
communicatie: kosten voor communicatie en kanalen die worden ingezet;
- g.
rapportage en verantwoording: kosten voor het rapporteren en verantwoorden van de voortgang en uitgaven op het project.
- a.
-
2. Voor het gestelde in het eerste lid, onder a, geldt dat de kosten van infrastructuur (doorfietsroutes, infra-kunstwerken) niet meer dan 50% van de subsidiabele kosten kunnen vormen.
-
3. Voor het gestelde in het eerste lid, onder c tot en met g, geldt dat deze kosten in totaliteit niet meer dan 35% van de subsidiabele kosten kunnen vormen.
Artikel 13 Voorschotten
Als bevoorschotting plaats vindt, worden de hoogte en de termijnen van de voorschotten bij de subsidieverle-ning bepaald.
Artikel 14 Inwerkingtreding en geldingsduur
Deze tenderregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst, en geldt tot 1 januari 2027.
Artikel 15 Citeertitel
Deze tenderregeling wordt aangehaald als: Tenderregeling Groen Groeit Mee provincie Utrecht.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 19 november 2024.
Voorzitter,
mr. J.H. Oosters
Secretaris,
mr. drs. A.G. Knol-van Leeuwen
Bijlage als bedoeld in artikel 2 en 7 van deze tenderregeling
Weging subsidiecriteria, ten behoeve van de rangorde ingekomen subsidieaanvragen:
het aantal toe te kennen punten afhangt van de mate waarin een subsidieaanvraag voldoet aan de subsidiecriteria, genoemd in artikel 2.
De navolgende onderdelen worden van een score voorzien:
- 1.
Groene waarden uit het Programma GGM;
- 2.
Groene opgaven, genoemd in artikel 1, onder f, waarvan één van recreatieve aard;
- 3.
Organisatie en samenwerking
- 4.
Kwaliteit projectplan
- 5.
Financiële haalbaarheid
De score wordt per onderdeel als volgt opgebouwd:
- •
Excellent (100 punten): Onderdeel biedt overtuiging in vermogen om tot realisatie te komen in lijn met gestelde doelstellingen opgave
- •
Zeer goed (80 punten): Onderdeel biedt vertrouwen in vermogen om tot realisatie te komen in lijn met gestelde doelstellingen opgave
- •
Voldoende (60 punten): Onderdeel biedt voldoende aanknopingspunten in vermogen om tot realisatie te komen in lijn met gestelde doelstellingen opgave
- •
Onvoldoende (40 punten): Onderdeel onvoldoende basis om te verwachten dat tot realisatie wordt gekomen in lijn met de doelstellingen van de opgave
- •
Slecht (0 punten): Onderdeel geen vertrouwen dat tot enige realisatie wordt gekomen.
Per onderdeel wordt de beoordeling gebaseerd op in onderstaande tabel opgenomen aspecten en bouwstenen om te komen tot één score per onderdeel.
Onderdeel |
Aspect |
Bouwstenen beoordeling per aspect |
1. Groene waarden uit het Programma GGM Toe te kennen punten: 100-80-60-40-0 |
Aantoonbaar bijdrage aan ten minste twee van de vijf groene waarden uit kolom 3 |
|
2. Groene opgaven Toe te kennen punten: 100-80-60-40-0 |
Gericht op realiseren van minimaal drie van de dertien groene opgaven uit kolom 3, waarvan tenminste één van recreatieve aard |
|
3. Organisatie en samenwerking Totaal aantal toe te kennen punten: 100-80-60-40-0 |
Duidelijke trekker |
|
Project- en uitvoeringsorganisatie |
|
|
Participatie |
|
|
Stappenplan |
|
|
Overeenkomst tussen partijen |
|
|
Maatschappelijk draagvlak |
|
|
Juridische haalbaarheid |
|
|
4. Kwaliteit projectplan Totaal aantal toe te kennen punten: 100-80-60-40-0 |
Doelen |
|
Activiteiten |
|
|
Planning |
|
|
Beheerplan |
|
|
5. Financiële haalbaarheid Totaal aantal toe te kennen punten: 100-80-60-40-0 |
Cofinanciering |
|
Doelmatigheid |
|
|
Financiële robuustheid |
|
|
Meekoppelkansen |
|
Bovengenoemde onderdelen 1 tot en met 5 dienen elk minimaal een voldoende (per onderdeel 60 punten of meer) te scoren om in aanmerking te komen voor subsidieverlening. Afwijzingen zullen worden gemotiveerd. Een afgewezen aanvraag in de 1e ronde kan in aangepaste vorm wederom worden ingediend in de 2e ronde.
Toelichting
De bekostiging van de opgave Groen Groeit Mee vraagt om een aanpak, die bijdragen losmaakt bij zowel regionale partijen (publiek, maar ook privaat) en het Rijk. Ook de provincie pakt daarbij haar verantwoordelijkheid en richt zich met Groen Groeit Mee met name op het tussengebied tussen het stedelijk gebied en het landelijk gebied. Daarbij stelt de provincie niet alleen de kaders voor (recreatieve) groen/blauwontwikkelingen bij de ontwikkeling van uitleglocaties, maar biedt ook hulp aan gemeentes om deze kaders uit te werken tot concrete plannen inclusief de invulling van de bekostigingsopgave daarbij. Ook op dit moment zijn er diverse subsidieregelingen voor investeringen in het groen en water. De constatering vanuit de Groen Groeit Mee- voorbeeldprojecten, Hollandsche IJssel, Kromme Rijn Linielandschap, Zuidelijke Eemvallei en de Roode Haan, is dat bestaande middelen niet altijd passen, een stoplicht karakter (wel/geen budget) kennen en dat het aan-vraagproces bewerkelijk is in relatie tot de hoogte van de bedragen.
In het huidige Coalitieakkoord is het opzetten van een ‘Groenfonds’ opgenomen, inclusief een reservering van €10.000.000. De onderhavige tenderregeling Groen Groeit Mee is de uitwerking hiervan. De regeling kan helpen in het versnellen van coalitie- en planvorming op gebiedsniveau om te komen tot integrale Groen Groeit Mee voorstellen. Daarnaast kan door het aanwenden van middelen uit de regeling noodzakelijke maatregelen (bijvoorbeeld bruggen/paden/exploitatie), die niet bekostigd kunnen worden uit andere Rijk- en provinciemiddelen, integraal worden meegenomen bij de realisatie van projecten.
De regeling beoogt een integraal instrument te zijn waarbij de provincie investeringsmiddelen op basis van heldere criteria ter beschikking kan stellen voor Groen Groeit Mee-opgaven. Een aanvrager die parallel aan deze aanvraag subsidie aanvraagt voor gerelateerde groene activiteiten in hetzelfde gebied, kan dit expliciet zichtbaar maken als herleidbaar onderdeel van het integrale plan van aanpak. In het kader van de aanvraag bij een andere provinciale regeling mag naar onderhavige aanvraag worden verwezen als het gaat om de inhoudelijke aanpak en de samenhang. Maar wel blijft gelden dat eventuele extra voorwaarden en subsidiecriteria zoals deze gelden op grond van de andere regeling, zullen moeten worden ingevuld. Tevens is het mogelijk om in de aanvraag op basis van de tenderregeling Groen Groeit Mee ook de subsidieaanvraag voor een daarmee samenhangend onderdeel uit een andere regeling mee te nemen, voor een integrale aanvraag (1 loket). De vervolgbehandeling zal vervolgens gescheiden plaatsvinden conform de daarvoor geldende regeling, maar met de integraliteit in beeld. Er worden geen wederzijdse afhankelijkheden geaccepteerd, aanvragen moeten afzonderlijk van elkaar toe of afgewezen kunnen worden.
Naast inhoudelijke voorwaarden dienen de belangrijkste voorwaarden voor toekenning van middelen toe te zien op organisatiekracht en in het bijzonder de zogenaamde multiplier op investeringen. Juist bij de uitwerking van het ‘Groenfonds’ wordt ingezet op de meest effectieve inzet van middelen, met een maximale ‘multiplier’ op investeringen van derden (publiek en privaat).
De tenderregeling Groen Groeit Mee is gebaseerd op artikel 1.4 van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht 2022. De voor subsidies geldende beleidsregels zijn van toepassing.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl