Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR734748
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR734748/1
Uitvoerings- en handhavingsbeleidsplan Omgevingsrecht 2025 – 2028 gemeente Tiel
Geldend van 30-01-2025 t/m heden
Intitulé
Uitvoerings- en handhavingsbeleidsplan Omgevingsrecht 2025 – 2028 gemeente TielInleiding
Voor u ligt het uitvoerings- en handhavingsbeleidsplan Omgevingsrecht 2025 - 2028 (hierna: VTH-beleidsplan) van de gemeente Tiel. In dit VTH-beleidsplan staat hoe de gemeente Tiel haar taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving (hierna: VTH) binnen het Omgevingsrecht uitvoert. Voorliggend plan is exclusief de milieutaken en sloopvergunningen. De gemeente Tiel is wel het bevoegd gezag voor deze werkzaamheden, echter zijn deze taken uitbesteed aan de Omgevingsdienst Rivierenland.
De VTH-taken zijn binnen de gemeente Tiel belegd bij de afdeling leefomgeving en de afdeling vitale stad. Hierbij vallen de meeste VTH-taken onder het team vergunningen (hierna: wij). Daarnaast is er veel samenwerking met de teams beleid en regie, en ruimtelijke procedures. Verder is er een raakvlak met het team veiligheid en handhaving van de afdeling inwoners. Dit team houdt zich bezig met de APV en bijzondere wetten. Dit VTH-beleidsplan is tot stand gekomen in afstemming met deze teams. Het beleid is vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders en ter kennisname verstuurd naar de gemeenteraad en de provincie Gelderland.
Het VTH-beleidsplan heeft als doelstelling om te komen tot een uniforme werkwijze en een integrale afweging van de beschikbare middelen. Op basis van dit VTH-beleidsplan stellen we jaarlijks voor de VTH-taken een uitvoeringsprogramma en jaarverslag op (zie hoofdstuk 5). Met dit VTH-beleidsplan voldoen we aan de wettelijke eisen uit het Omgevingsbesluit. Daarnaast willen we met dit plan transparant zijn over wat we doen, waarom we het doen, welke keuzes we maken en hoe we dit hebben georganiseerd.
De systematiek van de “BIG-8”
Dit beleid volgt de systematiek van de BIG-8 cyclus uit het Omgevingsrecht. De verschillende stappen in de cyclus vormen samen het VTH-beleidsplan en het uitvoeringsprogramma. Ook geven de stappen richting aan de systematiek van doorwerking en evaluatie. Om te laten zien dat beleid en uitvoering elkaar aanvullen zonder dat er sprake is van een hiërarchische relatie, hebben we de BIG-8 gekanteld. Op deze manier staan beleid en uitvoering naast elkaar. Deze gelijkwaardige, continu doorwerkende relatie is precies wat een correcte inrichting van de cyclus nodig heeft.
Figuur 1: BIG-8 cyclus
1. Omgevingsanalyse
De omgevingsanalyse beschrijft welke invloed interne en externe factoren hebben op ons werk. Het gaat over de relevante trends en ontwikkelingen die ons werk de komende beleidsperiode kunnen beïnvloeden. De omgevingsanalyse begint met een terugblik op de eerdere VTH-taakuitvoering. Daarna volgt een gebiedsanalyse en de bestuurlijke ambities van de gemeente Tiel. Vervolgens bespreken we de impact van de juridische, maatschappelijke en organisatorische ontwikkelingen op de VTH-werkzaamheden.
Terugblik
Wij hebben recent gewerkt aan een sluitende beleidscyclus. Dit document is hier een onderdeel van. In de vorige beleidsperiode was de beleidscyclus nog niet compleet. Met dit vernieuwde VTH-beleidsplan gaan we de BIG-8 cyclus volledig borgen. Zo kunnen we systematisch de voortgang monitoren en waar nodig bijsturen.
In dit VTH-beleidsplan zijn meetbare doelen opgenomen. Deze worden jaarlijks verder uitgewerkt in het uitvoeringsprogramma, in lijn met de procescriteria van het Omgevingsbesluit. Het doel van het VTH-beleidsplan is om ons team voldoende houvast te bieden, terwijl we ook flexibel in kunnen blijven spelen op de behoeften van onze inwoners.
Gebiedsanalyse
De gemeente Tiel is een eigentijdse kleurrijke Hanzestad in het centrum van de Betuwe. Als een van de tien oudste steden in Nederland heeft Tiel een rijke historie. De gemeente Tiel is onderdeel van de regio Rivierenland. Tiel heeft een mooie ligging in de natuur, direct aan de Waal (inclusief Natura-2000 gebied Uiterwaarden Waal) en het Amsterdam-Rijnkanaal. Buiten de stad omvat de gemeente Tiel ook een prachtig buitengebied met de dorpen Wadenoijen, Kapel-Avezaath, Zennewijnen en een klein deel van Kerk-Avezaath.
In vergelijking met de rest van de regio Rivierenland heeft Tiel een duidelijk stedelijk karakter. Zo heeft Tiel een hoge bevolkingsdichtheid, meer (sociale) huurwoningen, kleinere woningen en relatief korte afstanden tot voorzieningen. Met ruim 42.000 inwoners is Tiel een van de grootste gemeenten uit de regio. Daarnaast heeft Tiel de bestuurlijke wens om te groeien en zo bij te dragen aan de landelijke woningbouwopgave. De centrale ligging en goede verbinding met het Nederlandse wegennetwerk via de A15 en A2 biedt Tiel veel economische kansen. Zo is Tiel aantrekkelijk voor de vestiging van bedrijven. Met ongeveer 3000 ondernemingen verspreid over de bedrijventerreinen Medel, Kellen en Latenstein heeft de gemeente Tiel momenteel het grootste areaal aan bedrijventerreinen in Midden-Nederland. Daarnaast draagt het gunstig gelegen kantorenpark Westroijen ook bij aan de hoge werkgelegenheid.
De kracht van Tiel als centrumgemeente van de Betuwe is helder. Veel bewoners uit omliggende gemeenten komen hierheen om te werken en gebruik te maken van onze voorzieningen. Er woont een grote groep internationale medewerkers in Tiel die werken bij de verscheidene bedrijven en in de landbouw. Daarnaast heeft Tiel veel voorzieningen die een regionale functie hebben. Denk hierbij aan het ziekenhuis Rivierenland en het bijzonder en voortgezet onderwijs. Maar ook culturele voorzieningen zoals de schouwburg en filmtheater Agnietenhof, cultuurgebouw Zinder en het winkelgebied.
Bestuurlijke ambities
In het Coalitieakkoord ‘’Samen door… Een krachtige toekomst voor Tiel’’ staan de belangrijkste doelen voor de bestuursperiode 2022 – 2026 beschreven. Overkoepelend wordt er ingezet op het realiseren van een schone, aantrekkelijke en zorgzame gemeente. Het akkoord bestaat uit vijf hoofdthema’s: Leefomgeving, Vitale Stad, Mens & Samenleving, Inwoners en Financiën & Bedrijfsvoering. Het is belangrijk dat we rekening houden met de uitgesproken ambities en doelen uit dit coalitieakkoord, evenals het coalitieakkoord dat na de volgende gemeenteraadsverkiezingen zal worden opgesteld.
Juridische ontwikkelingen
Omgevingswet
De Omgevingswet is op 1 januari 2024 in werking getreden. Deze wet bundelt en moderniseert de wet- en regelgeving op het gebied van bouwen, milieu, water, ruimtelijke ordening en natuur. De implementatie van de Omgevingswet is maar net begonnen en zal nog jaren duren. De omgevingsvisie en het omgevingsplan worden nu ontwikkeld. Wij blijven hierbij betrokken om te zorgen dat een goede uitvoerbaarheid gewaarborgd blijft.
Met de Omgevingswet ligt er meer nadruk op participatie en betrokkenheid van burgers. Dit betekent dat we belanghebbenden actief betrekken bij besluitvorming en hen informeren over projecten en vergunningen. De veranderingen onder de Omgevingswet hebben een grote impact op ons werk. Door flexibel in te spelen op de nieuwe eisen en uitdagingen, willen we onze dienstverlening aan inwoners en bedrijven blijven optimaliseren en waarborgen.
Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb)
De Wkb is eveneens op 1 januari 2024 in werking getreden. De technische beoordeling van bouwwerken wordt nu uitgevoerd door private partijen en niet meer door de gemeente. Voorlopig geldt dit alleen voor nieuwbouwwerken met een laag risicoprofiel (gevolgklasse 1), zoals eenvoudige bouwwerken en grondgebonden woningen. Wij ontvangen voor deze activiteiten wel meldingen. De gemeente blijft binnen het stelsel van private kwaliteitsborging namelijk bevoegd gezag voor de handhaving.
Vanaf 1 juli 2025 geldt de Wkb ook voor verbouwingen uit gevolgklasse 1. Na een meerjarige evaluatieperiode volgt later mogelijk gevolgklasse 2 en 3. Hoe wij omgaan met de Wkb staat in bijlage 2 en 3.
Maatschappelijke en ruimtelijke ontwikkelingen
De gemeente staat voor een aantal belangrijke maatschappelijke en ruimtelijke ontwikkelingen. Deze ontwikkelingen hebben grote invloed op ons werk. Om goed in te spelen op de veranderingen, is een brede en integrale aanpak nodig. Zo kunnen we beter inspelen op wat er nu en in de toekomst van ons gevraagd wordt.
Duurzaamheidsopgave
De verduurzaming van de leefomgeving heeft impact op onze werkzaamheden. Er is vooral aandacht voor het verminderen van hittestress, vergroening, en het gebruik van duurzame energie. De gemeente Tiel wil in 2050 energieneutraal zijn en heeft voor 2030 ook ambities gesteld. Zo werkt Tiel mee aan de Regionale Energiestrategie en houdt het zich aan het Gelders Energie Akkoord.
Om inwoners en bedrijven te ondersteunen bij duurzame initiatieven, heeft de gemeente Tiel in samenwerking met de regio Rivierenland het energieloket opgericht. Hier vindt men informatie over duurzaamheidsmaatregelen, subsidies en leningen. Ons Omgevingsloket helpt inwoners en bedrijven bij aanvragen van een subsidie of lening. Verder biedt de Omgevingswet nieuwe kansen om duurzaamheid en klimaatadaptatie via regelgeving te stimuleren. Dit vraagt om een integrale aanpak binnen VTH en goede afstemming met beleid.
Ambities bruisende binnenstad en haventerrein
De gemeente Tiel wil de aantrekkingskracht van haar binnenstad te vergroten. Het doel is een compact en gezellig centrum met winkels, horeca, de weekmarkt en vele evenementen. Daarnaast werkt de gemeente aan een kwaliteitsslag van haar binnenstad. Er wordt ingezet op vergroening, het opknappen van historische steegjes, het vernieuwen van de riolering en het autoluw maken van enkele straten. De gemeente wil ook meer profiteren van het toerisme over de Waal. Het haventerrein wordt daarom ontwikkeld. Dit omvat een aanmeerlocatie voor cruiseschepen, een nieuw appartementencomplex en een betere wandelroute naar de binnenstad. Deze ambities gaan impact hebben op onze werkzaamheden.
In de binnenstad worden al relatief veel evenementen georganiseerd. Echter zal dit nog verder gaan uitbreiden, vooral bij het horecaplein. Daarnaast vergt het in goede banen leiden van de ontwikkelingen in de binnenstad en bij het haventerrein extra aandacht.
Erfgoedbeleid
Tiel is een bijzondere stad met een rijke geschiedenis. Echter is dit door het bombardement in 1945 soms moeilijk te herkennen. Daarom is het extra belangrijk om het bestaande erfgoed te beschermen. Om haar historische karakter te behouden heeft de gemeente Tiel in 2019 het beleidsplan ‘Erfgoed in Balans, Tiel is viel, Erfgoedplan 2019 - 2023’ vastgesteld. In 2025 wordt een nieuw erfgoedbeleid opgesteld, waarin handhaving een nadrukkelijke focus krijgt. Bovendien hebben we nu een behoorlijke lijst met nog niet aangewezen gemeentelijke monumenten, beeldbepalende panden en beschermde stadsgezichten. Het heeft een hoge prioriteit om dit spoedig op te pakken.
Verder zijn er landelijke ontwikkelingen op het gebied van erfgoedbeleid waarmee de gemeente Tiel aan de slag gaat. Dit betreft de verduurzaming van monumenten, waardering van jonger erfgoed en het integraal meenemen van erfgoed in herbestemmingsprojecten. Ook wordt industrieel erfgoed steeds belangrijker, wat kansen biedt gezien de rijke industriële geschiedenis van Tiel als Hanzestad.
Woonveiligheid
Het waarborgen van een veilige leefomgeving voor al onze inwoners is voor ons van groot belang. Daarnaast moet de gemeente voldoen aan de wet- en regelgeving voor goede en legale huisvesting. We controleren dit proactief door middel van onaangekondigde huisbezoeken en (avond)controles bij woningen waar zich mogelijk onveilige situaties voordoen. We kijken hierbij naar het gebruik van het pand en de brandveiligheid. Bij overbewoning, illegale bewoning en andere onveilige woonsituaties grijpen we in als er sprake is van directe risico’s. Er is ook een huisvestigingsverordening vastgesteld die zich richt op het voorkomen van onvergunde ‘verkamering’ van woningen.
Het controleren op illegale en onveilige bewoning vraagt de nodige capaciteit van ons. We werken voortdurend aan een structurele aanpak om veilige en legale woonsituaties te garanderen, vooral voor de arbeidsmigranten en kwetsbare groepen. Voor het waarborgen en verbeteren van woonveiligheid hebben we in dit beleid een doelstelling opgenomen, beschreven in hoofdstuk 2, doelstelling 4.
Ondermijning
De aanpak van ondermijnende activiteiten is een thema dat steeds belangrijker wordt. De gemeente gebruikt de Wet Bibob om de integriteit en betrouwbaarheid van aanvragers en vergunninghouders te controleren. Het team veiligheid en handhaving voert deze taken voornamelijk uit. Vanuit het bestuur is een integrale aanpak gewenst en daarmee samenwerking tussen team veiligheid en team vergunningen. Hoe deze samenwerking eruitziet, wordt met beide teams opgepakt. Deze samenwerking kan plaatsvinden op bijvoorbeeld de Bibob-toets en het tegen gaan van ondermijning.
Bij ondermijning voorzien we een groeiende inzet tegen ondermijning door middel van integrale controles met ketenpartners, zoals de arbeidsinspectie, de belastingdienst, het RIEC, de Omgevingsdienst Rivierenland, de politie en het OM. Wij nemen hierin geen leidende rol, maar spelen wel een belangrijke ondersteunende rol. Meer informatie over het thema ondermijning staat in het Integraal Veiligheidsplan Tiel 2023 - 2026.
Opvang en huisvesting van vluchtelingen
De opvang en huisvesting van vluchtelingen vraagt vaak extra aandacht. Het is een maatschappelijk en politiek gevoelig thema dat goede communicatie met betrokken partijen vereist. Daarom vraagt dit thema om een integrale aanpak. Aanvullend kan de zoektocht naar geschikte opvanglocaties leiden tot meer vergunningsaanvragen.
Organisatorische ontwikkelingen
Integraliteit van werken
We werken aan diverse ontwikkelingen die ons werk beïnvloeden. Een belangrijk doel is om een meer integraal te werken. Dit helpt om ons weloverwogen keuzes te maken en zorgt voor samenhang in het beleid. Hiervoor is een goede afstemming nodig met de andere teams binnen de gemeente en onze ketenpartners. Dit vraagt soms om aanpassingen in onze processen en werkafspraken. We willen de interne samenwerking versterken en de invoering van de Omgevingswet benutten om dit verder te ontwikkelen. Instrumenten zoals de intake- en Omgevingstafel zijn voorbeelden van hoe er meer samengewerkt kan worden.
Digitalisering processen
Het huidige VTH-zaaksysteem is opnieuw ingericht om aan de eisen van de Omgevingswet en de Wkb te voldoen. Vergunningverlening verloopt nu volledig digitaal via dit vernieuwde systeem, en voor toezicht en handhaving wordt dit ook het systeem waarmee gewerkt wordt. De herinrichting vergt nu veel tijd en aandacht, maar zal uiteindelijk leiden tot meer efficiëntie en betere sturingsinformatie. Verder is er al flinke vooruitgang geboekt in het digitaliseren van de processen voor ons team, al blijven er op dit gebied wel nog belangrijke stappen te zetten.
De vorm en inhoud van onze dienstverlening zijn voortdurend in verandering door de wisselende wensen vanuit de maatschappij en de veranderende eisen aan dienstverlening. Daarom is het project ‘excellente dienstverlening’ een doorlopend proces waar wij tijd en inzet aan blijven geven.
Capaciteit en krapte op de arbeidsmarkt
Capaciteit is schaars. Het team bestaat uit vaste medewerkers en wordt ondersteund door inhuur. Een probleem dat zich in deze beleidsperiode kan gaan spelen is het met pensioen gaan van onze ervaren collega’s. Het is een uitdaging om de kennis en kunde te borgen in de vorm van vervanging. Daarnaast is het een uitdaging om aanvullend personeel te vinden. Met name wanneer de huidige capaciteit de werkvoorraad niet aan kan of wanneer er ontwikkelingen spelen die direct moeten worden opgepakt. Dit komt door een landelijke krappe arbeidsmarkt op gebied van VTH. Het wordt steeds uitdagender om gekwalificeerd personeel te vinden, wat de werkdruk op het huidige team verhoogt. Dit heeft een impact op onze werkzaamheden en prioriteiten. Dit maakt het lastig om alle taken op de gewenste manier uit te voeren. Daarom zoeken we naar creatieve oplossingen, zoals het herverdelen van taken en het stellen van prioriteiten en het inzetten van tijdelijk personeel. Onze capaciteit is dus fragiel en er moeten structurele oplossingen komen.
2. Missie, visie & doelstellingen
Voor de uitvoering van VTH-taken is het belangrijk om een duidelijke missie te hebben. Deze missie geeft richting aan en helpt ons om samen te werken aan gemeenschappelijke doelen. De visie zorgt er voor dat al onze acties goed op elkaar afgestemd zijn en bijdragen aan wat we willen bereiken. In dit hoofdstuk beschreven we hoe we onze missie en visie in de praktijk brengen. Dit doen we door de missie en visie te vertalen naar meetbare doelstellingen. Deze doelstellingen dragen bij aan het bereiken van onze overkoepelende doelen gedurende de komende periode.
Onze missie, visie en doelstellingen zijn gebaseerd op bestaande strategische documenten zoals de Structuurvisie Tiel 2030, het Coalitieakkoord 2022-2026 ‘’Samen door… Een krachtige toekomst voor Tiel’’ en de startnotitie Omgevingsvisie ‘’Typisch Tiel’’. Bij het opstellen van het VTH-beleidsplan is aansluiting gezocht bij de bestaande kernwaarden en uitgangspunten van de gemeente Tiel die in de hierboven genoemde documenten zijn opgenomen. Daarnaast hebben we informatie opgehaald uit ambtelijke werksessies.
Missie en visie
Onze missie
Wij dragen bij aan:
|
Onze visie
Wij zijn verbonden met onze inwoners, ondernemers en samenwerkingspartners en werken samen aan een veilig, aantrekkelijk en duurzaam woon-, werk- en leefklimaat in onze stad, dorp en het buitengebied. Vanuit vakmanschap ondersteunen wij alle Tielenaren en bedrijven met kansrijke initiatieven die een positieve bijdrage leveren aan de gemeente. Wij zijn integer, tonen lef en zijn betrouwbaar bij het uitvoeren en toezien van geldende wet- en regelgeving. |
Doelstellingen
De missie en de visie hebben wij vertaald naar vijf doelstellingen. Allereerst zetten we per doelstelling neer wat we willen bereiken. Vervolgens geven we aan welke hoofdactiviteiten we hiervoor gaan uitvoeren en wat het gewenste resultaat is (wanneer tevreden). De doelstellingen zullen elk jaar in een uitvoeringsprogramma worden uitgewerkt in specifieke activiteiten. Deze activiteiten nemen we op in de monitoringstool, waarbij we een planning vaststellen en benoemen wie de verantwoordelijke(n) zijn voor deze acties. Op deze manier maken wij de doelstellingen concreet en haalbaar.
Doelstelling 1: Zorgen voor een sluitende VTH-beleidscyclus
- •
Wat: Wij zorgen ervoor dat de VTH-beleidscyclus in onze processen en werkwijzen zijn geborgd.
- •
Hoe:
- 1.
We hebben een actueel VTH-beleidsplan en leveren elk jaar een jaarverslag en uitvoeringsprogramma op.
- 2.
Wij monitoren de VTH-taken met een VTH-zaaksysteem dashboard.
- 3.
Elk jaar controleren en evalueren wij de voortgang van de beleidsdoelstellingen. Per jaar wordt hiervoor tijdig een jaarverslag en uitvoeringsprogramma opgesteld.
- 1.
- •
Wanneer zijn we tevreden?
- 1.
Het IBT Gelderland beoordeelt ons met ‘groen’ op het onderdeel Omgevingsrecht, wat betekent dat we voldoen aan de wettelijke vereisten.
- 2.
Per jaar wordt er voor 1 februari een uitvoeringsprogramma vastgesteld en voor 15 juni het jaarverslag over het voorgaande jaar vastgesteld.
- 3.
Het VTH-zaaksysteem genereert complete en betrouwbare informatievoorziening.
- 1.
Doelstelling 2: Werken volgens de geest van de Omgevingswet en Wkb
- •
Wat: Wij hebben de Omgevingswet en Wkb geïmplementeerd en geborgd in de VTH-werkzaamheden van de afdeling Leefomgeving.
- •
Hoe:
- 1.
Wij vertalen de Omgevingswet en Wkb naar de dagelijkse praktijk van onze VTH-taken.
- 2.
Wij implementeren de Omgevingswet en WKb in onze werkprocessen en werkafspraken. Deze werkafspraken worden gemaakt binnen ons eigen team en met betrokken teams.
- 3.
Wij brengen de structurele financiële effecten van de Omgevingswet en Wkb op de begroting van VTH in kaart.
- 1.
- •
Wanneer zijn we tevreden?
- 1.
Wij hebben alle processen horend bij de nieuwe wet- en regelgeving beschreven in Engage en als dit van toepassing is ook ingericht in het zaaksysteem.
- 2.
Het VTH-zaaksysteem is ingericht om te kunnen werken volgens de Omgevingswet en Wkb.
- 3.
De werkprocessen van vergunningverlening zijn efficiënt en integraal ingericht in relatie tot het vooroverleg, de omgevingstafel en de adviescommissie omgevingskwaliteit.
- 4.
De structurele financiële effecten van de nieuwe wet- en regelgeving zijn in kaart gebracht en verwerkt in de legesverordening en begroting.
- 1.
Doelstelling 3: Versterken interne samenwerking voor geharmoniseerd en uitvoerbaar beleid
- •
Wat: Wij versterken de samenwerking met andere teams en afdelingen ten behoeve van een geharmoniseerd en uitvoerbaar beleid.
- •
Hoe:
- 1.
Wij maken afspraken met de relevante interne teams over onze betrokkenheid bij het opstellen of wijzigen van beleid. Dit geldt alleen voor beleid dat taken voor het team vergunningen bevat.
- 2.
Wij maken afspraken met de relevante interne teams over onze betrokkenheid bij het opstellen van het omgevingsplan.
- 1.
- •
Wanneer zijn we tevreden?
- 1.
Wij zijn betrokken geweest bij elk nieuw en gewijzigd beleid waarin VTH-taken worden benoemd.
- 2.
Wij hebben dit nieuwe of gewijzigde beleid getoetst op de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid.
- 3.
Er is een structurele samenwerking met beleid opgezet voor het vaststellen van regels in het omgevingsplan die betrekking hebben op de VTH-werkzaamheden.
- 1.
Doelstelling 4: Verbeteren van de (woon)veiligheid
- •
Wat: Wij verbeteren de woonveiligheid in de gemeente Tiel.
- •
Hoe:
- 1.
Wij houden proactief toezicht op onveilige woonsituaties.
- 2.
Wij zetten door op het uitvoeren van integrale avondcontroles en het doen van ambtelijke constateringen.
- 3.
Wij leveren een ondersteunende en actieve rol bijdrage aan nieuw op te starten integrale controles.
- 1.
- •
Wanneer zijn we tevreden?
- 1.
Wij hebben jaarlijks meerdere (avond)controles uitgevoerd. Hierbij constateren we dat de veiligheid en leefbaarheid van de gemeente vergroot is.
- 2.
Wij hebben proactief toezicht uitgevoerd, waarbij zichtbaar is gemaakt welke ontwikkelingen er binnen de gemeente spelen.
- 3.
Wij hebben buiten de ‘bekende adressen’ ook de minder bekende panden bezocht om hier onveilige woonsituaties tegen te gaan.
- 4.
Wij geven opvolging aan de uitkomsten van de integrale controles.
- 5.
De woonveiligheid wordt in 2029 door inwoners beter ervaren in vergelijking met 2024.
- 1.
Doelstelling 5: Efficiënter werken binnen team vergunningen
- •
Wat: Wij werken proces gestuurd met werkprocessen die bijdragen aan hogere kwaliteit, duidelijkheid en betere samenwerking binnen en buiten ons team.
- •
Hoe:
- 1.
Elk werkproces krijgt een procesverantwoordelijke die wordt benoemd door de proceseigenaar.
- 2.
De werkprocessen worden jaarlijks geëvalueerd en geactualiseerd in Engage en, waar relevant, het VTH-zaaksysteem.
- 3.
De procesverantwoordelijke informeert betrokken collega’s over wijzigingen in het proces.
- 1.
- •
Wanneer zijn we tevreden?
- 1.
Wij zijn tevreden als iedereen bekend is met de processen.
- 2.
Wij zijn tevreden als iedereen de processen naleeft.
- 3.
De werkprocessen zijn up to date en afgestemd op de praktijk.
- 4.
Er is duidelijkheid binnen de afdeling wie waar verantwoordelijk voor is.
- 1.
3. Risicoanalyse en prioritering
Waarom prioriteren wij onze werkzaamheden?
Vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) zorgen ervoor dat regels in de leefomgeving worden nageleefd. Dit draagt bij aan onze missie van een veilige, gezonde en leefbare omgeving voor onze inwoners. Omdat we niet overal tegelijk kunnen zijn en beperkte middelen hebben, moeten we toezicht en handhaving effectief inzetten. Dit moet gebeuren waar slecht naleefgedrag de grootste impact heeft. Een zorgvuldige risicoanalyse en taakprioritering helpen hierbij. In dit hoofdstuk wordt de uitkomst van de risicoanalyse gepresenteerd en de taakprioritering die daaruit voort komt.
De risicoanalyse en taakprioritering gaan alleen over toezicht en handhaving. Bij vergunningverlening zit een natuurlijke prioritering in de werkvoorraad. Zo worden reguliere aanvragen met lage risico’s globaler en uitgebreide aanvragen diepgaander beoordeeld. Deze werkwijze resulteert in een goed beeld van het aantal uren dat gemiddeld aan een aanvraag wordt besteed. Om deze reden hebben we geen specifieke prioritering uitgevoerd voor de vergunningstaken, maar gerekend met de gemiddelde tijdsbesteding per type aanvraag en procedure.
Bij toezicht en handhaving is dit anders. Het is lastiger om te prioriteren op basis van de werkvoorraad en activiteiten. Bovendien geldt er een beginselplicht tot handhaving. Hierdoor kunnen we alleen in uitzonderlijke situaties afzien van handhaving, bijvoorbeeld wanneer de doelen niet opwegen tegen de kosten. Volgens vaste jurisprudentie biedt prioritering wel ruimte om niet-dringende zaken later op te pakken. Dit proces vormt dus een belangrijk onderdeel van de afweging om direct of op een later moment tot handhaving over te gaan.
Prioritering op toezicht & handhaving Omgevingsrecht
De prioritering voor toezicht en handhaving Omgevingsrecht is met een ambtelijke werkgroep tot stand gekomen. De methodologie hoe de prioritering is berekend, is te vinden in Bijlage 1: Uitleg risicoanalyse en prioritering. De kern is dat de onderstaande categorieën op basis van 4 criteria zijn gescoord. Daarnaast hebben we in de berekening de kans op het voorkomen van de overtreding meegenomen. Hieronder volgt een overzicht van de prioriteiten binnen onze toezichts- en handhavingstaken, gerangschikt van hoge naar lage prioriteit.
Prioriteiten Toezicht & Handhaving Omgevingsrecht |
Prioriteitsscore |
Illegale appartement, woningsplitsing en kamerbewoning |
Hoog (3,7) |
Strijdig gebruik |
Hoog (3,2) |
Gevolgklasse 2/3, Technische toets |
Hoog (3,0) |
Illegale wijziging monument & beschermd stads- en dorpsgezicht |
Gemiddeld (2,5) |
Illegale bouwwerken |
Gemiddeld (2,1) |
Staat van bestaande gebouwen en bouwwerken – strijdig met Bbl (Wkb) |
Gemiddeld (2,0) |
Gevolgklasse 1, Technische toets verbouw (tot 1-6-2025) |
Gemiddeld (2,0) |
Illegale bouwwerken geen gebouw zijnde |
Laag (1,3) |
Gevolgklasse 1, Wkb-meldingen nieuwbouw |
Laag (0,9) |
Werkwijze prioritair werken
Gezien onze beperkte capaciteit maken we keuzes in de inzet voor toezicht en handhaving op basis van bovenstaande prioritering. Hieronder is weergegeven welke werkwijze van toezicht en handhaving bij de betreffende prioriteit hoort.
Prioriteit |
Wijze van Toezicht & Handhaving |
Prioriteitsscore |
Laag |
Uitsluitend projectmatig |
0,0 – 2,0 |
Gemiddeld |
Projectmatig of verzoek tot handhaving of directe aanleiding |
2,0 – 3,0 |
Hoog |
Directe handhaving |
3,0 en hoger |
Bij een lage prioriteit handhaven we zoveel mogelijk projectmatig of thematisch. Volgens onze prioritering geldt dit dus bij handhavingssignalen over illegale bouwwerken geen gebouw zijnde, toezicht op gevolgklasse 1 en Wkb-meldingen voor nieuwbouw. Denk hierbij aan schuttingen, schuren en toezicht bij de verbouwing van een huis. De prioritering kent wel de nodige flexibiliteit. Mocht er om een specifieke reden ergens opgetreden moeten worden, dan kan er meer prioriteit aan gegeven worden. Het uitvoeringsprogramma geeft ons de mogelijkheid om gebruik te maken van die flexibiliteit. Hierin geven we jaarlijks aan waar we ons gebiedsgericht (projectmatig) op gaan focussen. Als we niet direct handhavend optreden, dan krijgen de verzoeker en overtreder in de meeste gevallen eerst een waarschuwing. Later wordt de situatie dan alsnog opgepakt.
Bij middelgeprioriteerde categorieën geldt grofweg hetzelfde, al wordt hier wel direct gehandhaafd bij verzoeken om handhaving vanwege speciale omstandigheden.
Bij een hoog geprioriteerde categorie wordt meteen gehandhaafd volgens vaste werkwijzen en regels.
Beginselplicht tot handhaving
Voor handhaving geldt een beginselplicht tot handhaving. Het bestuursorgaan moet hierdoor altijd eerst beoordelen of handhaving in het specifieke geval wel of niet nodig is. Daarbij kijken we naar het belang van de overtreden regels, het algemene belang en de belangen van de verzoeker. Ook bij onderwerpen met een lage prioriteit in dit beleid moet deze afweging worden gemaakt. Een lage prioriteit is namelijk geen reden om automatisch af te zien van handhaving. Dit mag namelijk alleen in bijzondere omstandigheden.
Op Wkb-meldingen vindt steekproefsgewijs toezicht plaats. Hoe toezicht wordt uitgevoerd (voor zowel de steekproeven als technisch toezicht dat nog bij de gemeente belegd is), is opgenomen in bijlage 7: Beleid constructieve toets aanvraag en toezicht.
4. Uitvoerings- en Handhavingsstrategieën
Om het naleefgedrag van inwoners en bedrijven te verbeteren en de kwaliteit van de leefomgeving te verhogen, hanteren we een aantal uitvoerings- en handhavingsstrategieën. Deze strategieën vormen de basis voor ons werk. Ze geven aan hoe we onze VTH-taken uitvoeren en helpen om onze doelen te bereiken, zoals toegelicht in hoofdstuk 2. De strategieën zijn aangepast aan de Omgevingswet en de Wkb. In de komende beleidsperiode monitoren en evalueren we de uitvoering van deze strategieën en passen ze aan indien nodig. Hoe wij dit doen staat in hoofdstuk 5. In bijlages 2 t/m 4 wordt per strategie verder ingegaan op de achterliggende werkwijzen.
Preventiestrategie
We organiseren de VTH-taken vanuit het idee dat duidelijke communicatie over regels leidt tot beter naleefgedrag. In Tiel zetten we actief in op preventie. De verantwoordelijkheid voor het naleven van regels ligt bij burgers en bedrijven. Maar wij helpen hen door helder uit te leggen en duidelijk te zijn over wat we verwachten. Door goede informatievoorziening aan de voorkant en zichtbare toezicht vergroten wij de bewustwording. Hierdoor zorgen we ervoor dat mensen begrijpen waarom de regels belangrijk zijn. Dit zal dan de naleving van wet- en regelgeving vergroten. Hieronder wordt de hiervoor benoemde strategie om overtredingen te voorkomen verder toegelicht.
- 1.
Goede informatievoorziening in voorproces
-
Onze focus ligt op het voorkomen van incomplete of onhaalbare vergunningsaanvragen. We stimuleren initiatiefnemers om zelf:
- •
Na te gaan of een initiatief vergunningsvrij is;
- •
Een goed uitgewerkte en volledige aanvraag in te dienen;
- •
Te komen tot haalbare aanvragen, zodat deze niet geweigerd hoeven te worden.
- •
-
Het Omgevingsloket en het vooroverleg zijn in dit proces de belangrijkste instrumenten. Beide instrumenten zijn ingericht om de initiatiefnemer te ondersteunen in de voorbereidende fase, met als doel om tot een complete en haalbare aanvraag of melding te komen.
- 2.
Proactief en preventief
-
Wij zetten sterk in op een proactieve en preventieve aanpak. We maken ons toezicht zichtbaar en communiceren duidelijk over de gevolgen van overtredingen. Wij handhaven consequent. Dit zorgt voor een reële kans op sancties. Dit zal mensen ontmoedigen om de regels te overtreden. Wij doen dit op deze manier omdat sancties op basis van bestuursrecht zich richten op het herstellen van wettelijke normen, niet alleen op het straffen. Daarnaast voorkomen we herhaling van overtredingen door intensieve nazorg. We voeren her-controles en zichtbaar toezicht uit nadat een overtreding is beëindigd. Hierdoor weten overtreders dat nieuwe overtredingen opnieuw bestraft worden.
- 3.
Bewustwording en participatie
-
Inwoners, bedrijven en organisaties zijn zelf verantwoordelijk voor het naleven van de regels. Bewustzijn, betrokkenheid en draagvlak vergroten de kans op spontane naleving. Onze dienstverlening is daarom gericht op het goed informeren van inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties. Daarnaast vragen we initiatiefnemers om in gesprek te gaan met omwonenden, bedrijven en organisaties die gevolgen kunnen ondervinden van hun nieuwe initiatief. Zo bevorderen we samenwerking en draagvlak.
- 4.
Heldere en handhaafbare regelgeving
-
Duidelijke regelgeving maakt het makkelijker om regels na te leven. Goede informatievoorziening zorgt ervoor dat inwoners en ondernemers beter bekend raken met de geldende wet- en regelgeving. Veel overtredingen ontstaan door een gebrek aan kennis over de regels. De gemeente Tiel zorgt ervoor dat informatie over regels, voorschriften, doelen en lokale richtlijnen eenvoudig toegankelijk is voor iedereen die plannen wil maken of aanvragen wil indienen. Dit doen we onder andere via het Omgevingsloket, waar inwoners en ondernemers terecht kunnen voor zowel algemene vragen als specifieke informatie.
Vergunningsstrategie
Met vergunningverlening wordt de basis gelegd voor een goede uitvoering. Een duidelijke vergunning stimuleert namelijk goed naleefgedrag en vermindert het aantal noodzakelijke handhavingsacties. Bij vergunningverlening werken we volgens de volgende uitgangspunten:
- 1.
Klantgerichte dienstverlening
-
We denken graag mee met initiatieven uit de samenleving. Samen met de initiatiefnemer kijken we naar de mogelijkheden. Ons uitgangspunt is hierbij altijd de ‘Ja, mits…’ gedachte, in plaats van ‘Nee, tenzij…’. Dit sluit aan bij de principes van de Omgevingswet. Met een integrale benadering werken we toe naar vergunbare aanvragen die voldoen aan de geldende wet- en regelgeving. Samen met inwoners, bedrijven, (keten)partners en collega’s dragen we bij aan een betere Tielse leefomgeving.
- 2.
Duidelijke communicatie
-
We zijn open en duidelijk in ons contact met inwoners en bedrijven. Initiatiefnemers worden aangemoedigd om hun plannen tijdig en zo volledig mogelijk in te dienen. Tijdens het gehele vergunningsproces helpen we door informatie, advies en begeleiding te bieden. Echter is de initiatiefnemer zelf verantwoordelijk voor goede aanvragen en waar nodig belanghebbenden betrekken. Onze rol is duidelijk uitleggen hoe de procedures werken, wat onze verwachtingen zijn, wat initiatiefnemers van ons mogen verwachten en welk resultaat wordt beoogd.
- 3.
Risicogestuurd
-
Bij vergunningverlening zit een natuurlijke prioritering in de werkvoorraad. Zo worden reguliere aanvragen met lage risico’s globaler getoetst dan uitgebreide aanvragen met hoge risico’s. Hier vindt waar nodig wel maatwerk plaats. De risicoclassificering die we hanteren is intern afgesproken. Hierdoor kunnen we alle aanvragen op een uniforme manier toetsen. Dit draagt bij aan de objectiviteit en eenduidige werkwijze van onze behandeling van aanvragen.
- 4.
Hanteren van wettelijke termijnen
-
Wij toetsen vergunningsaanvragen aan de geldende regelgeving. Uit de ingediende gegevens moet voldoende aannemelijk zijn dat aan deze regels wordt voldaan. Als dit niet het geval is, sturen wij een aanvullingsverzoek van ‘redelijke termijn’, zoals beschreven in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Wij hanteren in de meeste gevallen een termijn van 4 weken. Hiervan wordt in principe niet afgeweken, tenzij er zwaarwegende argumenten zijn. Bij de noodzaak van langdurige onderzoeken, zoals een BeSI-onderzoek (Beschermde Diersoorten Indicator) of een bodemonderzoek, adviseren wij om de aanvraag in te trekken. Verder houden wij ons voor het behandelen van vergunningaanvragen aan de wettelijke termijnen.
- 5.
Samenwerking met ketenpartners
-
Vraagstukken uit de leefomgeving effectief aanpakken vraagt om samenwerking. Soms zijn bijvoorbeeld meerdere overheidsorganisaties het bevoegd gezag. We dragen actief bij aan een goede samenwerking met onze partners, om zo de kwaliteit en veiligheid van de leefomgeving te waarborgen. Een integrale afstemming bij vergunningaanvragen bevordert namelijk de kwaliteit van onze adviezen. We maken hierbij gebruik van de intake- en Omgevingstafel. Verder vindt de uitwisseling van informatie plaats via de samenwerkingsfunctionaliteit (SWF).
Toezichtstrategie
Met toezicht controleren we in hoeverre initiatiefnemers zich aan de regels houden. Goed en zichtbaar toezicht leidt tot beter naleefgedrag. Voor toezicht hanteren we de volgende uitgangspunten:
- 1.
Proactieve aanpak
-
Onze toezichthouders zijn dagelijks actief aanwezig in de gemeente. Ze hebben veel contact met inwoners en ondernemers en weten goed wat er speelt. Dankzij de nauwe betrokkenheid zien we problemen vaak al vroeg aankomen. Hierdoor kunnen we tijdig maatregelen nemen en waar nodig de samenwerking met onze partners zoeken. Zo versterken we de leefbaarheid en veiligheid van de gemeente.
- 2.
Gebiedsgericht en integraal
-
Elke dorpskern en wijk van Tiel heeft haar eigen kenmerken, uitdagingen en prioriteiten. Onze toezichthouders werken daarom gebiedsgericht. Ze kennen de omgeving en mensen goed, en houden rekening met wat belangrijk is in een bepaald gebied.
-
Onze toezichthouders werken ook integraal. Dit betekent dat we waar mogelijk verschillende taken combineren, samen met partners op pad gaan, en verder kijken dan alleen de activiteit die wordt gecontroleerd. Verder voeren we soms gericht toezicht uit op een specifiek thema en/of probleem vanuit bestuurlijke wensen of calamiteiten.
- 3.
Informatie- en risicogestuurd
-
Ons toezicht is gebaseerd op informatie en risico’s. We richten ons vooral op activiteiten met hogere prioriteiten. Op basis van de risicoanalyse (hoofdstuk 3) bepalen we deze prioriteiten. Dit geeft richting aan hoe vaak en hoe uitgebreid we controleren. Flexibiliteit is hierbij wel van groot belang. Als er specifieke zorgen of risico’s zijn, komen onze toezichthouders vaker langs, soms ook onaangekondigd.
- 4.
Goed naleefgedrag stimuleren
-
We vinden het belangrijk dat inwoners en bedrijven hun eigen verantwoordelijkheid nemen. Tijdens controles leggen we de relevante wet- en regelgeving uit en geven we advies over wat er wordt verwacht. Hierbij geldt dat het naleefgedrag invloed heeft op de controlefrequentie. Wie de regels goed naleeft, wordt minder vaak door ons gecontroleerd dan wie dat niet doet.
Handhavingsstrategie
Handhaving vindt plaats wanneer aan het einde van het proces geen alternatieve oplossing gevonden kan worden. Bij het aanpakken van overtredingen hanteren we de uitgangspunten:
- 1.
Uniforme aanpak
-
Om uniformiteit in onze handhavingsaanpak te waarborgen, hanteren wij de Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingsrecht (hierna: LHSO). Deze strategie helpt handhavers om overtredingen te beoordelen met een interventiematrix. Hierin wegen we als belangrijkste factoren de ernst van de overtreding en het gedrag van de overtreder. De matrix bepaalt welke maatregelen passend zijn. Daarnaast zorgt de LHSO voor goede samenwerking tussen handhavingspartners, zoals de politie en het Openbaar Ministerie.
- 2
Beginselplicht tot handhaving
-
In Nederland geldt een beginselplicht tot handhaving. In Tiel worden alle handhavingsverzoeken opgepakt, maar het tijdstip hangt af van de prioriteit. Bij (zeer) lage prioriteiten pakken we zaken soms pas op als er voldoende soortgelijke gevallen zijn, zodat ze als project worden afgehandeld. Zo voorkomen we dat individuele gevallen met een lage prioriteit ten koste gaan van handhavingsopgaven met een hogere prioriteit.
- 3
Maatwerkoplossingen
-
Bij handhaving treden we snel en doeltreffend op, met respect voor de situatie en de betrokkenen. We zoeken waar mogelijk naar constructieve oplossingen en maatwerk, rekening houdend met de persoon achter de overtreding. Op basis van de feiten bepalen we de meest geschikte aanpak en maatregelen.
-
Ernstige overtredingen worden altijd gesanctioneerd, bijvoorbeeld wanneer:
- •
er direct risico is voor veiligheid of gezondheid;
- •
de overtreding onomkeerbaar is bij voortzetting (zoals een bouwstop);
- •
de ruimtelijke kwaliteit ernstig wordt aangetast;
- •
de overtreding in strijd is met de openbare orde of leefomgeving.
- •
- 4
Handhaving als sluitstuk
-
Voor de gemeente Tiel betekent effectief optreden niet alleen handhaven, maar ook preventief werken. Bij handhavingsverzoeken en klachten zoeken we eerst in overleg naar oplossingen en stimuleren we inwoners om overtredingen zelf op te lossen. Samen zorgen we ervoor dat herstelmaatregelen snel worden uitgevoerd, terwijl we klachten serieus nemen en behandelen.
-
Als het informele traject geen resultaat oplevert of er geen medewerking is, starten we het formele handhavingstraject. Hierdoor zorgen we ervoor dat de gewenste oplossing alsnog wordt bereikt.
5. Borging van de uitvoering
In dit laatste hoofdstuk bespreken we de uitvoering van onze VTH-taken. In jaarlijkse uitvoeringsprogramma's en jaarverslagen beschrijven we onze samenwerking met VTH-partners, hoe we onze doelen monitoren en de regionale samenwerking vormgeven.
Organisatie en middelen
Financiële middelen
Voor de uitvoering van VTH-taken en het behalen van beleidsdoelen zijn financiële en personele middelen nodig. Het budget is vastgelegd in onze programmabegroting en geborgd via het jaarplan.
De komende beleidsperiode verwachten we een daling in inkomsten uit bouwleges, terwijl de werkdruk gelijk blijft. Dit mogelijke tekort zal moeten worden aangevuld uit de algemene middelen.
Personele middelen
Het Omgevingsbesluit stelt eisen aan de kwaliteit van de uitvoering van de VTH-taken. Deze kwaliteitscriteria 3.0 bestaat uit drie inhoudelijke elementen, namelijk de procescriteria (Deel B), de eisen aan de kritieke massa (Deel C) en de competentieprofielen (Deel D). De procescriteria stellen eisen die er zorg voor dragen dat er een sluitende beleids- en uitvoeringscyclus ontstaat, zodat resultaatgericht gestuurd kan worden. Er worden ook eisen gesteld ten aanzien van vakmanschap voor de uitvoering van de VTH-taken. Zij beschrijven de minimale kwaliteitseisen op verschillende indicatoren. Deze indicatoren zijn opleiding, kennis, ervaring, frequentie van uitvoeren (aantal ‘vlieguren’) en menskracht. Er is hierbij onderscheid gemaakt tussen 28 verschillende deskundigheidsgebieden. De competentieprofielen beschrijven de benodigde rollen binnen de organisatie en de eisen voor het vervullen van deze rollen. Ons team moet aan deze kwaliteitseisen voldoen. Er kan wel gemotiveerd worden afgeweken. Het is belangrijk dat deze kwaliteitscriteria in acht worden genomen en middelen worden ingezet om hieraan te blijven voldoen.
Verordening uitvoering en handhaving (omgevingsrecht)
Wij zijn verplicht een verordening te hebben waarin de kwaliteit van VTH-taken wordt geborgd. In deze verordening is opgenomen welke eisen wij stellen aan de uitvoeringsorganisaties en of zij voldoen aan de kwaliteitscriteria en een motivatie wanneer zij daarvan afwijken. Op het moment is de vigerende verordening hiervoor de Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Tiel 2016. Ons doel is om deze in de komende beleidsperiode te actualiseren onder de Omgevingswet.
Afstemming interne en externe partners
Goede samenwerking tussen de gemeente en haar partners is essentieel. Door gedeelde informatie en uitgangspunten leveren we betere adviezen en verbeteren we de klantbeleving. Afstemming zorgt voor een uniforme toetsing en een eenduidig optreden. Dit is vastgelegd in werkprocessen en afspraken, die regelmatig worden aangepast op basis van bestuurlijke keuzes in dit VTH-beleidsplan.
Strafrechtelijke handhaving stemmen we af met de politie en het Openbaar Ministerie. Als multidisciplinaire controles niet mogelijk zijn, werken we met signaaltoezicht: we melden relevante bevindingen aan andere bevoegde gezagen en wisselen informatie uit. Een overzicht van onze samenwerking met ketenpartners staat in bijlage 5.
Monitoring en evaluatie
Uitvoeringsprogramma
Jaarlijks wordt het VTH-beleidsplan uitgewerkt in een concreet uitvoeringsprogramma voor vergunningverlening, toezicht en handhaving. Het uitvoeringsprogramma bevat de werkvoorraad, prioriteiten, doelen, activiteiten en methoden op operationeel niveau en fungeert als actieplan voor het komende jaar. In de monitoringstool wordt vastgelegd welke acties dat jaar worden uitgevoerd om de voortgang van de doelen uit het VTH-beleidsplan over meerdere jaren te kunnen monitoren. Het uitvoeringsprogramma geeft ook aan hoe de (financiële en personele) middelen van dat jaar worden ingezet en vergelijkt deze met de beschikbare capaciteit en de werkvoorraad. Eventuele verschillen hierin worden geanalyseerd en kunnen leiden tot aanpassingen in het plan. Het uitvoeringsprogramma wordt naar de provincie (IBT) gestuurd en ter kennisname naar de gemeenteraad.
Evaluatie
Evaluatie is nodig om te beoordelen of het gevoerde beleid effectief is en of het beleid uitvoering geeft aan de gestelde prioriteiten en doelen. Jaarlijks rapporteren wij in het jaarverslag over de uitvoering van het vastgestelde uitvoeringsprogramma. Hierbij beoordelen we minimaal of:
- ▪︎
Voorgenomen activiteiten uit het uitvoeringsprogramma zijn uitgevoerd;
- ▪︎
De uitvoering van deze activiteiten uit het uitvoeringsprogramma heeft bijgedragen aan de voortgang van de beleidsdoelen uit het VTH-beleidsplan;
- ▪︎
We het VTH-beleidsplan (mede op basis van bovenstaande) eventueel moeten aanpassen.
Een interne monitoringstool wordt gebruikt om de eerste twee punten te evalueren. De evaluatie wordt vastgelegd in een jaarverslag en gebruikt voor het uitvoeringsprogramma van het volgende jaar.
Periodiek, maar in ieder geval nadat een beleidsperiode is verstreken, wordt het VTH-beleidsplan geëvalueerd om te beoordelen of:
- ▪︎
Vastgestelde beleidsdoelen uit het VTH-beleidsplan zijn bereikt;
- ▪︎
De voorgenomen activiteiten zijn uitgevoerd;
- ▪︎
Er aan de afspraken is voldaan met externe partijen.
Deze evaluatie kan de basis vormen voor nieuw op te stellen VTH-beleidsplan. Het geeft inzicht in de bijdrage van het uitgevoerde beleid aan de gestelde visie en doelen en het naleefgedrag. De gegevens kunnen aanleiding geven om de risicoanalyse aan te passen en doelen bij te stellen.
Ondertekening
Bijlage 1 | Uitleg Risicoanalyse en Prioritering Toezicht & Handhaving
Om de prioritering te bepalen heeft een ambtelijke werkgroep een analyse gemaakt van overtredingen waar toezicht en handhaving het meest nodig zijn. Hierbij zijn risico’s in kaart gebracht volgens een vaste methodiek en aan de hand van vier beoordelingscriteria. De effectscores zijn bepaald door per criterium een inschatting te maken van het effect van slecht naleefgedrag. Bij de analyse zijn de volgende vier beoordelingscriteria in overweging genomen;
- •
Veiligheid: Het negatieve effect dat slecht naleefgedrag heeft op de fysieke veiligheid van mens en/of dier. Denk hierbij aan eventuele pijn, letsel of andere aangebrachte schade.
- •
Volksgezondheid: Het negatieve effect dat slecht naleefgedrag heeft op de volksgezondheid met mogelijke ziekte- en/of sterftegevallen bij mens en/of dier mede door aantasting van de natuur en/of het milieu.
- •
Kwaliteit van de leefomgeving: Het negatieve effect dat slecht naleefgedrag heeft op de kwalitatieve beleving van de leefomgeving. Denk hierbij aan de aantasting van ruimtelijke aspecten zoals uiterlijkheden en cultuurhistorische waarde en/of verpaupering van de omgeving.
- •
Bestuurlijk imago: Het negatieve effect dat slecht naleefgedrag heeft op het imago, het beeld, de geloofwaardigheid en het vertrouwen van de burger in het bestuurlijk apparaat en haar besluitvorming.
De gegevens zijn in een database verwerkt, waarbij elke toezichts- en handhavingsactiviteit een risicoscore heeft gekregen. Deze risicoscore is het gemiddelde van de effectscores (0 t/m 4) van de vier hierboven genoemde beoordelingscriteria. Bovendien is de kans op slecht naleefgedrag (1 t/m 3) bepaald, op basis van de kans dat de overtreding vaker optreedt.
De uiteindelijke prioriteitsscore is in de basis gebaseerd op de vier risico’s zoals hierboven besproken, met een procentuele ophoging voor de kans op slecht naleefgedrag. Hierbij geldt dat hoe hoger de kans op slecht naleefgedrag, hoe hoger de procentuele ophoging van de zogenoemde risicoscore. De prioriteitsscore kan variëren tussen de 0 (geen prioriteit) en de 4 (extreem hoge prioriteit, onmiddellijk handelen).
Prioriteitsscore = risicoscore (gemiddelde 4 gewogen factoren) + ophoging slecht naleefgedrag
Bijlage 2 | Wettelijk kader en werkwijze vergunningenstrategie
Hieronder gaan we in op het wettelijke kader voor vergunningverlening, gevolgd door de werkwijzen en processtappen voor de behandeling van vergunningaanvragen en meldingen binnen het Omgevingsrecht.
Wet- en regelgeving
In het proces van vergunningaanvragen en meldingen hanteert de gemeente Tiel strikte, objectieve criteria voor de beoordeling en afhandeling. Deze criteria komen zowel uit wettelijke bepalingen, als lokale beleidsregels en verordeningen. Het doel van deze aanpak is om de gelijke behandeling van alle aanvragen te waarborgen. Het gebruik van objectieve criteria bevordert een gestandaardiseerde en eerlijke benadering bij het beoordelen van omgevingsvergunningen en meldingen.
Het proces is gebaseerd op een verscheidenheid van belangrijke wet- en regelgeving. De onderstaande figuur biedt een opsomming van de belangrijkste wet- en regelgeving. Het is belangrijk om te benadrukken dat dit geen uitputtende lijst is, maar eerder een samenvatting van de voornaamste wettelijke kaders die worden gehanteerd.
Omgevingsrecht |
|
Bouwtechnische toets
De bouwtechnische toets betreft vooral een toetsing aan het Besluit bouwwerken leefomgeving (hierna: Bbl). Door de scheiding van de technische en ruimtelijke beoordeling onder de Omgevingswet gaat dit alleen over de technische aspecten van het bouwen van een bouwwerk. Bij het toetsen van een bouwwerk onder de Bbl geldt een ‘aannemelijkheidstoets’. Het is onmogelijk om alle aanvragen voor 100% aan alle kaders te toetsen. Vanuit de gedachte van de aannemelijkheidstoets is dit ook niet nodig.
Door de inwerkingtreding van de Wkb wordt de technische toets bij bouwwerken van gevolgklasse 1 nieuwbouw nu uitgevoerd door een private kwaliteitsborger. Bij dit type bouwwerken hoeft de gemeente dus geen bouwtechnische keuring meer uit te voeren. Per 1 juli 2025 zal dit (naar verwachting) ook gelden voor bouwwerken van gevolgklasse 1 verbouw. Voor gevolgklasse 2 en 3 blijft de gemeente wel verantwoordelijk voor het uitvoeren van de technische toets.
Bij een bouwtechnische beoordeling wordt elke aanvraag op dezelfde wijze getoetst. Hierbij geldt dat de diepgang van deze toets afhangt van het type bouwwerk. Eenvoudige bouwwerken met lage risico’s worden globaal op hoofdlijnen getoetst, terwijl complexe bouwwerken met grote risico’s op alle representatieve onderdelen inhoudelijk getoetst worden.
Een belangrijk onderdeel van de bouwtechnische toets is het beoordelen van de constructieve veiligheid. De kwaliteit van de (draag)constructie bepaalt immers of het gebouw voldoende sterk en stabiel blijft, ook bij intensief gebruik en/of een calamiteit. Buiten de constructie is het beoordelen van de brandveiligheid ook van cruciaal belang. Degene die de constructieve toets doet gebruikt hierbij bijlage 7 van dit VTH-beleidsplan. Door de Wkb zijn een aantal bouwwerktypes die zijn meegenomen in de prioritering in bijlage 7 alleen relevant bij een steekproef op dergelijke bouwtypes. De bijlage zal in deze beleidsperiode worden geüpdatet.
Planologische kaders
De gemeente toetst elke aanvraag voor een omgevingsvergunning aan de geldende planologische kaders, die voornamelijk zijn vastgelegd in het (tijdelijke) omgevingsplan. Het doel hiervan is om de ruimtelijke kwaliteit van de gemeente te beschermen.
Ontwikkelingen die niet binnen deze planologische kaders van het omgevingsplan passen worden, op kleine afwijkingen na, in beginsel besproken en beoordeeld op haalbaarheid door de intake- en Omgevingstafel van de gemeente Tiel. Ontwikkelingen die niet binnen deze planologische kaders van het omgevingsplan passen worden, op kleine afwijkingen na, in beginsel besproken en beoordeeld op haalbaarheid door de intake- en Omgevingstafel van de gemeente Tiel. De Omgevingstafel bestaat uit ambtelijke specialisten op het gebied van vergunningverlening, ruimtelijke ontwikkeling, milieu, verkeer, wonen en economische zaken. Naast de genoemde specialisten kan de initiatiefnemer en eventueel andere betrokkenen een plek aan tafel krijgen om het voorstel nader toe te lichten. De Omgevingstafel komt eens in de 6 weken samen. In bepaalde gevallen kan besloten worden toch een vergunning te verlenen, ondanks dat de aanvraag niet binnen de geldende planologische kaders valt. Voorbeelden hiervan zijn een wijzigingsbevoegdheid voor binnenplanse wijzigingen of via een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA). Hierbij hanteren wij altijd de ‘ja, mits…’ gedachte en hanteren we de menselijke maat.
Welstand
Plannen die voldoen aan de regels van het omgevingsplan of waarvoor mogelijk kan worden afgeweken van die regels, worden vervolgens getoetst aan redelijke eisen van welstand, indien deze in een gebied zijn gelegen waar welstandstoetsing van toepassing is. Voor deze toets wordt gebruik gemaakt van de gemeentelijke welstandsnota en vastgestelde beeldkwaliteitsplannen. In deze stukken staan de welstandscriteria beschreven. De welstandsnota wordt in de komende jaren vernieuwd.
Werkwijze en proces vooroverleg
Voordat een inwoner of ondernemer een vergunningaanvraag doet, stimuleren wij om met ons in gesprek te gaan. Het eerste contact verloopt via het Omgevingsloket. Het Omgevingsloket biedt onze inwoners en ondernemers al jaren een vertrouwde ingang voor juiste en gedetailleerde informatie over omgevingsvergunningen en andere zaken (zie kader hieronder). Naar aanleiding van het initiële contact stimuleren we om een vooroverleg te starten.
Het vooroverleg is een informele procedure die bedoeld is om een indicatie te geven over de haalbaarheid van een bouwplan. Dit overleg stelt een potentiële aanvrager in de gelegenheid om de haalbaarheid van een initiatief na te gaan zonder grote kosten te maken en het plan tot in detail uit te werken. Bij formele vergunningaanvragen is er namelijk minder flexibiliteit mogelijk vanwege ‘het primaat van de aanvraag’ (het bevoegd gezag moet beslissen op basis van de ingediende aanvraag) en de beslistermijn. Aan het einde van elk vooroverleg ontvangt de initiatiefnemer een eindmail met een overzicht van de vervolgstappen en de benodigde documenten.
Deze werkwijze sluit goed aan bij de Omgevingswet, omdat het vooroverleg buiten de vastgestelde termijn van maximaal 8 weken voor de afhandeling van een aanvraag valt. Het vooroverleg heeft de afgelopen jaren aan populariteit gewonnen en in de gemeente Tiel willen we dit instrument actief blijven stimuleren voor alle bouwinitiatieven van enige omvang. De juridisch adviseur vergunningen is hierbij verantwoordelijk voor begeleiding tijdens het vooroverleg. In het geval van complexe, grote of gevoelige bouwplannen wordt de dialoog overgedragen aan het team Ruimtelijke Procedure en wordt het voortgezet aan de intake- en Omgevingstafel. Hier sluit dezelfde collega aan om continuïteit te bewaren.
Omgevingsloket |
Naast vragen over omgevingsvergunningen kunnen inwoners en ondernemers voor de volgende zaken bij het Omgevingsloket terecht;
|
Wij stimuleren het vooroverleg door duidelijke communicatie over het proces op onze gemeentelijke website. Initiatiefnemers worden ook actief geïnformeerd over de voordelen van het vooroverleg wanneer ze contact met ons leggen. Hierbij begeleidt de gemeente initiatiefnemers in dit proces. Wij gaan naast hen staan en delen onze kennis en ervaring. Bovendien bieden wij een financiële stimulans, waarbij er geen kosten voor vooroverleg in rekening worden gebracht zodra dit binnen zes maanden leidt tot een officiële vergunningaanvraag en tot een 50% vermindering als de vergunningsaanvraag tussen 6 tot 12 maanden na het conceptverzoek wordt ingediend.
Werkwijze en proces vergunningverlening
Na binnenkomst van de aanvraag volgen wij de standaardwerkwijzen op hoofdlijnen, die per type vergunning kunnen verschillen. De processtappen van deze standaardwerkwijzen zijn vastgelegd in het VTH-zaaksysteem, waar ook het verloop van de afhandeling van een vergunningaanvraag of melding wordt bijgehouden. Over het algemeen verloopt de behandeling van een vergunningaanvraag zoals hieronder is beschreven.
# |
Processtap |
1 |
Inboeken, registreren en eventueel digitaliseren van de aanvraag |
2 |
Sturen ontvangstbevestiging |
3 |
Vergunningverlener bepaalt:
|
4 |
De vergunningverlener is verantwoordelijk voor het afhandelen van deaanvraag:
|
5 |
Archiveren beschikkingen (digitaal) |
6 |
Mogelijk bezwaar, beroep en hoger beroep, eventueel gecombineerd met een voorlopige voorziening |
Werkwijze en proces meldingen
Voor meldingen van voormalige vergunningplichten (omgevingsrecht) geldt de grondslag van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Dit betreft onder andere bouwmeldingen, sloopmeldingen, meldingen voor het mobiel breken van bouw- en sloopafval en de gebruiksmelding (brandveilig gebruik). In tegenstelling tot vergunningaanvragen wordt bij meldingen alleen een volledigheidsbeoordeling uitgevoerd. Meldingen kunnen via het DSO bij de gemeente worden ingediend en worden indien nodig uitbesteed aan de Veiligheidsregio of de Omgevingsdienst. Wanneer een melding niet volledig is, wordt deze niet in behandeling genomen. De melder wordt hiervan op de hoogte gebracht. Meldingen worden via het DSO bij de gemeente ingediend of uitbesteed aan de Veiligheidsregio of de Omgevingsdienst. Bij de afhandeling van meldingen wordt een risicogestuurde aanpak gehanteerd, waarbij de prioriteit wordt bepaald op basis van een risicoanalyse. Als er behoefte is aan inhoudelijk advies, vragen wij dit op bij onze ketenpartners.
Landelijke Richtlijn Bouw- en Sloopveiligheid
Onder de Omgevingswet is bouw- en sloopveiligheid een aparte activiteit, genoemd in de informatieplicht. De vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland (VBWTN) heeft een landelijke richtlijn bouw- en sloopveiligheid opgesteld. Deze richtlijn tracht de veiligheid en het beschermen van de gezondheid in de directe omgeving van bouw- en sloopwerkzaamheden te waarborgen, zoals bedoeld in artikel 7.2a van het Bbl. In 7.15, lid 2 Bbl wordt verder specifiek verwezen naar de landelijke richtlijn m.b.t. de veiligheidsafstand.
Het niet door het Bbl aangestuurde deel van het beleid kan door de gemeente als lokaal beleid vastgesteld worden als onderdeel van het omgevingsplan. Door de richtlijn als beleid vast te stellen staat de gemeente voor een landelijke uniforme borging van de veiligheid rondom de bouw- en sloopplaats.
Bijlage 3 | Toezicht Omgevingsrecht
Soorten toezicht
Bij de gemeente Tiel hanteren we de volgende vormen van toezicht:
- 1.
Toezicht op vergunningen en meldingen
-
Dit omvat het toezicht op verleende omgevingsvergunningen tijdens de uitvoeringsfase. Qua diepgang van de beoordeling hanteren we voor bouwactiviteiten de risicomatrix van de vereniging Bouw- en Woningtoezicht (BWT). Deze matrix bevat een risicoanalyse en prioritering, op basis waarvan is bepaald of toezicht noodzakelijk is en op welke momenten in het bouwproces dit plaatsvindt. Voor toezicht waar nog een constructieve toets plaats moet vinden (Gevolgklasse 1 verbouw1 en Gevolgklasse 2 en 32) wordt gebruik gemaakt van het beleid in Bijlage 6.
- 2.
Thematisch/projectmatig toezicht
-
Als bepaalde thema’s, objecten en/of gebieden vanwege bestuurlijke wensen of calamiteiten een hoge prioriteit krijgen, vereist dit veelal een projectmatige aanpak. De gekozen thema’s worden vastgelegd in het jaarverslag en indien zo opgenomen in het uitvoeringsprogramma.
- 3.
Toezicht o.b.v. klachten of meldingen
-
Schriftelijke verzoeken om handhaving die voldoen aan het bepaalde in de Algemene Wet bestuursrecht handelen we in principe conform de hiervoor geldende regels af. Bij de afhandeling van de verzoeken om handhaving en klachten zijn de in dit VTH-beleidsplan genoemde prioriteiten in de handhaving leidend. Een belangrijk uitgangspunt bij de afweging van de beslissing op de klacht of het verzoek is dat de verantwoordelijkheid in veel grotere mate bij de burgers en bedrijven zelf ligt. Dit betekent dat de gemeente zich niet bij elke klacht/verzoek geroepen zal voelen om op te treden maar de verantwoordelijkheid voor het oplossen hiervan bij de burger en het bedrijf zal leggen. Waar mogelijk moedigen wij een traject via pre- mediation of buurtbemiddeling aan. Op anonieme meldingen wordt in beginsel niet gereageerd.
- 4.
Ambtshalve constateringen
-
Ambtshalve constateringen zijn momenten waarbij een toezichthouder een signaal zelfstandig doorgeeft zonder voorliggende aanleiding. De geconstateerde overtreding kan binnen of buiten zijn expertise vallen. Doordat de werkzaamheden toezicht en handhaving van de bouw gescheiden zijn, zorgen onze toezichthouders ervoor dat ze alles wat ze tegenkomen registreren als ambtshalve constatering.
Voorbereiding op toezicht
Naar aanleiding van de melding start bouwactiviteit controleren onze toezichthouders eerst of alle benodigde documenten zijn aangeleverd. Indien documenten ontbreken worden deze eerst opgevraagd. Vervolgens gaan we in gesprek met de initiatiefnemer en aannemer tijdens een startgesprek. Hier bespreken we de planningen en worden er afspraken gemaakt over de momenten waarop toezicht wordt gehouden. Hierbij richten wij ons op de belangrijkste constructieve bouwmomenten, waarbij de diepgang en frequentie van het toezicht afhankelijk is van het type bouwwerk en de observaties van de toezichthouder gedurende het vergunningen en controleproces.
Voordat een toezichtcontrole plaatsvindt, worden eerst alle relevante documenten die bij de casus horen zorgvuldig beoordeeld. Wanneer het toezicht betrekking heeft op een omgevingsvergunning, zijn deze documenten samengevoegd in een dossier dat is terug te vinden in het archief. Bij nieuwe toezichtzaken stelt de toezichthouder dit dossier samen door alle revelante documenten te verzamelen.
Werkwijze en proces toezicht
Gedurende de uitvoering van een verleende vergunning komen onze toezichthouders op belangrijke constructieve bouwmomenten volgens een vooraf vastgestelde planning langs. Mochten er zorgen en/of risico’s blijken te zijn dan wordt de frequentie verhoogd en gaan onze toezichthouders eventueel onaangekondigd langs. Verder komt de toezichthouder altijd langs bij de eindcontrole. Buiten het controleren geven onze toezichthouders ook advies aan de brandweer over de noodzakelijkheid van het uitvoeren van een brandveiligheidscontrole.
Aan geplande toezichtcontroles koppelen onze toezichthouders regelmatig een proactieve controle, waarbij ze een rondje maken in de buurt van de afspraak om op de hoogte te blijven van alles dat speelt in het gebied en in te zetten op ambtshalve constateringen.
Wkb-meldingen (bouw- en gereedmelding)
Met de inwerkingtreding van de Wkb is het toezicht op bouwactiviteiten veranderd. Gemeenten blijven verantwoordelijk voor het toezicht op de bestaande bouw en de bouw- en sloopveiligheid, en blijven het bevoegd gezag voor het bouwdomein. Het bouwtoezicht voor gevolgklasse 1 nieuwbouwwerken is echter primair belegd bij een private kwaliteitsborger. Naar verwachting zal dit vanaf 1 juli 2025 ook gelden voor gevolgklasse 1 verbouw, waarbij de gevolgklassen 2 en 3 na een evaluatieperiode in de toekomst mogelijk ook volgen.
Onze preventieve bouwtechnische toetsing voorafgaand aan de bouw en het constructieve toezicht tijdens de bouw wordt vervangen door toetsing en toezicht door een private kwaliteitsborger. Er zijn wel vaste momenten in het proces ingebouwd waarin de initiatiefnemer verantwoording moet afleggen aan de gemeente over de naleving van de bouwtechnische voorschriften, in de vorm van meldingen zoals de bouwactiviteit- en de gereedmelding. Deze meldingen dragen bij aan de rol van de gemeente als bevoegd gezag voor de handhaving. In de basis gaan wij hiermee hetzelfde om als met de overige meldingen, door deze risico-gestuurd op te pakken. Als er lokaal gebonden risico’s zijn, dan worden deze gecontroleerd in het borgingsplan.
Hoewel het constructieve toezicht bij de private kwaliteitsborger belegd is, worden alle bouwwerken die onder de Wkb vallen in beginsel wel op de omgevingsplanactiviteit gecontroleerd. Naar aanleiding van de ervaringen kan dit in de toekomst meer steekproefsgewijs worden opgepakt. Daarnaast controleert de gemeente Tiel in het begin een gedeelte van de Wkb-meldingen steekproefsgewijs, wat ook op basis van ervaringen aangepast kan worden. In de situatie dat er signalen of klachten bij het gemeentelijke bouwtoezicht binnenkomen over de bouwkwaliteit, het functioneren van de kwaliteitsborger of bij bijzondere lokale omstandigheden, dan kan de gemeente de bouw stilleggen en/of een controle op de bouwplaats uitvoeren.
Scheiding van functies
Om de objectiviteit van onze werkzaamheden te waarborgen, hanteren we binnen de gemeente Tiel een strikte scheiding tussen vergunningverlening, toezicht en handhaving. Dit betekent dat de medewerker die een vergunningaanvraag behandelt niet verantwoordelijk is voor het toezicht op de uitvoering daarvan. Een soortgelijke functiescheiding wordt toegepast binnen toezicht en handhaving. Wanneer een overtreding wordt geconstateerd, zoekt onze toezichthouder altijd eerst actief het gesprek op met de overtreder. Het doel hiervan is om de overtreding, waar mogelijk, op een informele wijze af te handelen. Hierbij wordt altijd rekening gehouden met de specifieke omstandigheden en de persoon achter de overtreding. Indien deze menselijke benadering geen passende uitkomst weet te bieden, wordt het dossier overgedragen aan een jurist voor het opleggen van sancties. Hoewel we dus met een duidelijke functiescheiding werken, stimuleren we wel de samenwerking tussen de verschillende rollen. Dit zorgt ervoor dat kennis effectief wordt gedeeld en de kwaliteit van de gehele VTH-keten gewaarborgd blijft.
Rapportage van toezicht
De doorlopen stappen en genomen beslissingen worden door de toezichthouders verifieerbaar en transparant opgeslagen in ons zaaksysteem. De mate en de inhoud van de rapportage is afhankelijk van het toetsingsniveau dat hierbij wordt gehanteerd. Het controlerapport wordt niet actief gedeeld met betrokkenen en wordt alleen openbaar gemaakt op verzoek van belanghebbenden of in het kader van juridische procedures.
Bijlage 4 | Toelichting Handhavingsstrategie
Toelichting geprioriteerd handhaven
Als bevoegd gezag is het onze taak om bij overtredingen de beginselplicht tot handhaven toe te passen, met als doel om de overtreding te beëindigen en/of herhaling in de toekomst te voorkomen. Voor elke overtreding maken wij een gedegen afweging en hanteren wij een prioritering op basis van de risicoanalyse. Aangezien wij niet overal tegelijkertijd aanwezig kunnen zijn, is het noodzakelijk om een evenwichtig handhavingsbeleid te voeren, waarbij we onze handhavingscapaciteit inzetten op zaken met de hoogste prioriteit.
Het is belangrijk om te benadrukken dat de prioritering in onze toezicht- en handhavingstaken op basis van de risicoanalyse niet onder gedogen valt. Het is simpelweg onmogelijk om alles te handhaven, dus het evenwichtige handhavingsbeleid is vooral bedoeld om de inzet van onze handhavingscapaciteit op zaken met de hoogste prioriteit te focussen. In gevallen waarin wij ervoor kiezen om bepaalde overtredingen niet actief te handhaven, betekent dit echter niet dat wij deze overtredingen gedogen. Handhaving blijft altijd mogelijk in gevallen waarin er bijvoorbeeld een klacht wordt ingediend of als de resultaten van een steekproef aanleiding geven tot controle van de gehele branche. Aangezien de gemeente een voorbeeldfunctie heeft naar haar burgers en bedrijven, geldt deze werkwijze in het bijzonder voor overtredingen die gemaakt zijn door de eigen organisatie of medeoverheden.
Door onze prioritering en uniforme aanpak van handhaving hopen wij een effectief en efficiënt toezicht te kunnen houden en bij te dragen aan een veilige en gezonde leefomgeving voor iedereen.
Dwangsombedragen en begunstigingstermijnen
De gemeente heeft bij het bepalen van de hoogte van de dwangsom en de begunstigingstermijn een ruime mate van beleidsvrijheid. In het licht van rechtszekerheid en het gelijkheidsbeginsel wil de gemeente Tiel op een uniforme wijze optreden tegen overtredingen. Daarom heeft de gemeente gelijktijdig met dit beleid een richtlijn voor dwangsombedragen en begunstigingstermijnen vastgesteld, opgenomen in bijlage 6. Deze richtlijn geeft duidelijkheid en transparantie over de hoogte van de dwangsommen en begunstigingstermijnen in relatie tot de overtredingen.
Het invorderen van de dwangsom vindt plaats overeenkomstig de in de rechtspraak geformuleerde beginselplicht tot invordering en de daarbij behorende uitzonderingen. Kwijtschelding van de verbeurde dwangsom is niet mogelijk. Matiging van de dwangsom wordt niet overwogen voordat de overtreding ongedaan is gemaakt.
Bij het vaststellen van de hoogte van de dwangsommen is bepaald dat deze voldoende stimulerend moeten werken, zodat de opgelegde last wordt nageleefd zonder dat de dwangsom wordt verbeurd. Bij het bepalen van de begunstigingstermijn is het uitgangspunt dat deze niet langer is dan strikt noodzakelijk om de overtreding te beëindigen. De termijn mag namelijk niet zodanig lang zijn dat het in feite neerkomt op gedogen. Opschorting van de handhavingsprocedure is mogelijk indien tijdens het proces alsnog de mogelijkheid ontstaat om tot een oplossing te komen en hierover afspraken kunnen worden gemaakt, waarbij de eigen verantwoordelijkheid steeds leidend is. Het gedogen van de overtreding is geen mogelijkheid.
Bijlage 5 | Samenwerking Ketenpartners
Externe partners |
Doel samenwerking |
Hoe |
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ) |
De veiligheidsregio werkt aan de publieke veiligheid en gezondheid. Zij bestaat uit de Brandweer, GGD, GHOR, Ambulancezorg en Veilig Thuis. De veiligheidsregio adviseert en ondersteunt de gemeente bij de vergunningverlening (bouwen, milieu, gebruik) op het gebied van brandveiligheid, bereikbaarheid en bluswatervoorzieningen, brandveiligheid en gezondheidsaspecten bij evenementen, ruimtelijke ordening inclusief externe veiligheid van brandveilig gebruik en gezondheid. Ook voert de VRGZ op deze gebieden toezicht uit. Daarnaast ondersteunt zij de gemeente bij diverse projecten en is zij aangesloten bij de regionale afspraken over de intake- en Omgevingstafel. |
|
Omgevingsdienst Rivierenland (ODR) |
De omgevingsdienst voert de wettelijke én enkele aanvullende (milieu)taken uit namens de gemeente. Zo adviseert de omgevingsdienst de gemeente bij vergunningverlening en meldingen op het gebied van milieuaspecten. Ook voert zij toezicht uit op de milieuaspecten. Ook voert zij de taken met betrekking tot sloopmeldingen (controle en toezicht) uit. Tot slot ondersteunt zij de gemeente bij diverse projecten en is zij aangesloten bij de regionale afspraken over de intake- en Omgevingstafel. |
De gemeente en de omgevingsdienst hebben een dienstverleningsovereenkomst (DVO). Hier is eveneens een mandaatbesluit voor genomen. Via de samenwerkingsfunctionaliteit wordt samengewerkt tussen de gemeente, ODR en de VRGZ. Er is contact tussen de ODR en vergunningverleners op vergunningbasis. |
Politie en Openbaar Ministerie |
Afstemming over strafrechtelijke handhaving. |
Zie Handhavingsarrangement en LHSO |
Stadsbouwmeester en Adviescommissie Omgevingskwaliteit |
Deze commissie is belast met het beoordelen van initiatieven, bouwplannen en aanvragen die gaan over Rijksmonumenten en welstandsaspecten. |
Deze commissie (en haar leden) wordt benoemd door de gemeenteraad via De verordening Gemeentelijke adviescommissie Omgevingskwaliteit Tiel. Tweewekelijks komt de commissie in een openbare vergadering bijeen en behandelt zij de zaken. De commissie behandelt alle relevante aanvragen voor een omgevingsvergunning en ruimtelijke plannen. De commissie geeft haar oordeel in een advies aan het college van burgemeester en wethouders. Het college beslist dan of een omgevingsvergunning wordt afgegeven of niet. |
Provincie Gelderland |
Bij een aantal ruimtelijke afwegingen wordt afgestemd met/advies ingewonnen bij de Provincie. Voor de complexe initiatieven vindt omgevingsoverleg plaats met de ketenpartners, waaronder de Provincie. Hiernaast ziet de provincie Gelderland toe op, of en in hoeverre gemeenten voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen via het Interbestuurlijk Toezicht (IBT). Het IBT richt zich zowel op de taken vergunningenverlening, toezicht en handhaving, als op ruimtelijke ordening, milieu, externe veiligheid en erfgoed/monumenten. In de provinciale verordening Systematische toezichtinformatie is vastgelegd welke informatie de provincie van de gemeenten jaarlijks wil ontvangen op de onderdelen van het omgevingsrecht. Op basis van de aangeleverde informatie vindt de beoordeling plaats. |
Waar nodig geven we advies. |
Waterschap Rivierenland |
Bij een aantal ruimtelijke afwegingen (Omgevingsbesluit Hoofdstuk 4) stemmen wij af met het Waterschap. Daarnaast ondersteunt het waterschap de gemeente bij diverse projecten en is zij aangesloten bij de regionale afspraken over de intake- en Omgevingstafel. Bij activiteiten in of nabijheid van het watersysteem en keringen (beschermingszones) en bij onttrekkingen van grondwater verleent het waterschap zelfstandig de omgevingsvergunning water. Hier geeft de gemeente advies. |
Met het Waterschap zijn regionaal werkafspraken gemaakt. Eventuele adviezen vragen wij rechtstreeks op. |
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed |
Bij een vergunningaanvraag voor herbestemming, verbouwing en/of restauratie met ingrijpende gevolgen voor een rijksmonument wordt er advies ingewonnen bij de Rijksdienst. Daarnaast wordt, indien nodig, aanvullend advies over specialistische onderwerpen zoals natuursteen, wandbekleding en historisch meubilair, uitgevraagd bij de deskundigen van de Rijksdienst. |
De gemeente onderhoudt contact met twee contactpersonen van de Rijksdienst uit de regio Gelderland-West, gespecialiseerd in bouwkunde en architectuurhistorie. |
Incidentele ketenpartners (o.a. Rijksoverheid) |
Op ad hoc-basis hebben we contact met incidentele ketenpartners aangaande specialistische kennis of specifieke vergunningaanvragen. Hierbij maken wij specifieke werkafspraken op basis van het betreffende project. |
|
Bijlage 6 | Richtlijn Dwangsommen en Begunstigingstermijnen Omgevingsrecht
|
Overtreding |
Impact overtreding |
Sanctie |
Hoogte dwangsom |
Begunstigingstermijn |
RUIMTELIJKE INRICHTING EN BOUW |
Illegale steiger aangebracht (geen overlast/gevaar) |
Beperkt |
Dwangsom |
€50 p.w. per meter steiger max. 10 x |
1 maand |
Illegale bebouwing kwalificatie licht |
Vrijwel nihil |
Dwangsom |
€1000 p.w. max. 10 x |
Min. 6 weken |
|
Illegale bebouwing kwalificatie matig |
Van belang |
Dwangsom |
€1500 p.w. max. 10 x |
Min. 6 weken |
|
Illegale bebouwing kwalificatie ernstig |
Aanzienlijk |
Dwangsom |
€2000 p.w. max. 10 x |
Min. 6 weken |
|
Bouwen in afwijking van de vergunning, kwalificatie licht |
Beperkt |
Dwangsom |
€1000 p.w. max. 10 x |
Min. 6 weken |
|
Bouwen in afwijking van de vergunning, kwalificatie matig |
Beperkt |
Dwangsom |
€1500 p.w. max. 10 x |
Min. 6 weken |
|
Bouwen in afwijking van de vergunning, kwalificatie ernstig |
Van belang |
Dwangsom |
€2000 p.w. max. 10 x |
Min. 6 weken |
|
Illegaal terras |
Beperkt |
Dwangsom |
€50 p.d. per m² per overtreding max. 10 x |
1 week |
|
Illegale standplaats |
Beperkt |
Dwangsom |
€50 p.d. per m² per overtreding max. 10 x |
1 week |
|
Reclamebord (klein) < 1m2 |
Vrijwel nihil |
Dwangsom |
€250 p.d. per m² bord per overtreding max. 10 x |
1 week |
|
Reclamebord (groot) >2m2 ontsierend |
Beperkt |
Dwangsom |
€500 p.d. per m² bord per overtreding max. 10 x |
1 week |
|
Uitstalling bij winkel (gering) |
Vrijwel nihil |
Dwangsom |
€50 p.d. per m² per overtreding max. 10 x |
1 week |
|
Uitstalling bij winkel (Flink-veel) |
Beperkt |
Dwangsom |
€100 p.d. per m² per overtreding max. 10 x |
1 week |
|
Gebruik gemeentegrond |
Vrijwel nihil |
Dwangsom |
€50 p.w. per m² per overtreding max. 10 x |
1 maand |
|
Maatwerkvoorschrift, niet directe milieugevolgen |
Beperkt |
Dwangsom |
€1750 p.w. max. 10 x |
situationeel |
|
MONUMENTEN |
Monumentaal gebouw aantasten (grotendeels herstelbaar) |
Beperkt |
Dwangsom |
€1000 p.w. max. 10 x |
6 maanden |
Monumentaal gebouw behoorlijk aantasten (deels herstelbaar) |
Van belang |
Dwangsom |
€2500 p.w. max. 15 x |
6 maanden |
|
Monument ernstig aantasten (nagenoeg onherstelbaar) |
Ernstig |
Dwangsom |
€5000 p.w. max. 20 x |
6 maanden |
|
Archeologisch of groen monument verstoren |
Beperkt |
Dwangsom |
€1000 p.w. max. 10 x |
6 maanden |
|
Archeologisch of groen monument. behoorlijk verstoren (deels herstelbaar) |
Van belang |
Dwangsom |
€1500 p.w. max. 15 x |
6 maanden |
|
Archeologisch of groen monument ernstig verstoren (nagenoeg onherstelbaar) |
Ernstig |
Dwangsom |
€2500 p.w. max. 20 x |
6 maanden |
|
Beschermd stads- of dorpsgezicht aantasten (grotendeels herstelbaar) |
Beperkt |
Dwangsom |
€1000 p.w. max. 10 x |
6 maanden |
|
Beschermd stads- of dorpsgezicht behoorlijk aantasten (grotendeels herstelbaar) |
Van belang |
Dwangsom |
€1500 p.w. max. 15 x |
6 maanden |
|
Beschermd stads- of dorpsgezicht aantasten (nagenoeg onherstelbaar) |
Ernstig |
Dwangsom |
€2500 p.w. max. 20 x |
6 maanden |
|
ILLEGAAL GEBRUIK |
Illegale bewoning (bij)gebouwen |
Beperkt |
Dwangsom |
€1500 p.w. max. 10 x |
Min. 6 weken |
Overig Illegaal gebruik |
Beperkt |
Dwangsom |
€1500 p.w. max. 10 x |
Min. 6 weken |
|
Permanente bewoning recreatiewoningen |
Beperkt |
Dwangsom |
€1500 p.w. max. 10 x |
Min. 6 weken |
Bijlage 7 | Beleid constructieve toets aanvraag en toezicht
Artikel 1.Uitgangspunten niveau technische toets constructies
- 1.
Het toetsniveau bij het beoordelen van de constructiegegevens wordt bepaald per bouwwerktype, zoals weergegeven in tabel 1 in deze bijlage.
- 2.
Er gelden verschillende toetsniveaus voor de stabiliteit van de constructie en voor de overige onderdelen, overeenkomstig tabel 2 van deze bijlage.
- 3.
De inhoud van elk toetsniveau is weergegeven in tabel 3 van deze bijlage.
Artikel 2.Uitgangspunten controleniveau toezicht
- 1.
De controles in het toezicht wordt bepaald per bouwwerktype, zoals weergegeven in tabel 4 van deze bijlage.
- 2.
De inhoud van elk controle is weergegeven in tabel 5 van deze bijlage.
Artikel 3.Verlagen en/of verhogen van het toets- en controleniveau
- 1.
In geval van grote drukte is het mogelijk om het toetsniveau voor stabiliteit en toezicht van een bepaald bouwwerktype met één niveau te verlagen.
- 2.
Als bij het gehanteerde toetsniveau onvoldoende aannemelijk is gemaakt dat de constructie voldoet, kan het toetsniveau verhoogd worden.
- 3.
Het gehanteerde en bereikte toets- en controleniveau wordt administratief vastgelegd.
3.1 algemene tabel bouwwerktype
TABEL 1: BOUWWERKTYPE |
|||||
Nr. |
Bouwwerktype (soms geen eenduidige benaming mogelijk) |
Voorbeelden |
Specificatie |
||
1 |
Verbouwingen eenvoudig |
Alleen bij woningen |
Dakkapellen, dakramen, erfscheidingen, pergola's, vlaggenmasten en catalogus tuinhuisjes. |
Geringe aanpassingen aan bestaande gevels |
|
2 |
Bijbehorende bouwwerken eenvoudig |
Alleen bij woningen |
Serres, simpele uitbreidingen, overkappingen, muurdoorbraken, garages en bergingen. |
Geringe invloed op bestaande constructie en omgeving |
|
3 |
Bijbehorende bouwwerken complexer |
Alleen bij woningen |
Ingewikkelde uitbreidingen, dakopbouwen, grote bergingen, woonwagens en stallen. |
Grote invloed op bestaande constructie en omgeving |
|
4 |
Woningen |
Exclusief verbouwingen |
Vrijstaande woningen, seriematige woningen, woningen met een beroep aan huis en boerderijen. |
Laagbouw, veelal particuliere eigenaren of huurders |
|
5 |
Woongebouwen |
Inclusief verbouwingen |
Appartementsgebouwen, verzorgingshuizen en hotels. |
Verzamelgebouwen voor (tijdelijk) verblijf |
|
6 |
Publiektoegankelijke bouwwerken |
Inclusief verbouwingen |
Winkels, restaurants, sporthallen, scholen, bibliotheken, musea, theaters en bioscopen. |
Gebouwen voor het ontvangen van klanten en publiek |
|
7 |
Bedrijfsmatige bouwwerken |
Inclusief verbouwingen |
Kantoren, fabrieken en werkplaatsen. |
Hoofdzakelijk eigen personeel aanwezig |
|
8 |
Bouwwerken geen gebouw zijnde |
Inclusief verbouwingen |
Bruggen, viaducten, zendmasten, trafohuisjes, geluidsschermen en hoge constructies voor borden. Tijdelijke grond kerende constructies, torenkranen en zwaarbelaste steigerwerken |
Kunstwerken en hulpconstructies Hulpconstructies |
|
9a |
Evenementen klein |
- |
Categorie B: o.a. Woodstock, Koningsdag, Smartlappenfestival, tentfeesten |
Tenten, tribunes en podia |
|
9b |
Evenementen groot |
- |
Categorie C: Appelpop, Fruitcorso |
Tenten, stellages, tribunes en podia |
3.2 Tabellen toetsing constructieve toets
TABEL 3: TOELICHTING TOETSNIVEAUS AANVRAGEN MET BIJBEHORENDE WERKZAAMHEDEN |
|
Toetsniveau |
Toelichting werkzaamheden toetsniveau |
0 |
Geen constructieve toetsing |
1 |
Betrouwbaarheid en volledigheid
|
2 |
Niveau 1 + globaal op hoofdlijnen toetsen
|
3 |
Niveau 2 + belangrijke representatieve onderdelen inhoudelijk toetsen
|
4 |
Niveau 2 + alle representatieve onderdelen inhoudelijk toetsen.
|
TABEL 2: TOETSNIVEAUS CONSTRUCTIES AANVRAGEN |
|||
Nr. |
Type project |
Stabiliteit |
Overige onderdelen |
1 |
Verbouwingen eenvoudig |
0 |
0 |
2 |
Bijbehorende bouwwerken eenvoudig |
2 |
1 |
3 |
Bijbehorende bouwwerken complexer |
3 |
2 |
4 |
Woningen |
3 |
2 |
5 |
Woongebouwen |
3 |
3 |
6 |
Publiektoegankelijke bouwwerken |
3 |
3 |
7 |
Bedrijfsmatige bouwwerken |
3 |
2 |
8 |
Bouwwerken geen gebouw zijnde |
3 |
3 |
9a |
Evenementen klein |
2 |
1 |
9b |
Evenementen groot |
3 |
1 |
|
|
|
|
Definitie toetsniveaus: Stabiliteit: algehele stabiliteit en stabiliteit van gevels, stabiliteitsverbindingen en excentrische aansluitingen. Overige onderdelen: fundering, vloeren, liggers, kolommen, bouwmuren, e.d. (meer de elementen afzonderlijk zonder voortschrijdende instorting). |
3.3 Tabellen toetsniveau toezicht
TABEL 4: TOETSNIVEAUS TOEZICHT |
|||||||||||
Nr. |
Bouwwerktype (zie Tabel 1) |
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
7 |
8 |
9a |
9b |
1 |
Startbespreking (doornemen bouwvergunning, planning en terreininrichting) |
Nee |
Nee |
Nee |
Ja |
Ja |
Ja |
Ja |
Ja |
Nee |
Ja |
2 |
Bouwplaats inrichting/ hulpconstructies (torenkraan, damwanden, e.d.) |
0 |
0 |
2 |
2 |
2 |
3 |
2 |
2 |
0 |
0 |
3 |
Peilhoogte |
0 |
0 |
2 |
2 |
2 |
2 |
2 |
2 |
0 |
0 |
4 |
Uitzetten |
0 |
0 |
2 |
2 |
2 |
2 |
2 |
2 |
0 |
0 |
5 |
Funderingspalen |
0 |
0 |
2 |
2 |
3 |
3 |
3 |
2 |
0 |
0 |
6 |
Funderingsconstructie (grondslag, funderingsstroken, vloeren, balken en poeren) |
0 |
0 |
2 |
3 |
3 |
3 |
3 |
3 |
0 |
0 |
7 |
Kanaalplaten als verdiepingsvloer en dakvloer |
0 |
1 |
1 |
1 |
2 |
3 |
2 |
0 |
0 |
0 |
8 |
In het werk gestorte (dak)vloeren (gietbouw en breedplaatvloeren) |
0 |
1 |
1 |
2 |
3 |
3 |
2 |
3 |
0 |
0 |
9 |
Lichte dak- en vloerconstructies, geen hoofddraagconstructie (kapconstructies) |
0 |
1 |
2 |
2 |
2 |
3 |
2 |
0 |
0 |
0 |
10 |
Grote lichte constructies, wel hoofddraagconstructies (bedrijfshallen, e.d.) |
0 |
2 |
2 |
2 |
2 |
3 |
2 |
2 |
0 |
0 |
11 |
Vloer dragende wanden, kolommen, balken en lateien |
0 |
2 |
2 |
2 |
3 |
3 |
2 |
3 |
0 |
0 |
12 |
Niet-vloer dragende wanden, kolommen, balken en lateien |
0 |
1 |
1 |
1 |
1 |
1 |
1 |
1 |
0 |
0 |
13 |
Tentconstructie, podia, steigerwanden, verankering en ballast |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
1 |
2 |
14 |
Rioleringen, hemelwaterafvoeren en noodafvoeren |
0 |
1 |
1 |
1 |
1 |
2 |
2 |
1 |
0 |
0 |
15 |
Visuele aanblik (maatvoering, materiaalgebruik, kleuren en welstand) |
2 |
2 |
2 |
2 |
2 |
2 |
2 |
2 |
2 |
2 |
16 |
Trappen, bordessen, balkons en galerijen, inclusief maatvoering |
0 |
1 |
1 |
1 |
2 |
3 |
2 |
0 |
0 |
0 |
17 |
Vloerafscheidingen en doorvalbeveiligingen |
0 |
1 |
1 |
1 |
2 |
3 |
2 |
0 |
1 |
2 |
18 |
Brandcompartimenten (scheidingswanden, brandkleppen, e.d.) |
1 |
2 |
3 |
1 |
3 |
3 |
3 |
0 |
0 |
0 |
19 |
Vluchtwegen (noodverlichting, bordjes, e.d.) |
0 |
1 |
2 |
2 |
2 |
3 |
2 |
0 |
1 |
2 |
20 |
Installaties m.b.t. brandveiligheid (sprinkler, overdruk, ontruiming, brandmelding, e.d.) |
1 |
2 |
2 |
2 |
3 |
3 |
2 |
0 |
1 |
2 |
21 |
Ventilatie |
1 |
2 |
2 |
3 |
3 |
3 |
3 |
0 |
0 |
0 |
22 |
Glas(isolatie) |
0 |
0 |
2 |
2 |
2 |
2 |
2 |
0 |
0 |
0 |
23 |
Isolatie van (dak)vloeren en wanden |
0 |
1 |
2 |
2 |
2 |
2 |
2 |
0 |
0 |
0 |
24 |
Geluid |
0 |
0 |
2 |
2 |
2 |
3 |
1 |
0 |
0 |
0 |
25 |
Overige installaties (elektra, water, verwarming en beveiliging) |
0 |
0 |
0 |
2 |
2 |
2 |
2 |
0 |
0 |
0 |
TABEL 5: TOELICHTING TOETSNIVEAUS TOEZICHT MET BIJBEHORENDE WERKZAAMHEDEN |
|||||
Toetsniveau |
Visueel op hoofdlijnen? |
Visueel op detail? |
Tekeningen op hoofdlijnen? |
Tekeningen op details? |
|
0 |
Geen toetsing |
Nee |
Nee |
Nee |
Nee |
1 |
Betrouwbaarheidstoets; marginaal |
Alleen een vluchtige beoordeling op het oog op basis van kennis en ervaring en zonder specifieke projectinformatie |
Nee |
Nee |
Nee |
2 |
Globale toets; beperkte toets |
Op hoofdlijnen controleren of de onderdelen plausibel zijn met algemene projectinformatie en zonder inhoudelijke toetsing |
Alleen bij twijfel (in dat geval dus opschalen) |
Ja |
Alleen bij twijfel |
3 |
Representatieve toets |
Als bij toetsniveau 2 |
Alleen de belangrijkste kritische en representatieve details inhoudelijk toetsen. Bij twijfel opschalen |
Ja |
Ja |
4 |
Integrale toets |
Als bij toetsniveau 2 |
Alle kritische en representatieve details inhoudelijk toetsen |
Ja |
Ja |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl