Tarieventabel 2025 behorende bij de Legesverordening gemeente Zutphen 2025

Geldend van 01-01-2025 t/m heden

Intitulé

Tarieventabel 2025 behorende bij de Legesverordening gemeente Zutphen 2025

HOOFDSTUK 1 Algemene dienstverlening

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking, registratie of omzetting partnerschap

  • 1.

    Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap in het stadhuis van Zutphen op:

    • a.

      maandag tot en met vrijdag tussen 09.00 uur en 17.00 uur € 410,35;

    • b.

      maandag tot en met vrijdag tussen 17.00 uur en 20.00 uur € 894,50;

    • c.

      zaterdag tussen 10.00 uur en 15.00 uur € 894,50;

    • d.

      zon- en algemeen erkende feestdagen tussen 10.00 uur en 15.00 uur € 1.104,70;

    • e.

      een ander tijdstip dan hiervoor genoemd € 1.470,90.

  • 2.

    Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap op een eenmalig aangewezen locatie als huis der gemeente op:

    • a.

      maandag tot en met vrijdag tussen 09.00 uur en 17.00 uur € 342,40;

    • b.

      maandag tot en met vrijdag tussen 17.00 uur en 20.00 uur € 425,65;

    • c.

      zaterdag tussen 10.00 uur en 15.00 uur € 425,65;

    • d.

      zon- en algemeen erkende feestdagen tussen 10.00 uur en 15.00 uur € 492,25;

    • e.

      een ander tijdstip dan hiervoor in het tweede lid genoemd € 773,80.

  • 3.

    Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap overeenkomstig ondervermelde voorwaarden voor een budgethuwelijk € 112,35.

    • maximaal 8 aanwezige personen, inclusief bruidspaar;

    • naast deze 8 personen mogen ook alle biologische en geadopteerde kinderen van het bruidspaar aanwezig zijn;

    • op afspraak.

Artikel 1.2 Omzetting partnerschap zonder ceremonie

Het tarief bedraagt voor de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk zonder ceremonie € 53,35.

Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking, registratie of omzetting partnerschap in een bijzonder huis

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek € 390,05.

Artikel 1.4 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis

Gereserveerd

Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het eenmalig benoemen van een al beëdigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, niet zijnde buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand benoemd door de gemeente Zutphen € 161,65.

Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente

Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige € 34,10.

Artikel 1.7 Annuleren

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

  • a.

    wanneer het voltrekken van een huwelijk c.q. het laten registreren van een partnerschap geen doorgang vindt € 166,65;

  • b.

    wanneer het kosteloze voltrekken van een huwelijk c.q. het laten registreren van een partnerschap geen doorgang vindt voor een kosteloze voltrekking c.q. het laten registreren van een partnerschap € 83,33;

  • c.

    als de huwelijksvoltrekking, de registratie van een partnerschap, dan wel de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, ongeacht de oorzaak daarvan, wordt verzet, of als er een wijziging van getuige(n) plaatsvindt € 25,35.

Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje

  • 1.

    Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een:

    • a.

      trouw- of partnerschapsboekje € 30,15;

    • b.

      luxe trouw- of partnerschapsboekje € 32,35.

  • 2.

    Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verstrekken van inlichtingen betreffende met naam aangeduide personen uit de registers van de burgerlijke stand per inlichting € 5,25.

  • 3.

    Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier € 8,70.

  • 4.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand of zoals dit besluit laatstelijk is vervangen of gewijzigd.

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten

De tarieven bedragen voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van de in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden genoemde documenten, de daarvoor in dat artikel vermelde maximumtarieven, naar beneden afgerond op een veelvoud van € 0,05.

Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart

De tarieven bedragen voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van de in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden genoemde documenten, de daarvoor in dat artikel vermelde maximumtarieven, naar beneden afgerond op een veelvoud van € 0,05.

Artikel 1.11 Modaliteiten

Voor de versnelde uitreiking worden de tarieven genoemd in de artikelen 1.9 en 1.10 vermeerderd met het daarvoor in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden vermelde maximumtarief, naar beneden afgerond op een veelvoud van € 0,05.

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Artikel 1.12 Rijbewijzen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: het in de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer genoemde bedrag, vermeerderd met het in artikel 104b van het Reglement rijbewijzen genoemde bedrag, waarbij de som van deze bedragen naar beneden wordt afgerond op een veelvoud van € 0,05.

Artikel 1.13 Modaliteiten

  • 1.

    Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt:

    • a.

      bij een spoedaanvraag vermeerderd met het bedrag genoemd in de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer die geldt voor het jaar van de aanvraag en verminderd met het bedrag genoemd in bijlage VI onder afdracht van gemeenten van die Regeling;

    • b.

      gereserveerd(aanvraag buiten reguliere openingstijden)

    • c.

      gereserveerd(afgifte buiten reguliere openingstijden)

    • d.

      bij een aanvraag in verband met vermissing van een eerder afgegeven rijbewijs vermeerderd met € 38,60.

  • 2.

    gereserveerd(openingstijden)

  • 3.

    De verhogingen genoemd in het eerste lid zijn in voorkomend geval cumulatief verschuldigd.

  • 4.

    Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een formulier voor een gezondheidsverklaring € 3,55.

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Artikel 1.14 Definities

Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een uittreksel uit de basisregistratie personen:

  • a.

    per verstrekking via internet, per persoon € 14,75;

  • b.

    per verstrekking aan de balie, per persoon € 14,75;

  • c.

    per verstrekking per post, per persoon € 17,50.

Artikel 1.16 Verstrekking van aangehaakte gegevens

Gereserveerd

Artikel 1.17 Schriftelijke verstrekking

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verstrekking van gegevens als bedoeld in artikel 17 van het Besluit basisregistratie personen, het bedrag zoals dat is opgenomen in artikel 10 van de Regeling basisregistratie personen.

Artikel 1.18 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

  • 1.

    Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen of het persoonsregister, voor ieder daaraan besteed kwartier € 8,10.

  • 2.

    Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager zijn meegedeeld, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

Artikel 1.19 Afschriften van bestuursstukken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

  • a.

    een exemplaar van de programmabegroting € 73,75;

  • b.

    een exemplaar van de bijlage van de programmabegroting € 31,35;

  • c.

    een exemplaar van jaarrekening € 73,75;

  • d.

    een exemplaar van de productenraming € 20,55;

  • e.

    een exemplaar van het jaarverslag € 20,65;

  • f.

    losse notulen van een najaarsvergadering, inclusief portokosten € 10,35.

Artikel 1.20 Abonnement op bestuursstukken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar op het verstrekken van:

  • a.

    de complete raadsbundel (agenda's raad, forum en alle bijbehorende stukken), inclusief besluitenlijst voorgaande raadsvergadering, elke twee weken € 194,50;

  • b.

    de agenda's van raad en forum, de verslagen van de voorgaande forumvergadering en de besluitenlijst van de voorgaande forumvergadering en raadsvergadering, elke twee weken € 140,30;

  • c.

    de agenda's van raad en forum inclusief besluitenlijst van de voorgaande raadsvergadering, elke twee weken € 97,50.

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

Artikel 1.21 Plan- of kaartinformatie

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

  • a.

    voor het verlenen van inzage in de perceelskaarten, per perceelskaart € 6,75;

  • b.

    tot het verstrekken van een fotokopie € 0,40;

  • c.

    tot het verstrekken van een lichtdruk € 3,95.

Artikel 1.22 Informatie uit registers

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

  • a.

    het doen van naspeuringen in het gemeentelijk kadaster voor ieder daaraan besteed kwartier € 14,30;

  • b.

    het verstrekken van informatie aan derden voor een taxatie van een onroerende zaak c.a. € 96,25;

  • c.

    het verstrekken van bodeminformatie of informatie uit historisch onderzoek € 96,25;

  • d.

    het verstrekken van inlichtingen over de kadastrale, dan wel de plaatselijke aanduiding, per inlichting € 12,70.

Artikel 1.23 Informatie uit adressenbestanden

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

  • a.

    het verstrekken van een uittreksel uit het register Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen (Wkpb) € 13,15;

  • b.

    het verstrekken van een uittreksel uit de registratie Wkpb € 13,15;

  • c.

    een verklaring dat uit het register blijkt dat op het betreffende aangevraagde perceel geen publiekrechtelijke beperkingen van toepassing zijn € 13,15;

  • d.

    het verstrekken van informatie over niet-gemeentelijke beperkingen waarbij raadpleging van het kadaster noodzakelijk is, gelden de tarieven volgens de Tarievenregeling Kadaster.

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Artikel 1.24 Gemeentegarantie

Gereserveerd

Artikel 1.25 Overige publiekszaken

  • 1.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het:

    • a.

      verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag: de in de Regeling vergoeding verklaring omtrent het gedrag en gedragsverklaring aanbesteden genoemde bedragen;

    • b.

      verkrijgen van een verklaring van in leven zijn € 14,75;

    • c.

      verkrijgen van een verklaring van Nederlanderschap € 14,75;

    • d.

      legaliseren van een handtekening € 5,55;

    • e.

      waarmerken van een fotokopie € 5,55;

    • f.

      instemmen met het wijzigen of omzetten van een door de gemeente gegarandeerde hypothecaire geldlening € 249,60;

  • 2.

    Als het aanvragen van een dienst uit hoofdstuk 1 van deze tarieventabel op verzoek gepaard gaat met een huisbezoek is boven de eerder vermelde tarieven een extra bedrag verschuldigd van € 78,85.

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief

  • 1.

    Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier € 20,75.

  • 2.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een kopie uit akten (historische) burgerlijke stand of DTB-register, exclusief de kosten van de kopie, alleen met opgave van concrete datum € 8,05.

Artikel 1.27 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

  • 1.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie of afschrift van of uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk:

    • a.

      op A4-formaat, per stuk € 0,40;

    • b.

      op A3-formaat, per stuk € 1,00;

    • c.

      een bouwtekening in zwart-wit op één blad € 11,25;

    • d.

      voor digitale foto's, gemaakt door medewerker, per stuk € 5,35;

    • e.

      voor de verstrekking van foto's op cd-rom (inclusief cd-rom) € 6,85;

  • 2.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie bouwtekening in kleur of een professionele digitale foto of het inbewaring geven van particuliere archieven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Het schenken van particuliere archieven is kosteloos.

  • 3.

    Als een begroting als bedoeld in het tweede lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager is meegedeeld, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

  • 4.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een eenmalig repro- en publicatierecht per object ten behoeve van publicatie:

    • a.

      in een oplage van meer dan 50 exemplaren of op internet € 33,40;

    • b.

      ten behoeve van tentoonstellingen, per afdruk of projectie:

      • i.

        bij tentoonstellingen korter dan één maand € 6,65;

      • ii.

        bij tentoonstellingen langer dan één maand € 33,25.

Artikel 1.28 Uitlenen archiefbescheiden

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

  • a.

    voor uitlening bibliotheek:

    • 1.

      van één boek € 1,30;

    • 2.

      voor een 5-strippenkaart € 3,65;

    • 3.

      voor een 10-strippenkaart € 6,10;

    • 4.

      bij overschrijding van de uitleentermijn per boek, per week € 1,30;

  • b.

    voor een rondleiding door gebouw en depot voor maximaal 20 personen: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

  • c.

    administratiekosten op basis van brievenbuspost, inclusief porto € 8,05;

  • d.

    verzendkosten pakketpost: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

  • e.

    verpakkingskosten: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

  • f.

    Als een begroting als bedoeld in de onderdelen b, d of e is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager is meegedeeld, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

Artikel 1.29 Huisvestingswet 2014

Gereserveerd

Artikel 1.30 Leegstandswet

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

  • a.

    een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet € 99,40;

  • b.

    verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15 negende lid, van de Leegstandwet € 49,70.

Artikel 1.31 Wet op de kansspelen

  • 1.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

    • a.

      voor een periode van twaalf maanden voor één of de eerste kansspelautomaat € 56,50;

    • b.

      voor een periode van twaalf maanden voor iedere volgende kansspelautomaat € 34,00;

    • c.

      voor één of de eerste kansspelautomaat welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd € 226,50;

    • d.

      voor iedere volgende kansspelautomaat welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd € 136,00.

  • 2.

    Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden.

  • 3.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) € 41,65.

  • 4.

    gereserveerd(exploitatievergunning speelgelegenheid)

Artikel 1.32 Telecommunicatiewet

  • 1.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een instemmingsbesluit, als bedoeld in de Verordening fysieke leefomgeving gemeente Zutphen, omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden: € 566,65;

  • 2.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in de Verordening fysieke leefomgeving gemeente Zutphen, omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden van minder ingrijpende aard (tracés tot en met 25 m1) en spoedeisende werkzaamheden € 113,45.

Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

  • a.

    een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 € 47,60;

  • b.

    een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 in combinatie met een parkeerontheffing voor betaalde en vergunninghoudersparkeerplaatsen:

    • 1.

      voor een periode van maximaal 1 dag € 16,10;

    • 2.

      voor een periode van maximaal 1 week € 39,80;

    • 3.

      voor een periode van maximaal 1 maand € 70,40;

    • 4.

      voor een periode van maximaal 3 maanden € 164,05;

    • 5.

      voor een periode van maximaal 6 maanden € 323,70;

    • 6.

      voor een periode van maximaal 9 maanden € 472,55;

    • 7.

      voor een periode van maximaal 1 jaar € 630,10;

  • c.

    een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling Voertuigen € 40,85;

  • d.

    een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer € 161,45;

  • e.

    een duplicaat parkeervergunning c.q. duplicaat ontheffing voor een parkeerlocatie € 13,40;

Paragraaf 1.10 Diversen

Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

  • 1.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

    • a.

      gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per bladzijde € 0,40;

    • b.

      fotokopieën of digitale scans van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

      • i.

        in formaat A4 of kleiner, per bladzijde € 0,40;

      • ii.

        in formaat A3, per bladzijde € 1,00;

    • c.

      kaarten, tekeningen en lichtdrukken, groter dan A3-formaat, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk € 13,50, vermeerderd met € 4,40 voor elke 1.000 cm2, waarmee de oppervlakte van de kaart, tekening of lichtdruk de 1.000 cm2 te boven gaat;

    • d.

      beschikking, stukken of uittreksels, die op aanvraag worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per bladzijde € 5,75;

    • e.

      een computerlijst van een leeftijdsopbouwstatistiek van de gehele gemeente € 41,10;

    • f.

      een computerlijst van een leeftijdsopbouwstatistiek van een bepaalde wijk of stemdistrict € 12,50;

    • g.

      een andere computerlijst, per regel € 0,50.

  • 2.

    Het op grond van het eerste lid, onderdeel g, verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager is meegedeeld, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Artikel 1.35 Diverse vergunningen of beschikkingen

  • 1.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

    • a.

      een niet in dit hoofdstuk genoemde verklaring € 6,95;

    • b.

      een duplicaat grafbewijs € 14,35;

    • c.

      een vergunning ingevolge de afdelingen 10.2, 10.3, 10.4 en 10.5 van de Verordening fysieke leefomgeving gemeente Zutphen € 72,85;

    • d.

      toestemming voor het gebruik van de openbare ruimte ten behoeve van het plaatsen van onder andere bouwprojecten zoals steigers, puinbakken, containers, keetcontainers, verhuisliften, pompinstallaties, eco-toiletten, stenen, cement, zand en tegels € 51,60;

    • e.

      toestemming voor overig gebruik openbare ruimte € 32,65;

    • f.

      een vergunning voor het in exploitatie nemen van een kindercentrum of gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid van de Wet kinderopvang € 1.410,10;

  • 2.

    Als de in het eerste lid, onder f, bedoeld aanvraag wordt ingetrokken binnen twee weken na het in behandeling nemen ervan, bestaat recht op teruggaaf van 79,30% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

  • 3.

    Als de in het eerste lid, onder f, bedoeld aanvraag wordt ingetrokken binnen tien weken na het in behandeling nemen ervan, bestaat recht op teruggaaf van 52,85% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

  • 4.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag op grond van de Wet open overheid:

    • a.

      bij verstrekking van afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken op papier voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, voor zover de verstrekking meer dan 10 pagina’s bedraagt, per bladzijde op A4 formaat:

      • i.

        zwart-wit, enkelzijdig € 0,05;

      • ii.

        zwart-wit, dubbelzijdig € 0,10;

      • iii.

        kleur, enkelzijdig € 0,20;

      • iv.

        kleur, dubbelzijdig € 0,40.

    • b.

      bij verstrekking van afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken op papier voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per bladzijde op A3-formaat:

      • i.

        zwart-wit, enkelzijdig € 0,10;

      • ii.

        zwart-wit, dubbelzijdig € 0,20;

      • iii.

        kleur, enkelzijdig € 0,40;

      • iv.

        kleur, dubbelzijdig € 0,80.

    • c.

      bij verstrekking op ander materiaal: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. De aanvraag wordt in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager is meegedeeld, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

HOOFDSTUK 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Definities

  • 1.

    Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

  • 2.

    In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

  • 3.

    In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

    • Binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

      een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

    • Binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

      een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

    • Omgevingsoverleg:

      door middel van een omgevingsoverleg kan een initiatief voorafgaand aan het indienen van een aanvraag om een omgevingsvergunning aan de gemeente worden voorgelegd om van de gemeente te vernemen of en zo ja, op welke wijze het initiatief kan worden gerealiseerd. Het omgevingsoverleg heeft geen juridische status en is geen onderdeel van de wettelijke procedure. De wettelijke procedure start pas als een initiatiefnemer een aanvraag of melding indient. Er bestaan meerdere soorten omgevingsoverleg: vooroverleg, principeverzoek, een beoordeling aan de intaketafel en een beoordeling aan de omgevingstafel;

    • Informatieverzoek:

      een mondelinge/telefonische vraag of korte schriftelijke vraag om een indicatie of een initiatief past binnen de geldende regels van een bestemmingsplan en/of er een vergunning nodig is. Dit is alleen een indicatie, er vindt geen planbeoordeling plaats, met een tijdsindicatie van ongeveer 30 minuten;

    • Vooroverleg:

      een beoordeling door de gemeente Zutphen of een voorgenomen (bouw)plan vergunbaar is, voorafgaand aan het indienen van een aanvraag voor dat (bouw)plan. Een aanvraag om een vooroverleg is in behandeling genomen op het moment dat het verzoek om aanvraag om een vooroverleg is geregistreerd. Het vooroverleg eindigt bij het verstrekken van het bericht “afronding vooroverleg”. Als dit voor de beoordeling van belang is, zal deze plaatsvinden in aanwezigheid van de initiatiefnemer;

    • Principeverzoek:

      voordat een definitieve aanvraag wordt ingediend en een procedure wordt doorlopen kan een initiatiefnemer aan de hand van een schriftelijk verzoek het college vragen om een voorlopig oordeel over de kans op de verlening van de medewerking aan een voorgenomen (bouw)plan of aan een wijziging dan wel herziening van het omgevingsplan. Een aanvraag om een principeverzoek is in behandeling genomen op het moment dat het initiatief waarover het bestuurlijke standpunt wordt gevraagd is ontvangen en is geregistreerd. Het principeverzoek eindigt bij de schriftelijke mededeling van het collegebesluit op het verzoek van initiatiefnemer;

    • Intaketafel:

      de intaketafel is een beoordeling door de gemeente Zutphen van een initiatief dat niet past binnen de regels van het (tijdelijke) omgevingsplan. De intaketafel leidt tot een standpunt over de wenselijkheid van het initiatief, de eventuele medewerking en het vervolgproces. Een aanvraag om een beoordeling aan de intaketafel is in behandeling genomen op het moment dat het verzoek om een beoordeling aan de intaketafel is geregistreerd. De beoordeling aan de intaketafel eindigt bij het verstrekken van het bericht “afronding intaketafel”. Als dit voor de beoordeling van belang is, zal deze plaatsvinden in aanwezigheid van de initiatiefnemer;

    • Omgevingstafel:

      de omgevingstafel is een overlegvorm voor initiatieven waarvan bij het intaketafelgesprek is geoordeeld dat deze onder voorwaarden mogelijk te realiseren zijn. Aan de omgevingstafel wordt een initiatief besproken en beoordeeld door gemeentelijke en in voorkomende gevallen externe adviseurs en specialisten (ketenpartners) met als doel het initiatief zodanig vorm te geven dat aan de voorwaarden om deze te kunnen realiseren is voldaan en te komen tot een realiseerbaar plan. Een aanvraag om een beoordeling aan de omgevingstafel is in behandeling genomen op het moment dat het verzoek om een beoordeling aan de omgevingstafel is geregistreerd. De beoordeling aan de omgevingstafel eindigt bij het verstrekken van de brief “afronding omgevingstafel”. Als dit voor de beoordeling van belang is, zal deze plaatsvinden in aanwezigheid van de initiatiefnemer.

  • 4.

    In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

    • onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

    • onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

    • onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

  • 5.

    De controle van de opgegeven aanleg-, bouw- en sloopkosten vindt plaats op basis van de jaarlijkse uitgave van Casadata “Basisbedragen Bouwleges Nederland”.

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

  • a.

    omgevingsoverleg;

  • b.

    een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

  • c.

    een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

  • d.

    toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

  • e.

    een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

  • f.

    intrekking van een omgevingsvergunning;

  • g.

    wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

  • h.

    een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

Artikel 2.3 Bepalen tarief

  • 1.

    De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

  • 2.

    Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

  • 3.

    Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

  • 4.

    Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

  • 5.

    Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

  • 6.

    In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

Paragraaf 2.2 Voorfase

Artikel 2.4 Omgevingsoverleg

  • 1.

    Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

    • a.

      voor een informatieverzoek € 0,00;

    • b.

      voor een vooroverleg € 421,50;

    • c.

      voor een principeverzoek € 1.079,40;

    • d.

      voor een beoordeling aan de intaketafel € 210,75;

    • e.

      voor een beoordeling aan de omgevingstafel:

      • i.

        voor een eerste beoordeling € 842,95;

      • ii.

        voor elke volgende beoordeling € 421,50.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een schriftelijke verklaring dat voor een voorgenomen initiatief geen omgevingsvergunning is vereist, of om een schriftelijke verklaring dat een voorgenomen initiatief past binnen de geldende regels van het (tijdelijke) omgevingsplan bedraagt het tarief € 113,10.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk, als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, wordt, als in het kader van een omgevingsoverleg een andere in dit hoofdstuk opgenomen dienst moet worden uitgevoerd, het tarief voor het omgevingsoverleg vermeerderd met de leges zoals vermeld in deze tarieventabel voor die betreffende dienst of diensten.

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

  • 1.

    Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

    • a.

      als de bouwkosten minder dan € 1.000.000,- bedragen 1,750% van de bouwkosten, met een minimum van € 263,45;

    • b.

      als de bouwkosten € 1.000.000,- tot € 10.000.000,- bedragen € 17.500,00 vermeerderd met 1,500% van het deel van de bouwkosten boven de € 1.000.000;

    • c.

      als de bouwkosten € 10.000.000,- of meer bedragen € 152.500,00, vermeerderd met 1,250% van de bouwkosten vanaf € 10.000.000,-.

  • 2.

    Als de aanvraag betrekking heeft op het plaatsen van zonnecollectoren en/of zonnepanelen op, aan of bij een pand gelegen binnen het beschermd stadsgezicht en/of een beschermd monument en het plan voldoet aan de voorwaarden van artikel 2.29, onder d van het Besluit Bouwwerken Leefomgeving worden de bouwkosten die betrekking hebben op de zonnecollectoren en/of zonnepanelen niet betrokken in de bepaling van de bouwkosten als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk en/of terreinen/percelen (ruimtelijke deel)

  • 1.

    Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het bouwwerk/terreinen/percelen, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

    • a.

      voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit waarbij sprake is van een bouwactiviteit € 589,40.

    • b.

      voor een omgevingsplanactiviteit die uitsluitend bestaat uit het in stand houden of gebruiken van een bouwwerk en waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit, bedraagt het tarief in afwijking van het eerste lid € 685,00.

  • 2.

    De tarieven genoemd onder het eerste lid worden in voorkomende gevallen verhoogd met:

    • a.

      als de bouwactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld € 480,35;

    • b.

      als sprake is van toepassing van de wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht, zoals bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet € 4.683,20.

  • 3.

    Onverminderd de voorgaande onderdelen van dit artikel wordt, als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, het tarief verhoogd met:

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten € 109,65.

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

  • 1.

    Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, voor een binnenplanse dan wel een buitenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van hoofdstuk 5 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Zutphen in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit al dan niet met toepassing van de wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

    • a.

      voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument € 522,20;

    • b.

      voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht € 359,80.

  • 2.

    Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met € 480,35.

  • 3.

    Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Verordening Fysieke Leefomgeving Zutphen is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is, als:

    • a.

      het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; of

    • b.

      het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

  • a.

    voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument € 522,00;

  • b.

    voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht € 360,00.

Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

  • 1.

    Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, voor een binnenplanse dan wel buitenplanse omgevingsplanactiviteit in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit of een buitenplanse omgevingsplanactiviteit € 109,65.

  • 2.

    Als de aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een op grond van de Verordening Fysieke Leefomgeving Zutphen aangewezen karakteristiek of beeldondersteunend (bouw)werk of aangewezen gebied met cultuurhistorische waarden, waarvoor een omgevingsvergunning of ontheffing vereist is, wordt het tarief zoals vermeld in het eerste lid vermeerderd met € 480,35.

  • 3.

    Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten € 1.200,80.

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten € 2.587,30.

Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

  • a.

    voor één milieubelastende activiteit € 3.080,70;

  • b.

    voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid € 4.561,05;

  • c.

    voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid € 6.041,35.

Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

  • a.

    voor één milieubelastende activiteit € 4.561,05;

  • b.

    voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid 6.781,50;

  • c.

    voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid € 9.002,00.

Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

  • a.

    voor één milieubelastende activiteit € 4.561,05;

  • b.

    voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid € 6.781,50;

  • c.

    voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid € 9.002,00.

Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

  • a.

    voor één milieubelastende activiteit € 3.080,70;

  • b.

    voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid € 4.561,05;

  • c.

    voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid € 6.041,35.

Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten € 3.080,70.

Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

  • a.

    voor één milieubelastende activiteit € 3.080,70;

  • b.

    voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid € 4.561,05;

  • c.

    voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid € 6.041,35.

Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten € 3.080,70.

Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten

  • 1.

    Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.

  • 2.

    Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten € 514,85.

Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten € 514,85.

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

Gereserveerd

Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

Gereserveerd

Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

Gereserveerd

Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 11:2 van de Verordening fysieke leefomgeving Zutphen in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten € 111,20.

Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 11:3 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Zutphen in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten € 109,65.

Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten € 150,10.

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie

Gereserveerd

Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in hoofdstuk 4 van de Verordening fysieke leefomgeving Zutphen in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

  • a.

    als het gaat om maximaal 3 bomen € 109,65;

  • b.

    als het gaat om meer dan 3 bomen € 399,80.

Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in hoofdstuk 10 Verordening Fysieke Leefomgeving Zutphen in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten € 109,65.

Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, als bedoeld in artikel 11:1 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Zutphen in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

  • a.

    als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken € 77,10;

  • b.

    als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen € 77,10.

Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in hoofdstuk 2 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Zutphen in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten € 64,25.

Artikel 2.34 Andere activiteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten € 360,25.

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift € 300,20.

Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op één of meer milieubelastende activiteiten, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift € 1.699,10.

Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift € 960,65.

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

  • a.

    een bouwactiviteit, bedraagt het tarief € 480,35;

  • b.

    een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief € 480,35;

  • c.

    een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief € 2.587,30;

  • d.

    een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief € 960,65.

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit € 263,45.

Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning

  • 1.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project € 154,20.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid is voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning, in andere gevallen dan als gevolg van een geringe wijziging in het project, hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning € 480,35.

Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is € 0,00.

Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens

Gereserveerd

Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan € 10.807,40.

Artikel 2.45a Omgevingsplanactiviteit: Geluidwaarde of trillingsterkte

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit betreffende het vaststellen van een hogere geluidwaarde of trillingsterkte als bedoeld in het Besluit kwaliteit leefomgeving€ 1.542,00.

Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan € 960,65.

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met 10%, met een maximum van € 1.028,00.

Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

  • a.

    als sprake is van een milieubelastende activiteit € 1.106,95;

  • b.

    als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit € 6.004,10;

  • c.

    als sprake is van een andere activiteit € 5.004,10.

Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als op aanvraag dan wel op grond van een wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

  • a.

    voor de beoordeling van een milieukundig historisch, verkennend of nader bodemonderzoekbodemrapport (eenvoudig) € 592,15;

  • b.

    voor de beoordeling van een milieukundig historisch, aanvullend of nader bodemonderzoeksrapport (complex): € 1.184,25;

  • c.

    voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport € 592,15;

  • d.

    voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport over de geluid- of luchtbelasting € 789,50;

  • e.

    voor de beoordeling van een akoestisch rapport over de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk € 592,15;

  • f.

    voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport € 592,15;

  • g.

    voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER) € 3.158,00;

  • h.

    voor de beoordeling van een ander rapport € 789,50.

Artikel 2.50 Advies

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

    • a.

      voor een advies van de gemeenteraad € 1.217,45;

    • b.

      voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening brede adviescommissie fysiek domein gemeente Zutphen 2021 dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet:

      als de bouwkosten minder dan € 500.000 bedragen 0,19% van de bouwkosten met een minimum van € 100,00, vermeerderd met:

      0,12% van de bouwkosten, over de bouwkosten van € 500.000 tot € 1.000.000;

      0,08% van de bouwkosten, over de bouwkosten van € 1.000.000 tot € 2.500.000;

      0,05% van de bouwkosten, over de bouwkosten van € 2.500.000 tot € 5.000.000;

      0,025% van de bouwkosten, over de bouwkosten vanaf € 5.000.000;

    • c.

      als het te toetsen initiatief nieuwbouw woningen, niet zijnde etage- of galerijwoningen en dergelijke, betreft van meer dan vijf gelijke woningen in één complex en hiervoor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening brede adviescommissie fysiek domein gemeente Zutphen 2021 moet worden uitgebracht dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet wordt het tarief zoals vermeld in onderdeel b in rekening gebracht, met dien verstande dat voor de bepaling van de hoogte van de bouwkosten in afwijking van artikel 2.1, vijfde lid, wordt uitgegaan van:

      • i.

        als het een complex betreft van 6 tot en met 10 gelijke woningen: de bouwkosten van 5 woningen;

      • ii.

        als het een complex betreft van 11 tot en met 20 gelijke woningen: de bouwkosten van 6 woningen;

      • iii.

        als het een complex betreft van meer dan 20 gelijke woningen: het tarief, berekend volgens sub ii, vermeerderd met de som van de bouwkosten van 2 woningen per 10 woningen;

    • d.

      als het te toetsen initiatief nieuwbouw etage- of galerijwoningen e.d. betreft, geldt het volgende: deze woningen worden als één bouwblok beschouwd. Het tarief wordt dan berekend over de totale bouwsom van het bouwblok;

    • e.

      voor een advies van de brede adviescommissie Ruimtelijke kwaliteit als bedoeld in de Verordening brede adviescommissie fysiek domein gemeente Zutphen 2021 in verband met reclameobjecten, per adviesaanvraag € 100,00;

    • f.

      voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening brede adviescommissie fysiek domein gemeente Zutphen 2021 dat betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet in combinatie met één extra discipline: het tarief zoals vermeld in onderdeel b, verhoogd met 80%;

    • g.

      voor een advies van de brede adviescommissie Ruimtelijke kwaliteit als bedoeld in de Verordening brede adviescommissie fysiek domein gemeente Zutphen 2021 dat betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet in combinatie met meerdere extra disciplines: het tarief zoals vermeld in onderdeel b, verhoogd met 120%;

    • h.

      voor een bouwhistorisch advies, uitgebracht door de erfgoedadviseur € 960,65;

    • i.

      voor een advies in andere gevallen dan hiervoor bedoeld: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

  • 2.

    Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel i, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager is meegedeeld, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken

Artikel 2.51 Instemming

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

  • 2.

    Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Paragraaf 2.13 Vermindering

Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg

  • 1.

    Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt 100% van de voor het omgevingsoverleg geheven leges, met uitzondering van de leges voor een principeverzoek op grond van artikel 2.4, zoals opgenomen in artikel 2.4, eerste lid, sub c, en de leges op grond van artikel 2.4, tweede en derde lid.

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

    • a.

      voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

    • b.

      in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

    • c.

      binnen 6 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

Artikel 2.53 Vermindering bij meervoudige aanvraag

Gereserveerd

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt 75% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges, met dien verstande dat ten minste € 113,10 verschuldigd blijft.

Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt 50% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

  • 1.

    Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

    • a.

      bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag 75% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

    • b.

      bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag 50% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

    • c.

      bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag 25% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid bedraagt de teruggaaf, als de aanvraag op verzoek van de gemeente wordt ingetrokken 100% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

  • 1.

    Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

    • a.

      bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag 75% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

    • b.

      bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag 50% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

    • c.

      bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag 25% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid bedraagt de teruggaaf, als de aanvraag op verzoek van de gemeente wordt ingetrokken 100% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 1 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt.

De teruggaaf bedraagt 20% van de voor de activiteit waarvoor de vergunning is ingetrokken verschuldigde leges.

Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

  • 1.

    Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.

    De teruggaaf bedraagt 25% van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

  • 2.

    Onder een weigering bedoeld in het eerste lid wordt mede verstaan een onherroepelijke vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

Artikel 2.61 Minimumbedrag te betalen legesbedrag

Een bedrag minder dan € 104,05 wordt niet teruggegeven.

Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder de dienstrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 2

Paragraaf 3.1 Horeca

Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

  • a.

    om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2.28 van de Algemene Plaatselijke Verordening Zutphen 2011 (hierna: APV) € 217,25, verhoogd met:

    • 1.

      als de vergunning ook een terras omvat € 54,35;

    • 2.

      als de vergunning ook omvat het geopend hebben van het horecabedrijf in afwijking van het sluitingsuur op grond van artikel 2:29 van de APV € 118,65;

  • b.

    tot het wijzigen van een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR622626artikel 2.28 van de APV € 45,85.

Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

  • a.

    om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet € 217,25;

  • b.

    om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet € 30,80;

  • c.

    om een gedoogbeschikking voor een coffeeshop € 434,55.

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijven

  • 1.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het exploiteren van een seksinrichting of escortbedrijf als bedoeld in artikel 3:4 van de APV € 1.050,05.

  • 2.

    Voor het op aanvraag laten uitvoeren van een inspectie door de GGD bedraagt het tarief € 510,70.

Artikel 3.4 Wijzigen vergunning seksbedrijf

Gereserveerd

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

  • a.

    om een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet€ 5,60;

  • b.

    om een ontheffing in het kader van artikel 3 van de Winkeltijdenverordening gemeente Zutphen 2017:

    • 1.

      voor één keer € 24,35;

    • 2.

      voor een jaar of langer € 121,35;

  • c.

    om toestemming om een in de vorige onderdelen bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander € 5,60;

  • d.

    tot het intrekken of wijzigen van een in de vorige onderdelen bedoelde ontheffing € 5,60.

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

Artikel 3.6 Organiseren evenement

  • 1.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25 van de APV, met een bezoekersaantal:

    • a.

      tot en met 1.000 bezoekers € 90,95;

    • b.

      vanaf 1.001 tot en met 5.000 bezoekers € 181,85;

    • c.

      vanaf 5.001 bezoekers € 485,00.

  • 2.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een evenementenvergunning met een bezoekersaantal:

    • a.

      tot en met 1.000 bezoekers € 45,55;

    • b.

      vanaf 1.001 tot en met 5.000 bezoekers € 91,10;

    • c.

      vanaf 5.001 bezoekers € 242,55.

  • 3.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing om op te treden als straatartiest als bedoeld in artikel 2:9 van de APV € 74,05.

  • 4.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het houden van een openbare inzameling van geld of goederen als bedoeld in artikel 5:13 van de APV € 25,65.

  • 5.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing voor het stoken van vuur in de open lucht, als bedoeld in artikel 33 van de Afvalstoffenverordening Zutphen 2005:

    • a.

      voor een paasvuur/vreugdevuur € 34,70;

    • b.

      voor het verbranden van snoeihout € 11,60.

  • 6.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing voor het venten als bedoeld in artikel 5:15 van de APV:

    • a.

      geldig voor één dag € 20,25;

    • b.

      geldig voor één week € 43,75;

    • c.

      geldig voor één maand € 85,05;

    • d.

      geldig voor zes maanden € 185,35;

    • e.

      geldig voor één jaar € 295,45.

  • 7.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing geluidhinder als bedoeld in artikel 8:4 van de Verordening fysieke leefomgeving gemeente Zutphen:

    • a.

      geldig voor één dag € 27,50;

    • b.

      geldig voor één week € 45,55;

    • c.

      geldig voor één maand € 88,25;

    • d.

      geldig voor zes maanden € 192,45;

    • e.

      geldig voor één jaar € 306,35.

  • 8.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing recreatief nachtverblijf als bedoeld in artikel 8:6 van de Verordening fysieke leefomgeving gemeente Zutphen € 28,80.

  • 9.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een verklaring van geen bezwaar voor de inrichting en gebruik van niet aangewezen luchthaven, als bedoeld in artikel 18, tweede lid, van de Regeling burgerluchthavens € 37,90.

Artikel 3.7 Organiseren markt

Gereserveerd

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

Artikel 3.8 Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt

Gereserveerd

Artikel 3.9 Overige administratieve dienstverlening markt

Gereserveerd

Artikel 3.10 Losse standplaatsen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 2:14 van de Verordening fysieke leefomgeving gemeente Zutphen € 64,25.

Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014

Artikel 3.11 Vergunning onttrekken woonruimte

Gereserveerd

Artikel 3.12 Vergunning samenvoegen woonruimte

Gereserveerd

Artikel 3.13 Vergunning omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte

Gereserveerd

Artikel 3.14 Vergunning verbouwen woonruimte tot meer woonruimten

Gereserveerd

Artikel 3.15 Splitsingsvergunning

Gereserveerd

Artikel 3.16 Toeristische verhuur

Gereserveerd

Artikel 3.17 Verhuurvergunning opkoopbescherming

Gereserveerd

Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet genoemd besluit

Artikel 3.18 Niet benoemd besluit op aanvraag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of ander besluit € 179,40.

Ondertekening

Behoort bij de Legesverordening gemeente Zutphen 2025

de griffier,

Toelichting op de tarieventabel 2025 behorende bij de Legesverordening 2025

Leges

1 Algemeen

Waar mogelijk wordt (anders dan in het VNG-model) gebruik gemaakt van verwijzingen naar wettelijke tarieven of maxima, zodat wijzigingen in hogere regelgeving automatisch doorwerken in deze tarieventabel. Grotendeels is aangesloten bij het VNG-model. Niet alle opties uit dat model worden in Zutphen toegepast. Daarom staat diverse keren (bij) een artikel(lid): “gereserveerd”. Zo blijft de structuur en volgorde van de verordening in Zutphen zoveel mogelijk gelijk aan die van het VNG-model. Dat vergemakkelijkt het bijwerken in de toekomst. In deze toelichting zijn vooral de afwijkingen en bijzonderheden ten opzichte van het VNG-model toegelicht. De toelichting op het VNG-model bevat een nadere uiteenzetting die - tenzij in Zutphen voor een afwijking is gekozen - ook voor Zutphen van toepassing is.

Ten opzichte van de tarieventabel 2024 zijn er redactionele wijzigingen doorgevoerd. Sommige bepalingen bleken overbodig, waren onnodig ingewikkeld of niet helemaal correct geformuleerd. Dat is hiermee verbeterd.

2 Toelichting op de hoofdstukken

Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening

Algemeen

Dit hoofdstuk is ‘algemene dienstverlening’ genoemd ter onderscheiding van de twee andere hoofdstukken. Binnen dit hoofdstuk bestaat beleidsruimte om kruissubsidiëring of het profijtbeginsel toe te passen, ook met diensten buiten hoofdstuk 1. Zie HR 13 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:282. Wel moet rekening worden gehouden met diensten die onder Europese Dienstenrichtlijn vallen. Zie de toelichting op artikel 5 van de Legesverordening.

Kosteloze voltrekking huwelijk, registratie partnerschap en omzetting

In artikel 4 van de Wet rechten burgerlijke stand is geregeld dat gemeenten gelegenheid moeten geven tot een kosteloze huwelijksvoltrekking, registratie van een partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk. De ambtenaar van de burgerlijke stand bepaalt de daarvoor bestemde dagen en uren. Sinds 1 maart 2009 is het niet meer mogelijk een huwelijk om te zetten in een geregistreerd partnerschap (Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding; Stb. 2008, 500).

Voor het kosteloos voltrekken van een huwelijk, registreren van een partnerschap of omzetten van een geregistreerd partnerschap is het voldoende als gelegenheid wordt gegeven tot het kosteloos voltrekken van een huwelijk, registreren van een partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in het gemeentehuis. Er bestaat geen wettelijke verplichting tot het kosteloos voltrekken van een huwelijk, registreren van een partnerschap of omzetten van een geregistreerd partnerschap in een bijzonder huis.

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking, registratie of omzetting partnerschap

Naast de 'gewone' huwelijken met ceremonie, bestaat de mogelijkheid om tegen gereduceerd tarief te trouwen: het zogenaamde budgethuwelijk. Dit is sobere uitvoering zonder ceremonie.

Artikel 1.2 Omzetting partnerschap zonder ceremonie

Op de website van Zutphen staat informatie hoe en wanneer dit kan plaatsvinden.

Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente

Op grond van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek is het verplicht om ten minste twee getuigen te hebben bij de huwelijksvoltrekking of registratie van het partnerschap (artikel 63, eerste lid, en artikel 80a, vijfde lid, Boek 1 BW). Het komt voor dat toekomstige partners aan de gemeente vragen om getuigen beschikbaar te stellen. Hiervoor is een tarief opgenomen.

Artikel 1.7 Annuleren of wijzigen datum

Het is discutabel of voor het annuleren van een voorgenomen huwelijk vanwege de wettelijke beperkingen leges voor geheven kan worden. Volgens de wet mag alleen voor het voltrekken van een huwelijk leges geheven worden.

Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje

In artikel 1.8 van de tarieventabel zijn tarieven opgenomen voor het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapsboekje. De leges genoemd in artikel 1.8 worden geheven naast de leges die op grond van de artikelen 1.1 t/m 1.7 geheven worden.

Ook in het geval van een kosteloos huwelijk of registreren van een partnerschap is legesheffing voor het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapsboekje toegestaan. Het betreft hier een dienst van de gemeente die wordt verleend naast het voltrekken van het huwelijk of de registratie van een partnerschap zelf. Een verplichting tot het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapsboekje bestaat immers niet. Wij merken hierbij nog op dat dit dienstverlening waarvoor de gemeente btw-plichtig is. Het tarief is dus inclusief btw (artikel 38 Wet op de omzetbelasting 1968).

Verrichtingen ambtenaren van de burgerlijke stand

De mogelijkheden tot het heffen van leges voor verrichtingen van ambtenaren van de burgerlijke stand zijn geregeld in de Wet rechten burgerlijke stand (Stb. 1879, 72). In artikel 2 van die wet is geregeld voor welke verrichtingen leges geheven kunnen worden. De hoogte van die leges is vastgesteld in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. De gemeente kan deze leges rechtstreeks heffen op basis van dat Legesbesluit. Artikel 3, tweede lid, van die wet bepaalt dat de ambtenaar van de burgerlijke stand de leges heft en invordert. Dat is dus een afwijking van de belastingbepalingen in de Gemeentewet. Zo heeft Hof ’s-Hertogenbosch geoordeeld dat het Legesbesluit akten burgerlijke stand geen belastingwet is in de zin van de AWR, dat de vergoeding geen gemeentelijke belasting is en dat de AWR niet van toepassing is (Hof 's-Hertogenbosch 27 mei 2016, nr. 15/00138 (Roermond), ECLI:NL:GHSHE:2016:2100, VNG-nummer: 6601). Voor de rechtsbescherming zijn de bepalingen over bezwaar en beroep in de Awb van toepassing.

In afwijking van het VNG-model zijn nu nog tarieven opgenomen voor bepaalde handelingen (artikel 1.8, 2e lid en verder). In 2025 vindt een onderzoek van de legesverordening plaats. Mogelijk dat deze bepalingen daarna komen te vervallen.

Artikel 1.9 Paspoorten, andere reisdocumenten

Zutphen hanteert de wettelijke maximumtarieven, naar beneden afgerond op een veelvoud van € 0,05. De redactie is in afwijking van het VNG model zo vormgegeven dat wijzigingen in de rijksregelingen direct doorwerken in de tarieventabel van Zutphen, zonder dat deze hoeft te worden aangepast.

Artikel 1.10Nederlandse identiteitskaart

Hiervoor geldt hetzelfde als onder 1.9 vermeld.

Artikel 1.11 Modaliteiten

Hiervoor geldt hetzelfde als onder 1.9 vermeld.

Artikel 1.12 Rijbewijzen en

Artikel 1.13 Modaliteiten

Zutphen hanteert de wettelijke maximumtarieven, naar beneden afgerond op een veelvoud van € 0,05. De redactie is in afwijking van het VNG model zo vormgegeven dat wijzigingen in de rijksregelingen direct doorwerken in de tarieventabel van Zutphen, zonder dat deze hoeft te worden aangepast.

Artikel 1.18 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

De in artikel 1.18 opgenomen regeling is bedoeld voor gevallen waarin aan de gemeente wordt verzocht de basisregistratie personen door te nemen voor het verkrijgen van bepaalde inlichtingen. Deze bepaling geeft de mogelijkheid leges te heffen naar rato van de tijd die met het doornemen is gemoeid, ongeacht of dit leidt tot het daadwerkelijk verschaffen van de gevraagde inlichtingen. Naast een bedrag voor het doornemen van de basisregistratie is de aanvrager eventueel een bedrag verschuldigd op grond van artikel 1.15 als vervolgens persoonsgegevens worden verstrekt. Dit vloeit voort uit het feit dat het bepaalde in artikel 1.18 een afzonderlijk belastbaar feit vormt.

Artikel 1.28 Uitlenen archiefbescheiden

Hier staan tarieven voor uitlenen door de bibliotheek. Dat is echter een zelfstandige organisatie. De vraag is of de gemeente daarvoor wel tarieven kan vaststellen. Dit wordt meegenomen bij het onderzoek naar de legesverordening dat in 2025 zal plaatsvinden.

Voor het uitlenen van eigen (gemeentelijke) archiefbescheiden is geen tarief opgenomen. De Regeling tarieven rijksarchiefbescheiden voorziet evenmin in een tarief voor het uitlenen van archiefbescheiden.

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

De Omgevingswet is op 1 januari 2024 in werking getreden. Dit hoofdstuk is daarop aangepast.

HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING WAAROP DE DIENSTENRICHTLIJN VAN TOEPASSING IS

Het aantal tarieven dat in Zutphen onder hoofdstuk 3 valt is beperkt. Voor dienstverlening die niet met name genoemd is, is in artikel 3.18 een vangnetbepaling opgenomen.