Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR728551
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR728551/1
Verordening parkeerbelastingen gemeente Zutphen 2025
Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Intitulé
Verordening parkeerbelastingen gemeente Zutphen 2025De raad van de gemeente Zutphen,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2024 met nummer 800079;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 225 van de Gemeentewet;
B E S L U I T :
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen gemeente Zutphen 2025.
Artikel 1 Definities
- 1.
Voor zover in dit artikel niet anders is bepaald, zijn de definities uit de Parkeerverordening Zutphen 1991 en de Regeling parkeervergunningen, parkeerschijfontheffingen en parkeerabonnementen gemeente Zutphen 2019 van overeenkomstige toepassing.
- 2.
Voor de toepassing van deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
centrale computer: computer van het bedrijf waarmee de gemeente Zutphen een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of een ander communicatiemiddel;
- b.
houder: de persoon op wiens naam het motorrijtuig ten tijde van het parkeren in het kentekenregister, bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994, was ingeschreven;
- c.
parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, centrale computer en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;
- a.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘parkeerbelastingen’ worden de volgende belastingen geheven:
- a.
een belasting voor het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;
- b.
een belasting voor een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze;
- c.
een belasting voor een van gemeentewege verstrekte bezoekersvergunning, voor de in onderdeel a van dit artikel aangegeven plaats en wijze, met uitzondering van invalidenparkeerplaatsen.
Artikel 3 Belastingplicht
- 1.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van de persoon die het voertuig heeft geparkeerd.
- 2.
Als de persoon die het voertuig heeft geparkeerd, wordt mede aangemerkt:
- a.
de persoon die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;
- b.
zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat:
- 1.
als een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren op grond van deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als de persoon die het voertuig heeft geparkeerd;
- 2.
als blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als de persoon die het voertuig heeft geparkeerd.
- 1.
- a.
- 3.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van:
- a.
de houder van een geldige gehandicaptenparkeerkaart die parkeert op een gehandicaptenparkeerplaats, mits deze parkeerkaart met de daartoe bestemde zijde op een van buitenaf duidelijk leesbare plaats direct achter de voorruit van het motorvoertuig is geplaatst;
- b.
de persoon die op voet van het tweede lid, onderdeel b, als de persoon die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
- a.
- 4.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van de persoon die de vergunning heeft aangevraagd.
Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Artikel 5 Wijze van heffing en termijnen van betaling
- 1.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.
- 2.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.
- 3.
Bij de voldoening op aangifte moet het kenteken van het motorvoertuig waarmee wordt geparkeerd of waarvoor de vergunning geldt worden opgegeven.
Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
- 1.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een mobiele telefoon of ander communicatiemiddel inloggen op de centrale computer.
- 2.
De belasting, bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.
- 3.
Als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting, bedoeld in de onderdelen 2 en 3 van de tarieventabel, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting, als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 4.
Als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de, in de onderdelen 2 en 3 van de tarieventabel, voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 7 Termijnen van betaling
- 1.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren.
- 2.
In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen twee maanden na het einde van het parkeren, als het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via mobiele telefoon of ander communicatiemiddel inloggen op de centrale computer.
- 3.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.
- 4.
Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.
Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
Artikel 9 Kosten
De kosten van de naheffingsaanslag voor de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 78,80.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden, wijziging verordening
Het college van burgemeester en wethouders kan deze verordening wijzigen als de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde wet- en regelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant,
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet al bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Teruggaaf
- 1.
Als voor een parkeervergunning parkeerbelasting is voldaan voor het gehele jaar en die parkeervergunning in de loop van het jaar wordt ingetrokken, wordt over het aantal volle kalendermaanden teruggaaf verleend dat na de datum van intrekking overblijft. De in de vorige volzin bedoelde teruggaaf wordt niet eerder verleend dan nadat de beschikking van het college van burgemeester en wethouders, waarbij de parkeervergunning is ingetrokken, onherroepelijk is komen vast te staan.
- 2.
Bij intrekking van het abonnement door het college van burgemeester en wethouders, wordt teruggaaf van de geheven parkeerbelasting verleend over het aantal nog niet ingetreden volle kalendermaanden, waarvoor betaling heeft plaatsgehad.
- 3.
Als de abonnementhouder voor een belastingtijdvak waarvoor de parkeerbelasting al is voldaan, geen gebruik kan maken van het abonnement, als gevolg van maatregelen getroffen door of met instemming van het gemeentebestuur, wordt teruggaaf van de geheven parkeerbelasting verleend over het aantal volle kalendermaanden waarin dat gebruik niet mogelijk is geweest.
Artikel 12 Overgangsrecht
De Verordening parkeerbelastingen gemeente Zutphen 2024, van 11 december 2023, wordt ingetrokken met ingang 1 januari 2025, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 13 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2025.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.
Artikel 14 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening parkeerbelastingen gemeente Zutphen 2025.
Ondertekening
Aldus besloten in de openbare vergadering van
de raad van de gemeente Zutphen,
gehouden op: 16 december 2024
De voorzitter, de griffier,
Tarieventabel 2025 behorende bij de Verordening parkeerbelastingen gemeente Zutphen 2025
Parkeren bij parkeerapparatuur |
|||
1 |
Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedraagt, op onderstaande locatie: |
per |
|
1.1 |
Brasseroord |
uur |
€ 2,40 |
1.2 |
D. Evekinkplein |
uur |
€ 2,40 |
1.3 |
Dieserstraat |
uur |
€ 3,00 |
1.4 |
Donkeresteeg |
uur |
€ 3,00 |
1.5 |
‘s-Gravenhof |
uur |
€ 2,40 |
1.6 |
Groenmarkt |
uur |
€ 3,00 |
1.7 |
Hagepoortplein |
uur |
€ 3,00 |
1.8 |
Houtmarkt |
uur |
€ 2,90 |
1.9 |
Vispoortplein/Houtwal |
uur dagkaart |
€ 1,90 € 11,15 |
1.10 |
IJsselkade-west |
uur dagkaart |
€ 2,40 € 11,15 |
1.11 |
IJsselkade-oost |
uur |
€ 2,40 |
1.12 |
Isendoornstraat |
uur dagkaart |
€ 1,90 € 11,15 |
1.13 |
Laarstraat |
uur |
€ 3,00 |
1.14 |
Marspoortstraat |
uur |
€ 2,40 |
1.15 |
Martinetsingel |
uur |
€ 2,40 |
1.16 |
Molengracht-oost |
uur |
€ 2,40 |
1.17 |
Molengracht-west |
uur dagkaart |
€ 1,90 € 11,15 |
1.18 |
Nieuwstad |
uur |
€ 3,00 |
1.19 |
Rijkenhage |
uur |
€ 3,00 |
1.20 |
Roodsplein |
uur dagkaart |
€ 1,90 € 11,15 |
1.21 |
Rozengracht |
uur |
€ 2,40 |
1.22 |
Noorderhaven |
uur |
€ 2,40 |
1.23 |
Spittaalstraat |
uur |
€ 3,00 |
1.24 |
Stationsplein |
uur |
€ 3,00 |
1.25 |
Zaadmarkt |
uur |
€ 3,00 |
1.26 |
Houtwal, “achter politiebureau” |
uur dagkaart |
€ 1,00 € 3,10 |
1.27 |
Houtwal, “achter politiebureau” op een parkeerplaats bestemd voor kampeerwagens, aangeduid met bord E8a RVV 1990 |
dagkaart |
€ 14,30 |
1.28 |
In afwijking van het bovenstaande is het parkeren van een voertuig op de genoemde locaties met een geldige gehandicaptenparkeerkaart op een daartoe door het college van burgemeester en wethouders als gehandicaptenparkeerplaats aangewezen en met bord E6 RVV 1990 aangeduide parkeerplaats kosteloos. |
||
Vergunningparkeren op een belanghebbendenplaats |
|||
2 |
Het tarief bedraagt voor vergunninghouders voor het parkeren op een belanghebbendenplaats met een: |
per |
|
2.1 |
parkeervergunning bewoner |
jaar |
€ 192,00 |
2.2 |
tweede parkeervergunning bewoner, per vergunning |
jaar |
€ 310,80 |
2.3 |
parkeervergunning zakelijk |
jaar |
€ 627,60 |
2.4 |
parkeervergunning met kenteken bestemd voor autodate |
jaar |
€ 93,00 |
Vergunningparkeren bij parkeerapparatuur |
|||
3. |
Het tarief bedraagt voor vergunninghouders, als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Parkeerverordening Zutphen 1991 voor het parkeren bij parkeerapparatuur van een bij wege van abonnement verleende vergunning voor de parkeerlocatie |
per |
|
3.1 |
Vispoortplein/Houtwal |
jaar |
€ 376,20 |
3.2 |
Vispoortplein/Houtwal voor standplaatshouders op de weekmarkt op marktdagen (donderdag en/of zaterdag) |
jaar |
€ 79,20 |
3.3 |
‘s-Gravenhof |
jaar |
€ 740,40 |
3.4 |
Martinetsingel |
jaar |
€ 740,40 |
3.5 |
Walstraat |
jaar |
€ 740,40 |
3.6 |
Tadamasingel |
jaar |
€ 740,40 |
3.7 |
Spittaalstraat |
jaar |
€ 1.104,00 |
3.8 |
Roodsplein |
jaar |
€ 376,20 |
3.9 |
Laarstraat |
jaar |
€ 1.104,00 |
3.10 |
Donkere Steeg |
jaar |
€ 1.104,00 |
3.11 |
D. Evekinkplein |
jaar |
€ 740,40 |
3.12 |
D. Evekinkplein voor standplaatshouders op de weekmarkt op marktdagen (donderdag en/of zaterdag) |
jaar |
€ 158,40 |
3.13 |
Rijkenhage/Hagepoortplein |
jaar |
€ 1.104,00 |
3.14 |
Isendoornstraat |
jaar |
€ 376,20 |
3.15 |
Nieuwstad |
jaar |
€ 1.104,00 |
3.16 |
Basseroord |
jaar |
€ 740,40 |
3.17 |
Molengracht |
jaar |
€ 740,40 |
3.18 |
Rozengracht |
jaar |
€ 740,40 |
3.19 |
IJsselkade |
jaar |
€ 376,20 |
3.20 |
Marspoortstraat |
jaar |
€ 740,40 |
3.21 |
Houtwal, “achter politiebureau” |
jaar |
€ 225,00 |
3.22 |
Houtwal, “achter politiebureau” voor standplaatshouders op de weekmarkt op marktdagen (donderdag en/of zaterdag) |
jaar |
€ 46,80 |
3.23 |
Noorderhaven |
jaar |
€ 740,40 |
Vergunningparkeren met bezoekerspas |
|||
4 |
Het tarief voor een bezoekerspas bedraagt per |
maand |
€ 38,70 |
Behoort bij besluit van de gemeenteraad van Zutphen van 16 december 2024.
De griffier,
Toelichting Verordening parkeerbelastingen gemeente Zutphen 2025
Ten opzichte van de Verordening 2024 zijn enkele technisch/redactionele wijzigingen doorgevoerd. Daarmee zijn verduidelijkingen en een grotere interne consistentie beoogd, maar geen inhoudelijke wijzigingen.
Artikel 1 definities
De definities uit de Parkeerverordening en bijbehorende Regeling zijn van overeenkomstige toepassing verklaard.
De volgende definities zijn vervangen:
centraal register [het register van het ServiceHuis Parkeer- en Verblijfsrechten bestemd voor de registratie van parkeerrechten]
door:
centrale computer: computer van het bedrijf waarmee de gemeente Zutphen een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of een ander communicatiemiddel;
Houder [degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;]
door:
Houder: degene op wiens naam het motorrijtuig ten tijde van het parkeren in het kentekenregister, bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994, was ingeschreven;
En parkeerapparatuur [parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan]
door:
parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, centrale computer, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;
toelichting: deze definities komen uit het VNG-model. Met name parkeerapparatuur is belangrijk, omdat daarin de definitie van het centraal register/centrale computer niet was opgenomen, zodat dat formeel niet onder parkeerapparatuur viel. In artikel 5 wordt wel verwezen naar de centrale computer, die dus niet gedefinieerd is.
De definitie van centrale computer is beter bruikbaar omdat daarin niet de naam wordt genoemd van het bedrijf. Dat kan mogelijk wijzigen en dan zou de verordening aangepast moeten worden.
Artikel 11 Teruggaaf
Deze bepalingen stonden in de tarieventabel opgenomen. Dat is geen geschikte plek voor dergelijke bepalingen. Overigens werd in de oude omschrijving 'ontheffing' gebruikt, terwijl het om teruggaaf gaat. Het betreft immers teruggaaf van al geheven belasting. Ontheffing ziet op het op voorhand niet heffen van belasting. Dat is hier niet aan de orde.
Tarieventabel
De tarieventabel is nu voor alle onderdelen voorzien van nummering.
Bij 2. is "... voor vergunninghouders voor het parkeren op de daarvoor aangewezen parkeerplaatsen" vervangen door: voor vergunninghouders voor het parkeren op een belanghebbendenplaats.
Zo sluit de bepaling aan op de Parkeerverordening.
Bij 3. werd verwezen naar een ontheffing in de Parkeerverordening, terwijl daar een vergunning is geregeld. De term ontheffing is daarom aangepast naar 'vergunning'.
Het tarief voor de bezoekersvergunning bevat dat deze voor maximaal 30 uur per maand geldt. Dit is ik gewijzigd in ‘bezoekerspas’ overeenkomstig de definitie in de Regeling.
Achter Isendoornstraat stond: (Kohnstammschool). Deze school bestaat niet meer. Om onduidelijkheid te voorkomen is de toevoeging tussen haakjes geschrapt.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl