Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR707539
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR707539/1
Verordening van de raad van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over parkeerbelastingen 2024 (Verordening parkeerbelastingen gemeente Zutphen 2024)
Geldend van 21-12-2023 t/m heden
Intitulé
Verordening van de raad van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over parkeerbelastingen 2024 (Verordening parkeerbelastingen gemeente Zutphen 2024)De raad van de gemeente Zutphen,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 november 2023 met nummer 611917;
gelet op de artikel(en) 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h. en 225 van de Gemeentewet;
b e s l u i t :
vast te stellen de:
Verordening van de raad van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over parkeerbelastingen 2024 (Verordening parkeerbelastingen gemeente Zutphen 2024)
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
centraal register: het register van het ServiceHuis Parkeer- en Verblijfsrechten bestemd voor de registratie van parkeerrechten;
- b.
college: het college van burgemeester en wethouders;
- c.
houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;
- d.
parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;
- e.
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘parkeerbelastingen’ worden de volgende belastingen geheven:
- a.
een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college te bepalen plaats, tijdstip en wijze;
- b.
een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.
- c.
een belasting ter zake van een van gemeentewege verstrekte bezoekersvergunning, voor de in onderdeel a. van dit artikel aangegeven plaats en wijze, evenwel met uitzondering van invalidenparkeerplaatsen.
Artikel 3 Belastingplicht
- 1.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a. wordt geheven van degene die het voertuig heeft geparkeerd.
- 2.
Als degene die het voertuig heeft geparkeerd, wordt mede aangemerkt:
- a.
degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;
- b.
zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a. heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat:
- 1.
als een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren op grond van deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;
- 2.
als blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.
- 1.
- a.
- 3.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a. wordt niet geheven van mensen die beschikken over een gehandicaptenparkeerkaart op een gehandicaptenparkeerplaats en van degene die op voet van artikel 3 tweede lid, onderdeel b. als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
- 4.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b. wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.
Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
- 1.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a. is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een mobiele telefoon of ander communicatiemiddel inloggen op de centrale computer.
- 2.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b. is verschuldigd bij de aanvang van het heffingstijdvak waarover de belasting wordt geheven.
- 3.
De belasting als bedoeld in onderdeel 2. en onderdeel 3. van de tarieventabel is verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening.
- 4.
Als een belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in onderdeel 2. en onderdeel 3. van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting, als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 5.
Als de belastingplicht als bedoeld in onderdeel 2. en onderdeel 3. van de tarieventabel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 6 Wijze van heffing en termijnen van betaling
- 1.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a. wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald bij de aanvang van het parkeren. In afwijking hiervan moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen twee maanden na het einde van het parkeren, als het parkeren aanvangt door middel van het aanmelden bij het centraal register.
- 2.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b. wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.
- 3.
Bij de voldoening op aangifte moet het kenteken van het motorvoertuig waarmee wordt geparkeerd of waarvoor de vergunning geldt worden opgegeven.
- 4.
Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.
Artikel 7 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a. mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college bij openbaar te maken besluit.
Artikel 8 Kosten
De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a. bedragen € 76,70.
Artikel 9 Overdracht van bevoegdheden, wijziging verordening
Het college kan deze verordening wijzigen als de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde Rijkswet- en regelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant,
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet al bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 10 Kwijtschelding
Bij de invordering van parkeerbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 11 Datum van ingang heffing
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
Artikel 12 Overgangsrecht
De Verordening parkeerbelastingen gemeente Zutphen 2023, zoals vastgesteld bij besluit van 13 december 2022, wordt ingetrokken met ingang 1 januari 2024, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 13 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag na de datum van bekendmaking.
Artikel 14 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening parkeerbelastingen gemeente Zutphen 2024.
Ondertekening
Aldus besloten in de openbare vergadering van
de raad van de gemeente Zutphen,
gehouden op: 11 december 2023
De voorzitter, de griffier,
Tarieventabel behorende bij de Verordening parkeerbelastingen gemeente Zutphen 2024
De parkeerbelasting bedraagt voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a. op de onderstaande locaties:
plaats |
per |
tarief |
Brasseroord |
uur |
€ 2,35 |
D. Evekinkplein |
uur |
€ 2,35 |
Dieserstraat |
uur |
€ 2,90 |
Donkeresteeg |
uur |
€ 2,90 |
‘s-Gravenhof |
uur |
€ 2,35 |
Groenmarkt |
uur |
€ 2,90 |
Hagepoortplein |
uur |
€ 2,90 |
Houtmarkt |
uur |
€ 2,90 |
Vispoortplein/Houtwal |
uur dagkaart |
€ 1,85 € 10,35 |
IJsselkade-west |
uur dagkaart |
€ 2,35 € 10,85 |
IJsselkade-oost |
uur |
€ 2,35 |
Isendoornstraat (Kohnstammschool) |
uur dagkaart |
€ 1,85 € 10,85 |
Laarstraat |
uur |
€ 2,90 |
Marspoortstraat |
uur |
€ 2,35 |
Martinetsingel |
uur |
€ 2,35 |
Molengracht-oost |
uur |
€ 2,35 |
Molengracht-west |
uur dagkaart |
€ 1,85 € 10,85 |
Nieuwstad |
uur |
€ 2,90 |
Rijkenhage |
uur |
€ 2,90 |
Roodsplein |
uur dagkaart |
€ 1,85 € 10,85 |
Rozengracht |
uur |
€ 2,35 |
Noorderhaven |
uur |
€ 2,35 |
Spittaalstraat |
uur |
€ 2,90 |
Stationsplein |
uur |
€ 2,90 |
Zaadmarkt |
uur |
€ 2,90 |
Houtwal, “achter politiebureau” |
uur dagkaart |
€ 0,95 € 3,00 |
Houtwal, “achter politiebureau” campers |
dagkaart |
€ 13,90 |
In afwijking van het bovenstaande is het parkeren van een voertuig op de genoemde locaties met een geldige gehandicaptenparkeerkaart op een daartoe door het college als gehandicaptenparkeerplaats aangewezen en met bord E06 RVV 1990 aangeduide parkeerplaats kosteloos.
De parkeerbelasting bedraagt voor vergunninghouders voor het parkeren op de daarvoor aangewezen parkeerplaatsen:
2.1 |
Met een bewonersparkeervergunning met kentekennummer per jaar |
€ 186,00 |
2.2 |
Met een tweede bewonersparkeervergunning met kenteken per vergunning per jaar |
€ 302,40 |
2.3 |
Met een zakelijke parkeervergunning zonder kentekennummer per jaar |
€ 610,80 |
2.4 |
Met een parkeervergunning met kenteken t.b.v. autodate per jaar |
€ 90,60 |
De parkeerbelasting voor ontheffingshouders, als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Parkeerverordening Zutphen 1991 bedraagt voor het parkeren bij parkeerapparatuur van een bij wege van abonnement verleende ontheffing voor de parkeerlocatie, per jaar:
Vispoortplein/Houtwal |
€ 366,00 |
Vispoortplein/Houtwal voor marktkooplieden met standplaats-vergunning voor de weekmarkt op donderdag en/of zaterdag |
€ 77,40 |
‘s-Gravenhof |
€ 720,00 |
Martinetsingel |
€ 720,00 |
Walstraat |
€ 720,00 |
Tadamasingel |
€ 720,00 |
Spittaalstraat |
€ 1.074,00 |
Roodsplein |
€ 366,00 |
Laarstraat |
€ 1.074,00 |
Donkere Steeg |
€ 1.074,00 |
D. Evekinkplein |
€ 720,00 |
D. Evekinkplein voor marktkooplieden met standplaatsvergunning voor de weekmarkt op donderdag en/of zaterdag |
€ 154,20 |
Rijkenhage/Hagepoortplein |
€ 1.074,00 |
Isendoornstraat (Kohnstammschool) |
€ 366,00 |
Nieuwstad |
€ 1.074,00 |
Basseroord |
€ 720,00 |
Molengracht |
€ 720,00 |
Rozengracht |
€ 720,00 |
IJsselkade |
€ 366,00 |
Marspoortstraat |
€ 720,00 |
Houtwal, “achter politiebureau” |
€ 219,00 |
Houtwal, “achter politiebureau” voor marktkooplieden met standplaatsvergunning voor de weekmarkt op donderdag en/of zaterdag |
€ 45,00 |
Noorderhaven |
€ 720,00 |
Bezoekersregeling:
Het tarief voor een bezoekersvergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel c. van de Verordening parkeerbelastingen gemeente Zutphen 2023, bedraagt (geldend voor maximaal 30 uur per maand): € 37,65.
Restitutie:
- 1.
Als voor een parkeervergunning parkeerbelasting is voldaan voor het gehele jaar en die parkeervergunning in de loop van het jaar wordt ingetrokken, wordt over het aantal maanden ontheffing verleend als er na de datum van intrekking nog volle kalendermaanden overblijven. De in de vorige volzin bedoelde ontheffing wordt niet eerder verleend dan nadat de beschikking van het college, waarbij de parkeervergunning is ingetrokken, onherroepelijk is komen vast te staan.
- 2.
Bij intrekking van het abonnement door het college, wordt ontheffing van de geheven parkeerbelasting verleend over het aantal nog niet ingetreden volle kalendermaanden, waarvoor betaling heeft plaatsgehad.
- 3.
Als, als gevolg van maatregelen getroffen door of met instemming van het gemeentebestuur, de abonnementhouder voor een belastingtijdvak, waarvoor al betaling heeft plaatsgevonden, geen gebruik kan maken van het abonnement, wordt ontheffing van de geheven parkeerbelasting verleend over het aantal volle kalendermaanden waarin dat gebruik niet mogelijk is geweest.
Gedeelten van de onder 1 vermelde eenheden van tijdsduur worden voor volle eenheden gerekend.
Behoort bij besluit van de gemeenteraad van Zutphen van 11 december 2023.
De griffier,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl