Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR728526
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR728526/1
Verordening afvalstoffenheffing gemeente Zutphen 2025
Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Intitulé
Verordening afvalstoffenheffing gemeente Zutphen 2025De raad van de gemeente Zutphen,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2024 met nummer 800079;
gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
B E S L U I T :
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2025.
Artikel 1 Definities
Deze verordening verstaat onder:
- a.
aangeboden container: container die op een zodanig tijdstip en/of plaats en/of wijze opgesteld is, dat de inzameldienst redelijkerwijs van mening kon zijn dat deze aangeboden is om huishoudelijk afval in te zamelen;
- b.
container: een voor de inzameling van huishoudelijk afval door of vanwege de gemeente per perceel of per groep van percelen ter beschikking gesteld of geplaatst inzamelmiddel;
- c.
gebruik maken: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer;
- d.
groep van percelen: een groep van percelen waarvoor op grond van de Afvalstoffenverordening Zutphen 2005 gemeenschappelijk gebruik wordt gemaakt van één of meer containers;
- e.
huishoudelijk afval: huishoudelijke afvalstoffen, als bedoeld in artikel 1.1 Wet milieubeheer;
- f.
inworp: opening van een per groep van percelen ter beschikking gestelde of geplaatste inzamelvoorziening.
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
- 1.
Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
- 2.
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 3 Voorwerp van de belasting
- 1.
Voorwerp van de belasting is een perceel.
- 2.
Als perceel wordt aangemerkt:
- a.
de onroerende zaak, bedoeld in artikel 16, onder a, c, d en f, van de Wet waardering onroe rende zaken
- b.
de roerende zaak, die duurzaam aan een plaats gebonden is;
- c.
een gedeelte van een in onderdeel b bedoelde roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;
- d.
een samenstel van twee of meer in onderdeel b bedoelde roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren;
- e.
het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.
- a.
Artikel 4 Belastingplicht
De belasting wordt geheven van de persoon die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
- 1.
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
- 2.
Voor de berekening van de belasting wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Belastingjaar
Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 7 Wijze van heffing
- 1.
De belasting, bedoeld in hoofdstuk I van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.
- 2.
De belasting, bedoeld in de hoofdstukken II tot en met IV van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge, elektronische dan wel een schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, elektronisch of door uitreiking of toezending van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 8 Ontstaan van belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
- 1.
De belasting, bedoeld in hoofdstuk I, onderdeel 2, van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, als dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
- 2.
Als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk I, onderdeel 2, van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting, als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 3.
Als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van de belasting bedoeld in hoofdstuk I, onderdeel 2. van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 4.
Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing, als de belastingschuldige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt.
- 5.
De belasting, bedoeld in hoofdstuk I, onderdeel 3, van de tarieventabel is verschuldigd na afloop van het belastingjaar of, als dit eerder is, na beëindiging van de belastingplicht.
- 6.
De belasting, bedoeld in de hoofdstukken II, III en IV van de tarieventabel is verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening.
- 7.
Voor belastingbedragen tot € 10,- vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige zin wordt het totaal van de op één biljet verenigde aanslagen afvalstoffenheffing of andere heffingen als één belastingaanslag aangemerkt.
Artikel 9 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
- 2.
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, als het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dat € 50,-, maar minder is dan € 10.000,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
- 3.
De belasting moet worden betaald als de kennisgeving bedoeld in artikel 8, tweede lid:
- a.
mondeling of elektronisch wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- a.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na dagtekening van de kennisgeving.
- a.
- 4.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden, wijziging verordening
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant;
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet al bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Overgangsrecht
De Verordening afvalstoffenheffing gemeente Zutphen 2024 van 11 december 2023, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2025, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 12 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2025.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening afvalstoffenheffing gemeente Zutphen 2025.
Ondertekening
Aldus besloten in de openbare vergadering van
de raad van de gemeente Zutphen,
gehouden op: 16 december 2024
de voorzitter,
de griffier,
Tarieventabel behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing gemeente Zutphen 2025
Algemene bepaling
De in deze tarieventabel vermelde bedragen zijn inclusief omzetbelasting, als deze verschuldigd is.
Hoofdstuk I Tarieven per perceel
- 1.
De belasting wordt per perceel per jaar berekend naar een vast tarief en één of meer gedifferentieerde tarieven.
- 2.
Het vaste belastingtarief bedraagt per perceel per belastingjaar € 229,00.
- 3.
Onverminderd het bepaalde in het vorige onderdeel bedraagt het gedifferentieerde belastingtarief:
- a.
per aangeboden container van 80 liter € 3,52;
- b.
per aangeboden container van 140 liter € 6,16;
- c.
per aangeboden container van 240 liter € 10,56;
- d.
per inworp in een opening waarin 30 liter past € 1,17;
- e.
per inworp in een opening waarin 60 liter past € 2,34.
- a.
Hoofdstuk II Tarieven omruilen/extra container/nieuwe milieupas
- 1.
Het tarief bedraagt voor de ingebruikgeving van elke container boven de vaste inzamelmiddelen, als bedoeld in het Uitvoeringsbesluit afvalstoffen Zutphen 2005:
- a.
per container van 240 liter zonder chip € 78,00;
- b.
per container van 140 of 80 liter zonder chip € 68,40;
- c.
per container van 240 liter met chip € 98,40;
- d.
per container van 140 of 80 liter met chip € 88,80;
- a.
- 2.
Voor vervanging van een beschadigde, gestolen of anderszins verloren container, alsmede voor omruiling van een container gelden de tarieven genoemd onder het vorige onderdeel. Omruiling in verband met het in gebruik nemen van een nieuw perceel geschiedt gratis onder verstrekking van een bewijs van inschrijving, als het verzoek tot omruiling uiterlijk 3 maanden na de ingebruikneming van het nieuwe perceel gedaan wordt. Omruiling naar een kleiner formaat container, een extra GFT container of een extra papier container is gratis.
- 3.
Het tarief bedraagt voor afgifte van een nieuwe milieupas € 9,60.
Hoofdstuk III Tarieven milieupark
Voor het aanbieden van grof tuinafval, restafval, hout, bouw- en sloopafval en overig huishoudelijk afval bij een van de gemeentelijke milieuparken gelden de volgende tarieven:
Afvalstroom |
Tarief per 10 kg |
|
Autobanden met velg |
€ |
0,92 |
Grof huishoudelijk afval |
€ |
1,97 |
Hout (onbehandeld) |
€ |
0,00 |
Hout (geïmpregneerd) |
€ |
1,97 |
Bouw- en sloopafval/ niet schoon puin |
€ |
1,97 |
Spiegel- en draadglas |
€ |
1,97 |
Dakleer |
€ |
1,97 |
Tapijt |
€ |
1,97 |
Matrassen |
€ |
1,97 |
Schoon puin |
€ |
0,00 |
Snoeiafval < 500 kg |
€ |
0,00 |
Snoeiafval > 500 kg |
€ |
0,33 |
Hoofdstuk IV Tarief inzameling grof vuil aan huis
Voor het ophalen van grof vuil aan huis bedraagt het tarief aan voorrijkosten per rit, per adres € 34,00.
Behoort bij besluit van de gemeenteraad van Zutphen van 16 december 2024.
De griffier,
Toelichting Verordening afvalstoffenheffing gemeente Zutphen 2025
De verordening is geharmoniseerd binnen Tribuut-verband. Daarmee zijn geen inhoudelijke wijzigingen beoogd. Verder zijn er enkele technisch/redactionele wijzigingen doorgevoerd die de interne consistentie vergroten.
Artikel 1 Definities
De overbodige definities van college, kennisgeving, perceel en tarieventabel zijn geschrapt. Het begrip perceel is in een nieuw artikel 3 opgenomen.
Artikel 5 (nieuw) Maatstaf van heffing en belastingtarief
Er is een nieuw tweede lid opgenomen over de wijze van berekening van eenheden. Deze bepaling stond voorheen in de tarieventabel zelf.
Artikel 5 (oud) belastingjaar
Het tweede lid is geschrapt omdat het overbodig was.
Artikel 6 (oud) wijze van heffing
Het derde lid is geschrapt omdat het overbodig is. Er kan naar de afzonderlijke grondslagen geheven worden op basis van onderdeel 3 van hoofdstuk I.
Artikel 7 (oud) ontstaan belastingschuld
De bepaling van het 5e lid was onduidelijk. Die bepaling ziet op de belasting bedoeld in hoofdstuk I, onderdeel 2. Dat is toegevoegd.
Artikel 8 (oud) betaaltermijnen
Betaaltermijn voor mondeling en elektronisch zijn toegevoegd. (direct)
Tarieventabel
In de tarieventabel zijn de aanwijzingen 2. en 3. geschrapt. 2. is niet (meer) relevant en wat onder 3 staat is al bepaald in het Uitvoeringsbesluit afvalstoffen. Dat is inhoudelijk beleid dat niet in een belastingverordening thuis hoort.
In hoofdstuk II, onderdeel 2, stond in de verwijzing naar het vorige onderdeel: of milieupas. Dat is geschrapt, omdat in dat vorige onderdeel geen tarief staat voor de vervanging van een milieupas. Het derde onderdeel voorziet daar al in.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl