Beleidsregel vergunningverlening evenementen Lelystad

Geldend van 03-10-2024 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel vergunningverlening evenementen Lelystad

In Lelystad worden jaarlijks zo’n 200 evenementen georganiseerd. Kenmerkend is de grote variëteit. Denk aan straatbarbecues, festivals, braderieën, culturele- en sportevenementen. De bezoekersaantallen per evenement variëren, van enkele tientallen tot duizenden bezoekers en meer. Ook de locaties, waar evenementen plaatsvinden, variëren. Ze kunnen plaatsvinden in het stadshart, maar ook in een woonwijk of het buitengebied, in de openlucht of binnen, in bestaande of tijdelijke bouwwerken.

Kortom: er is sprake van een grote diversiteit in aard, doel, omvang en locaties en daarmee samenhangend zijn er grote verschillen in de mogelijke veiligheids- en overlastrisico’s en eventuele maatregelen die genomen moeten worden. Het is belangrijk te constateren dat kleine evenementen niet altijd zonder veiligheidsrisico’s zijn en dat aan grote evenementen niet per definitie een hoog veiligheidsrisico toegeschreven wordt. Om dit te toetsen geldt een vergunnings- of meldingsplicht voor evenementen. De belangrijkste toetsingscriteria voor een veilig en ordelijk verloop van een evenement zijn opgenomen in de Algemene plaatselijke verordening Lelystad (APV). Evenementen worden getoetst aan de belangen van:

  • -

    De openbare orde

  • -

    De openbare veiligheid

  • -

    De volksgezondheid

  • -

    De bescherming van het milieu.

Aan de hand van adviezen van diverse in- en externe partners, zoals politie, brandweer GHOR GGD, verkeer en milieu wordt bepaald of een evenement kan plaatsvinden en zo ja, onder welke voorwaarden. Daarbij worden ook de belangen van omwonenden en organisatoren betrokken.

In deze beleidsregel wordt toegelicht hoe, vanuit het oogpunt van deze belangen, wordt omgegaan met vergunningaanvragen van evenementen en het toezicht daarop.

Schematisch kan dit als volgt worden weergegeven:

afbeelding binnen de regeling

In deze beleidsregel wordt in hoofdstuk 1 ingegaan op de definitie van een evenement. In hoofdstuk 2 worden de verantwoordelijkheden en het wettelijk kader beschreven. In hoofdstuk 3 komt de evenementenvergunning en de rol van de gemeente bij evenementen aan de orde en in hoofdstuk 4 volgt de toelichting over de behandelaanpak van een vergunningaanvraag. Tenslotte is in hoofdstuk 5 toezicht en handhaving opgenomen. De in deze beleidsregel opgenomen bijlagen maken deel uit van deze beleidsregel.

Nederlands Handboek Evenementen Veiligheid

In juli 2020 is het Nederlands Handboek Evenementen Veiligheid1 uitgebracht. Het handboek wil de partijen die betrokken zijn bij een evenement een gemeenschappelijk denkkader bieden. Het geeft een handvat om in gezamenlijkheid inrichting en risico’s van evenementen zoveel mogelijk te analyseren en te realiseren.

Het gebruik van het handboek geeft voor organisatoren een boel duidelijkheid. Veelal worden organisatoren geconfronteerd met verschillende regels van gemeenten. Door gebruik van het handboek door gemeenten ontstaat er meer eenduidigheid over het toepassen van de regels.

Daar waar in deze beleidsregel geen duidelijkheid wordt gegeven over de uitvoering van de regels, wordt het handboek geraadpleegd als denkkader.

In de beleidsregel vergunningverlening evenementen is zoveel mogelijk het stramien aangehouden van het handboek evenementenveiligheid.

1. DEFINITIE EVENEMENT

In artikel 2:24 van de Algemene plaatselijke verordening Lelystad (APV) wordt het begrip ‘evenement’ gedefinieerd. Dit artikel luidt als volgt.

  • 1.

    In deze afdeling wordt onder een evenement verstaan: elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van:

    • a.

      bioscoop- en theatervoorstellingen in de reguliere bedrijfsvoering;

    • b.

      markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g, van de Gemeentewet en artikel 5:22;

    • c.

      kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen;

    • d.

      het in een inrichting in de zin van de Alcoholwet gelegenheid geven tot dansen;

    • e.

      betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;

    • f.

      activiteiten als bedoeld in artikel 2:39;

    • g.

      een straatfeest of buurtbarbecue op één dag;

    • h.

      sportwedstrijden, binnen de reguliere competitie of binnen de eigen vereniging die plaatsvinden op sportterreinen, in sporthallen of sportzalen, niet zijnde vechtsportwedstrijden en – gala’s als bedoeld in het tweede lid, onder e.

  • 2.

    Onder evenement wordt mede verstaan:

    • a.

      een herdenkingsplechtigheid;

    • b.

      een braderie;

    • c.

      een optocht op de weg, niet zijnde een betoging als bedoeld in artikel 2:3;

    • d.

      een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg;

    • e.

      vechtsportwedstrijden of -gala’s.

  • 3.

    In deze afdeling wordt onder klein evenement verstaan een eendaags evenement waarbij:

    • a.

      het aantal aanwezigen niet meer bedraagt dan 500 personen;

    • b.

      de activiteiten plaatsvinden tussen 09.00 en 00.00 uur;

    • c.

      geen muziek ten gehore wordt gebracht voor 09.00 uur of na 23.00 uur, dan wel in dit tijdsbestek het maximaal toelaatbare geluidsniveau van 75 dB(A) op 10 meter afstand van de luidsprekers;

    • d.

      de activiteiten niet plaatsvinden op een rijbaan van een doorgaande weg, (brom)fietspad of anderszins een belemmering vormen voor het verkeer en de hulpdiensten; en

    • e.

      slechts kleine objecten worden geplaatst met een oppervlakte van minder dan 25 m2 per object.

  • 4.

    Evenementen worden onderscheiden in de volgende categorieën:

    • a.

      Klein evenement: evenement dat voldoet aan de criteria van het derde lid;

    • b.

      A- evenement: evenement waarbij sprake is van een beperkte impact op de omgeving en beperkte gevolgen voor het verkeer;

    • c.

      B-evenement: evenement waarbij sprake is van een grote impact op de directe omgeving en/of gevolgen voor het verkeer;

    • d.

      C-evenement: evenement waarbij sprake is van een grote impact op de stad en/of regionale gevolgen voor het verkeer.

De APV is het wettelijke kader waarin wordt bepaald dat het verboden is om zonder vergunning van de burgemeester een evenement te houden. De vergunningplicht is vastgelegd in artikel 2:25 van de APV. In de APV en deze beleidsregel ‘vergunningverlening evenementen Lelystad’ kan worden nagegaan welke acties er nodig zijn om uiteindelijk een evenement te kunnen houden.

2. VERANTWOORDELIJKHEDEN EN WETTELIJK KADER

2.1 Verantwoordelijkheden

De burgemeester is verantwoordelijk voor het handhaven van de openbare orde en voor de generieke handhaving van de openbare veiligheid in de gemeente.

In dat kader stelt de burgemeester voorschriften in de evenementenvergunning en ziet hij toe op de naleving daarvan.

De organisator van een evenement is verantwoordelijk voor een ordelijk en veilig verloop van een evenement. Dit geldt zowel in de voorbereidingsfase, de realisatiefase alsook in de afbouwfase. Ook geldt dit in gebouwen waar een evenement wordt gehouden, het evenemententerrein en in de (nabije) omgeving waarvan men gebruik maakt, bijvoorbeeld de openbare weg, parkeerterreinen of een parcours.

Bij het voorbereiden, beoordelen en realiseren van een veiligheidsorganisatie van een evenement zijn vele partijen betrokken met ieder een eigen rol en verantwoordelijkheden. Daarover wordt verder ingegaan in de volgende hoofdstukken.

2.2 Wettelijk kader

De basis van het wettelijk kader voor de organisatie van evenementen, en in het bijzonder de veiligheid bij evenementen, wordt gevormd door:

  • a.

    De Gemeentewet ( Gem.wet )

    In de Gemeentewet is de burgemeester aangewezen en belast met het toezicht op openbare samenkomsten en vermakelijkheden.

    De burgemeester heeft bevoegdheden om voorschriften aan een evenementenvergunning te verbinden, een evenement te verbieden of een evenement voortijdig te beëindigen. Ook kan de burgemeester noodbevelen geven en of noodverordening afkondigen in verband met het beschermen van de veiligheid en gezondheid.

  • b.

    Wet veiligheidsregio’s ( Wvr )

    Doel van de Wet veiligheidsregio’s is een efficiënte en kwalitatief hoogwaardige organisatie van brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening, rampenbestrijding en crisisbeheersing onder één regionale bestuurlijke regie te vangen.

    In de wet is onder andere opgenomen dat het college van burgemeester en wethouders is belast met de organisatie van de brandweerzorg, de rampenbestrijding en crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening.

    Verder geeft de wet bijzondere bevoegdheden aan de burgemeester zoals het gezag bij brand of ongevallen en het opperbevel bij rampen of ontstaan van een ernstige vrees daarvan.

    De wet vormt de basis van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen (Bgbop). Dit Besluit geeft regels over het brandveilig gebruik van voor mensen toegankelijke plaatsen en regels over de basishulpverlening op die plaatsen. Het betreft dan plaatsen die in georganiseerd verband worden gebruikt zoals straten, pleinen en groenstroken en waar constructies (bouwsels) zoals tribunes, podia, (circus) tenten aanwezig zijn die kortstondig worden gebruikt en waar groepen mensen verblijven (o.a. evenementen).

  • c.

    De Algemene wet bestuursrecht ( Awb )

    In de Algemene wet bestuursrecht worden kaders aangegeven voor het aanvragen en verlenen van beschikkingen zoals evenementenvergunningen. In de wet staan onder andere regels over het omgaan met vergunningaanvragen, het bekend maken daarvan en over het indienen van bezwaar en beroep.

  • d.

    De Algemene plaatselijke verordening Lelystad (APV).

    Zoals in hoofdstuk 1 is aangegeven vormt de APV de grondslag voor het verlenen van een evenementenvergunning. Een vergunningaanvraag voor een evenement wordt getoetst aan de belangen die in de APV zijn opgenomen. Die belangen hebben betrekking op:

    • -

      De openbare orde;

    • -

      De openbare veiligheid;

    • -

      De volksgezondheid;

    • -

      De bescherming van het milieu.

  • In de APV is ook bepaald dat de burgemeester nadere regels kan vast stellen. Dit zijn extra verplichtingen voor de vergunningaanvrager. Deze nadere regels kunnen betrekking hebben op de meldingsplicht, vechtsportevenementen of -gala’s, brandveiligheidsvoorschriften, constructieve voorschriften, bepalingen voor Koningsdag en Bevrijdingsdag, verplichte communicatie en afwijkingen van de standaard geluidbepalingen. In Lelystad heeft de burgemeester nadere regels vastgesteld2 .

  • e.

    De Verordening fysieke leefomgeving Lelystad 2021 (VFL)

    In juli 2021 is in Lelystad de Verordening fysieke leefomgeving Lelystad 2021 in werking getreden.

    In deze Verordening zijn de regels uit verschillende verordeningen samengevoegd die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving. Zo zijn ook delen van de APV overgeheveld naar deze verordening. In het kader van evenementen zijn bijvoorbeeld de regels van geluid opgenomen in de VFL. De VFL wordt na inwerkingtreding van de Omgevingswet verwerkt in het omgevingsplan. De Omgevingswet treedt per 1 januari 2024 in werking.

Beleidsregel vergunningverlening evenementen Lelystad

In deze beleidsregel ‘vergunningverlening evenementen Lelystad’ is nader beschreven op welke wijze uitvoering wordt gegeven aan het wettelijk kader en de verkrijging van een evenementenvergunning.

Overige wetgeving

Niet alleen de hiervoor genoemde wetten spelen een rol bij een vergunningaanvraag voor evenementen. Er zijn tal van wetten die ook van belang kunnen zijn bij het organiseren van een evenement. Voorbeelden daarvan zijn3 :

  • -

    Alcoholwet;

  • -

    Warenwet;

  • -

    Wet publieke gezondheid;

  • -

    Wet milieubeheer;

  • -

    Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus;

  • -

    Wegenverkeerswet 1994;

  • -

    Wet natuurbescherming;

  • -

    Woningwet

  • -

    Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • -

    Zondagswet.

Een nadere toelichting over deze en andere wettelijke bepalingen en richtlijnen die van belang kunnen zijn bij evenementen, zijn in de bijlagen van deze beleidsregel opgenomen. Deze bijlagen maken deel uit van deze beleidsregel.

3. VERGUNNINGEN EN DE ROL VAN DE GEMEENTE

3.1 Evenementenvergunning

De burgemeester verleent de evenementenvergunning op grond van artikel 2:25 van de APV. De vergunning bevat voorschriften en beperkingen waaronder het evenement mag plaatsvinden. Ook kunnen de nadere regels zoals vermeldt in artikel 2:25A van de APV van toepassing zijn. Voorafgaand aan het verlenen van een vergunning, is de vergunningaanvraag getoetst door verschillende partijen, zoals de politie, de Veiligheidsregio en diverse gemeentelijke afdelingen zoals verkeer en vervoer. Voornoemde partijen adviseren vervolgens de gemeente op de vergunningaanvraag. Dit wordt in hoofdstuk 4 verder toegelicht.

Tijdens het evenement kan er worden gehandhaafd als de organisator zich niet houdt aan de voorschriften van de vergunning. Afhankelijk van de overtreding is handhaving maatwerk. Dit kan uiteenlopen van het herstellen van het naleven van een voorschrift, tot het beëindigen van het evenement. In hoofdstuk 5 wordt toezicht en handhaving verder beschreven.

Artikel 2:25 en artikel 2:25A luiden als volgt.

Artikel 2:25Evenementenvergunning

  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren.

  • 2.

    Bij de indiening van de vergunningaanvraag worden de gegevens, bedoeld in artikel 2.3 van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen, aangeleverd voor zover voor het evenement een gebruiksmelding zou moeten worden gedaan op grond van artikel 2:1, eerste lid, van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen.

  • 3.

    Geen vergunning is vereist voor een klein evenement, als de organisator ten minste acht werkdagen voorafgaand aan het evenement daarvan melding heeft gedaan aan de burgemeester op een daartoe vastgesteld meldingsformulier.

  • 4.

    De burgemeester kan binnen acht werkdagen na ontvangst van de melding besluiten een klein evenement te verbieden, als er aanleiding is te vermoeden dat daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt.

  • 5.

    Het verbod is niet van toepassing op een wedstrijd op of aan de weg, in situaties waarin voorzien wordt door artikel 10 juncto 148 van de Wegenverkeerswet 1994.

  • 6.

    Het derde lid is niet van toepassing op krachtens artikel 2:24, tweede lid, onder e, genoemde vechtsportwedstrijden of -gala’s.

  • 7.

    Het derde lid is niet van toepassing op een evenement dat plaatsvindt in een gebouw en het gebruik niet overeenkomt met de gebruiksvergunning of – melding van dat gebouw.

  • 8.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de burgemeester een vergunning als bedoeld in eerste lid weigeren als de organisator of de aanvrager van de vergunning in enig opzicht van slecht levensgedrag is.

  • 9.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de burgemeester een vergunning geheel of gedeeltelijk weigeren indien:

    • a.

      de vooraankondiging van een B- of een C-evenement niet vóór 1 november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de jaarkalender wordt vastgesteld is ingediend;

    • b.

      een A-evenement niet tenminste acht weken voor aanvang van het evenement is ingediend;

    • c.

      een B- of C-evenement niet tenminste zestien weken voor aanvang van het evenement is ingediend;

    • d.

      het evenement niet past binnen het evenementenvergunningenbeleid en de locatieprofielen van Lelystad.

  • 10.

    Op de aanvraag om een vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

Artikel 2:25ANadere regels

De burgemeester kan in het belang van:

  • a.

    de openbare orde;

  • b.

    de openbare veiligheid;

  • c.

    de volksgezondheid;

  • d.

    de bescherming van het milieu;

nadere regels stellen ten aanzien van de in artikel 2:24, eerste lid, bedoelde activiteiten en evenementen en categorieën evenementen zoals bedoeld in artikel 2:24, tweede en vierde lid.

3.2 Meldingsplicht en vergunningsplicht

Onderscheid melding en vergunning

Niet alle publieksactiviteiten in de openbare ruimte van de gemeente Lelystad zijn een

Vergunning plichtig evenement. Kleinschalige activiteiten, zoals een niet commercieel straatfeest of een buurtbarbecue zijn in het algemeen op grond van artikel 2:24 van de APV en de nadere regels evenementen4 zelfs meldingsvrij. In de gemeente Lelystad is er bij de overige activiteiten een onderscheid in meldings-plichtige en vergunnings-plichtige evenementen.

Meldingsplicht

Evenementen die voldoen aan de voorwaarden van een klein evenement zoals bedoeld in artikel 2:24, derde lid, van de APV, zijn niet vergunning-plichtig maar moeten wel gemeld worden. Als algemene richtlijn geldt dat het bij meldingen overwegend gaat om kleinschalige activiteiten met lage bezoekersaantallen, waarbij geen sprake is van aanvullende (verkeers- of veiligheids)maatregelen of benodigde inzet door de gemeente of de hulpdiensten.

afbeelding binnen de regeling

Als bij toetsing blijkt dat de melding niet voldoet aan de voorwaarden, geldt in principe een vergunningplicht. Er wordt dan contact opgenomen met de organisator om meer duidelijkheid te krijgen over het evenement en op welke wijze de melding verder moet worden afgedaan.

De burgemeester heeft de mogelijkheid om een klein evenement te verbieden als de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt.

Vergunningplicht

Als een evenement niet vergunningsvrij of melding plichtig is, moet er een vergunning worden aangevraagd op grond van artikel 2:25 van de APV. Afhankelijk van de behandelclassificatie, of het een A, B of C evenement betreft, wordt de behandelprocedure bepaald.

Een evenementenvergunning is in ieder geval vereist bij alles wat aan festiviteiten of activiteiten plaatsvindt in de open lucht en/of in het openbaar gebied of plaatsen en gebouwen die in principe niet voor deze festiviteiten of activiteiten bedoeld zijn.

Voorbeelden van situaties wanneer een evenementenvergunning is vereist:

  • -

    Het evenement is voor publiek toegankelijk, bijvoorbeeld een muziekfeest;

  • -

    Een themamarkt of braderie. Bij dergelijke markten gaat het niet alleen om de verkoop, maar ook om het vermaak. Daarmee is een dergelijke markt een evenement en is een evenementenvergunning nodig;

  • -

    Een evenement in een tent, open lucht of bestaand gebouw, maar die plaats wordt normaal niet voor een dergelijk evenement gebruikt. Een voorbeeld van een dergelijke locatie is een sporthal een schuur of een fabriekshal. Een voorbeeld van een activiteit is een open dag in een fabriek, school of bij de brandweerkazerne;

  • -

    Een wedstrijd op of aan de weg. Een voorbeeld van een wedstrijd is een wielerronde. Naast de ontheffing op grond van de Wegenverkeerswet is een evenementenvergunning vereist. De evenementenbepaling is hier aanvullend op de bepalingen van de Wegenverkeerswet.

Verder geldt ook een vergunningplicht als het gaat om een activiteit die niet behoort tot de normale bedrijfsvoering van een bedrijf of instelling. Dit is ook het geval als er in een inrichting activiteiten plaatsvinden die een zodanige uitstraling op de omgeving hebben, dat voorschriften gesteld moeten worden in het belang van de openbare orde en veiligheid. Denk hierbij aan het aanstellen van extra beveiligers of verkeersregelaars om een en ander in goede banen te leiden of het creëren van extra parkeerplaatsen vanwege de grote toeloop.

Wanneer is geen evenementenvergunning vereist?

Voor besloten feesten die niet in het algemeen toegankelijk zijn en op eigen terrein plaatsvinden, is doorgaans geen evenementenvergunning nodig. Bijvoorbeeld een bruiloftsfeest of een bedrijfsfeest, waar aan de hand van uitnodigingenlijsten publiek aanwezig is en er geen sprake is van voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak. Er moet dus sprake zijn van duurzaam onderling verband dat bestaat tussen het gezelschap. Maar wanneer een feest een “besloten” karakter heeft en er publiekelijk kaarten worden verkocht en/of reclame wordt gemaakt, is er sprake van een evenement. Ook kunnen andere aspecten een rol spelen die een evenementenvergunning noodzakelijk maken in het belang van de openbare orde, openbare veiligheid, volksgezondheid en milieu. Denk hierbij aan evenementen waarbij meerdere grote objecten worden geplaatst (springkussens, (party)tenten, foodtrucks, attracties) of waarbij meer geluid wordt geproduceerd dan normaal. Ook kan brandveiligheid een rol spelen met betrekking tot veilige vluchtwegen en aanwezigheid van brandblussers etc., op moment dat een besloten feest in een ruimte wordt gehouden die daarvoor niet bestemd is (b.v. in een boerenschuur of sportzaal). Een ander aspect is het aantal bezoekers aan een evenement. Veel bezoekers op een bepaalde locatie kan leiden tot een risico van de openbare orde of een verstoring van het woon- en leefklimaat.

Evenementen in een horeca-inrichting of sociaal-cultureel centrum

Voor evenementen, activiteiten en festiviteiten in een horeca-inrichting of sociaal cultureel centrum is geen evenementenvergunning vereist, mits het gebruik past binnen het gebruik van de inrichting. Een andere meer incidenteel plaatsvindende activiteit dan het gelegenheid geven tot dansen (bijv. het optreden van een (bekende) band, een houseparty, optreden van een bekende disc-jockey) kan wel als een evenement worden aangemerkt.

Opgemerkt wordt dat het gaat om een activiteit die niet behoort tot de normale bedrijfsvoering. Dit is ook het geval als er in een inrichting activiteiten plaatsvinden die een zodanige uitstraling op de omgeving hebben, dat voorschriften gesteld moeten worden in het belang van de openbare orde en veiligheid. Denk hierbij aan het aanstellen van extra beveiligers of verkeersregelaars om een en ander in goede banen te leiden of het creëren van extra parkeerplaatsen vanwege de grote toeloop.

Bepaalde sportactiviteiten door sportverenigingen

Reguliere wedstrijden en toernooien op sportvelden vinden plaats onder toezicht van een sportbond die is aangesloten bij sportkoepel NOC*NSF, bijvoorbeeld de KNVB. Hiervoor hoeft geen evenementenvergunning te worden aangevraagd. De buitensportcomplexen zijn immers berekend op deze activiteiten. De burgemeester hoeft daarom niet iedere keer te beoordelen of een wedstrijd of toernooi kan worden gehouden. Dit geldt ook voor locaties voor recreatieve sportactiviteiten die hiervoor zijn ingericht.

Voor andere activiteiten, ook als deze op een sportcomplex plaatsvinden, moet wel een evenementenvergunning worden aangevraagd, omdat de openbare orde, de zedelijkheid of de volksgezondheid of de bescherming van het milieu in het geding kan zijn. Voorbeelden zijn o.a. overnachtingsweekeinden, kindervakantiespelen of de viering van Koningsdag. Maar ook als er buiten reguliere sportwedstrijden wedstrijden plaatsvinden waarbij een grote toeloop wordt verwacht. Voor vechtsportevenementen moet altijd een evenementenvergunning worden aangevraagd.

Op feesten die worden gehouden in de inrichting na afloop van een sporttoernooi zijn de regels voor wat betreft de alcoholwetvergunning, de sluitingstijden, het Activiteitenbesluit en het bestuursreglement van toepassing.

3.3 De rol van de gemeente bij vergunningverlening

De gemeente heeft de regie op het vergunningenproces. De gemeente:

  • -

    bepaalt de behandelaanpak;

  • -

    vraagt advies aan bij de relevante partijen zoals de politie, de veiligheidsregio (brandweer en GHOR GGD (Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio), Provincie, Waterschap, Rijkswaterstaat, Staatsbosbeheer etc..;

  • -

    vraagt advies aan relevante gemeentelijke diensten zoals omgevingsvergunningen en mobiliteit;

  • -

    bundelt en weegt de adviezen;

  • -

    organiseert de multidisciplinaire afstemming, zo nodig met de organisator;

  • -

    is de centrale spil in de informatieprocessen en besluitvorming.

Zoals aangegeven zijn verschillende gemeentelijke diensten betrokken bij evenementen:

  • -

    Team Stadstoezicht heeft de regie in het evenementenvergunningenproces. Dit team neemt de vergunningaanvraag in behandeling, draagt zorg voor het uitzetten en beoordelen van de adviezen en organiseert de multidisciplinaire overleggen. Uiteindelijk draagt team Stadstoezicht ook zorg voor de besluitvorming van de vergunningaanvraag en het publiceren van de vergunningaanvraag en de vergunning;

  • -

    Team Stadstoezicht heeft ook een rol in het toezicht en de handhaving van een evenement. Zij heeft een signalerende en handhavende rol tijdens de opbouwfase, het evenement en de afbouwfase, maar ook in de afhandeling van klachten van evenementen;

  • -

    Team mobiliteit adviseert over de ingediende verkeersplannen;

  • -

    Team Veiligheid heeft een adviserende rol bij evenementen om evenementen veilig te laten verlopen;

  • -

    Team Omgevingsplan en vergunningen speelt een rol bij het toetsen van de constructieve veiligheid van onder andere tenten en podia;

  • -

    Team BOR: verantwoordelijk voor de voor en -naschouw van het evenemententerrein, uitschakelen van VRI (verkeerslichten), wateraansluitingen, het openen en sluiten van stroomkasten en waterputten etc..;

  • -

    Team milieu en duurzaamheid adviseert over de voorschriften in de evenementenvergunning over de geluidsnormering en aspecten als flora en fauna en stikstof;

  • -

    Team EZ voert het beleid uit van ‘Lelystad Evenementenstad’. In het kader daarvan vindt afstemming plaats tussen de accountmanager evenementen en het vergunningenteam van Stadstoezicht.

Rol Stichting Evenementen Coördinatie Lelystad (ECL)

ECL kan organisatoren ondersteunen en adviseren bij hun vergunningaanvraag. Ook kijkt ECL naar alternatieve mogelijkheden als soortgelijke evenementen gelijktijdig gepland zijn. Als sprake is van nieuwe evenementen die niet in de hierna genoemde jaar evenementenkalender zijn opgenomen, onderzoekt ECL in afstemming met de gemeente welke mogelijkheden er zijn.

ECL neemt geen vergunningaanvragen in behandeling, dat doet de gemeente.

Ook kan ECL namens de gemeente een aantal facilitaire zaken verzorgen, zoals vuilnisbakken afzetmateriaal.

De regionale jaarkalender evenementen

De gemeente stelt jaarlijks een jaarkalender evenementen op. De jaarkalender evenementen wordt gehanteerd om de betrokken partijen al vroegtijdig in de bij hun rol en verantwoordelijkheid passende positie te brengen. Jaarlijks worden de bij de gemeente bekende organisatoren gevraagd of zij voor 1 november van ieder kalenderjaar de gewenste data voor het betreffende of nieuwe evenement in het opvolgende jaar willen melden. De meldingen leiden tot een eerste overzicht van initiatieven die men in Lelystad en in Flevoland wil organiseren. Het overzicht wordt aangevuld met nieuwe initiatieven die zich aandienen.

In het streven van Lelystad om met een evenwichtig aanbod haar imago en positie als evenementenstad te versterken is het belangrijk dat de jaarkalender wordt afgestemd met het gemeentelijke team dat verantwoordelijk is voor citymarketing, zodat initiatieven getoetst kunnen worden aan de citymarketingstrategie en de imagoversterkende werking van de initiatieven.

Na deze afstemming wordt door de gemeente de jaarkalender evenementen opgesteld en ter vaststelling voorgelegd aan de burgemeester. Hierbij wordt op basis van de behandelscan een eerste globale inschatting gemaakt van de impact van de evenementen op het gebied van openbare orde en veiligheid en de (regionale) effecten daarvan voor de hulpverleningsdiensten. Dit geeft de geëigende behandelaanpak (reguliere aanpak dan wel risicoaanpak) en de bijbehorende behandeltermijn aan.

Het doel van de jaarkalender evenementen is daarmee meerledig.

  • -

    De kalender verschaft duidelijkheid aan organisatoren en belanghebbenden (zoals bewoners en bedrijven);

  • -

    De accountmanager evenementen kan al vroegtijdig adviseren in het licht van de imagoversterkende werking van initiatieven;

  • -

    De gemeente is in staat tijdig het proces tot completeren van de formele vergunningaanvraag te starten;

  • -

    De gemeente is in staat het proces van beoordeling en advisering voor te bereiden;

  • -

    De hulpverleningsdiensten zijn in staat te anticiperen op de impact van een activiteit in regionaal perspectief en kunnen als zodanig tijdig bekijken of er voldoende bezetting is;

  • -

    De kalender geeft inzicht in spreiding van evenementen zodat bijvoorbeeld dezelfde soort of grote evenementen niet gelijktijdig plaatsvinden. Ook geeft het duidelijkheid over de beschikbaarheid van locaties.

De gemeente levert de vastgestelde jaarkalender aan bij de Veiligheidsregio. Ook nadat de jaarkalender is vastgesteld, kunnen nog aanvragen binnenkomen. Deze aanvragen zullen per geval en in relatie tot de reeds vastgestelde jaarkalender bekeken worden. Dit betekent niet dat deze aanvragen op voorhand worden uitgesloten van een vergunning. Bij de behandeling van deze aanvragen wordt getoetst aan de weigeringsgronden van de APV en de nadere regels evenementen. De burgemeester kan (de aanvraag voor) een evenementenvergunning, geheel of gedeeltelijk weigeren als de vooraankondiging van een B- of een C-evenement niet vóór 1 november van het jaar, voorafgaand aan het jaar waarin de jaarkalender wordt vastgesteld, is ingediend.

Vergunningaanvragen voor B- en C evenementen die na 1 november worden ingediend worden eerst kwalitatief getoetst. Als deze toets positief uitvalt en als er geen ander toegelaten evenement op de kalender op dezelfde locatie of hetzelfde tijdstip plaatsvindt, (met een marge van drie weken voor of na een soortgelijke activiteit), wordt het evenement op de kalender geplaatst. Dit betreft slechts een voorlopige toestemming voor het gebruik van de betreffende locatie op de aangegeven data.

Organisatoren die hun evenement op de kalender geplaatst zien, kunnen er niet zonder meer van uitgaan dat hun evenement daadwerkelijk kan doorgaan. Hiertoe moet het volledige vergunningentraject doorlopen worden.

De burgemeester heeft altijd de bevoegdheid om, als daar voldoende aanleiding voor is, de vergunning te weigeren, gedeeltelijk te weigeren of, als deze al verleend is, in te trekken of te wijzigen. Dit laatste zal in de regel alleen gebeuren als sprake is van gewijzigde omstandigheden die vooraf niet te voorzien waren. Denken aan bijvoorbeeld ( een dreiging van) rellen, stakingen, noodweer, een ramp, of nationale rouw.

De regionale evenementenkalender

De jaarkalender evenementen van alle gemeenten in Flevoland wordt aangeleverd bij de Veiligheidsregio. De Veiligheidsregio stelt vervolgens een regionale evenementenkalender op. Deze geeft gemeenten in Flevoland en hulpverleningsdiensten inzicht in de spreiding van evenementen over locaties en tijdstippen. Hiermee kan de benodigde capaciteit vanuit de hulpverleningsdiensten worden geïnventariseerd en wordt tijdig inzicht verschaft over samenvallende aandachts- en risicovolle evenementen.

De Veiligheidsregio beheert de regionale evenementenkalender. De kalender geeft een totaaloverzicht van alle aandacht- en risicovolle evenementen binnen de regio. Het veiligheidsbureau adviseert aan de hand van de regionale evenementenkalender de Veiligheidsdirectie over de risico’s bij het samenvallen van aandachts- en risicovolle evenementen in de regio.

Het is mogelijk dat na het aanbieden van de evenementenkalender bij de Veiligheidsdirectie alsnog aanvragen voor evenementen worden ingediend. Bij het constateren van knelpunten biedt het veiligheidsbureau de regionale evenementenkalender met een aanvullend advies aan bij de Veiligheidsdirectie.

4. HET VERGUNNINGENPROCES

4.1 Uitgangspunten vergunningenproces evenementen

De vergunningprocedure van de gemeente is afgestemd op de landelijke Handreiking Evenementenveiligheid (HEV). Ook het in deze beleidsregel genoemde handboek Evenementen Veiligheid is volledig afgestemd op de HEV 2018.

De HEV 2018 beschrijft hoe uitvoering gegeven kan worden aan de veiligheidsketen (preventie, preparatie, respons en nafase) bij evenementen. Daarin zijn de volgende uitgangspunten opgenomen:

  • -

    een evenement is een voor publiek toegankelijke samenkomst of vermakelijkheid waarvoor een vergunning of ontheffing is vereist;

  • -

    de burgemeester is verantwoordelijk voor het toezicht op c.q. de handhaving van de openbare orde en openbare veiligheid bij evenementen;

  • -

    de organisator van een evenement is primair verantwoordelijk voor een veilig en ordelijk verloop van een evenement. (Dat laat onverlet dat ook deelnemers/toeschouwers bij dat evenement een eigen verantwoordelijkheid hebben en houden voor hun eigen veiligheid en die van anderen). Vergunningen en ontheffingen van het bevoegd gezag zijn belangrijke instrumenten om eisen te stellen aan de organisator bij een (dreigende) aantasting van de openbare orde en veiligheid;

  • -

    de OOV diensten (van de veiligheidsregio’s, politie en gemeenten) ondersteunen de vergunningverlener bij het beantwoorden van drie kernvragen:

    • 1.

      Wat is er aan de hand, en hoe erg is dat?

    • 2.

      Wie moeten daar wat aan doen?

    • 3.

      Hoe doen zij dat, en waarmee?

  • -

    De (niet) wettelijke adviesplicht van de OOV diensten hangt af van het soort evenement. De HEV 2018 gaat uit van drie soorten evenementen:

    • A.

      Een regulier evenement;

    • B.

      Een aandacht evenement;

    • C.

      Een risicovol evenement.

De behandelscan van de HEV 2018 is een hulpmiddel bij het bepalen van het soort evenement waaronder de aanvraag valt.

4.2 Soorten evenementen

Bij de behandeling van een vergunningaanvraag voor evenementen worden in Lelystad de volgende soorten evenementen aangehouden. Deze soorten evenementen opgenomen in artikel 2:24 van de APV.

  • -

    A-evenement: evenement waarbij sprake is van een beperkte impact op de omgeving en beperkte gevolgen voor het verkeer;

  • -

    B-evenement: evenement waarbij sprake is van een grote impact op de directe omgeving en/of gevolgen voor het verkeer;

  • -

    C-evenement: evenement waarbij sprake is van een grote impact op de stad en/of regionale gevolgen voor het verkeer.

Aan de hand van een behandelscan wordt bepaald waaronder de vergunningaanvraag valt en wordt de aanvraag verder behandeld.

4.3 Behandelscan evenementen

Op basis van de behandelscan wordt bepaald of een evenement een A-, B-, of C evenement is. Aan de hand van de gegevens van de evenementenaanvraag wordt de scan ingevuld en wordt er gekeken welke risico’s er zijn voor de openbare orde, openbare veiligheid, de volksgezondheid en/of het milieu. Op basis van de uitkomst van de scan kunnen nadere adviezen worden gevraagd bij de adviserende partners.

Op basis van de behaalde puntenscore wordt per activiteit beoordeeld waaronder het evenement valt en welke risico’s aan het evenement zijn verbonden. Hieronder wordt de behandelaanpak en behandel/indieningstermijn van het soort evenement aangegeven.

Categorie

Omschrijving

Behandelaanpak

Termijn

 
 
 

A

Evenement, waarbij het (zeer) onwaarschijnlijk is dat die gebeurtenis leidt tot risico’s voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu en maatregelen of voorzieningen vergen van het daartoe bevoegd gezag om die dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken.

Reguliere aanpak

Mono

disciplinaire advisering door adviespartners

8 weken

B

Evenement, waarbij het mogelijk is dat die gebeurtenis leidt tot risico’s voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu en maatregelen of voorzieningen vergen van het daartoe bevoegd gezag om die dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken.

Keuze

reguliere aanpak of risicoaanpak

Mono

disciplinaire advisering door adviespartners

of

een gecoördineerde risicoaanpak, multidisciplinaire advisering en voorbereiding door de adviespartners.

16 weken

C

Evenement, waarbij het (zeer) waarschijnlijk is dat die gebeurtenis leidt tot risico’s voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu en maatregelen of voorzieningen vergen van het daartoe bevoegd gezag om die dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken.

Risicoaanpak

Een gecoördineerde risicoaanpak, multidisciplinaire advisering en voorbereiding door de adviespartners.

16 weken

4.4 Behandeling vergunningaanvraag

Voor alle A-evenementen geldt op basis van artikel 2:25 van de APV dat de aanvraag tot vergunning uiterlijk 8 weken voor het evenement bij de gemeente moeten worden aangeleverd. De indieningstermijn voor B en C -evenementen is 16 weken.

Deze tijd is nodig omdat de aanvraag en bijbehorende plannen ter advisering naar de hulpverleningsdiensten gestuurd worden.

De vergunningaanvraag wordt via de volgende stappen behandeld:

  • 1.

    Aanmelden evenement voor de jaarkalender evenementen;

  • 2.

    Indienen van de vergunningaanvraag door de organisator;

  • 3.

    Behandeling van de vergunningaanvraag door de gemeente;

  • 4.

    Besluit nemen op vergunningaanvraag door gemeente.

Ad 1Aanmelden evenement voor de jaarkalender evenementen

Organisatoren die hun evenement aangemeld hebben voor de jaarkalender evenementen, ontvangen van de gemeente een ontvangstbevestiging. Aanmelden voor de jaarkalender wil nog niet zeggen dat er een vergunningaanvraag is ingediend. Wel ontvangt de organisator een bericht met daarin het verzoek om een vergunningaanvraag in te dienen welke indieningstermijn daarvoor geldt. De termijn van indienen is afhankelijk van het soort evenement waaronder het betreffende evenement valt. Dat betekent dat een vergunningaanvraag minimaal respectievelijk 8 weken (voor een A-evenement) of 16 weken (voor een B of C evenement) voor aanvang evenement moet zijn ingediend.

Het vergunningenproces start pas als de daadwerkelijke vergunningaanvraag is ingediend.

Als een nieuwe organisator zich meldt wordt gecheckt of het beoogde evenement niet samenloopt met andere op de jaarkalender opgenomen evenementen. Denk hierbij aan meerjarige evenementen die al sinds jaar en dag in Lelystad worden georganiseerd.

Is dat wel het geval wordt gekeken of de twee evenementen gelijktijdig georganiseerd kunnen worden of er wordt gezocht naar een alternatieve datum.

Ad 2Indienen van de vergunningaanvraag door de organisator

Een vergunningaanvraag moet aan een aantal indieningsvereisten voldoen.

Indieningsvereisten

Afhankelijk van het soort evenement, moet een organisator in ieder geval de volgende stukken aanleveren:

  • -

    een compleet ingevuld aanvraagformulier via de website van de gemeente;

  • -

    een indelingstekening van het evenemententerrein;

  • -

    draaiboek of klein veiligheidsplan (A evenement).

indien van toepassing:

  • -

    constructieve gegevens en veiligheidscertificaten van de te plaatsen objecten, podia, tribunes en tenten;

  • -

    een volwaardig veiligheidsplan (B- en C evenement);

  • -

    een gezondheidsplan (vaak onderdeel van een veiligheidsplan);

  • -

    een geluidsplan (bij grote muziekevenementen);

  • -

    crowdmanagementplan (bij grote evenementen met veel publiek);

  • -

    een mobiliteitsplan (circulatie, parkeren, borden, omleidingen) en een berekening verkeersmodel;

  • -

    een afvalplan;

  • -

    milieuplan.

In een veiligheidsplan staat welke maatregelen de organisator neemt om de openbare orde, gezondheid en veiligheid tijdens het evenement te waarborgen en hoe de organisator optreedt bij incidenten. Het gezondheidsplan, dat veelal onderdeel uitmaakt van het veiligheidsplan, is gericht op de risico's voor het evenement op gezondheidskundig/geneeskundig vlak.

Voor het mobiliteitsplan en het veiligheidsplan zijn modellen beschikbaar. Waar mogelijk stelt de gemeente locatietekeningen beschikbaar aan de hand waarvan de gevraagde indelingstekeningen kunnen worden opgesteld. In de bijlage zijn locatietekeningen opgenomen waar veelvuldig evenementen worden georganiseerd.

Ad 3Behandeling van de vergunningaanvraag door de gemeente.

Een vergunningaanvraag wordt door de gemeente ingeboekt op datum van ontvangst en formeel gecontroleerd op tijdigheid en volledigheid. De organisator ontvangt hierover een bericht.

Als de aanvraag niet tijdig is ingediend kan de gemeente besluiten de aanvraag buiten behandeling te laten. Als de aanvraag niet compleet is of meer aanvullende informatie nodig is, wordt de organisator eenmaal gevraagd de ontbrekende gegevens binnen twee weken aan te leveren. De beslistermijn wordt opgeschort naar de termijn voor het aanleveren van de aanvullende gegevens. Worden de gevraagde gegevens niet (op tijd) aangeleverd dan kan de gemeente besluiten de vergunningaanvraag buiten behandeling te laten.

Ingediende aanvragen worden gepubliceerd. Daarbij wordt de mogelijkheid geboden voor belanghebbenden om een zienswijze in te dienen over de aanvraag. Meldingen worden ook gepubliceerd, alleen hierover kan geen zienswijze worden ingediend.

Vooroverleg

Na ontvangst van de vergunningaanvragen voor de risicovolle B- en C-evenementen wordt een vooroverleg georganiseerd. In dit overleg wordt de aanvraag onder regie van de gemeente besproken met de in- en externe adviespartners. Ook de organisator wordt uitgenodigd om aan dit overleg deel te nemen.

Adviezen van advies instanties/hulpverleningsdiensten

Om een goede afweging te kunnen maken of een evenement kan worden georganiseerd en onder welke voorwaarden, zijn de adviezen van de adviesinstanties noodzakelijk. Zij adviseren vanuit een eigen expertise en van deze adviezen wordt slechts in uitzonderlijke gevallen afgeweken. Onder andere wordt advies gevraagd aan:

  • -

    Politie: openbare orde (crowd-management, crowd-control riot-control), mobiliteit (statisch & dynamisch verkeersmanagement), bewaken & beveiligen en opsporing;

  • -

    Brandweer: brandveiligheid en externe veiligheid;

  • -

    Veiligheidsregio Flevoland Gooi en Vechtstreek;

  • -

    GHOR GGD, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio. Acute- en publieke gezondheidszorg;

  • -

    OFGV -Omgevingsdienst Flevoland en Gooi en Vechtstreek- : milieu en natuur;

  • -

    Gemeente: geluid, verkeer, terreinen, openbare orde;

  • -

    Provincie : Natuur, wegen;

  • -

    Rijkswaterstaat: wegen en water aspecten;

  • -

    Waterschap: zaken die betrekking hebben op dijken, water en afvoer van water.

Ad 4Besluit nemen op vergunningaanvraag door gemeente.

Een vergunning kan ingevolge artikel 1:8 van de APV geweigerd worden in het belang van:

  • -

    De openbare orde;

  • -

    De openbare veiligheid;

  • -

    De volksgezondheid;

  • -

    De bescherming van het milieu.

Verder kan een vergunning op grond van artikel 2:25, achtste lid, van de APV geweigerd worden als de organisator of vergunning aanvrager in enig opzichte van slecht levensgedrag is.

Een vergunning kan ook geweigerd worden op grond van artikel 2:25, negende lid. Daarin is het volgende bepaald.

‘Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de burgemeester kan een vergunning geheel of gedeeltelijk weigeren indien:

  • a.

    de vooraankondiging van een B- of een C-evenement niet vóór 1 november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de jaarkalender wordt vastgesteld is ingediend;

  • b.

    een A-evenement niet tenminste acht weken voor aanvang van het evenement is ingediend;

  • c.

    een B- of C-evenement niet tenminste zestien weken voor aanvang van het evenement is ingediend;

  • d.

    het evenement niet past binnen het evenementenvergunningenbeleid en de locatieprofielen van Lelystad.’

Aan de hand van de hiervoor genoemde weigeringsgronden vindt advisering plaats door de adviespartners. Op de vergunningaanvragen wordt risicogericht geadviseerd. Dit houdt in dat het advies gebaseerd is op de benodigde maatregelen op grond van een reëel beeld van risico’s op het evenement. De aanwezigheid van het risico is daarbij leidend en niet de aanwezigheid van de regel. Dit vergt steeds maatwerk omdat geen een evenement hetzelfde is. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat de grondslag van de adviezen wel gelegen zijn in de wet- en regelgeving echter, er wordt daarbij gekeken naar de geest van de wet.

Vergunningen van A-evenementen worden, bij een positieve advisering van de in- en externe adviespartners onder mandaat verleend namens de burgemeester. Aan de vergunning worden voorschriften verbonden in het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid en het milieu.

B- en C-evenementen zijn niet gemandateerd en worden, bij een positieve advisering van de in- en externe adviespartners, door de burgemeester zelf verleend.

Verleende vergunningen worden gepubliceerd. Belanghebbende hebben dan de mogelijkheid om bezwaar aan te tekenen tegen de vergunning.

Bij negatieve advisering

Bij een gemotiveerd negatief advies van de adviespartners zal de gemeente eerst een overleg met de organisator beleggen om de knelpunten op te lossen. De aanvraag en de daarbij verzamelde adviezen worden voorgelegd aan de burgemeester. De burgemeester besluit of de vergunning al dan niet verleend wordt.

4.5 Wat gebeurt er na vergunningverlening?

Voorbereidend coördinatieoverleg

Na vergunningverlening wordt er, indien nodig, voordat het evenement plaatsvindt, een overleg georganiseerd waarbij het toezicht en de handhaving worden gecoördineerd. De voorschriften worden met de organisator afgestemd en er worden nadere afspraken gemaakt inzake controle en toezicht.

Schouw

De staat van een terrein kan voorafgaande aan het evenement worden geschouwd. Hiervan wordt een schouwrapport opgesteld. Na het evenement vindt een naschouw plaats waarbij de staat van het terrein wordt vergeleken met de schouw vóór het evenement.

Multidisciplinaire schouw risicovolle evenementen

Na vergunningverlening en voor aanvang van alle B- en C-evenementen vindt een multidisciplinaire schouw plaats. De schouw is gericht op het constateren van veiligheidsrisico’s en is bedoeld om veiligheidsrisico’s te voorkomen. De diensten met toezichthoudende taken schouwen het terrein aan de hand van de gestelde vergunningsvoorwaarden. De gemeente is integraal verantwoordelijk voor het uitvoeren van de schouw samen met de betrokken diensten. De organisator wordt onmiddellijk geïnformeerd over knelpunten die tijdens de schouw aan het licht komen. De geconstateerde gebreken moeten voor aanvang van het evenement door de organisator worden opgelost. Lukt dit niet of zijn de gebreken dusdanig ernstig dat dit niet mogelijk is dan kan het evenement alsnog niet plaatsvinden en wordt de vergunning ingetrokken.

Evaluatie

Alle B en C-evenementen worden zo spoedig mogelijk na afloop van het evenement onder verantwoordelijkheid van de gemeente geëvalueerd met de organisatie. A-evenementen worden alleen geëvalueerd indien dit nodig wordt geacht. De uitkomsten daarvan worden meegenomen in de voorbereiding van het evenement voor het volgende jaar.

Bij de evaluatie wordt de effectiviteit van de getroffen maatregelen ten aanzien van de risico’s beoordeeld en worden conclusies getrokken die in het daaropvolgende jaar kunnen leiden tot een nog betere opzet. Ook het verloop van het evenement wordt in dit licht besproken. Bij het overleg zijn in ieder geval de (senior) vergunningverlener en de onderscheidenlijke adviseurs en toezichthouders betrokken.

De insteek van de evaluatie is dat de uitkomsten leiden tot concrete verbeteringen op alle fronten. Bij geconstateerde ernstige overtredingen kunnen eventuele consequenties voor volgende jaren of andere evenementen worden aangegeven. De burgemeester wordt geïnformeerd over de bevindingen van de evaluatie.

De uitkomst van deze evaluatie kan gevolgen hebben zoals;

  • -

    er is geen beletsel voor een volgende vergunningverlening;

  • -

    de betreffende deelplannen vragen om aanpassing;

  • -

    er worden andere of strengere voorschriften verbonden aan de het evenement;

  • -

    er kunnen minder strenge voorschriften worden verbonden aan het evenement;

  • -

    de wijze van informatievoorziening aan omwonenden wordt aangepast;

  • -

    er worden in de toekomst geen vergunningen meer verstrekt voor het betreffende evenement in ongewijzigde vorm.

Ook eventuele op- en aanmerkingen c.q. klachten van belanghebbenden uit de buurt worden meegenomen in de evaluatie. Op onderdelen kan er naar aanleiding van specifieke omgevingsgerichte hinderaspecten voor een aanvrager aanleiding zijn om voor een volgende editie een activiteit te wijzigen.

Van de evaluatie wordt een verslag gemaakt, dit verslag wordt ook aan de organisator uitgereikt. De evaluatie is mede bepalend voor de afspraken die gemaakt worden bij een volgende editie van het evenement. De organisator van het betreffende evenement kan eventuele aanpassingen doorvoeren in de planvorming en de voorbereiding van de aanvraag tot vergunning bij een opvolgende editie van het evenement.

5. TOEZICHT EN HANDHAVING

Er wordt toezicht gehouden op de naleving van de vergunningvoorschriften bij een evenement. Zo nodig wordt er gehandhaafd.

Enerzijds wil Lelystad een gastvrije stad zijn die bol staat van de initiatieven en evenementen. Anderzijds moeten organisatoren van deze activiteiten en evenementen de veiligheid kunnen waarborgen. Een bezoeker moet zich veilig voelen bij een evenement. Het is aan de gemeente om in het spanningsveld tussen deze verschillende belangen de balans aan te brengen. De focus ligt daarbij op het waarborgen van de veiligheid en gezondheid. In het voorkomende geval kan dit betekenen dat deze aspecten moeten prevaleren boven de gastvrijheid.

Zowel in de begeleiding van organisatoren in het vergunningverleningstraject als bij toezicht en handhaving wil Lelystad de balans tussen ambities en veiligheid in stand houden. De gemeente wil daarbij binnen de gestelde kaders organisatoren van evenementen voldoende lucht geven om initiatieven te kunnen ontplooien en evenementen te kunnen organiseren.

5.1 Uitgangspunt: vertrouwen in de organisator

Voor het toezicht- en handhavingsbeleid bij evenementen betekent dit dat de gemeente het vertrouwen in organisatoren heeft dat zij de vergunningsvoorschriften en de andere op het evenement van toepassing zijnde regels maximaal naleven. De organisator krijgt de lucht en ruimte om zijn verantwoordelijkheid te nemen en te houden.

De organisator is verantwoordelijk voor een veilig, ordelijk en rustig verloop van een evenement. Door middel van private diensten zoals beveiliging, EHBO en dergelijke kan een organisator er voor zorgen dat voor, tijdens en na het evenement de veiligheid en orde gewaarborgd wordt. Dit laat onverlet dat de gemeente en partners toezicht kunnen houden en indien nodig te handhaven als niet wordt voldaan aan de vergunningvoorschriften. Voor het houden van toezicht is er een toezichts- en handhavingsprotocol5 vastgesteld.

5.2 De vergunning als leidraad voor toezicht en handhaving

Zoals eerder aangegeven ligt de wettelijk toebedeelde taak van de gemeente bij evenementen op het gebied van openbare orde en veiligheid. Dit vertaalt zich in een transparant proces rondom vergunningverlening en toezicht en handhaving. In het vergunningverleningsproces worden de plannen van organisatoren zorgvuldig getoetst en afgestemd met de betrokken hulpverleningsdiensten.

Daar waar nodig worden er op basis van de risicoanalyse en de adviezen van de hulpverleningsdiensten (aanvullende) vergunningsvoorschriften opgesteld. Deze (aanvullende) vergunningsvoorschriften richten zich op de openbare orde, openbare veiligheid, volksgezondheid en milieubescherming. De organisator is verantwoordelijk voor de naleving van de gestelde vergunningsvoorschriften om zo het evenement beheersbaar, veilig en ordelijk te laten verlopen. De gestelde voorschriften gelden voor het gebied waar het evenement wordt georganiseerd en waar eventuele neveneffecten optreden. Het evenemententerrein wordt daarmee tijdelijk aan de openbaarheid onttrokken; dit betekent dat er geen andere activiteiten kunnen plaatsvinden dan die in de vergunning onder de daartoe gestelde voorschriften zijn toegestaan. De gemeente heeft daarbij de verantwoordelijkheid om toe te zien of de vergunningsvoorschriften nageleefd worden en daar waar nodig handhavend op te treden. Een goed evenementenbeleid en veilige evenementen staan of vallen met adequaat toezicht en handhaving waarbij de medewerking van alle betrokkenen essentieel is.

5.3 Controle en toezicht

Op basis van het VTHUP (Vergunningen en Toezicht en HandhavingsUitvoeringprogramma) en het toezichts- en handhavingsprotocol wordt het aantal controles en de aard van het toezicht bepaald. Daarnaast wordt aan de hand van eerdere ervaringen met de organisator en het evenement bepaald of en hoe de controle op de naleving van de vergunningsvoorschriften wordt vormgegeven.

Specifieke risico’s kunnen om een verhoogde alertheid en controle vragen. Het uitgangspunt is dat de organisator op de hoogte is van de voorschriften die er gesteld zijn aan het evenement en de geldende wet- en regelgeving. Diverse partijen kunnen niettemin toezicht houden om er zeker van te zijn dat de organisator zich aan de voorschriften houdt en daarmee dat het evenement op een veilige manier plaatsvindt.

Beoordelingstermijn voor overtredingen.

Een maatregel kan gevolgen hebben voor meerdere evenementen van één organisator. Wanneer een organisator bijvoorbeeld meerdere evenementen per jaar organiseert en er bij één van die evenementen ernstige overtredingen zijn begaan, kunnen er voor de andere evenementen van die organisator extra vergunningsvoorschriften opgesteld worden, dan wel kan de vergunning worden gewijzigd, ingetrokken of geweigerd. De beoordelingstermijn kan teruggaan tot maximaal twee jaar. Hierbij worden alle bestuurlijke maatregelen van de afgelopen twee jaar meegenomen.

Proportionaliteit en subsidiariteit

Een maatregel moet altijd voldoen aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit. De maatregel mag niet verder strekken dan strikt noodzakelijk en bij de keuze uit verschillende bevoegdheden zal geen zwaardere bevoegdheid worden gebruikt dan welke op basis van redelijkheid gewenst is. Handhavingsmaatregelen bij overtredingen zijn primair gericht op herstel van de situatie in de normale toestand. De maatregelen zijn dus niet gericht op het straffen van de organisator.

Multidisciplinair handhavingsprotocol

Om te voorkomen dat organisatoren onevenredig veel verschillende bezoeken van handhavers krijgen en om het totaaloverzicht in beeld te krijgen, vindt er afstemming plaats tussen de toezichthoudende partijen. Er kan bij complexe evenementen worden besloten te werken met een multidisciplinair handhavingsprotocol en coördinatie van toezicht en handhaving. Vastgesteld wordt op welke elementen toezicht noodzakelijk is en wie dit toezicht uit gaat voeren; het gaat daarbij om de werkafspraken tussen alle toezichthoudende partijen. Een coördinerend toezichthouder van de gemeente heeft in dit proces de regie.

Tijdens het evenement

Op basis van het toezichts- en handhavingsprotocol houden de diensten met toezichthoudende taken toezicht tijdens het evenement. Wanneer overtredingen van vergunningsvoorschriften worden geconstateerd volgt er eerst een afstemming met de organisatie om ter plekke het probleem op te lossen. Lukt dat niet wordt het toezichts- en handhavingsprotocol toegepast. Van de constateringen wordt een rapportage opgemaakt. Bij ernstige overtredingen wordt het bestuur geïnformeerd.

5.4 Handhaving

Als blijkt dat de organisator zich niet aan de voorschriften heeft gehouden kunnen er consequenties aan verbonden worden. Een maatregel kan variëren van een bestuurlijke waarschuwing tot onmiddellijke stillegging van het evenement. In eerste instantie wordt er na constatering van een overtreding eerst gewaarschuwd met het doel de situatie te herstellen.

Afhankelijk van de aard en ernst van de geconstateerde overtreding of het niet nakomen van afspraken beslist de gemeente welke bestuurlijke maatregel passend is. De burgemeester, dan wel het college, beschikt over diverse bestuurlijke instrumenten om de openbare orde en veiligheid te beschermen.

Ondertekening

BIJLAGE WET- EN REGELGEVING, RICHTLIJNEN EN BELEID BIJ TOETSING VAN EVENEMENTENAANVRAGEN

Hieronder is wet- en regelgeving en zijn richtlijnen en beleidsregels opgenomen waaraan een vergunningaanvraag voor een evenement kan worden getoetst. Dit overzicht is niet limitatief bedoeld. Afhankelijk van het soort evenement kan ook aan andere regels worden getoetst.

  • 1.

    Veiligheid

Naast de in hoofdstuk 2 genoemde wettelijke kaders waarin diverse bevoegdheden zijn opgenomen om op te treden als de veiligheid in het geding is, is er nog een aantal instrumenten beschikbaar om de veiligheid bij een evenement zoveel mogelijk te beheersen.

Wettelijk kader voor brandveiligheid

Sommige aspecten, zoals brandveiligheid, worden door meerdere wetten bepaald.

Vergunning of melding

Belangrijk voor het kader is of het evenement wordt gehouden in:

  • a.

    een bouwwerk als bedoeld in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) of

  • b.

    een overige plaats, als bedoeld in het Bgbop.

Dit bepaalt namelijk de grondslag van de eventueel benodigde vergunning of melding:

  • -

    een omgevingsvergunning brandveilig gebruik, soms nodig voor een evenement in een gebouw, wordt opgesteld op basis van de Omgevingswet;

  • -

    een gebruiksmelding voor het gebruik van een bouwwerk geschiedt op basis van het Bbl;

  • -

    een gebruiksmelding voor een overige plaats geschiedt op basis van het Bbgbop, vallende onder de Wet Veiligheidsregio’s.

Advies rondom toepassingen brandveiligheid

Bij de voorbereiding van evenementen en daarmee het eventueel adviseren door de brandweer, is de volgende wet- en regelgeving voor de brandveiligheid van belang:

  • -

    de Algemene Plaatselijke Verordening (APV);

  • -

    het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl);

  • -

    het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen (Bbgbop).

De evenementenvergunning op basis van de APV is een vergunning die voor het houden van een evenement is vereist, tenzij een melding voldoende is.

De gemeente en de adviserende overheidsdiensten worden, in geval van meer risicovolle activiteiten, in staat gesteld om te adviseren over de brandveiligheid bij evenementen en eventueel nadere eisen te stellen.

Brandveiligheidsvoorschriften bij evenementen

Op 1 januari 2018 is het “Besluit Brandveilig Gebruik en basishulpverlening Overige Plaatsen” (Bgbop) in werking getreden. Met de komst van dit Besluit gelden er voor het hele land dezelfde regels met betrekking tot de brandveiligheid bij evenementen. In dit besluit wordt onder andere beschreven waaraan een bouwsel, zoals een tent bij een evenement, moet voldoen. Ook worden de indieningsvereisten opgenomen om een verblijfsruimte aan deze voorwaarden te kunnen toetsen. In de APV is een bepaling opgenomen dat gegevens met betrekking tot dit Besluit aangeleverd kunnen worden bij de vergunningaanvraag voor het evenement (artikel 2;25, lid 2, van de APV).

Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)

Voor een inpandig evenement, in een gebouw of bouwwerk, waarbij meer dan 150 personen tegelijkertijd aanwezig zijn, moet op basis van het Bbl een gebruiksmelding worden gedaan. Voor een evenement in een gebouw of bouwwerk is, bij afwijkend gebruik, op basis van het Bbl eveneens een gebruiksmelding nodig. Als de lokaliteit wordt gebruikt waarvoor deze bestemd is, is er geen gebruiksmelding nodig. Voorbeelden hiervan zijn een filmfestival in een bioscoop of een dansfeest in een dansgelegenheid. Als een pand of ruimte anders gebruikt wordt dan waarvoor deze bestemd is dan moet mogelijk een gebruiksmelding gedaan worden of een gebruiksvergunning worden aangevraagd. Afhankelijk van welke activiteit er wordt georganiseerd, kan tevens een melding vereist zijn of een evenementenvergunning. Voorbeelden hiervan zijn een personeelsfeest in een fabriekshal, of een open dag in een bedrijf. Deze melding of vergunning is noodzakelijk om de openbare orde en (brand)veiligheid te kunnen waarborgen.

Richtlijn voor Constructieve Toetsingscriteria bij een aanvraag voor een Evenementenvergunning

Alle evenementen kennen hun eigen publiek en eigen specifieke randvoorwaarden en voorzieningen. Het is niet efficiënt en uniform als elk plaatselijk bestuur zijn eigen regels opstelt voor de technische eisen aan constructieve onderdelen. Objecten (bouwsels), zoals podia, tribunes, tenten en decor-schermen worden getoetst aan duidelijke en eenduidige regels.

Door de vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland en het Centraal Overleg Bouwconstructies is de “Richtlijn voor constructieve toetsingscriteria bij een aanvraag voor een evenementenvergunning6 ” vastgesteld. Deze richtlijn geeft eenduidige veiligheidseisen op basis waarvan op een verantwoorde manier (beheersbaar risico) een evenement kan worden voorbereid en een vergunning kan worden verleend. Zo wordt duidelijkheid gegeven aan zowel organisatoren, leveranciers van tenten, podia en tribunes e.d., als aan de verschillende overheden die een evenementenvergunning moeten verlenen. De richtlijn is ook als zodanig opgenomen in het Nederlands Handboek Evenementenveiligheid, dat als denkkader wordt gehanteerd bij deze beleidsregel. Verder is de richtlijn opgenomen in de nadere regels evenementen. Dit houdt in dat een voorschrift in de evenementenvergunning kan worden opgenomen om zich te houden aan deze richtlijn.

Wegenverkeerswet

De Wegenverkeerswet 1994 schrijft de wegbeheerders in Nederland voor om bij het uitvoeren van bepaalde verkeersmaatregelen verkeersbesluiten te nemen. Voor evenementen betekent dit dat een verkeersbesluit nodig kan zijn als wegen worden afgesloten en/of omleidingsroutes moeten worden geregeld. Indien de gemeente een verkeersbesluit neemt inzake wegafsluitingen en omleidingsroutes kan dit tot gevolg hebben dat er verkeersmaatregelen moeten worden getroffen. Indien dit van toepassing is wordt dit in de evenementenvergunning opgenomen.

Mobiliteitsplan

Zoals in hoofdstuk 4.4 is aangegeven kan een mobiliteitsplan worden gevraagd als indieningsvereiste bij een vergunningaanvraag.

Een evenement kan impact hebben op de normale verkeersdrukte en de rust in de omgeving. Er moet voorkomen worden dat omwonenden en bedrijven uit de buurt niet langer bereikbaar zijn of ernstig gehinderd worden. Als veroorzaker van een gewijzigde verkeerssituatie is de organisator verantwoordelijk voor de realisatie van een mobiliteitsplan. Door het nemen van de juiste maatregelen en een tijdige communicatie hierover kan de hinder zoveel mogelijk beheersbaar worden gemaakt.

Het mobiliteitsplan wordt getoetst door de hulpdiensten en de wegbeheerders van de diverse wegen (o.a. gemeente, provincie, Rijkswaterstaat, Waterschap).

In het mobiliteitsplan van een evenement wordt in ieder geval de organisatie van de verwachte vervoersmodaliteit (modal split) beschreven van, naar en rondom

het evenemententerrein voor:

  • -

    de bezoekers;

  • -

    de organisatie (personeel en vrijwilligers);

  • -

    de leveranciers;

  • -

    speciale gasten en VIP’s;

  • -

    de hulpdiensten.

Het plan omvat daarnaast:

  • -

    de bijbehorende routes en benodigde maatregelen voor een goede doorstroom (zoals van en naar parkeervoorzieningen, maar ook de bereikbaarheid van bedrijven en omwonenden);

  • -

    de mogelijke obstakels op routes en welke maatregelen nodig zijn om ze weg te nemen of te omzeilen;

  • -

    de logistieke routes en processen die nodig zijn voor de materialen en goederenstroom;

  • -

    de impact op de reguliere verkeersdrukte en de omgeving rondom het evenemententerrein en welke maatregelen nodig zijn om overlast te voorkomen dan wel te reduceren;

  • -

    hoe alle bewegingen en verkeersstromen op elkaar worden afgestemd;

  • -

    welke afspraken en maatregelen nodig zijn om alle bewegingen te stroomlijnen en risico’s te voorkomen (denk aan extra verlichting, e.d.);

  • -

    een tekening van de tijdelijke verkeersmaatregelen per fase (hekken, verkeers- en redactieborden, parkeerverboden, verkeersregelaars, etc.);

  • -

    welke aanpassingen en maatregelen nodig zijn om adequaat te kunnen inspelen op een incident of crisis;

  • -

    een communicatieplan waarin duidelijk wordt gemaakt op welke wijze en wanneer alle betrokkenen geïnformeerd worden over de toegankelijkheid van het evenement en de omgeving waar de omleidingen en afzettingen worden toegepast.

De uitvoering van het mobiliteitsplan maakt onderdeel uit van de vergunning. Het is dan ook de organisator niet togestaan om zelf aanpassingen te verrichten aan het plan op moment dat de vergunning verleend is.

Regeling verkeersregelaars 2009 (vallend onder de Wegenverkeerswet)

Bij een evenement op de openbare weg, waarbij het verkeer voor de veiligheid van de deelnemers en de weggebruikers moet worden geregeld, kan het zijn dat verkeersregelaars worden vereist. Deze verkeersregelaars worden aangesteld door of namens de burgemeester.

Er worden twee soorten verkeersregelaars onderscheiden:

  • -

    Beroepsverkeersregelaars: personen met verkeersregelende taken voortvloeiend uit zijn/haar beroep. Voor de inzet geldt dat er een goedgekeurd verkeersplan moet zijn (behorend bij de evenementenvergunning) waarin de inzet is vastgelegd. Zij ontvangen een taakinstructie van de opdrachtgever (de organisator);

  • -

    Evenementenverkeersregelaars: personen die voor een periode van maximaal 12 maanden als verkeersregelaar worden aangesteld middels een aanwijzingsbesluit van de burgemeester en die kunnen worden ingezet bij evenementen in die betreffende periode. Zij moeten in het bezit zijn van een instructieverklaring van de politie, afgegeven door de Stichting Verkeersregelaars Nederland (SVNL). Zij kunnen uitsluitend worden ingezet bij evenementen waar de gemeente een vergunning voor heeft afgegeven met bijbehorend verkeersplan. De organisator moet (digitaal) een lijst met de gegevens van de in te zetten verkeersregelaars beschikbaar kunnen stellen aan de politie ten tijde van het evenement of kort daarvoor.

    Een evenementenverkeersregelaar kan alleen worden ingezet voor eenvoudige verkeersregelende taken zoals een stopteken bij een oversteekplaats tijdens de avondvierdaagse of het wijzen van bestuurders naar de bestemde parkeerplaats. Het zelfstandig regelen van het verkeer op een kruispunt voor alle rijrichtingen is geen taak voor de evenementenverkeersregelaar, maar voor beroepsverkeersregelaars, politie en marechaussee.

    Wat mag wel?

    • -

      Aanwijzingen geven die voor zijn taak op de aangewezen locatie noodzakelijk zijn.

    • -

      Ondersteunende maatregelen nemen (bijv. borden en hekken plaatsen) zoals door de organisatie met de wegbeheerder is afgesproken.

  • Wat mag niet?

    • -

      Op een zelf te kiezen plaats het verkeer regelen.

    • -

      Het verkeer op een andere wijze regelen dan door de organisatie is aangegeven in de post- en taakinstructie (en zoals de organisatie heeft afgesproken met de wegbeheerder).

    • -

      Andere aanwijzingen geven dan hem zijn opgedragen.

    • -

      Aanwijzingen geven vanuit of vanaf een voertuig. Dat betekent dat de aanwijzingen die een verkeersregelaar geeft terwijl hij/zij rijdt, geen officiële aanwijzingen zijn en niet door andere weggebruikers hoeven te worden opgevolgd.

Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Wpbr)

Op alle beveiligingsorganisaties in Nederland is de Wet particuliere beveiligingsorganisaties

en recherchebureaus (Wpbr) van toepassing en daarvoor geldt onder andere het volgende:

  • -

    Onder beveiligingswerkzaamheden wordt verstaan: het bewaken van de veiligheid van personen en goederen of het waken tegen verstoring van de orde en rust op terreinen en in gebouwen (Wpbr artikel 1. c);

  • -

    Het is verboden zonder vergunning een beveiligingsorganisatie in stand te houden en beveiligingswerkzaamheden aan te bieden;

  • -

    Een particuliere beveiligingsorganisatie mag alleen medewerkers aanstellen die toestemming hebben van de korpschef van de Nationale Politie. Aan het verkrijgen van deze toestemming worden vakbekwaamheidseisen en betrouwbaarheidseisen gesteld;

  • -

    Een beveiligingsorganisatie moet de wettelijke bepalingen rond inhuur van personeel, het dragen van uniformen e.d. in acht nemen;

  • -

    Een beveiligingsbedrijf moet de werkzaamheden bij een evenement tijdig aanmelden bij de politie;

  • -

    Iedere evenementenbeveiliger dient in het bezit zijn van een geldig legitimatiebewijs particuliere beveiligingsorganisatie.

De gemeente kan ten behoeve van het bewaken van de veiligheid van personen en goederen of het waken tegen verstoring van de orde tijdens een evenement, verplichten om beveiligers in te zetten. Het inzetten van evenementenbeveiliging hangt af van de risico analyse van een evenement.

Regulering Vechtsportgala’s, een handreiking voor gemeentelijk beleid

Door de Vechtsportautoriteit is een handreiking regulering vechtsportgala’s7 uitgebracht om vechtsporten beter te reguleren en ongewenste situaties en nevenaspecten te voorkomen.

In deze handreiking zijn de volgende vijf maatregelen geformuleerd:

  • 1

    Instellen van een Vechtsportautoriteit.

  • 2

    Eén richtlijn voor vechtsportevenementen.

  • 3

    Uniforme maatregelen voor de veiligheid van vechtsporters.

  • 4

    Een licentiesysteem voor stakeholders in de vechtsportsector.

  • 5

    Een keurmerk voor vechtsportscholen.

Door organisatoren van vechtsportevenementen te verwijzen naar deze handreiking ontstaat er een mate van uniformiteit in lokaal beleid. Organisatoren van dergelijke evenementen weten daardoor waar zij aan toe zijn.

Een aantal bepalingen uit deze handreiking is in Lelystad opgenomen in de nadere regels evenementen. Dit betekent dat een vergunninghouder zich moet houden aan deze nadere regels. Onder andere is opgenomen dat een vechtsportevenement onder auspiciën van een landelijke vechtsportbond gehouden moet worden. Bij de Vechtsportautoriteit kan worden gecontroleerd of de betreffende vechtsportbond zich heeft geconformeerd aan de richtlijnen.

Ook is in de nadere regels evenementen opgenomen dat een voorschrift kan worden opgenomen om zich te houden aan de richtlijn voor full contact vechtsportevenementen.

De Vechtsportautoriteit ziet er met de gemeente en sportbonden op toe dat de richtlijn ook daadwerkelijk wordt nageleefd. Daarnaast kan de Vechtsportautoriteit gemeenten adviseren over vechtsportbonden, evenementorganisatoren, promotors en over het toepassen van de richtlijn. De Vechtsportautoriteit (dan wel een vechtsportorganisatie waarnaar de autoriteit doorverwijst) adviseert gemeenten ook over internationale organisatoren en promotors die een vergunning aanvragen.

Slecht levensgedrag

Op grond van artikel 2:25, lid 8, van de APV kan een evenementenvergunning worden geweigerd als de organisator of aanvrager in enig opzicht van slecht levensgedrag is.

Wanneer is nu sprake van slecht levensgedrag?

De eis van het niet van slecht levensgedrag zijn is niet in wet- of regelgeving omschreven. Dat betekent dat voor de betekenis en reikwijdte van dit begrip gekeken wordt naar het specifieke geval rond de betreffende persoon. Concrete feiten en omstandigheden zijn daarbij doorslaggevend. Daarbij komt nog dat opvattingen over zedelijkheid in de loop van de tijd aan verandering onderhevig kunnen zijn. Voor de beoordeling of een persoon van slecht levensgedrag is, zijn volgens jurisprudentie geen beperkingen aan de feiten of omstandigheden die daarbij mogen worden betrokken. Ook de activiteiten die de vergunningaanvrager buiten het evenement (bijvoorbeeld thuis) uitvoert mag in de beoordeling worden meegewogen. De burgemeester heeft een grote mate van beleidsvrijheid ten aanzien van wat slecht levensgedrag is. Daaromtrent is de beleidsregel ’beoordeling slecht levensgedrag Lelystad 2023’8 vastgesteld.

Wet Bibob

Bibob betekent Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur. De Wet Bibob regelt dat de overheid onder andere vergunningen mag weigeren of intrekken als er gevaar bestaat dat criminelen daar misbruik van maken. Met de Bibob toets onderzoekt de gemeente of een vergunning aanvrager en zijn zakelijke kring integer zijn. En dus of er gevaar bestaat voor crimineel misbruik van een vergunning.

In de beleidsregels toepassing Wet Bibob van gemeente Lelystad is opgenomen dat in ieder geval vergunningaanvragen voor vechtsportgala’s worden getoetst aan de Wet Bibob. Dit houdt in dat organisatoren van dit soort evenementen naast hun vergunningaanvraag voor evenementen ook een ingevuld bibob vragenformulier moeten aanleveren. De beleidsregel toepassing Wet Bibob is te raadplegen op www.overheid.nl9

Bijzondere voertuigen bij evenementen

De gemeente Lelystad ontvangt regelmatig aanvragen voor de afgifte van ontheffingen voor bijzondere voertuigen tijdens evenementen. Tijdens deze evenementen willen diverse partijen bijvoorbeeld gebruik maken van het voetgangersdomein of het fietspadennetwerk met een zogeheten wegtrein of gebruik maken van het wegennet met een huifkar voor het vervoer van personen. Voornoemde voorbeelden zijn in beginsel verboden, maar kunnen door middel van de afgifte van een ontheffing alsnog worden toegestaan. De gemeente Lelystad toetst een aanvraag om ontheffing aan een aantal criteria10 . Op basis daarvan wordt al dan niet ontheffing verleend.

  • 2.

    Leefbaarheid

De kaders waaraan getoetst kan worden op het aspect leefbaarheid zijn:

Wet op de ruimtelijke ordening

Evenementen kunnen een behoorlijke invloed hebben op de ruimtelijke kwaliteit van de woon- werk- en leefomgeving. Op de locaties waar meerdere evenementen worden georganiseerd is er op grond van de Wet ruimtelijke ordening sprake van ruimtelijke relevantie en moet dit expliciet mogelijk worden gemaakt in het bestemmingsplan. Daarnaast moet het bestemmingsplan een motivering bevatten over de aanvaardbaarheid van de evenementen in relatie tot de omgeving. Naast de aanwijzing van een evenemententerrein als bestemming gaat het dus ook om een aantal aanvullende regels zoals het maximale aantal toegestane evenementen, maximale bezoekersaantallen en nadere voorschriften voor zover deze vanuit het oogpunt van de ruimtelijke aanvaardbaarheid van hinderaspecten op een locatie van belang zijn. Daartoe is op 8 februari 2022 het parapluplan algemene regels evenemententerreinen vastgesteld.

Het voorgaande is dus alleen van toepassing op de locaties waar regelmatig evenementen worden georganiseerd en niet voor locaties waar incidenteel een evenement wordt georganiseerd. Als echter uit de intake blijkt dat een evenement een grote impact kan geven op de omgeving, kan daarvoor een omgevingsvergunning noodzakelijk zijn.

Wet natuurbescherming

Bij het organiseren van een evenement binnen een straal van 25 km van een Natura-2000 gebied moet worden nagegaan of het project stikstofneerslag zal veroorzaken of een effect heeft op de daar aanwezige dier- en plantensoorten. Door het (laten) uitvoeren van een Aeriusberekening wordt duidelijk of dit het geval is. Informatie over stikstofberekeningen zijn te raadplegen op: Homepage AERIUS | AERIUS (aeriusproducten.nl)

De verantwoordelijkheid voor het natuurbeleid ligt bij de Provincie Flevoland. Dit betekent dat zij ook de taak heeft om de naleving van de Wet natuurbescherming te waarborgen. Hieronder vallen onder andere beschermde dieren en stikstof. Meer informatie over de Wet Natuurbescherming staat op de website van de provincie Flevoland: stikstof en evenementen. Zie ook de jurisprudentie hierover11 .

Gebiedsbescherming

Natuurgebieden of andere gebieden die belangrijk zijn voor flora en fauna kunnen op basis van de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn worden aangemerkt als speciale beschermingszone (Natura2000-gebieden). In dat kader is het Natura 2000 gebied Markermeer - IJmeer voor dit parapluplan relevant.

Het evenemententerrein Bataviahaven bevindt zich deels binnen het Natura 2000 - gebied Markermeer - IJmeer. Voor de evenementen op het evenemententerrein Bataviahaven geldt dat deze moeten passen binnen het beheerplan Natura 2000.

De overige aangewezen evenementenlocaties in en rond het Stadhart (de Meent, Agorahof en Stadhuisplein) zijn niet gelegen in de directe nabijheid van het Natura 2000-gebieden. Gesteld kan worden dat de hier beoogde evenementen geen effecten op kwalificerende soorten en habitats in de N2000-gebieden zullen hebben.

Zondagswet

De burgemeester kan ontheffing verlenen van het verbod in artikel 4 van de Zondagswet. Dit artikel geeft aan dat het verboden is op zondag voor 13.00 uur openbare vermakelijkheden te houden, daartoe gelegenheid te geven of daaraan deel te nemen. Bepalend hierbij is met name de waarborging van de rust bij religieuze instellingen c.q. kerkdiensten.

Op moment dat er een ontheffing wordt verleend voor een openbare vermakelijkheid vóór 13.00 uur, moet er rekening mee worden gehouden dat het in ieder geval vóór 13.00 uur op zondag verboden is zonder strikte noodzaak gerucht te verwekken, dat op een afstand van meer dan 200 meter van het punt van verwekking hoorbaar is. Voor na 13.00 uur kan de burgemeester op grond van artikel 3 van de Zondagswet een ontheffing verlenen.

  • 3.

    Volksgezondheid

De gemeente Lelystad heeft als doelstelling om een veilige en gezonde leefomgeving te bereiken en in stand te houden, ook op het gebied van evenementenveiligheid. Een gezonde leefomgeving is een omgeving die als prettig wordt ervaren, die uitnodigt tot gezond gedrag en waar de druk op de gezondheid zo laag mogelijk is.

De kaders waaraan getoetst kan worden op het aspect volksgezondheid zijn:

Alcoholwet

In het kader van de Alcoholwet moet als er verstrekking van alcoholische dranken buiten een horecabedrijf plaatsvindt, een tijdelijke ontheffing als bedoeld in art. 35 van de Alcoholwet worden aangevraagd. Het betreft hier de bedrijfsmatige verstrekking van zwak-alcoholische dranken, waarbij het schenken van de dranken moet plaatsvinden in het bijzijn en onder leiding van een persoon die minimaal 21 jaar oud en niet in enig opzicht van slecht levensgedrag is.

Preventie- en handhavingsplan Alcohol gemeente Lelystad

In artikel 43a van de Alcoholwet is een verplichting tot het opstellen van een preventie- en handhavingsplan alcohol opgenomen.

In het plan moet in ieder geval worden aangegeven:

  • -

    wat de doelstellingen zijn van het preventie- en handhavingsbeleid alcohol;

  • -

    welke acties worden ondernomen om alcoholgebruik, met name onder jongeren, te voorkomen, al dan niet in samenhang met andere preventieprogramma’s als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel d, van de Wet Publieke Gezondheid;

  • -

    hoe het handhavingsbeleid wordt uitgevoerd en welke handhavingsacties in de door het plan bestreken periode worden ondernomen;

  • -

    welke resultaten in de door het plan bestreken periode minimaal behaald dienen te worden.

In Lelystad maakt het plan onderdeel uit van de Nota Gezondheidsbeleid 2020-2024, ‘Samen Gezond in Lelystad’12 .

Alcoholgebruik tijdens evenementen kan als katalysator werken bij het ontstaan van verstoringen van de openbare orde. Hoewel het gebruik van alcohol een sociaal geaccepteerd onderdeel van een attractief evenement is en de meeste mensen er verstandig mee omgaan, wordt er vanuit de volksgezondheid ook kritisch naar gekeken. Bij bepaalde evenementen is de kans op misbruik van alcohol groter dan bij andere evenementen. Deze evenementen kunnen verplicht worden tot het nemen van extra maatregelen, zoals bijvoorbeeld polsbandjes. Met name jongeren moeten worden beschermd tegen de schadelijke effecten van alcoholgebruik. De Alcoholwet heeft daarom een verplichting opgenomen om een preventie- en handhavingsplan Alcohol vast te stellen.

Omdat in de Alcoholwet ook een verbod is opgenomen om aan jongeren onder de 18 jaar alcohol te verstrekken is het belangrijk dat organisatoren van evenementen maatregelen nemen om het gebruik van alcohol door 18- jongeren tegen te gaan. In het aanvraagformulier voor een evenementenvergunning zijn daarom vragen over het alcoholbeleid tijdens het evenement opgenomen.

De bevoegdheid om voorschriften in de evenementenvergunning op te nemen en om handhavend op te treden is gebaseerd op de Alcoholwet.

Drugsgebruik tijdens evenementen

Naast het gebruik van alcohol komt in toenemende mate het gebruik van drugs voor bij evenementen. Drugsgebruik of een combinatie van alcohol- en drugsgebruik kan problemen op het gebied van gezondheid en veiligheid met zich meebrengen. Er zijn risico's voor de lichamelijke gezondheid, de geestelijke gezondheid, risico's op misbruik en verslaving en het sociaal en maatschappelijk functioneren. Mede daarom is een verbod op het gebruik van drugs bij evenementen het uitgangspunt. Ondanks dat moet een organisator van een evenement waarbij er risico’s zijn op drugsgebruik maatregelen nemen.

In de vergunning kunnen de volgende voorschriften worden opgenomen:

  • -

    de aanwezigheid van een zorgverlener evenementen met aanvullende competenties alcohol en drugs (Veldnorm Evenementenzorg) ;

  • -

    het inrichten van chill-out ruimte;

  • -

    verplichte controle en visitatie bij de ingang door de beveiliging;

  • -

    een huisreglement, waarin is opgenomen dat bezoekers alle medewerking moeten verlenen aan de bovengenoemde controles.

Op grond van de Opiumwet is het verboden bij evenementen lachgas te gebruiken, voorbereidingen daartoe te verrichten, of al dan niet tegen betaling aan te bieden.

Warenwet

De Warenwet is een raamwet waaronder een groot aantal uitvoeringsbesluiten valt en die zich richt op de deugdelijkheid van levensmiddelen en andere producten voor consumenten.

Uitvoeringsbesluiten van de Warenwet in relatie tot de organisatie van evenementen zijn

bijvoorbeeld:

  • -

    het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen (zie richtlijn Constructieve Toetsingscriteria bij een aanvraag voor een Evenementenvergunning;

  • -

    het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen;

  • -

    het Warenwetbesluit tatoeëren en piercen.

Wet publieke gezondheid

In de Wet publieke gezondheid zijn de taken van de gemeente op het gebied van publieke gezondheidszorg vastgelegd. De wet regelt:

  • -

    de organisatie van de openbare gezondheidszorg;

  • -

    de bestrijding van infectieziektecrises;

  • -

    de isolatie van personen/vervoermiddelen die internationaal gezondheidsgevaren kunnen opleveren.

De gemeente moet, ter uitvoering van deze gezondheidstaken, een Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) in stand houden. Dat kan via het treffen van een gemeenschappelijke regeling in de veiligheidsregio (artikel 14).

Met betrekking tot een vergunning aanvraag voor een evenement wordt, indien van toepassing, de GHOR GGD om advies over acute- en publieke gezondheidszorg gevraagd. Het is een advies met betrekking tot het inschatten en verminderen van gezondheidsrisico’s.

Zo nodig kan de GHOR GGD gevraagd worden om als adviseur van de gemeente aan te sluiten bij een bezoek aan de locatie.

Hygiënerichtlijnen publieksevenementen

De volksgezondheid van deelnemers en bezoekers moet tijdens het evenement zijn gewaarborgd. De organisator dient hiertoe maatregelen te nemen die aansluiten bij de te verwachten risico’s en het aantal te verwachten bezoekers. De GHOR GGD (Geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio) adviseert de gemeente bij aandachtevenementen en risicovolle evenementen over te nemen maatregelen. Bij de beoordeling van de vergunningaanvraag toetst de GHOR GGD deze aan door het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) opgestelde hygiënerichtlijnen. De ‘Hygiënerichtlijn evenementen13 ’ van het RIVM geeft een overzicht van de minimale hygiëne-eisen waar evenementen aan moeten voldoen. De GHOR GGD adviseert vervolgens de gemeente welke vergunningvoorschriften opgenomen moeten worden. Zo nodig kan er door de gemeente een beroep gedaan worden op de GGD voor controles op de technische hygiënezorg.

Gezonde leefomgeving bij evenementen

De gemeente Lelystad streeft ernaar om een gezonde leefomgeving te creëren voor haar inwoners, ook tijdens evenementen die plaatsvinden binnen onze gemeentegrenzen. Het gaat hierbij om het stimuleren van een gedragsverandering. De volgende beleidslijn wordt gehanteerd om gezondheid te stimuleren in de evenementen binnen Lelystad:

  • 1.

    Gezonde keuze moet een alternatief zijn: We willen evenementorganisatoren stimuleren om voedingsmiddelen aanbieden die passen binnen de richtlijnen van de Schijf van Vijf. We stimuleren hen aan om samen te werken met voedsel- en drankpartners die gezonde en evenwichtige maaltijden kunnen aanbieden aan bezoekers. Door gezonde voeding te bevorderen tijdens evenementen, willen we bijdragen aan het bevorderen van een gezonde levensstijl onder onze inwoners.

  • 2.

    Niet roken: We willen evenementorganisatoren stimuleren om een strikt rookvrij beleid te implementeren tijdens evenementen. We willen een gezonde en veilige omgeving creëren waarin bezoekers vrij kunnen ademen en niet worden blootgesteld aan de schadelijke effecten van tabaksrook. Door niet te roken tijdens evenementen dragen we bij aan de gezondheid van zowel rokers als niet-rokers.

  • 3.

    Water beschikbaar stellen: zeker bij evenementen in de zomer willen we evenementorganisatoren stimuleren om drinkwater beschikbaar stellen op verschillende punten op het evenemententerrein. We willen stimuleren dat bezoekers altijd toegang hebben tot een gezonde en verfrissende drankoptie, zodat ze gehydrateerd kunnen blijven tijdens het evenement.

  • 4.

    Verminderen alcoholconsumptie: We willen evenementorganisatoren stimuleren om verantwoorde alcoholconsumptie te bevorderen tijdens evenementen. We stimuleren het aanbieden alcoholvrije alternatieven. Evenementorganisatoren worden gestimuleerd om bezoekers te informeren over de mogelijke gezondheidsrisico's van overmatig alcoholgebruik en te promoten dat bezoekers verantwoord drinkgedrag vertonen.

We zijn ons er van bewust dat er tijdens evenementen alcohol wordt gedronken, mensen eerder kiezen voor minder gezond eten en dat mensen roken, maar als gemeente willen we dat het mogelijk is om een gezonde keuze te maken. Daarom stimuleren we dat evenementorganisatoren bijdragen aan een gezondere leefomgeving.

Evenementenzorg

Evenementenzorg heeft tot doel deelnemers, bezoekers en medewerkers van een evenement te voorzien van adequate eerste hulp en medische zorg die is afgestemd op de specifieke omstandigheden en risico’s van het evenement. De GHOR GGD adviseert de gemeente bij aandachtevenementen en risicovolle evenementen over de inzet van evenementenzorg. Bij de beoordeling van de vergunningaanvraag toetst de GHOR GGD deze aan de “Veldnorm Evenementenzorg” (VNEZ). De VNEZ is van toepassing op alle evenementenzorgverleners die individueel en in georganiseerd verband zorg verlenen op evenementen. De GHOR GGD adviseert vervolgens de gemeente welke vergunningvoorschriften opgenomen moeten worden.

Richtlijn “Een toegankelijk evenement in Lelystad”

Aan elk evenement nemen mensen met beperkingen deel, zoals ouderen, minder-validen en verstandelijk beperkten. Dit kan zijn als bezoeker of als deelnemer. Er wordt naar gestreefd dat ieder evenement goed toegankelijk is voor mensen met een beperking. De organisator van een evenement speelt hierin een belangrijke rol. Kleine aanpassingen kunnen al een groot verschil maken. Om organisatoren van evenementen hierbij te ondersteunen is, in samenwerking met de Stichting georganiseerd overleg Lelystad, de richtlijn “Een toegankelijk evenement in Lelystad” opgesteld. Deze richtlijn kan worden betrokken bij een evenementenaanvraag.

  • 5.

    Milieu

De kaders waaraan getoetst kan worden op het aspect milieu zijn:

Wet milieubeheer

De Wet milieubeheer is bedoeld voor de bescherming van het milieu. Milieu is echter een breed begrip; deze wet regelt het zogenaamde ‘grijze’ milieu, de leefomgeving (zoals water, lucht, bodem).

In dit kader kunnen gedetailleerde eisen worden gesteld aan onder meer hygiëne en infectiepreventie, de behandeling van afvalstoffen en afvalwater of de elektrische installatie.

Sommige evenementen worden in een inrichting zoals een evenementenhal, theater of stadion gehouden. De vraag hierbij is of de Wet milieubeheer hierbij van toepassing is of niet. Dit wordt getoetst bij de aanvraagprocedure.

Afval en verontreiniging

Ter bescherming van het milieu moet worden voorkomen dat na een evenement afval achterblijft. De organisator is hiervoor verantwoordelijk. In de vergunning worden voorschriften opgenomen over de afvalverwerking en het schoon opleveren van een evenemententerrein en omgeving in een straal van 200 meter. Bij evenementen waarbij gemotoriseerde voertuigen of (noodstroom)aggregaten aanwezig zijn, moet de organisator maatregelen treffen om te voorkomen dat eventueel lekkende olie in aanraking komt met de bodem. Ook kunnen ten aanzien van het lozen van afvalwater voorschriften aan de vergunning worden verbonden. De staat van een terrein kan tijdens een voor- en naschouw worden vastgelegd zodat kan worden beoordeeld of het terrein weer in de oorspronkelijke staat is opgeleverd.

Tijdelijke lozing van afvalwater tijdens evenementen

Voor het tijdelijk lozen van afvalwater moet er rekening mee worden gehouden dat in Lelystad sprake is van een gescheiden systeem om afvalwater te lozen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de afvoer van tijdelijke toiletten, smeltwater bij viskramen en condenswater en spoelwater bij bierinstallaties. De organisator dient zelf te zorgen voor een afvoer van het afvalwater naar een aansluiting op het gemeentelijk vuilwaterriool. Op de aangewezen evenemententerreinen is een voorziening aanwezig. Een zelfvoorzienende opvang van afvalwater is ook mogelijk. Voor de aansluiting op het riool moet voorafgaand aan het evenement contact opgenomen worden met de gemeente.

Kadernota duurzaamheid.

In de kadernota staan de kaders voor de invulling van het nieuwe duurzaamheidsbeleid. De gemeente streeft ernaar dat Lelystad in de toekomst een groene, vitale gemeente is waar het aantrekkelijk wonen, werken en verblijven is. Het duurzaamheidsbeleid moet zorgen voor focus, versnelling en verankering.

Duurzaamheid bij evenementen

Duurzaamheid in de gemeente Lelystad is een belangrijk onderwerp en evenementen zijn daar geen uitzondering op. Het bijdragen aan milieuvriendelijke evenementen wordt door de gemeente toegejuicht. Organisatoren kunnen bijvoorbeeld gaan werken met e-tickets. Bezoekers hoeven dan alleen hun ticket op hun smartphone te tonen en komt er geen papier meer aan te pas. Of er kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van elektrische generatoren.

Met betrekking tot wegwerpbekers en bakjes betalen bezoekers bij open evenementen vanaf 1 juli 2023 voor een wegwerpbeker en bakje als deze plastic bevat én moeten zij gebruik kunnen maken van een herbruikbaar alternatief met een retoursysteem, of van een zelf meegebrachte beker of verpakking (bring your own).

Bij gesloten evenementen is het gebruik van plastic wegwerpbekers en bakjes vanaf 1 januari 2024 niet meer toegestaan. Een circulair systeem, waarbij bekers en verpakkingen retour komen voor hergebruik óf voor hoogwaardige recycling is dan verplicht.

Voor meer informatie kan de factsheet over de Regeling van wegwerpbekers en bakjes14 worden geraadpleegd. Verder heeft gemeente Lelystad15 een subsidieregeling voor het gebruik van herbruikbare bekers. Hieromtrent kan de website van gemeente Lelystad worden geraadpleegd.

Duurzaamheid en afval

In het kader van duurzaamheid houdt de gemeente Lelystad zich steeds meer bezig met de afvalstroom. De doelstelling is dat evenementen organisatoren steeds meer bewust worden van het belang van het scheiden van afval. Bij grootschalige evenementen (B of C) kan er gevraagd worden naar een afval plan. De organisatie laat hierin zien hoe zij het afval zal inzamelen.

Geluid

De invloed van geluid op de omgeving van een evenement kan in verschillende situaties ook verschillend worden beoordeeld. Indicatoren daarbij zijn tijdstip, tijdsduur, locatie en aantal evenementen per jaar. Zo zullen evenementen die vlak bij bewoonde bebouwing plaatsvinden sneller hinder door geluid kunnen veroorzaken. Daar tegenover staat de stedelijke ambitie om juist in, dan wel, dichtbij het Stadshart van Lelystad, waar ook veel bewoonde bebouwing is, evenementen te faciliteren.

Eindtijden

Ter bescherming van het woongenot moet er voor worden gezorgd dat de nachtrust niet wordt verstoord. Daarom is de eindtijd van evenementen in de nadere regels evenementen vastgesteld op 01.00 uur. In de nadere regels is opgenomen dat dit geldt niet voor evenementen die samenvallen met een collectieve festiviteit. Deze eindtijd wordt middels een apart aanwijzingsbesluit geregeld.

Afhankelijk van de aard van het evenement kan besloten worden de eindtijd van de muziek een half uur eerder te bepalen dan de eindtijd van het evenement. Dit laatste om het geleidelijk uitstromen van bezoekers van het evenement te reguleren.

Beperking geluidnormering

Evenementen met geluid kunnen overal in de gemeente Lelystad worden georganiseerd, mits kan worden voldaan aan de reguliere geluidnormering van 75 dB(A) op 10 meter afstand van de luidsprekers. In de nadere regels evenementen zijn nog nadere geluidsnormen opgenomen per categorie evenement. Op locaties waar regelmatig evenementen worden georganiseerd gelden de regels die in het bestemmingsplan ‘Parapluplan Algemene regels evenemententerreinen Lelystad’16 zijn opgenomen. Het betreffen de locaties De Meent, Agorahof, Stadhuisplein en Bataviahaven.

Om (geluid)hinder te beperken is in het parapluplan geregeld hoeveel evenementen er per jaar mogen plaatsvinden op deze locaties en welke geluidnormen er gelden. Verder is er voor iedere locatie een locatieprofiel opgesteld. Daarin is onder andere informatie te vinden over de beschikbare oppervlakte, voor welke evenementen het terrein geschikt is. Ook zijn voor deze locaties specifieke geluidnormen opgenomen in de toelichting bij het parapluplan.

Voor de evenementenlocaties Bataviahaven en De Meent gelden de navolgende geluidsnormen. Op de omliggende woningen mag het invallend geluidsniveau, afkomstig van een muziekevenement, niet meer bedragen dan Leq = 75 dB(A) en 90 dB(C), gemiddeld over 3 minuten.

Voor de evenementenlocaties Agorahof en Stadhuisplein gelden de navolgende geluidsnormen. Op de omliggende woningen mag het invallend geluidsniveau, afkomstig van een muziekevenement, niet meer bedragen dan Leq = 80 dB(A) en 95 dB(C), gemiddeld over 3 minuten.

Een organisator is er in eerste instantie voor verantwoordelijk om aan te tonen dat ook daadwerkelijk aan deze norm wordt voldaan.

Categorieën evenementen

Volgens de nadere regels evenementen17 zijn de maximale toelaatbare geluidsnormen onderverdeeld in vier categorieën evenementen:

  • -

    Categorie 1 is de lichtste categorie. Het betreft de evenementen met muziek tot maximaal 75 dB(A) gemeten op 10 meter van de luidsprekers. Dit is een geluidsniveau waarbij stemverheffing nog niet nodig is

  • -

    Categorie 2 is de categorie waar de standaardgeluidsnorm voor geldt. Het betreft de evenementen met een versterkt geluidsniveau tot maximaal 85 dB(A) gemeten op 10 meter vanaf de luidsprekers. Dit is meer dan achtergrondmuziek maar net niet genoeg voor een live band of DJ.

  • -

    Categorie 3 evenementen zijn te karakteriseren als sterk geluid dragend. Het gaat om een B- of C evenement met live muziek of een DJ. Hier geldt een geluidsniveau tot maximaal 100 dB(A), gemeten op 10 meter vanaf de luidsprekers.

  • -

    Categorie 4 evenementen zijn grote B- en C evenementen met bijvoorbeeld regionale of landelijke uitstraling. Bij deze evenementen moet maatwerk worden verricht met betrekking tot de tijden waarop muziek ten gehore mag worden gebracht, het geluid en de meetpunten op de gevel.

Basgeluid

In specifieke gevallen blijkt de gebruikelijke normstelling niet geheel geschikt om geluidhinder te beperken. Bijvoorbeeld wanneer basgeluid een groot aandeel heeft in de programmering van een evenement. Conform de nadere regels evenementen wordt in die gevallen naast de dB(A) normering tevens een dB(C) norm opgelegd. Om in deze gevallen juist te kunnen meten wordt aan de normstelling in dB(A) een maximum van 15 dB hogere normstelling in dB(C) gekoppeld. Hierdoor wordt een betere bescherming van de omgeving bereikt.

Preventie gehoorschade

De GHOR GGD adviseert bij evenementen waarbij (harde) muziek ten gehore wordt gebracht over de te nemen maatregelen ter preventie van gehoorschade bij evenementen. Deze maatregelen kunnen als voorschrift in de vergunning worden opgenomen.

Ontheffing geluid

Voor ieder evenement waarbij geluidsversterkende apparatuur wordt gebruikt is een ontheffing nodig op grond van artikel 5.5 van de Verordening fysieke leefomgeving Lelystad. De aard van het evenement is voornamelijk bepalend voor de ervaren geluidshinder. Een sportevenement waarbij via een geluidinstallatie slechts aankondigingen worden gedaan, of een kleinschalig optreden hebben een andere impact op de omgeving en zijn daarmee lastig te vergelijken met bijvoorbeeld een muziekfestival of dance-event waarbij de bastonen nog ver hoorbaar zijn.

Geluidsvoorschriften Incidentele en Collectieve festiviteiten

Bedrijven c.q. horecaondernemingen moeten voldoen aan landelijke geluidsregels opgenomen in het Activiteitenbesluit milieubeheer. Dit ter voorkoming van geluidhinder. Deze regels bieden ruimte om jaarlijks een aantal keer meer geluid te produceren dan regulier toegestaan. De Verordening fysieke leefomgeving Lelystad 2021 (artikelen 5.2 en 5.3) beschrijft welke geluidsregels wanneer gelden tijdens bijzondere activiteiten, de zogenaamde incidentele en collectieve festiviteiten. Voor alle duidelijkheid; het gaat hierbij om activiteiten die in een inrichting plaatsvinden.

Incidentele festiviteiten

Een incidentele festiviteit is een bijzondere activiteit die voor elk bedrijf afzonderlijk geldt. Het zijn activiteiten die incidenteel voorkomen en meer geluid veroorzaken dan de representatieve bedrijfssituatie. Te denken valt aan een optreden met livemuziek in een café. Elk bedrijf mag jaarlijks maximaal 12 keer van deze regeling gebruik maken. Als een bedrijf meer wil dan moeten er akoestische maatregelen worden getroffen. Dit wordt de 12-dagenregeling genoemd. Bedrijven moeten een incidentele festiviteit 2 weken vooraf schriftelijk melden bij de gemeente.

Collectieve festiviteiten

Collectieve festiviteiten zijn activiteiten die niet specifiek aan één of een klein aantal inrichtingen is verbonden. Op grond van artikel 5.2 van de VFL wijst het college collectieve festiviteiten aan waardoor ondernemers welke vallen onder het activiteitenbesluit op die dagen meer geluid, dB(A), mogen produceren dan gebruikelijk het geval is. De geluidnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer gelden dan niet.

Dagen of dagdelen die in aanmerking komen voor aanwijzing zijn algemeen erkende feestdagen, zoals bijvoorbeeld Koningsdag en -nacht.

Jaarlijks stelt de gemeente middels een aanwijzingsbesluit de collectieve festiviteiten en eindtijden vast. Ten tijde van collectieve festiviteiten worden ook evenementen gehouden die vallen onder het evenementenbeleid. Voor de handhaafbaarheid en consistentie in de regelgeving geldt onder meer voor activiteiten tijdens collectieve festiviteiten de reguliere normering van 75 dB(A), gemeten op de gevel van de dichtstbijzijnde geluidgevoelige gebouwen.

  • 6.

    Bijzondere regelgeving

Evenementen en dieren

Sinds 15 september 2015 is het verboden om rond te reizen met wilde zoogdieren, en hen kunstjes te laten vertonen in circussen en op andere evenementen.

De Wet dieren geeft een integraal kader voor regels over gehouden dieren en daaraan gerelateerde onderwerpen. De keuze om dieren te betrekken bij het evenement is aan de organisator die de evenementenvergunning aanvraagt. De burgemeester beslist uiteindelijk over die aanvraag.

In een uitspraak van de Raad van State is bepaald dat aantasting van het dierenwelzijn op zichzelf geen motief is waarop een evenementenvergunning mag worden geweigerd. In de uitspraak wordt bepaald dat de reikwijdte van het begrip ‘openbare orde’ expliciet niet zover gaat dan het welzijn van dieren. Op grond van het specialiteitsbeginsel mag een bestuursorgaan slechts de belangen waarvoor de desbetreffende regeling in het leven is geroepen bij zijn afweging betrekken. Een evenementenvergunning kan dus niet worden geweigerd als er sprake is van een aantasting van alleen het dierenwelzijn. Voor zover er expliciet sprake zou zijn van dierenmishandeling, is het denkbaar dat de weigeringsgrond openbare orde een rol kan spelen. Er moeten dan voldoende aanwijzingen zijn dat er sprake is van dierenmishandeling. Daarbij moet naar de getroffen maatregelen worden gekeken. Elementen die hierin een rol spelen zijn o.a. onderzoek door dierenarts, monitoring, contact met RVO, voldoende beschutting, voedsel en water.

Een praktische oplossing bij aantasting van het dierenwelzijn kan een verzoek tot handhaving op basis van de Wet dieren worden gedaan. Op grond van artikel 2 Besluit aanwijzing toezichthouders Wet dieren is de NVWA belast met het toezicht op naleving van de Wet dieren. Volgens het Besluit Houders van Dieren, moeten evenementen waarop gezelschapsdieren (zoogdieren, vogels, vissen, reptielen, amfibieën) tentoongesteld en/of verhandeld worden, aangemeld worden bij de NVWA.

Bij een evenement met dieren wordt de GHOR GGD gevraagd om advies te geven.

Auto- en motorsportevenementen

Bij het houden van auto- en motorsportevenementen is het belangrijk dat de veiligheid altijd gewaarborgd kan worden. Voor de veiligheid kunnen voorschriften aan het evenement worden verbonden. Voor het bepalen van deze voorschriften zal aansluiting worden gezocht bij de reglementen van de Nationale Autosport Federatie (KNAF) voor de autosport en bij de reglementen de Koninklijke Nederlandse Motorrijders Vereniging (KNMV) en de Motorsport Organisatie Nederland (MON) voor de motorsport, uiteraard voor zover de regels in het reglement van toepassing zijn voor een dergelijk evenement.

Diverse

Voor evenementen waarbij vuurwerk wordt ontstoken of het luchtruim wordt gebruikt, wordt naast de wettelijke verplichtingen, het Nederlands Handboek Evenementenveiligheid gebruikt als richtlijn.

Dit geldt ook voor verzekeringen en andere onderwerpen die niet in dit beleid zijn opgenomen.

Toestemmingen andere organisaties

Het kan zijn dat naast een evenementenvergunning ook andere vergunningen of toestemmingen van andere organisaties nodig zijn. Denk hierbij aan het Waterschap, Rijkswaterstaat en de provincie als gebruik wordt gemaakt van dijken of wegen die in beheer zijn door deze organisatie. Verder is de provincie ook bevoegd om ontheffing te verlenen om de weg te gebruiken voor wedstrijden als een evenement in meerdere gemeenten plaatsvindt (denk hierbij aan wielerwedstrijden of toertochten met auto’s).

BIJLAGEN LOCATIEPROFIELEN

De locatieprofielen zijn op 8 februari 2022 door de raad vastgesteld in het bestemmingsplan ‘Parapluplan Algemene regels evenemententerreinen Lelystad’. Bij evenementen op deze locaties gelden de regels die in dit plan zijn opgenomen.

* Met betrekking tot de locatieprofielen wordt opgemerkt dat het parapluplan leidend is. Bij wijziging van het parapluplan zal deze worden toegevoegd als bijlage bij deze beleidsregel

Locatieprofiel Agorahof

afbeelding binnen de regeling

Figuur 1 Sfeerimpressie nieuwe Agorahof

Profiel vanuit kracht van de plek

De Agorahof wordt bij de herontwikkeling van Theaterkwartier meegenomen en krijgt daarmee een nieuwe uitstraling. Het plein vormt na onder andere de realisatie van de nieuwe bioscoop en een nieuw horeca paviljoen aan de achterzijde van theater Agora een groene en levendige overgang naar het stadshart. Het ontwerp voor de Agorahof is in nauwe samenwerking met o.a. lokale ondernemers, de marktmeester en ECL (Evenementen Coördinatie Lelystad) opgesteld.

De nieuwe Agorahof is kleiner dan het oude plein, maar mede doordat de zaterdagmarkt enkele zaterdagen per jaar naar het ABC-terrein aan de Agoraweg kan worden verplaatst is ruimte ontstaan voor evenementen op deze locatie.

Beheersaspecten

Fysieke kenmerken van de plek (ondergrond, faciliteiten)

Ondergrond van de Agorahof bestaat uit gebakken klinkers in combinatie met natuursteen. Diverse groenbakken, waarvan enkele verhoogd. Het groene geraamte wordt gevormd aan de zijde van het grand café door verhoogde bakken (zithoogte 0,40 m) en schermen het terras van het grand café af t.o.v. het plein. De overige groenstructuren liggen op maaiveldniveau rondom en kaderen het plein effectief in t.b.v. de markt/evenementen. De boom in de zuidoost hoek van het plein wordt een grote markante en herkenbare boom met een verhoogd zitelement. Om het plein heen staan in de groenvakken zowel bestaande als nieuwe bomen. Het groen in de vakken is vaste beplanting door de seizoenen heen zodat zowel in de verschillende seizoenen het groen goed beleefbaar is en sfeer en karakter geeft aan het Agorahof.

Er mogen geen bomen of bebouwing boven de riolering gesitueerd worden, momenteel vindt daarover afstemming plaats met het ontwerp voor de Agorahof. Daarnaast moet er ten alle tijden onderhoud gepleegd kunnen worden bij de rioolputten.

Aan te houden windbelasting

Voor het bepalen van de hoogte van de windbelasting wordt verwezen naar de “COBc Richtlijn voor Constructieve Toetsingscriteria Evenementenvergunning”. Lelystad ligt in windgebied II. Voor de terreincategorie dient in principe van een onbebouwde omgeving te worden uitgegaan, tenzij wordt aangetoond dat er sprake is van een bebouwde omgeving.

Ligging, grootte, capaciteit, indeling

De Agorahof vormt de noordelijke poort naar het Stadshart. Op zaterdag wordt de weekmarkt op de Agorahof gehouden, mogelijkheden voor evenementen in het weekend zijn daarmee beperkt tot een aantal keren per jaar. De markt kan ten tijde van een evenement tijdelijk worden verplaatst naar de ABC-locatie (Agoraweg). Oppervlakte van het plein binnen de plantenbakken is ca 1500 m2.

De aanlooproutes naar het Agorahof kunnen toegevoegde waarde hebben voor bepaalde typen evenementen, in de zin van opstellingen/voorzieningen. Tussen het Agora theater en het Leonardo Hotel loopt bijvoorbeeld een toegangsweg die eventueel gebruikt kan worden voor opstelling van sanitaire voorzieningen, aggregaten, enzovoorts. Het effectief ruimtegebruik voor de marktkramen in onderstaande verbeelding van de Agorahof is gelijk aan dat voor evenementen.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 2 Impressie Agorahof met marktkramen

afbeelding binnen de regeling

Figuur 3 Oppervlaktekaart Agorahof

Bezoekersaantallen

De gemeente Lelystad staat bij evenementen een maximale publiekscapaciteit toe van 2.5 personen per m² van het netto ruimtebeslag. Voor het bepalen van het voor publiek beschikbare netto ruimtebeslag moet per evenement rekening gehouden worden met de ruimte die nodig is voor de inrichting van het evenement, de benodigde facilitaire voorzieningen en de vrij te houden incident- en calamiteitenvoorzieningen.

Type omgeving

Het plein ligt centraal in het stadshart en het kernwinkelgebied; het omliggende winkel- en terrasaanbod brengt een stedelijke levendigheid teweeg. Voor het Agorahof gelden de nadere regels horecaterrassen van de gemeente Lelystad.

Als het plein wordt gebruikt voor evenementen kan het zijn dat, vanwege de voor het evenement benodigde ruimte, terraslocaties niet kunnen worden gebruikt door de horecaondernemer, tenzij dat in overleg met de organisator van het evenement wordt afgesproken. Ook de markt zal indien nodig ruimte moeten maken voor evenementen op de zaterdag, er is daarom met de marktmeester afgesproken enkele zaterdagen per jaar de markt op het ABC-terrein aan de Agoraweg te houden.

Veiligheid

Het te respecteren openbare karakter van het plein maakt het in principe niet mogelijk de evenementen af te schermen. Er zijn voldoende vluchtwegen voor bezoekers.

Toegankelijkheid (bereikbaarheid voor hulpdiensten)

Bij calamiteiten bereiken de hulpdiensten de Agorahof via de aangrenzende winkelstraten. De op de afbeelding aangegeven routes dienen daarvoor vrijgehouden te worden.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 4 Routes hulpdiensten

Geluidsnormen en tijden

Op de omliggende woningen mag het invallend geluidsniveau, afkomstig van evenementen waar versterkt geluid een hoofdrol speelt (zoals muziekevenementen), niet meer bedragen dan Leq = 80 dB(A) en 95 dB(C), gemiddeld over 3 minuten.

Bij een evenement waar muziek geen hoofdrol speelt (zoals jaarmarkt en dergelijke) is een geluidnorm van 90 dB(A) op 1 meter vanuit elke luidspreker van toepassing, gemeten over 1 minuut gemiddeld.

Eindtijden evenement

De eindtijd van evenementen op het Agorahof is vastgesteld op maximaal 01.00 uur.

Op- en afbouwtijden

Aan tijden van op- en afbouw zijn in principe geen nadere voorschriften gesteld. Toch kunnen ook deze activiteiten overlast veroorzaken. Per situatie zal daarom worden bekeken of deze tijden tot geluidsoverlast kunnen leiden. Zo nodig kunnen hier dan verdere eisen worden gesteld.

Aantal evenementen

Ter bescherming van het woon- en leefklimaat geldt er voor het Agorahof een maximum van 10 evenementen op jaarbasis.

Verkeer

Bereikbaarheid openbaar vervoer

De Agorahof ligt op minder dan 5 minuten loopafstand van NS-busstation Lelystad. Het Stadshart van Lelystad is voetgangersgebied, de Agorahof is dus niet bereikbaar voor gemotoriseerde voertuigen.

Parkeren

Bezoekers van de binnenstad kunnen gebruik maken van de reguliere parkeervoorzieningen in het centrum van Lelystad; de dichtst bij gelegen voorzieningen zijn de parkeergarages Agoradek en De Waag. Vanaf deze voorzieningen is de Agorahof in minder dan 5 minuten lopend te bereiken.

Overige verkeersaspecten

Toegang voor voertuigen is enkel toegestaan met een ontheffing, gezien het Stadshart van Lelystad voetgangersgebied is.

Er moet rekening gehouden worden met de Venstertijden voetgangerszone Stadshart die zijn gericht op het onmiddellijk laden en lossen door motorvoertuigen met een maximale lengte van 15 meter gedurende maandag tot en met vrijdag van 06.00 tot 11.00 uur en van 18.00 tot 22.00 uur, koopavonden uitgezonderd.

Locatieprofiel Stadhuisplein

afbeelding binnen de regeling

Figuur 1 Ontwerp Stadhuisplein18

Profiel vanuit kracht van de plek

Het in 2015 geheel vernieuwde Stadhuisplein wordt omgeven door groenbakken en bomen. Het is een gezellige ontmoetingsplaats waar zowel de entree van het stadhuis, winkels en horecaterrassen aan grenzen.

De groene grens tussen winkelboulevard en openbare pleinfunctie geeft het een unieke sfeervolle uitstraling. Op het plein zijn bloembakken, banken en lantaarnpalen geplaatst. Centraal op het plein staat de 32 meter hoge met vulkanisch basaltsteen beklede ‘Zuil van Lely’ als klassiek element in een moderne stad.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 2 Voorzieningenkaart Stadhuisplein

Beheersaspecten

Fysieke kenmerken van de plek (ondergrond, faciliteiten)

De ondergrond van het Stadhuisplein bestaat uit sierbestrating in betonklinkers. Tussen de bestrating mogen geen pinnen voor verankering aangebracht worden. Bij het gebruik van de locatie voor evenementen wordt met de serviceopzichter van de afdeling Beheer en Openbare ruimte een voor- en naschouw gehouden.

Er is een stroomkast 3 x 50 Ampère aanwezig (2 kracht en 3 – 230V aansluitingen). Rondom en op het plein is straatverlichting aanwezig. Er is geen wateraansluiting en geen rioolvoorziening.

Aan te houden windbelasting

Voor het bepalen van de hoogte van de windbelasting wordt verwezen naar de “COBc Richtlijn voor Constructieve Toetsingscriteria Evenementenvergunning”. Lelystad ligt in windgebied II. Voor de terreincategorie dient in principe van een onbebouwde omgeving te worden uitgegaan, tenzij wordt aangetoond dat er sprake is van een bebouwde omgeving.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 3 Oppervlaktekaart Stadhuisplein

Ligging, grootte, capaciteit, indeling

Het plein ligt centraal in het stadshart van Lelystad. De totale oppervlakte van het plein van gevel tot gevel is ca 3700 m2. Het effectieve beschikbare ruimtebeslag en de mogelijkheden tot inrichting van evenementen zijn beperkt door de aanwezigheid van niet verplaatsbaar straatmeubilair. De bruto voor evenementen bruikbare oppervlakte van het centrale deel (binnenplein) is ca 1000m2. Voor de omliggende winkelboulevard is dit ca 800 m2.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 4 Foto Stadhuisplein19

Bezoekersaantallen

Gezien de bestaande inrichting van het plein en de mogelijkheden voor evenementen kan de norm van 2,5 persoon/m2 niet worden toegepast, het Stadhuisplein is geschikt voor activiteiten tot maximaal 1500 bezoekers.

Type omgeving

Het plein ligt centraal in het stadshart en kernwinkelgebied; het omliggende winkel en terrasaanbod brengt een stedelijke levendigheid teweeg. Voor het Stadhuisplein gelden de nadere regels horecaterrassen van de gemeente Lelystad.

Als het plein wordt gebruikt voor evenementen kan het, vanwege de voor het evenement benodigde ruimte, zijn dat terraslocaties niet kunnen worden gebruikt door de horecaondernemer, tenzij dat in overleg met de organisator van het evenement wordt afgesproken.

Standplaatsen

Er is dagelijks een standplaatsvergunning van kracht op het Stadhuisplein.

Veiligheid

Het te respecteren openbare karakter van het plein maakt het niet mogelijk de evenementen af te schermen. Er zijn voldoende vluchtwegen voor bezoekers.

Toegankelijkheid (bereikbaarheid voor hulpdiensten)

Bij calamiteiten bereiken de hulpdiensten het Stadhuisplein via de aangrenzende winkelstraten. De op de afbeelding aangegeven routes dienen daarvoor vrijgehouden te worden. In verband met de bereikbaarheid van het stadhuis moet ook het plein zelf toegankelijk blijven voor de hulpdiensten.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 5 Routes hulpdiensten

Geluidsnormen en tijden

Op de omliggende woningen mag het invallend geluidsniveau, afkomstig van evenementen waar versterkt geluid een hoofdrol speelt (zoals muziekevenementen), niet meer bedragen dan Leq = 80 dB(A) en 95 dB(C), gemiddeld over 3 minuten. Bij een evenement waar muziek geen hoofdrol speelt (zoals een jaarmarkt en dergelijke) is een geluidsnorm van 90 dB(A) op 1 meter vanuit elke luidspreker van toepassing, gemeten over 1 minuut gemiddeld.

Eindtijden evenement

De eindtijd van evenementen op het Stadhuisplein is vastgesteld op maximaal 01.00 uur.

Op- en afbouwtijden

Aan tijden van op- en afbouw zijn in principe geen nadere voorschriften gesteld. Toch kunnen ook deze activiteiten overlast veroorzaken. Per situatie zal daarom worden bekeken of deze tijden tot geluidsoverlast kunnen leiden. Zo nodig kunnen hier dan verdere eisen worden gesteld.

Verkeer

Bereikbaarheid openbaar vervoer

Het Stadhuisplein ligt op minder dan 5 minuten loopafstand van Station Lelystad. Het stadshart van Lelystad is voetgangersgebied, het Stadhuisplein is dus niet bereikbaar voor voertuigen.

Parkeren

Bezoekers van de binnenstad kunnen gebruik maken van de reguliere parkeervoorzieningen in het centrum van Lelystad; de dichtst bij gelegen voorzieningen zijn de parkeergarages Neringweg, De Waag, Agoradek en Zilverpark. Vanaf deze voorzieningen is het Stadhuisplein in minder dan 5 minuten lopend te bereiken.

Overige verkeersaspecten

Toegang voor voertuigen is enkel toegestaan met een ontheffing, gezien het stadshart van Lelystad voetgangersgebied is.

Er moet rekening gehouden worden met de ‘Venstertijden voetgangerszone Stadshart’ die zijn gericht op het onmiddellijk laden en lossen door motorvoertuigen met een maximale lengte van 15 meter gedurende maandag tot en met vrijdag van 06.00 tot 11.00 uur en van 18.00 tot 22.00 uur, koopavonden uitgezonderd. De centrale opgang naar het stadhuis dient bereikbaar te blijven voor bruidsauto’s.

Locatieprofiel de Meent

afbeelding binnen de regeling

Figuur 1 Luchtfoto: Evenemententerrein De Meent 20

Profiel vanuit kracht van de plek

De Meent is een vlak open terrein en ligt pal naast het Stadshart van Lelystad. Vanaf station Lelystad is De Meent aan de Zuigerplasdreef lopend via het stadshart in ongeveer 15 minuten te bereiken. De ondergrond van dit evenemententerrein wordt gedurende het jaar als er geen evenement plaatsvindt gebruikt als parkeerterrein. Rondom het terrein staat bebouwing, deels bewoond, deels ook door bedrijven gebruikt.

Beheersaspecten

Fysieke kenmerken van de plek (ondergrond, faciliteiten, voorzieningen)

De ondergrond is in 2018 aangepast zodat deze geschikt is voor het houden van evenementen. Het terrein bestaat uit klinkerbestrating met aangeduide parkeerplaatsen. De omliggende rondweg bestaat uit asfalt. Het terrein is goed toegankelijk voor voertuigen en heeft een aantal voorzieningen.

Bij het gebruik van de locatie voor evenementen wordt met de serviceopzichter van de afdeling Beheer en Openbare ruimte een voor- en naschouw gehouden.

Aan te houden windbelasting

Voor het bepalen van de hoogte van de windbelasting wordt verwezen naar de “COBc Richtlijn voor Constructieve Toetsingscriteria Evenementenvergunning”. Lelystad ligt in windgebied II. Voor de terreincategorie dient in principe van een onbebouwde omgeving te worden uitgegaan, tenzij wordt aangetoond dat er sprake is van een bebouwde omgeving.

Voorzieningen

Er is een stroomvoorziening 3 x 63 Ampère aanwezig met 3 kracht-0 en 3 230 V aansluitingen. Er is ook een watertappunt (standpijp) aanwezig.

Tijdelijke voorzieningen kunnen worden aangesloten op het gemeentelijke vuilwaterriool. Hierover dient contact opgenomen te worden met de serviceopzichter van de afdeling Beheer Openbare Ruimte (BOR).

afbeelding binnen de regeling

Figuur 2 Voorzieningenkaart De Meent

afbeelding binnen de regeling

Figuur 3 Oppervlaktekaart De Meent

Ligging, grootte, capaciteit, indeling

De gemeente Lelystad staat bij evenementen een maximale publiekscapaciteit toe van 2.5 personen per m² van het netto ruimtebeslag. Dit betekent voor De Meent een maximum van 16.000 bezoekers. Voor het bepalen van het voor publiek beschikbare netto ruimtebeslag moet per evenement rekening gehouden worden met de ruimte die nodig is voor de inrichting van het evenement, de benodigde facilitaire voorzieningen en de vrij te houden incident- en calamiteitenvoorzieningen.

Type omgeving

De Meent is aan 3 zijden omringd door bebouwing grotendeels in gebruik door bedrijven, maar kent ook een aantal bewoonde panden. In de nabijheid ligt aan de Schans het zogenaamde horecaplein van Lelystad; een plein met veel dynamiek en navenante omgevingsgerichte aspecten. In de samenloop met de evenementenfunctie van De Meent geeft dit aanleiding tot limitering in het aantal sterk geluid dragende activiteiten, en de regulering van grote bezoekersstromen.

Parkeergelegenheid voor bedrijven

Ten noorden van de Meentweg 14 is een parkeerterrein aangelegd in grasbetontegels. Dit parkeerterrein zal enkel tijdens evenementen worden opengesteld. Zo kunnen bezoekers van de bedrijven aan de Meentweg hun auto blijven parkeren tijdens evenementen.

Veiligheid

Het is redelijk eenvoudig rond het evenemententerrein (fysieke) afscheiding te maken, dus regulering van de toegang is mogelijk. Er zijn voldoende vluchtmogelijkheden voor bezoekers.

Toegankelijkheid (bereikbaarheid voor hulpdiensten)

Bij calamiteiten bereiken de hulpdiensten de Meent via de Zuigerplasdreef; deze route dient ten alle tijden vrijgehouden te worden. In verband met de bereikbaarheid van het achterliggende gebied met ook de om de Meent liggende rondweg deels vrijgehouden worden.

Gelijktijdig met het Groot Onderhoud is in 2018 een 2e calamiteiten ontsluiting gemaakt op de Zuigerplasdreef aan de zuidzijde van het evenemententerrein wat bestaat uit grasbetonstenen en alleen wordt opengesteld bij evenementen.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 4 2e ontsluiting Zuigerplasdreef zuidzijde 21

De op en rondom De Meent aanwezige blusvoorzieningen (brandkranen) moeten ten alle tijde bereikbaar blijven. De voor hulpdiensten toegankelijke opgangen naar de locatie moeten eveneens vrijgehouden worden.

Geluidsnormen, tijden en aantal evenementen

Geluidsnormen

Op de omliggende woningen mag het invallend geluidsniveau, afkomstig van evenementen waar versterkt geluid een hoofdrol speelt (zoals muziekevenementen), niet meer bedragen dan Leq = 75 dB(A) en 90 dB(C), gemiddeld over 3 minuten.

Bij een evenement waar muziek geen hoofdrol speelt (zoals kermis, jaarmarkt en dergelijke) is een geluidsnorm van 90 dB(A) op 1 meter vanuit elke luidspreker van toepassing, gemeten over 1 minuut gemiddeld.

Eindtijden

De eindtijd van evenementen op de Meent is vastgesteld op 01.00 uur. Afhankelijk van de aard van het evenement kan besloten worden de eindtijd van de muziek een half uur eerder te bepalen dan de eindtijd van het evenement. Dit laatste om het geleidelijk uitstromen van bezoekers van het evenement te reguleren.

Op- en afbouwtijden

Aan tijden van op- en afbouw zijn in principe geen nadere voorschriften gesteld. Toch kunnen ook deze activiteiten overlast veroorzaken. Per situatie zal daarom worden bekeken of deze tijden tot geluidhinder kunnen leiden. Zo nodig kunnen hier dan verdere eisen worden gesteld.

Aantal evenementen

Ter bescherming van het woon- en leefklimaat geldt er voor De Meent een maximum van 10 evenementen op jaarbasis, verdeeld over maximaal 46 dagen per jaar (inclusief op- en afbouwdagen).

Verkeer

De Meent is voor verkeer bereikbaar via de Zuigerplasdreef. Dit is een belangrijke verkeersader in het wegennet van Lelystad. Tijdelijke of gedeeltelijke afsluiting van de Zuigerplasdreef kan slechts in uitzonderlijke situaties worden toegestaan.

In verband met lokaal bestemmingsverkeer kan de om de locatie liggende geasfalteerde rondweg niet geheel afgesloten worden voor verkeer. Tijdelijke en gedeeltelijke afsluiting is enkel mogelijk op een beperkt weggedeelte.

De ‘ring’ om het event terrein dient altijd fysiek vrij te blijven voor bewoners, en leveranciers met betrekking tot de bereikbaarheid.

Bereikbaarheid via openbaar vervoer

De locatie de Meent is vanaf Station Lelystad lopend in ongeveer 15 minuten te bereiken. Vanaf Bushalte Station Lelystad rijden diverse lijnen via bushalte Agora vanwaar de Meent in ongeveer 4 minuten lopend te bereiken is.

Bij grote publieksaantallen kunnen aanvullende maatregelen gericht op verkeersveiligheid en publieksbegeleiding op de looproute van en naar De Meent gesteld worden.

Parkeergelegenheid

De bij de Meent gelegen parkeervoorzieningen zijn primair gericht op het gebruik door bestemmingsverkeer. Bezoekers van evenementen dienen daarom gebruik te maken van de reguliere parkeervoorzieningen binnen de gemeente Lelystad; de dichtst bij gelegen voorzieningen zijn de parkeergarages Agoradek, en De Waag. Vanaf deze voorzieningen is De Meent in ongeveer 15 minuten lopend te bereiken.

Locatieprofiel Bataviahaven

afbeelding binnen de regeling

Figuur 1 Havenkom Bataviahaven22

Profiel vanuit kracht van de plek

Bataviahaven heeft een haven, wegen, bebouwing en een open terrein. Het ligt pal naast Bataviastad. Met eigen vervoer en openbaar vervoer is Bataviahaven goed te bereiken. Het terrein wordt gedurende het jaar, als er geen evenement plaatsvindt, gebruikt als openbaar terrein. Rondom het terrein staat bebouwing deels bewoond, deels ook door bedrijven/winkels/horeca gebruikt. De open ruimte ten oosten van de havenkom is verdeeld in vier percelen bestemd voor woningbouw.

Beheersaspecten

Fysieke kenmerken van de plek (ondergrond, faciliteiten, voorzieningen)

De ondergrond bestaat uit straatwerk, asfalt, beton, gras, gravel en houten plankiers. Het terrein is goed toegankelijk voor voertuigen.

Bij het gebruik van de locatie voor B- en C evenementen vindt een multidisciplinaire schouw plaats. De diensten met toezichthoudende taken schouwen het terrein aan de hand van de gestelde vergunningsvoorwaarden.

Bij het gebruik van de locatie voor evenementen wordt met de serviceopzichter van de afdeling Beheer en Openbare Ruimte en de havenbeheerder ruimte een voor- en naschouw gehouden.

Aan te houden windbelasting

Voor het bepalen van de hoogte van de windbelasting wordt verwezen naar de “COBc Richtlijn voor Constructieve Toetsingscriteria Evenementenvergunning”. Lelystad ligt in windgebied II. Voor de terreincategorie dient in principe van kustzone te worden uitgegaan, tenzij wordt aangetoond dat er sprake is van een onbebouwde of bebouwde omgeving.

Voorzieningen

De aanwezige stroomvoorzieningen zijn ten behoeve van de watersport en kunnen niet voor een evenement worden gebruikt. Voor de stroomvoorziening moeten daarom aggregaten worden geplaatst. Ook zijn er geen voorzieningen voor water beschikbaar en moet hier op een andere wijze in worden voorzien.

Tijdelijke voorzieningen kunnen worden aangesloten op het gemeentelijke vuilwaterriool. Hierover dient contact opgenomen te worden met de serviceopzichter van de afdeling Beheer Openbare Ruimte (BOR).

afbeelding binnen de regeling

Figuur 2 Voorzieningenkaart Bataviahaven

Ligging, grootte, capaciteit

De locatie bestaat uit verschillende terreinen en afhankelijk van het evenement kan gebruik worden gemaakt van één of meerdere terreinen. Voor de capaciteitsberekening wordt uitgegaan van het oppervlakte van het terrein c.q. de terreinen. Voor het aantal bezoekers geldt een norm van 2,5 persoon/m2, calamiteitenroutes, verkeerscirculatieplan en het aantal parkeerplaatsen zijn bepalend voor de maximale publiekscapaciteit.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 3 Oppervlaktekaart Bataviahaven

Type omgeving

Bataviahaven is aan 3 zijden omringd door bebouwing waarvan een deel in gebruik als woning. In de nabijheid ligt Bataviastad waarin een Fashion Outlet met meer dan 100 winkels is gevestigd. Daarnaast is er de Bataviawerf gevestigd, zijnde een centrum voor historische scheepsbouw, een toeristische attractie en tevens een leer- en werkervaringstraject voor jongeren. Tussen Bataviastad en Bataviahaven ligt het Nieuweland erfgoedcentrum en er zijn diverse horecagelegenheden. Kortom een toeristisch gebied en navenante omgevingsgerichte aspecten.

Veiligheid

Het is redelijk eenvoudig rond het evenemententerrein een (fysieke) afscheiding te maken, dus regulering van de toegang is mogelijk. Er zijn voldoende vluchtmogelijkheden voor bezoekers.

Toegankelijkheid (bereikbaarheid voor hulpdiensten)

De bereikbaarheid voor hulpdiensten is goed. Bij calamiteiten bereiken de hulpdiensten Bataviahaven via de Houtribweg. De Houtribweg kan daarom niet geheel worden afgesloten en bij gebruik van de Houtribweg ten behoeve van een evenement dient er een verkeerscirculatieplan te worden opgesteld.

De op en rondom Bataviahaven aanwezige blusvoorzieningen (brandkranen) moeten ten alle tijden bereikbaar blijven. De voor hulpdiensten toegankelijke opgangen naar de locatie moeten eveneens vrijgehouden worden en de straat Schoonzicht moet op meerdere plekken kunnen worden betreden. De bereikbaarheid van de KNRM en die ten behoeve van charterschepen en partyschepen moet gewaarborgd blijven. De onderdelen van het evenemententerrein in figuur 3 zijn meerzijdig bereikbaar voor hulpdiensten.

Geluidsnormen, tijden en aantal evenementen

Geluidsnormen

Op de omliggende woningen mag het invallend geluidsniveau, afkomstig van evenementen waar versterkt geluid een hoofdrol speelt (zoals muziekevenementen), niet meer bedragen dan Leq = 75 dB(A) en 90 dB(C), gemiddeld over 3 minuten.

Bij een evenement waar muziek geen hoofdrol speelt (zoals een jaarmarkt en dergelijke) is een geluidsnorm van 90 dB(A) op 1 meter vanuit elke luidspreker van toepassing, gemeten over 1 minuut gemiddeld.

Begin en eindtijden

Per evenement wordt aan de hand van de locatie, de dag en de aard van het evenement de begintijd bepaald. De eindtijd van evenementen is vastgesteld op 01.00 uur. Afhankelijk van de aard van het evenement kan besloten worden de eindtijd van de muziek een half uur eerder te bepalen dan de eindtijd van het evenement. Dit laatste om een het geleidelijk uitstromen van bezoekers van het evenement te reguleren.

Op- en afbouwtijden

Aan tijden van op- en afbouw zijn in principe geen nadere voorschriften gesteld. Toch kunnen ook deze activiteiten overlast veroorzaken. Per situatie zal daarom worden bekeken of deze tijden tot geluidhinder kunnen leiden. Zo nodig kunnen hier dan verdere eisen worden gesteld.

Aantal en soort evenementen

Ter bescherming van het woon en leefklimaat geldt er voor het geel gearceerde gedeelte (figuur 3) een maximum van 10 geluiddragende evenementen (categorie 2) op jaarbasis met een tussenliggende rustperiode van 14 dagen. Categorie 2 is de categorie waar de standaardgeluidsnorm voor geldt. Het betreft de evenementen met een versterkt geluidsniveau tot maximaal 75 dB(A) op de gevel van de dichtstbijzijnde geluidgevoelige objecten.

Voor het rood/bruin gearceerde terrein (figuur 3), te weten de havenkom en de Oostvaardersdijk, geldt in principe geen vastgesteld aantal evenementen. Aan de hand de aard van het evenement en de impact op de omgeving wordt een afweging gemaakt of een vergunning verleend zal worden.

Zo zal een water gerelateerd evenement in de havenkom weinig belemmeringen op leveren. Rekening wordt gehouden met ingediende aanvragen, eerdere evenementen, de duur daarvan en de tijd die tussen de evenementen zit. In principe wordt er ook voor deze terreinen een rustperiode tussen de evenementen ingebouwd.

Kamperen

Voor het kamperen t.b.v. een evenement wordt voor maximaal 3 dagen vergunning verleend. Indien men langer wenst te kamperen dient te worden uitgeweken naar de reguliere campings.

Verkeer

Bataviahaven is voor verkeer bereikbaar via de Houtribweg en de Houtribdreef. Dit zijn belangrijke verkeersaders in het wegennet van Lelystad, deze wegen maken onderdeel uit van de Buitenring van de stad, de Houtribweg is tevens de noordelijke invalsweg. Afsluiting van deze wegen is in principe niet aan de orde. De bereikbaarheid van de parkeerterreinen rondom Bataviastad is voornamelijk via de rotonde Markerwaarddijk. Deze weg en de rotonde zijn in beheer bij de Provincie Flevoland (N302).

Bereikbaarheid via openbaar vervoer

De locatie Batavia haven is per bus goed bereikbaar met een aantal haltes in het gebied. Vanaf Bushalte Station Lelystad rijdt een bus waarmee Bataviahaven in 15 minuten te bereiken is. Vanaf Station Lelystad is de looptijd ongeveer 45 minuten, dit is 4 km via hoofdzakelijk fietspaden. Per fiets is deze afstand in 13 minuten af te leggen. Bij grote publieksaantallen kunnen extra bussen ingezet worden of pendelbussen door de organisatie.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 4 Kaartfragment ontsluitingswegen Bataviahaven23

Parkeergelegenheid

De bezoekers van evenementen kunnen gebruik maken van de parkeervoorzieningen (betaald parkeren) van Bataviastad, inclusief het ‘overloopterrein’ die speciaal voor evenementen is ingericht met tijdelijke verharding. In het gebied is een parkeerverbodzone van kracht. Met evenementen moet er aandacht zijn voor de omliggende wijken in verband met uitwijkgedrag door bezoekers. Tijdens grote evenementen wordt het gebied afgezet (inclusief de Oostvaardersdijk tot Lelystad Haven), en kunnen de bewoners de afzettingen passeren met gebruik van een ‘Parkeerkaart’ (door de Gemeente Lelystad verstrekt en verkrijgbaar). Bij uitzondering wordt de Houtribweg ‘midden’ afgezet om te kunnen parkeren.

Wanneer de parkeercapaciteit bij Bataviastad niet voldoende is dan wordt op afstand geparkeerd (bijvoorbeeld Noordersluis) en worden bezoekers per pendelbus naar de locatie vervoerd. De parkeerterreinen rond Bataviastad zijn in beheer bij Bataviastad Fashion Outlet. Bij grote evenementen zal het parkeren met deze partij moeten worden afgestemd (capaciteit).

Verkeercirculatieplan

Voor grote evenementen op deze locatie bestaat een standaard verkeercirculatieplan die door gemeente Lelystad wordt voorgeschreven.


Noot
2

De geldende nadere regels evenementen zijn te raadplegen onder www.overheid.nl bij lokale regelgeving

Noot
3

Het overzicht is niet limitatief bedoeld

Noot
4

de nadere regels evenementen zijn te raadplegen via www.overheid.nl bij lokale regelingen

Noot
6

Documenten | Vereniging-BWT.nl via deze link kunt u de actuele versie vinden van de richtlijn constructieve toetsingscriteria voor evenementen

Noot
10

Bijzondere voertuigen tijdens evenementen, beleid afgifte ontheffingen Gemeente Lelystad

Noot
18

BDP2014

Noot
19

Bdp, 2015

Noot
20

Google maps, 2020

Noot
21

Google maps, 2020

Noot
22

iNautia.nl, 2021

Noot
23

Google maps, 2020