Regeling vervalt per 31-12-2028

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort houdende regels voor subsidie volwasseneneducatie non-formeel arbeidsmarktregio Amersfoort 2025-2028

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-01-2025 t/m 30-12-2028

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort houdende regels voor subsidie volwasseneneducatie non-formeel arbeidsmarktregio Amersfoort 2025-2028

Burgemeester en wethouders van Amersfoort;

gelezen de nota Regionaal Programma Volwasseneneducatie 2025-2028 datum 02-07-2024 nummer 1914252

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Amersfoort;

overwegende dat het gewenst is de zelfredzaamheid en deelname aan de maatschappij van volwassenen te bevorderen en dat het daartoe gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan het versterken van de basisvaardigheden van niet-inburgeringsplichtige volwassenen;

overwegende dat enkel de regiogemeenten Amersfoort en Leusden op dit moment de wens hebben non-formele educatie te organiseren via deze regeling;

besluit vast te stellen de volgende regeling:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Asv: Algemene subsidieverordening Amersfoort;

  • b.

    basiseducatie: educatie gericht op de Nederlandse taal en rekenen, zoals omschreven in artikel 7.3.1., eerste lid, sub b tot en met f, van de WEB;

  • c.

    basisvaardigheden: lezen, schrijven en/of spreken in de Nederlandse taal, rekenen en digitale vaardigheden;

  • d.

    burgemeester en wethouders: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort;

  • e.

    doelgroep: inwoners van de regiogemeenten, die niet-inburgeringsplichtig zijn en ouder dan 18 jaar, die nog niet beschikken over maximaal taalniveau 2F en die hun basisvaardigheden willen verbeteren;

  • f.

    eindtermen: de kennis en ervaring die leerlingen moeten hebben volgens de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) en de Regeling eindtermen educatie 2013, artikel 2 Eindtermen, aan het einde van:

    • o

      de opleidingen Nederlandse taal en rekenen, gericht op alfabetisering en op het ingangsniveau van het beroepsonderwijs;

    • o

      de opleidingen Nederlands als tweede taal I en II, die opleiden voor het diploma Nederlands als tweede taal, zoals bedoeld in het Staatsexamenbesluit Nederlands als tweede taal;

    • o

      de opleidingen Nederlands als tweede taal, gericht op beheersing van de Nederlandse taal op een basisniveau;

    • o

      de opleidingen Nederlands als tweede taal, gericht op alfabetisering;

    • o

      bij ministeriële regeling aan te wijzen andere opleidingen;

  • g.

    ervaringsdeskundige: iemand die op basis van persoonlijke en collectieve ervaringskennis in staat is deze kennis, in welke vorm dan ook, door te geven aan anderen;

  • h.

    non-formele educatie: educatie die niet gericht is op een diploma of een certificaat, maar op delen van de eindtermen van de WEB;

  • i.

    regio: de arbeidsmarktregio Amersfoort, bestaande uit de regiogemeenten Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Leusden, Nijkerk, Soest en Woudenberg;

  • j.

    WEB: de Wet educatie en beroepsonderwijs.

Artikel 2. Doel

Het doel van deze subsidieregeling is het verbeteren van de taal-, reken- en/of digitale basisvaardigheden van de doelgroep via non-formele educatietrajecten.

Artikel 3. Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. Burgemeester en wethouders verstrekken uitsluitend subsidie voor de volgende activiteiten:

    • a.

      non-formele educatie aan laaggeletterde inwoners voor wie Nederlands de moedertaal is (NT1);

    • b.

      non-formele educatie aan laaggeletterde inwoners voor wie Nederlands de tweede taal is (NT2).

  • 2. In afwijking van artikel 14, eerste lid, sub a, van de Asv kunnen burgemeester en wethouders subsidie toekennen indien de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd niet (voornamelijk) is gericht op inwoners van Amersfoort of op de promotie van Amersfoort. Deze regeling is van toepassing op activiteiten in de regiogemeenten Amersfoort en Leusden.

  • 3. Activiteiten die niet voor subsidie in aanmerking komen onder deze regeling zijn Taalcafés en Taalkamers.

Artikel 4. Indieningstermijn aanvraag

Burgemeester en wethouders stellen bij afzonderlijk besluit een openstellingsbesluit vast. Hierin ligt vast in welke periode aanvragen kunnen worden ingediend.

Artikel 5. Eisen aan de aanvrager

Uitsluitend rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid en zonder winstoogmerk kunnen subsidie aanvragen. Zij dienen het merendeel van de activiteiten uit te voeren onder leiding van of ondersteund door vrijwilligers.

Artikel 6. Eisen aan de aanvraag

  • 1. Een aanvraag wordt ingediend via het door burgemeester en wethouders vastgestelde digitaal aanvraagformulier.

  • 2. Een aanvraag heeft slechts betrekking op één van de in artikel 3, eerste lid, genoemde activiteiten. Betreft de aanvraag meer dan één activiteit, dan is een extra formele aanvraag vereist. Wanneer een aanvraag de beide activiteiten zoals beschreven in artikel 3 eerste lid onder a en b bevat (zowel NT1 als NT2), wordt enkel de aanvraag voor de activiteit met het laagste subsidiebedrag in behandeling genomen.

  • 3. De aanvraag voldoet aan alle eisen zoals gesteld in artikel 6 van de Asv.

  • 4. In aanvulling op artikel 7 van de Asv, beschrijft het activiteitenplan:

    • a.

      in welke regiogemeente(n) de activiteit plaatsvindt: Amersfoort en/of Leusden;

    • b.

      op welke delen van de eindtermen de activiteiten gericht zijn;

    • c.

      hoe de te bereiken resultaten gemeten en zichtbaar worden gemaakt;

    • d.

      hoe ervaringsdeskundigen een rol krijgen bij het vormgeven van het aanbod;

    • e.

      hoe vrijwilligers betrokken zijn bij de activiteiten en welke scholing zij krijgen;

    • f.

      hoe de organisatie ervoor zorgt dat de activiteit laagdrempelig en goed vindbaar is;

    • g.

      hoe de organisatie en haar activiteiten bijdragen aan de doelstellingen – verbeterde leer- en ontwikkellijnen voor laaggeletterden – van het Regionaal Programma Volwasseneneducatie 2025-2028.

  • 5. Het aangevraagde subsidiebedrag is maximaal € 40.000,00.

  • 6. Alle aanvragen die niet voldoen aan de vereisten in dit artikel, met uitzondering van die in lid 2, worden niet in behandeling genomen.

Artikel 7. Subsidiabele kosten

  • 1. In aanvulling op artikel 10, eerste lid, van de Asv komen de volgende kosten in aanmerking voor subsidie:

    • a.

      een vast uurtarief van maximaal € 95,00 als vergoeding voor de directe loonkosten;

    • b.

      materiaalkosten;

    • c.

      een vast uurtarief van maximaal € 95,00 voor de inhuur van professionals die de activiteit uitvoeren;

    • d.

      kosten voor de huur van een ruimte met een maximum van € 57,00 per dagdeel;

    • e.

      kosten voor de inzet van vrijwilligers; hierbij valt te denken aan een vrijwilligersvergoeding, kosten voor begeleiding van vrijwilligers, bijeenkomsten, onkostenvergoeding en/of reiskosten.

  • 2. In aanvulling op artikel 10, tweede lid, van de Asv verstrekken burgemeester en wethouders in ieder geval geen subsidie voor:

    • a.

      kosten om te voldoen aan wettelijke verplichtingen of aan gangbare minimumkwaliteitseisen;

    • b.

      kosten van reguliere werkzaamheden van de aanvrager;

    • c.

      kosten gemaakt na beëindiging van de activiteiten;

    • d.

      kosten ten behoeve van het opstellen van de aanvraag;

    • e.

      kosten die zijn gemaakt voordat de aanvraag is ontvangen;

    • f.

      kosten die uit anderen hoofde worden gesubsidieerd;

    • g.

      verrekenbare of compensabele belastingen, heffingen of lasten;

    • h.

      kosten van rente, bankdiensten, financieringen, gerechtelijke procedures, boetes en sancties;

    • i.

      kosten van in natura geleverde diensten en goederen;

    • j.

      kosten van gelieerde rechtspersonen die onderling in rekening worden gebracht;

    • k.

      fooien, geschenken, gratificaties en bonussen;

    • l.

      kosten voor representatie, personeelsactiviteiten, overboekingen, annuleringen en outplacementtrajecten;

    • m.

      kosten voor training en scholing van vrijwilligers;

    • n.

      schoonmaakkosten;

    • o.

      overheadkosten;

    • p.

      BHV-kosten;

    • q.

      vergader- en bestuurskosten;

    • r.

      verzekeringen;

    • s.

      dienstreizen;

    • t.

      telefoonkosten.

Artikel 8. Hoogte subsidie

De subsidie van de gemeente Amersfoort bedraagt ten hoogste 100% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 40.000,00 per aanvrager per regiogemeente.

Artikel 9. Subsidieplafond

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks bij afzonderlijk besluit een subsidieplafond en eventuele deelplafonds vast.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen een subsidieplafond verlagen als:

    • a.

      het plafond eerder is vastgesteld dan de begroting voor het betrokken jaar;

    • b.

      bij het vaststellen of goedkeuren van de begroting de aanvraagtermijn voor de subsidie al is gestart.

  • 3. Bij de bekendmaking van een subsidieplafond dat kan worden verlaagd overeenkomstig het vorige lid, wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen.

  • 4. Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarde dat er voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld. In de verleningsbeschikking wordt daarop gewezen.

Artikel 10. Weigeringsgronden

Overeenkomstig artikel 14, tweede lid, sub d, van de Asv beslissen burgemeester en wethouders afwijzend op de aanvraag als:

  • a.

    de aanvraag niet voldoet aan het doel van de regeling;

  • b.

    de aanvraag niet past binnen de subsidiabele activiteiten, zoals bedoeld in artikel 3;

  • c.

    de aanvrager niet voldoet aan de begripsbepaling ‘aanvrager’, zoals bedoeld in artikel 5;

  • d.

    de aanvrager kosten opgeeft die niet passen binnen de subsidiabele kosten, zoals bedoeld in artikel 7;

  • e.

    door verstrekking van subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden en de aanvraag daardoor slechts gedeeltelijk zou kunnen worden gehonoreerd;

  • f.

    aan de aanvraag op een van de aspecten genoemd in artikel 11, tweede lid, één punt wordt toegekend.

Artikel 11. Wijze van verdeling

  • 1. Verstrekking van subsidie vindt plaats in de volgorde van de rangschikking die burgemeester en wethouders hebben aangebracht, totdat het vastgestelde (deel)subsidieplafond is bereikt.

  • 2. Bij de rangschikking van de aanvragen kennen burgemeester en wethouders punten toe aan de hand van de volgende aspecten en tot het daarbij vermelde maximum aantal:

    • a.

      hoe vrijwilligers betrokken zijn bij de activiteiten en welke scholing zij krijgen − maximum vier punten;

    • b.

      hoe de organisatie ervoor zorgt dat de activiteit laagdrempelig en goed vindbaar is voor de doelgroep − maximum vier punten;

    • c.

      hoe de organisatie en haar activiteiten bijdragen aan de doelstelling waar deze subsidieregeling op toeziet, namelijk verbeterde leer- en ontwikkellijnen voor laaggeletterden (zie Regionaal Programma Volwasseneducatie 2025-2028) − maximum vier punten.

Artikel 12. Bevoorschotting

  • 1. Het subsidiebedrag wordt voor maximaal 80% bevoorschot.

  • 2. De wijze van bevoorschotting wordt in de verleningsbeschikking opgenomen.

Artikel 13. Verplichtingen

In aanvulling op hoofdstuk 4 van de Asv is de subsidieontvanger verplicht:

  • a.

    de verkregen subsidie ook daadwerkelijk in te zetten voor de uitvoering van de activiteit;

  • b.

    tweemaal per jaar in gesprek te treden met de gemeente Amersfoort of de desbetreffende regiogemeente over de stand van zaken bij het uitvoeren van de activiteit. Dit gesprek vindt plaats op basis van het Kwaliteitskader Non-Formeel Aanbod.

  • c.

    in het kader van de landelijke dataverzameling door het CBS gegevens te verzamelen en aan te leveren aan de gemeente Amersfoort;

  • d.

    aanwezig te zijn bij de regionale bijeenkomsten die de gemeente Amersfoort tweemaal per jaar organiseert ten behoeve van een betere samenwerking en informatie-uitwisseling in de arbeidsmarktregio Amersfoort;

  • e.

    Ervaringwijzer toe te passen in de eigen organisatie vanaf de periode 2025-2026.

Artikel 14. Vaststelling

In afwijking van artikel 24, eerste lid, sub a, van de Asv dient de subsidieontvanger de aanvraag tot vaststelling in vóór 1 april volgende op het kalenderjaar waarvoor de subsidie is verstrekt.

Artikel 15. Slotbepalingen

  • 1. De Subsidieregeling Volwasseneneducatie 2024 wordt ingetrokken.

  • 2. De Subsidieregeling Volwasseneneducatie 2024 blijft van toepassing op subsidies die op grond van de Subsidieregeling Volwasseneneducatie 2024 zijn verleend of vastgesteld.

  • 3. Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 januari 2025.

  • 4. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Volwasseneneducatie regio Amersfoort 2025-2028.

  • 5. Overeenkomstig artikel 3, derde lid, van de Asv vervalt deze subsidieregeling op 31 december 2028.

  • 6. Deze subsidieregeling blijft van toepassing op subsidies die voor de vervaldatum onder deze subsidieregeling zijn verstrekt.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van 2 juli 2024

De secretaris,

De burgemeester,

BIJLAGE 1 - Beoordeling van uw aanvraag

Wanneer we vinden dat uw aanvraag compleet is, beoordelen we de kwaliteit van de activiteiten die u gaat organiseren. Daarbij kijken we naar drie thema’s (zie vraag 9, 10 en 11 in het aanvraagformulier).

Voor elk thema krijgt u een cijfer: het minimum is 1, het maximum is 4. U kunt dus maximaal 12 punten halen.

Per thema moet u minimaal score 2 (‘matig’) halen.

  • Heeft u voor één thema een lagere score dan 2? Dan wijzen we uw aanvraag af.

Heeft u voor alle thema’s een score 2 of hoger? Dan krijgt u subsidie. Dit gebeurt alleen als het subsidieplafond niet is bereikt.

De drie thema’s wegen allemaal even zwaar mee in de eindbeoordeling.

Hieronder ziet u wanneer u welke score krijgt. U hoeft hier zelf niets in te vullen, we laten hiermee alleen zien hoe we uw aanvraag straks gaan beoordelen.

Score thema 1 + score thema 2 + score thema 3 = eindtotaal score

  • 1.

    Hoe werkt u bij het voorbereiden of uitvoeren van de activiteit samen met vrijwilligers? En welke opleiding krijgen zij?

    SCORE 1

    SCORE 2

    SCORE 3

    SCORE 4

    1 = onvoldoende

    U zet op géén enkele manier vrijwilligers in bij de voorbereiding en uitvoering van de activiteit.

    2 = matig

    Bij het uitvoeren van de activiteit vullen vrijwilligers het werk van de professional(s) minimaal aan.

    3 = voldoende

    U zet vrijwilligers voldoende in bij het uitvoeren van de activiteit.

    4 = uitstekend

    U zet vrijwilligers voldoende in bij het uitvoeren van de activiteit én zij krijgen goede scholing en bijscholing.

    SCORE  □ 1 □  2 □ 3 □ 4

    Uitleg beoordelaar:

    Score 2 of hoger?

    JA à Door naar beoordeling thema 2.

    NEE à Aanvraag wordt afgewezen

  • 2.

    Hoe zorgt u ervoor dat de activiteit laagdrempelig en goed vindbaar is voor de doelgroep?

    SCORE 1

    SCORE 2

    SCORE 3

    SCORE 4

    1 = onvoldoende

    De activiteit (en organisatie) is niet laagdrempelig en niet goed vindbaar.

    2 = matig

    De activiteit (en organisatie) is laagdrempelig óf goed vindbaar.

    3 = voldoende

    De activiteit (en organisatie) is laagdrempelig en vindbaar genoeg.

    4 = uitstekend

    De activiteit (en organisatie) is heel laagdrempelig en zeer goed vindbaar.

    SCORE □ 1 □ 2 □ 3 □ 4

    Uitleg beoordelaar:

    Score 2 of hoger?

    JA à Door naar beoordeling thema 3.

    NEE à Aanvraag wordt afgewezen.

  • 3.

    Hoe helpen uw organisatie en uw activiteiten om de doelen van het Regionaal Programma Volwasseneneducatie 2025-2028 te halen?

    SCORE 1

    SCORE 2

    SCORE 3

    SCORE 4

    1 = onvoldoende

    De activiteit helpt op geen enkele manier om de doelen van het Regionaal Programma te halen.

    2 = matig

    De activiteit helpt één van de doorlopende leer- of ontwikkellijnen in het Regionaal Programma te verbeteren.

    3 = voldoende

    De activiteit helpt twee van de doorlopende leer- of ontwikkellijnen in het Regionaal Programma te verbeteren.

    4 = uitstekend

    De activiteit helpt drie van de doorlopende leer- of ontwikkellijnen in het Regionaal Programma te verbeteren.

    SCORE □ 1 □ 2 □ 3 □ 4

    Uitleg beoordelaar:

    Score 2 of hoger?

    JA à Aanvraag wordt goedgekeurd. De aanvragen met de meeste ‘punten’ krijgen als eerste subsidie toegekend, de aanvragen met minder punten komen daarna aan de beurt. Zo gaat het verder tot het subsidieplafond is bereikt.

    NEE à Aanvraag wordt afgewezen

Toelichting subsidieregeling Volwasseneneducatie regio Amersfoort 2025-2028

Deze toelichting bestaat uit twee delen:

  • Een algemene toelichting: hierin leest u meer over de context waarin deze subsidieregeling tot stand is gekomen;

  • Een toelichting per artikel: hierin lichten we de betekenis van elk artikel toe in begrijpelijke taal.

Wilt u dus weten wat een bepaald artikel uit de subsidieregeling betekent? Lees dan verder op pagina 2 vanaf ‘Toelichting per artikel’.

Algemene toelichting op deze subsidieregeling

Uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb) volgt dat een bestuursorgaan slechts subsidie verstrekt op grond van een wettelijk voorschrift waarin wordt geregeld voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt.

De gemeente Amersfoort verstrekt in de arbeidsmarktregio Amersfoort subsidie voor Volwasseneneducatie op basis van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB, in het bijzonder artikel 2.3.1, eerste lid en artikel 7.3.1, eerste lid, sub b tot en met f).

De WEB is er om een verbetering mogelijk te maken van de taal- en rekenvaardigheid en digitale vaardigheid van volwassenen die deze basisvaardigheden onvoldoende beheersen en die niet-inburgeringsplichtig zijn.

Volgens dezelfde wet vervult het college van burgemeester en wethouders van een contactgemeente, Amersfoort in dit geval, coördinerende taken met het oog op het onderwijsaanbod:

“In dat verband:

  • draagt het college in overleg met de colleges van burgemeester en wethouders in de overige gemeenten in de regio zorg voor de totstandkoming van een regionaal programma van educatievoorzieningen;

  • maakt het college afspraken met onderwijsaanbieders, overeenkomstig het regionaal programma, en;

  • coördineert het college de overige werkzaamheden die verband houden met de uitvoering van het regionaal programma.”

De regionale samenwerking door de betrokken gemeenten is vastgelegd in het Regionaal Programma Volwasseneneducatie Arbeidsmarktregio Amersfoort 2025-2028.

De gemeente Amersfoort, als contactgemeente, heeft deze subsidieregeling voor de periode 2025-2028 opgesteld in overleg met de andere regiogemeenten, te weten Baarn, Bunschoten, Leusden, Nijkerk, Soest en Woudenberg.

Via deze subsidieregeling wordt een deel van de WEB-middelen verstrekt voor non-formele educatie. De rest van deze middelen wordt verstrekt op een aantal andere manieren:

  • a.

    via een begrotingssubsidie aan de bibliotheek voor DigiTaalhuis-activiteiten. Bij de gemeente Woudenberg gaat het volledige beschikbare budget vanuit de WEB-middelen naar het Taalhuis. Vandaar dat het op basis van deze regeling niet mogelijk is een subsidie aan te vragen voor de gemeente Woudenberg. Hetzelfde geldt voor de gemeenten Baarn, Bunschoten, Soest en Nijkerk, omdat zij het volledig beschikbare budget besteden via de begrotingssubsidie aan het DigiTaalhuis, en de rest aan formeel aanbod via de bij punt b. benoemde aanbesteding.

  • b.

    via een aanbesteding voor het formele NT2-aanbod;

  • c.

    via een publiek-publieke samenwerking voor het formele NT1-aanbod (verkenning);

  • d.

    via Taal op de Werkvloer (onderdeel van het Leerwerkloket Amersfoort).

De WEB-middelen worden dus op meerdere manieren over de regiogemeenten verdeeld. Daarom is het binnen deze subsidieregeling alleen mogelijk om subsidie aan te vragen voor de gemeenten Amersfoort en Leusden.

De gemeente Amersfoort zorgt voor publicatie van deze regeling en beoordeelt de ontvangen subsidieaanvragen, in overleg met de regiogemeente waar de aanvraag betrekking op heeft.

In de Algemene subsidieverordening Amersfoort 2019 (Asv) zijn de algemene procedureregels voor het verstrekken van subsidies opgenomen. Het college is op grond van artikel 2, vijfde lid, van de Asv bevoegd nadere regels (subsidieregelingen) vast te stellen.

Daarbij hanteert de gemeente Amersfoort de volgende uitgangspunten:

  • De Asv is leidend en geldt naast de subsidieregeling. Zo kan een subsidie die wordt aangevraagd op grond van de subsidieregeling geweigerd worden op een van de gronden genoemd in artikel 12 van de Asv.

  • De Asv biedt op sommige vlakken de mogelijkheid om in de subsidieregeling af te wijken van de Asv. Hiervan is in deze regeling zo min mogelijk gebruik gemaakt om de subsidieverstrekking in de gemeenten zo uniform mogelijk te laten verlopen.

Toelichting per artikel

Deze regeling betreft een exploitatiesubsidieregeling zoals bedoeld in de Algemene Subsidieverordening Amersfoort 2019 (Asv). Dit betekent dat de subsidie bedoeld is om doorlopende of jaarlijks terugkerende onderwijsactiviteiten in stand te houden. De ontvanger van de subsidie krijgt hiermee de totale kosten of een deel van de kosten vergoed.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit artikel leggen we belangrijke begrippen uit die verderop in de subsidieregeling voorkomen. Hieronder lichten we een aantal begrippen nader toe.

f. Eindtermen

Een eindterm beschrijft de kennis en ervaring die een leerling aan het einde van een onderwijsactiviteit moet hebben.

Op basis van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) zorgen de burgemeester en wethouders van elke gemeente dat er genoeg opleidingen beschikbaar zijn (zoals bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, sub b tot en met f) met voldoende aandacht voor alle doelgroepen.

Het gaat daarbij specifiek om (artikel 2.3.1. van de WEB):

  • de opleidingen Nederlandse taal en rekenen, gericht op alfabetisering en op het ingangsniveau van het beroepsonderwijs;

  • de opleidingen Nederlands als tweede taal I en II die opleiden voor het diploma Nederlands als tweede taal, zoals bedoeld in het Staatsexamenbesluit Nederlands als tweede taal;

  • de opleidingen Nederlands als tweede taal, gericht op beheersing van de Nederlandse taal op een basisniveau;

  • de opleidingen Nederlands als tweede taal, gericht op alfabetisering;

  • bij ministeriële regeling aan te wijzen andere opleidingen.

De activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen, vallen onder deze opleidingen. Let op: deze subsidieregeling is echter alleen bedoeld voor non-formele activiteiten (activiteiten die niet leiden tot een diploma of certificaat). Het doel is dus niet het behalen van de bovengenoemde opleidingen, maar het toewerken naar het niveau waar deze opleidingen naar streven.

c. (Digitale) basisvaardigheden

De bovengenoemde eindtermen zijn uitgewerkt in de Regeling eindtermen educatie 2013. Daarin benoemt artikel 2 specifiek de eindtermen voor de opleiding digitale vaardigheden. In bijlage 8 bij dezelfde regeling kunt u lezen welke activiteiten bijdragen aan de verbetering van digitale vaardigheden als basisvaardigheid. Hebben we het ergens over het verbeteren van digitale vaardigheden, dan bedoelen we die activiteiten.

Een voorbeeld hiervan is:

Domein 1: het gebruik van ICT-systemen.

Op basisniveau 1 is een van de eindtermen dan: ‘maakt gebruik van internet’ .

Voorbeeld: door het invoeren van een URL in de adresbalk naar de website van de gemeente gaan.

g. Ervaringsdeskundige

De definitie van een ervaringsdeskundige is afkomstig uit het rapport Ervaringsdeskundigen in het sociaal domein: wie zijn dat en wat doen ze? van Movisie uit 2018: een ervaringsdeskundige is iemand die op basis van persoonlijke en collectieve ervaringskennis in staat is deze kennis, in welke vorm dan ook, door te geven aan anderen. Het zijn mensen die in dezelfde situatie hebben gezeten als de doelgroep. In dit geval betekent het dat ze zelf moeite hebben gehad met taal, rekenen en/of digitale vaardigheden.

Artikel 2 Doel

Dit artikel beschrijft het doel van de subsidieregeling, namelijk: het verzorgen van onderwijs op het vlak van de Nederlandse taal, rekenen of digitale vaardigheden (het werken met een computer. smartphone of tablet) aan mensen die hier moeite mee hebben. Het gaat om onderwijs waarvoor je geen diploma of certificaat krijgt.

Artikel 3 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Lid 1:

Onder volwasseneneducatie verstaan we zowel formeel als non-formeel onderwijs.

Onder formeel aanbod verstaan we opleidingen die leiden tot een erkend diploma of certificaat. Onder non-formeel aanbod verstaan we cursussen die zonder diploma of certificaat worden afgesloten. Het non-formele aanbod wordt vaak georganiseerd door of met inzet van vrijwilligers. Het naast elkaar organiseren van formeel en non-formeel aanbod, zorgt ervoor dat het onderwijs goed aansluit op de behoeften van de doelgroepen en de lokale context.

Voor alle duidelijkheid: deze subsidieregeling is alleen bedoeld voor aanbieders van non-formele volwasseneneducatie.

Binnen de volwasseneneducatie bestaat nog een tweede onderverdeling: die tussen onderwijs aan volwassenen met Nederlands als moedertaal (NT1) en onderwijs aan anderstaligen (NT2). NT1’ers beheersen de Nederlandse taal mondeling (redelijk) goed, maar hebben problemen met lezen en schrijven. NT2 richt zich op anderstaligen die de Nederlandse taal onvoldoende beheersen. Deze groepen – en mensen die zich in het grijze gebied ertussen bevinden – hebben baat bij verschillende soorten onderwijs.

Binnen de volwasseneneducatie bestaan ook alfabetiseringstrajecten gericht op de Nederlandse taal. De meeste laaggeletterden zijn overigens geen analfabeten. Slechts een kleine groep kan niet of nauwelijks (technisch) lezen en schrijven.

Er zijn uiteraard ook mensen die meerdere moedertalen hebben. Zo kan het zijn dat iemand zowel met het Nederlands is opgegroeid als met een andere taal. Afhankelijk van het taalniveau – vooral qua spreken en luisteren – kan het zijn dat iemand die ‘formeel’ onder Nederlands als eerste taal valt (NT1), toch beter past bij een NT2-groep. We verwachten dat u als aanbieder van volwasseneneducatie een ruimhartige en meedenkende houding heeft naar elke deelnemer. Zo kan iemand die eigenlijk bij NT1 ‘hoort’ toch meedoen aan NT2-onderwijs. Het uitgangspunt is immers dat we voor alle inwoners een passend aanbod hebben, waarmee ze hun basisvaardigheden kunnen verbeteren.

In de subsidieregeling maken we alleen onderscheid tussen NT1 en NT2 als subdoelgroepen. Geef in uw aanvraag duidelijk aan om welke van de twee doelgroepen het gaat. Let op: wanneer u voor zowel NT1 als NT2 een activiteit wilt organiseren, moet u hiervoor twee aparte aanvragen doen.

Lid 2:

De gemeente Amersfoort voert met deze regeling een ‘centrumtaak’ uit voor de arbeidsmarktregio. Dat betekent dat de gemeente met deze regeling het belang van de inwoners van álle regiogemeenten voor ogen heeft en niet enkel haar eigen inwoners.

In Baarn, Bunschoten, Soest, Nijkerk en Woudenberg worden de WEB-middelen op andere manieren verdeeld. Daarom kunt u binnen deze subsidieregeling alleen subsidie aanvragen voor de gemeenten Amersfoort en Leusden.

Lid 3:

In een Taalcafé of Taalkamer komen inwoners bij elkaar om de Nederlandse taal te oefenen. Onder leiding van vrijwilligers voeren de deelnemers gesprekken of spelen ze taalspelletjes. De activiteit is gericht op het verbeteren van de taalvaardigheid en vind plaats in een informele setting.

Taalcafés en Taalkamers komen niet in aanmerking voor subsidie. Zij worden op een andere manier gefinancierd, om het gemakkelijker te maken dit soort activiteiten snel op te zetten.

Artikel 4 Indieningstermijn aanvraag

Deze subsidieregeling is een vierjarige regeling die elk jaar opnieuw opengesteld wordt. Dit betekent dat u voor de periode 2025 tot en met 2028 elk jaar weer subsidie kunt aanvragen. Elk jaar opnieuw besluit de gemeente Amersfoort in welke periode de subsidieaanvraag mogelijk is en wat het subsidieplafond is. Deze informatie staat in elk geval op de website van de gemeente Amersfoort.

Artikel 5 Eisen aan de aanvrager

Alleen rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid die niet als doel hebben winst te maken op de uitgevoerde activiteiten, kunnen de subsidie aanvragen. Het gaat bijvoorbeeld om taalaanbieders, vrijwilligersorganisaties, professionele organisaties zonder winstoogmerk zoals belangenorganisaties, of een samenwerkingsverband tussen dit soort organisaties.

Aangezien dit een subsidieregeling is die zich richt op non-formele educatie, is het vereist dat vrijwilligers (een deel van) de activiteit aansturen of ondersteunen.

Artikel 6 Eisen aan de aanvraag

De aanvraag voor subsidie bestaat uit:

  • 1.

    een ingevuld activiteitenplan (vragenlijst 1 t/m 11 in het aanvraagformulier);

  • 2.

    een begroting (aparte bijlage).

Een subsidie wordt verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten. In het activiteitenplan moet u dus in ieder geval een overzicht van die activiteiten opnemen. In het digitale aanvraagformulier op de website leest u wat er nog meer in het activiteitenplan moet staan. Bij een aantal van de te beantwoorden vragen staat een toelichting.

Het aanvraagformulier bevat vragen die gebaseerd zijn op voorwaarden uit de Asv (Algemene subsidieverordening) van de gemeente Amersfoort en deze subsidieregeling. Dit is de reden dat achter de vragen vaak een artikel genoemd staat. Het gaat hierbij om artikel 7 uit de Asv en artikel 6 uit de subsidieregeling.

Omdat een subsidie een financiële bijdrage is, is het indienen van een begroting vereist. U dient de begroting als bijlage toe te voegen aan het activiteitenplan. U moet hierbij voldoen aan de volgende punten (zoals genoemd in artikel 8 van de Asv):

  • a.

    De begroting bevat per activiteit een overzicht van de geraamde kosten en opbrengsten, voor zover deze betrekking hebben op de periode waarvoor u subsidie aanvraagt.

  • b.

    Iedere begrotingspost is voorzien van een toelichting.

  • c.

    De begroting is sluitend.

Het is mogelijk de loonkosten van een bestuurder, een medewerker van een subsidieaanvrager of een daaraan verbonden rechtspersoon, op te nemen in de begroting. Hierbij geldt wel een maximumtarief van 80% van de norm Wet normering topinkomens.

Lid 1:

U kunt de aanvraag alleen indienen via het digitale aanvraagformulier. U moet dit formulier compleet invullen, ondertekenen en voorzien van de gevraagde bijlage (de begroting). Mocht er informatie ontbreken (er zit bijvoorbeeld geen begroting bij of u heeft een vraag in het formulier niet beantwoord), dan krijgt u eenmalig de gelegenheid uw aanvraag aan te vullen.

Lid 2:

Let op: uw aanvraag kan slechts gericht zijn op één doelgroep (NT1 óf NT2). Wanneer u activiteiten wilt organiseren voor beide groepen, is het nodig twee aparte aanvragen in te dienen.

U kunt wel voor één doelgroep voor meer dan één gemeente een aanvraag indienen. De begroting voor beide gemeenten moet dan los van elkaar leesbaar zijn.

Is uw aanvraag bij ons binnen, dan zal de gemeente zo snel mogelijk beoordelen of de aanvraag compleet is en eventuele ontbrekende informatie bij u bekendmaken (er zit bijvoorbeeld geen begroting bij of u heeft een vraag in het formulier niet beantwoord). U kunt de ontbrekende informatie dan alsnog indienen.

Is uw aanvraag gericht op beide doelgroepen (NT1 én NT2), wat niet is toegestaan, dan krijgt u de kans om alsnog twee aparte aanvragen in te dienen. Dit moet u dan wel doen vóór het einde van de aanvraagperiode. Is die deadline al verstreken? Dan neemt de gemeente de aanvraag voor de activiteit met het laagste subsidiebedrag in behandeling. Subsidie voor de tweede activiteit wordt dan geweigerd.

Artikel 7 Subsidiabele kosten

Subsidiabele kosten zijn kosten die voor subsidie in aanmerking komen.

Lid 1:

Bij het opstellen van uw begroting is het belangrijk om te beseffen dat we niet alle gemaakte kosten via deze subsidie kunnen vergoeden. Alleen de kosten die hieronder zijn opgesomd, mogen in de begroting zijn opgenomen:

  • a.

    een vast uurtarief van maximaal € 95 als vergoeding voor de directe loonkosten;

  • b.

    materiaalkosten;

  • c.

    een vast uurtarief van maximaal € 95 als vergoeding voor de inhuur van professionals die de activiteit uitvoeren;

  • d.

    kosten voor de huur van een ruimte, met een maximum van € 57 per dagdeel;

  • e.

    kosten voor de inzet van vrijwilligers; hieronder valt te denken aan een vrijwilligersvergoeding, kosten voor begeleiding van vrijwilligers, bijeenkomsten, onkostenvergoeding en/of reiskosten.

Kosten die niet in een van deze categorieën vallen, komen dus niet voor subsidie in aanmerking.

Lid 2:

Voor de duidelijkheid staan in lid 2 enkele kostenposten opgesomd die niet zijn toegestaan in de begroting. Dit overzicht is onvolledig. Het zijn slechts voorbeelden om u een beter beeld te geven.

Voor kosten die u maakt om vrijwilligers te kunnen opleiden, kunt u subsidie aanvragen via de subsidieregeling Deskundigheid vrijwilligers.

Artikel 8 Hoogte subsidie

Per aanvrager geldt een maximaal subsidiebedrag van € 40.000 per gemeente. Dit maximum geldt ook als u meerdere aanvragen doet in dezelfde gemeente.

Voorbeeld

Stel, u dient één aanvraag in voor een NT1-cursus in Amersfoort en één aanvraag voor een NT2-cursus in dezelfde gemeente. Dan kunt u maximaal € 40.000 aanvragen. Wanneer één aanvraag € 20.000 bedraagt en de andere € 25.000, dan is dit samen € 45.000. Dit betekent dat we maar één van deze twee aanvragen kunnen goedkeuren. Als het past binnen het subsidieplafond, krijgt de activiteit die het beste scoort in de kwalitatieve beoordeling, de subsidie toegekend.

U kunt wel voor één doelgroep voor meer dan één gemeente een aanvraag indienen. De begroting voor beide gemeenten moet dan los van elkaar leesbaar zijn.

Er is in dit artikel geen ondergrens opgenomen. Ook kleine non-formele activiteiten komen dus voor subsidie in aanmerking.

Artikel 9 Subsidieplafond

Samengevat staat in artikel 5 van de Asv over subsidieplafonds:

  • 1.

    Bij de jaarlijkse vaststelling van de begroting kan de gemeenteraad besluiten om subsidieplafonds in te stellen. In dat geval bepalen burgemeester en wethouders via de subsidieregeling hoe zij het geld gaan verdelen.

  • 2.

    Ook de burgemeester en wethouders kunnen subsidieplafonds vaststellen. Ze zijn daarbij gebonden aan de kaders van de begroting.

Lid 2 tot en met 4:

Om te waarborgen dat burgemeester en wethouders de subsidieplafonds alleen verlagen als die verlaging ook daadwerkelijk kan worden gebruikt, zijn deze punten opgenomen.

Het komt erop neer dat een subsidieplafond alleen kan worden verlaagd als:

  • het oorspronkelijke plafond is vastgesteld voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld;

  • de subsidieaanvragen vóór de vaststelling van de begroting moesten zijn ingediend;

  • er bij de bekendmaking van het plafond al gewezen is op de mogelijke verlaging.

Dat is bij deze subsidieregeling het geval.

Artikel 10 Weigeringsgronden

Een weigeringsgrond is een reden om iets te weigeren.

Een deel van deze gronden staat ook in de Asv, maar wordt hier opnieuw genoemd voor de duidelijkheid.

Let op! In artikel 7 worden kosten genoemd die in aanmerking komen voor subsidie. Wanneer u kosten opneemt in de begroting die niet in aanmerking komen voor subsidie wordt uw hele aanvraag niet in behandeling genomen, en dus geweigerd.

In de kwalitatieve beoordeling – zoals verduidelijkt in het beoordelingsformulier – is het vereist dat aanvragers op elk van de drie onderdelen ten minste een score 2 (‘matig’) halen.

Artikel 11 Wijze van verdeling

Lid 1:

De kwaliteit van de activiteiten is bepalend bij het toekennen van de subsidie. Hierbij is gekozen voor het volgende systeem.

Eerst worden de aanvragen geselecteerd die compleet zijn en op tijd zijn ingediend. Daarna wordt het beschikbare budget over deze aanvragen verdeeld door middel van een onderlinge vergelijking. De score is daarbij bepalend. De aanvragen met de meeste ‘punten’ krijgen als eerste subsidie toegekend, de aanvragen met minder punten komen daarna aan de beurt. Zo gaat het verder tot het subsidieplafond is bereikt.

Lid 2:

We vinden het van belang dat u als aanvrager begrijpt op basis van welke criteria we de aanvragen toetsen en in een rangorde zetten. De criteria moeten natuurlijk zo objectief en eenduidig mogelijk zijn. Dat is in dit artikel geregeld.

Ten eerste moet u het aanvraagformulier/activiteitenplan compleet invullen. Het gaat daarbij niet om veel tekst, maar een zorgvuldige formulering is wel van belang. Een begroting is ook een verplicht onderdeel van de aanvraag.

Ten tweede moet u genoeg punten halen tijdens onze beoordeling, die plaatsvindt aan de hand van een beoordelingsformulier. Dit formulier voegen we bij, zodat u begrijpt hoe we tot een bepaalde score komen. U hoeft daar zelf niets in te vullen, het is puur ter illustratie.

We beoordelen uw aanvraag op de volgende drie aspecten:

  • 1.

    hoe samenwerking met vrijwilligers onderdeel is van uw activiteit, en hoe deze vrijwilligers worden geschoold;

  • 2.

    hoe laagdrempelig en vindbaar de activiteit is;

  • 3.

    hoe uw organisatie en uw activiteiten bijdragen aan de doelstellingen van het specifieke beleidsdoel (zie Regionaal Programma Volwasseneducatie 2025-2028) waar deze subsidieregeling op toeziet.

Wilt u voor subsidie in aanmerking komen, dan moet uw aanvraag voor elk van deze thema’s minimaal score 2 (‘matig’) halen. Voor elk thema is een scoringstabel opgenomen met score 1 tot en met 4. Daarin staat toegelicht wanneer u welke score krijgt. De drie thema’s wegen allemaal even zwaar mee in de eindbeoordeling.

In totaal moet u dus minimaal 6 punten scoren. De maximale eindscore is 12 punten.

De commissie die uw aanvraag beoordeelt bestaat uit deskundige professionals: een adviseur van de stichting Lezen en Schrijven, een beleidsadviseur Volwasseneneducatie van de gemeente Amersfoort en een gemeentelijk adviseur Volwasseneneducatie van de regiogemeente(n) waar uw aanvraag betrekking op heeft.

Artikel 12 Bevoorschotting

Lid 1:

Wanneer uw aanvraag voor subsidie wordt goedgekeurd, betekent dit dat u in het loopjaar van de subsidie (het jaar volgend op het jaar van de aanvraag) 80% van het aangevraagde bedrag krijgt uitbetaald.

Bijvoorbeeld:

U vraagt in 2024 subsidie aan voor activiteiten die u in 2025 gaat uitvoeren. Dan krijgt u in 2025 80% van het bedrag.

Lid 2:

Hoe u deze 80% krijgt uitbetaald, staat beschreven in de bevestiging (ook wel beschikking genoemd) die u van de gemeente Amersfoort ontvangt. De overige 20% krijgt u wanneer u kunt laten zien dat u de activiteit helemaal hebt uitgevoerd en dat u al het aangevraagde budget hiervoor nodig hebt gehad.

Artikel 13 Verplichtingen

De onderwijsinspectie houdt alleen toezicht op opleidingen die leiden tot een diploma of certificaat (formeel onderwijs). Voor het non-formele onderwijs (opleidingen die eindigen zonder diploma of certificaat) bestaat er geen centraal toezicht of een algemeen geaccepteerd kwaliteitskader. Een kwaliteitskader is een omschrijving van de eisen die aan de kwaliteit van de cursus of activiteit worden gesteld.

In Amersfoort gebruiken we het kwaliteitskader van DigiTaalhuis Eemland. Deze organisatie heeft het kwaliteitskader zelf ontwikkeld voor non-formeel onderwijs om de kwaliteit van de eigen activiteiten in de gaten te houden Het kader wordt gebruikt om activiteiten door professionals en vrijwilligers op te zetten en bij te sturen.

Tijdens de gesprekken die u heeft met de gemeente Amersfoort om de voortgang en kwaliteit van uw activiteit te bespreken, gebruiken we dit zelfde kwaliteitskader ook. U krijgt het kwaliteitskader van tevoren toegestuurd, tegelijk met de beschikking (toekenning) van de subsidie. Zo kunt u zich goed op het gesprek voorbereiden.

Er bestaat een landelijke aanpak ‘Tel mee met taal’. Contactgemeenten (gemeenten die het subsidiebudget over de regio verdelen) en/of aanbieders werken mee aan onder andere monitoring door het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS). Dit betekent dat u als subsidieaanvrager gegevens van de deelnemers aan de activiteit moet bijhouden. Dit gaat bijvoorbeeld om de soort activiteit en om het geboortejaar van de deelnemer. U krijgt een Excel-format toegestuurd waarin u dat soort informatie kunt opslaan.

We verwachten dat u zich aansluit bij het regionale overleg dat twee keer per jaar plaatsvindt tussen ambtenaren van de regiogemeenten en de aanbieders van volwasseneneducatie. Deze bijeenkomsten zijn bedoeld om de samenwerking en informatie-uitwisseling in de arbeidsmarktregio Amersfoort te verbeteren.

We stimuleren dat de aanbieders van taal in onze regio gaan werken met de Ervaringwijzer. Dit is een online tool waarmee ervaringen van inwoners die (digi)taalaanbod volgen, makkelijk op te halen en te ontsluiten zijn. Het instrument helpt om inzichtelijk te krijgen wat uw activiteit voor de deelnemers heeft betekend. U krijgt kosteloos toegang en begeleiding bij het toepassen van een korte, eenvoudige vragenlijst aan deelnemers. We verwachten van u dat u de deelnemers stimuleert de vragenlijst in te vullen. We werken toe naar een regionale implementatie in de jaren 2025-2026.

Artikel 14 Vaststelling

Om de aangevraagde subsidie definitief te maken en het laatste deel van de subsidiegelden te ontvangen, moet u de volgende documenten (zoals vermeld in artikel 26 van de Asv) bij de gemeente Amersfoort aanleveren:

  • een activiteitenverslag, waaruit blijkt dat de activiteiten zijn verricht en dat u aan alle verplichtingen heeft voldaan; en

  • een opgave van de werkelijke kosten en baten.

Dit moet u doen vóór 1 april volgende op het kalenderjaar waarvoor de subsidie is verleend.

Bijvoorbeeld:

U hebt in 2024 subsidie aangevraagd voor het jaar 2025 en uw aanvraag is goedgekeurd. Dit betekent dat u in het jaar 2025 deze subsidie voor 80% uitbetaald krijgt. Om de overige 20% van de subsidie uitbetaald te krijgen, moet u de gemeente Amersfoort laten weten of u de activiteit ook echt in 2025 hebt uitgevoerd. Om dit te bewijzen, levert u vóór 1 april 2026 de documenten bij de gemeente aan.

Artikel 15 Slotbepalingen

Bij het ingaan van de Subsidieregeling Volwasseneducatie 2025-2028 vervalt de subsidieregeling van het jaar daarvoor, bekend als Subsidieregeling Volwasseneducatie 2024. Wanneer u een aanvraag voor subsidie hebt gedaan voor het jaar 2024, blijft de regeling van dat jaar (Subsidieregeling Volwasseneducatie 2024) hierop van toepassing. De Subsidieregeling Volwasseneducatie 2025-2028 gaat in per 1 januari 2025 en is geldig tot en met 31 december 2028.