Regeling vervallen per 13-12-2018

Subsidieverordening Restauratieregelingen Gemeentelijke Monumenten en Beeldbepalende Panden gemeente Geertruidenberg 2003

Geldend van 02-12-2011 t/m 12-12-2018

Intitulé

Subsidieverordening Restauratieregelingen Gemeentelijke Monumenten en Beeldbepalende Panden gemeente Geertruidenberg 2003

“Subsidieverordening leningen voor restauratie”

De raad van de gemeente Geertruidenberg;

Nummer 07

De raad van de gemeente Geertruidenberg;

gelezen het voorstel van het college van 18 oktober 2011;

gelet op artikel 149 Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op het door de fracties van U3K, GL en PvdA op 24 november 2011 ingediende en aangenomen amendement;

besluit:

om aan de raad voor te stellen:

a. om de “Subsidieverordening restauratieregelingen gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden gemeente Geertruidenberg 2003” in te trekken; 

b. om de “Subsidieverordening leningen voor restauratie” vast te stellen;

c. om akkoord te gaan met het verstrekken van restauratieleningen van maximaal € 50.000,- per lening ten laste van het geld bij Svn totdat de middelen hiervoor niet meer toereikend zijn;

d. om na twee jaar de toepassing van de subsidieverordeningen te evalueren;

e. om van het bedrag op de rekening bij Svn voor restauratieleningen een bedrag van € 41.000,- af te halen en dit toe te voegen aan de rekening bij Svn voor startersleningen;

f. om het colllege van b&w te mandateren om tot € 100.000,- van het geld bij Svn voor restauratieleningen naar bevind van zaken te besteden voor restauratieleningen of voor startersleningen.

 

Hoofdstuk 1 begripsbepalingen

Artikel 1.1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a. monument: Panden en/of objecten die zijn opgenomen in het monumentenregister zoals bedoeld in artikel 6 van de “Monumentenwet 1988”, dan wel pan-den en/of objecten waaromtrent de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen ingevolge artikel 3 van deze wet het voornemen tot plaatsing op de monumentenlijst heeft kenbaar gemaakt; Panden en/of objecten die zijn opgenomen in de gemeentelijke monu-mentenlijst zoals bedoeld in de gemeentelijke monumentenverordening.

b. beschermd gemeentelijk monument:onroerend monument, dat als beschermd gemeentelijk monument is geregi-streerd als bedoeld in de gemeentelijke monumentenverordening.

c. gemeentelijke monumentenlijst:de lijst waarop de gemeentelijke monumenten overeenkomstig de gemeen-telijke monumentenverordening als beschermd gemeente lijk monument aangewezen zaken/terreinen zijn geregistreerd.

d. beschermd rijksmonument:onroerend monument, dat is ingeschreven in de ingevolge de Monumenten-wet 1988 vastgestelde registers.

e. kerkelijk monument:onroerend monument, dat eigendom is van een kerkgenootschap, een zelf-standig onderdeel daarvan, een lichaam waarin kerkgenoot schappen zijn verenigd, of van een ander genootschap op geestelijke grondslag en dat uit-sluitend of voor een overwegend deel wordt ge bruikt voor het gezamenlijk belijden van de godsdienst of levensovertuiging.

f. beschermde beeldbepalende zaak:aan de openbare weg gelegen (deel van een) onroerende beeldbepalende zaak, die qua schoonheid van algemeen belang is vanwege het stedenbouw-kundig , architectonisch en/of landschappelijk beeld, die niet overeen-komstig de gemeentelijke monumentenveror dening als een beschermd ge-meentelijk monument is geregistreerd, maar wel in de zin van die verorde-ning als beschermde beeldbepalende zaak is geregistreerd.

g. gemeentelijke lijst beeldbepalende zaken:de lijst waarop overeenkomstig de gemeentelijke monumentenverordening beschermde beeldbepalende zaken zijn geregistreerd.

h. monumentencommissie:de op basis van de gemeentelijke verordening op de monumentencommissie benoemde instantie. 

i. bouwhistorisch onderzoek:in schriftelijke rapportage vastgelegd onderzoek naar de bouwgeschiedenis en de bouwhistorische kwaliteit van een monument.

j. beschermd gemeentelijk stads of dorpsgezicht:groepen van onroerende zaken, die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun onderlinge ruimtelijke of structurele samen hang dan wel hun wetenschappelijke en/of cultuurhistorische waarde in welke groepenzich een of meer monumenten danwel beeldbepa lende zaken bevinden, die geregistreerd zijn op de rijks of gemeen telijke monumentenlijst danwel op de lijst van beeldbepalende zaken.

k. gemeentelijke lijst beschermde stads of dorpsgezichten:de lijst waarop de overeenkomstig de gemeentelijke monumen tenverorde-ning geregistreerde beschermde gemeentelijke stads of dorpsge zichten zijn vermeld.

l. Subsidie:In deze verordening wordt onder subsidie verstaan de aanspraak op finan-ciële middelen, ofwel in de vorm van laagrentende leningen voor de in arti-kel 3.1, lid 1, genoemde categoriën;

m. Restauratie:Het op sobere en doelmatige wijze treffen van voorzieningen tot opheffing van (bouwtechnische) gebreken, die het normale onderhoud te boven gaan, noodzakelijk voor de instandhouding van de cultuurhistorische waarden van het gemeentelijk monument/beeldbepalend pand/object.

n. Eigenaar:Degene die het recht van eigendom, erfpacht of opstal van een onroerende zaak heeft of degene die kan aantonen dit recht in de nabije toekomst te hebben.

o. Eigenaar-bewoner:De eigenaar die zelf in de eigen woning woont.

p. Woning:Iedere woonruimte, bestemd en voor of na investering rechtsgeldig in gebruik als zelfstandige permanente bewoning;

q. Woonruimte:Besloten ruimte met zelfstandige toegang, die al dan niet tezamen met een of meer andere ruimten, bestemd of geschikt is voor zelfstandige bewoning door een huishouding;

r. Schil / Casco: Fundering; Dragende muren, gevels, buitenkozijnen met ramen en deuren; Balk- en vloerconstructies; Dakconstructies, inclusief dakbedekkingen en dakkapel; Rook- en ventilatiekanalen; Riolering; Technische installaties;

s. Plan of werk:Het totaal van de te treffen voorzieningen aan een van de in artikel 3, 1e lid of het 3e lid genoemde categorieën werken;

t. Goedgekeurde kosten:De mede op basis van het advies van de Monumentencommissie door burge-meester en wethouders goedgekeurde subsidiabele kosten.

u. Stimuleringsfonds:de Stichting StimuleringsFonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten (SVn) te Hoevelaken;

v. Revolverend fonds:Het geheel van de fondsdelen waaruit gemeente Geertruidenberg, op grond van haar deelnemingsovereenkomst en haar aanvullende overeenkomst met het Stimuleringsfonds stimuleringsleningen kan toekennen waaruit rente en aflossingen van de leningen worden teruggestort;w .Stimuleringslening:Een laagrentende lening voor doeleinden zoals omschreven in deze verorde-ning, die door het Stimuleringsfonds wordt verstrekt ten laste van het ge-meentelijk revolverend fonds, een en ander op voordracht van de gemeente. Als stimuleringslening worden aangemerkt de volgende door het Stimule-ringsfonds te verstrekken leningen, te weten: Gemeentelijke stimuleringslening; Bouwfonds Stimuleringslening 2000 en Bouwfonds Combinatielening;

x. Marktrente:Het gemiddelde rentepercentage dat het Stimuleringsfonds hanteert voor hypothecaire leningen met een rentevastperiode van 10 en 15 jaar, zoals dit geldt op het moment van het uitbrengen van de voorlopige toekenning van de stimuleringslening; 

Hoofdstuk 2 Algemene bepalingen

Artikel 2.1

  • 1 De gemeenteraad van Geertruidenberg heeft een revolverend fonds ingesteld waaruit laagrentende stimuleringsleningen kunnen worden toegekend voor de in artikel 3, 1e lid, genoemde categoriën werken; 

  • 2 Het revolverend fonds is ondergebracht bij het StimuleringsFonds Volkshuisvesting te Hoevelaken;

  • 3 De gemeenteraad kan besluiten extra middelen aan het revolve-rend fonds toe te voegen.

Artikel 2.2

  • 1 Op deze verordening is de deelnemingsovereenkomst en de aanvullende deelnemingsovereenkomst tussen de gemeente en het Stimu-leringsFonds Volkshuisvesting onverkort van toepassing. 

Artikel 2.3

  • 1 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om in het belang van het herstel en/of terugbrenging van de cultuurhistorische waarden, met inachtneming van het bepaalde in deze verordening steun toe te kennen in de vorm van een stimuleringslening ten behoeve van de in artikel 3.1, lid 1 bedoelde werken.

    Toelichting: Met steun wordt in dit artikel bedoeld “financiële steun”, in de vorm van laagrentende stimuleringsleningen zoals is aangegeven in deze verordening. De toekenning of weigering van steun is vatbaar voor beroep via de vaste “Commissie van Advies voor Bezwaarschriften”.

  • 2  Burgemeester en wethouders houden bij hun beslissing op grond van het eerste lid rekening met de steun die op grond van deze ver-ordening of enige andere regeling is of kan worden toegekend.

    Toelichting: Dit artikel is opgenomen om de toekenning van gemeentelijke subsidie zo doelmatig mogelijk te laten zijn.

  • 3 Burgemeester en wethouders kunnen aan het toekennen van stimu-leringsleningen en overige steun voorwaarden verbinden.

  • 4 Burgemeester en wethouders handelen conform het terzake gestelde in Algemene wet bestuursrecht. 

Artikel 2.4

  • 1 Burgemeester en wethouders kennen slechts steun toe voor zover de financiële middelen toereikend zijn en het door de raad vastge-stelde subsidieplafond niet wordt overschreden. 

  • 2 Met inachtneming van artikel 5.2 worden alle aanvragen om steun op voet van deze verordening behandeld, rekening houdend met de in artikel 5.2 genoemde prioriteitstelling.

  • 3 Aanvragen om steun welke in verband met het bepaalde in het eer-ste lid niet kunnen worden toegekend, worden door burgemeester en wethouders afgewezen.

Artikel 2.5

In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders in het belang van de Monumentenzorg afwijken van de bepalingen in deze verordening. Burgemeester en wethouders zullen hiertoe pas overgaan nadat de gemeentelijke Monumentencommissie hieromtrent een positief advies heeft uitgebracht. Indien van toepassing zullen burgemeester en wethouders de raad achteraf periodiek een overzicht verschaffen van de afwijkingen in de voorafgaande periode.

Toelichting: Deze “hardheidsclausule” is opgenomen omdat zich bijzondere omstandig-heden kunnen voordoen, waarbij in het belang van de Monumentenzorg als bedoeld in de “Monumentenwet 1988” en de “Monumentenverordening Geertruidenberg” alsmede overig van belang zijnd wettelijk kader kan wor-den afgeweken. Deze afwijkingen kunnen zowel ten voordele als ten nadele van de aanvrager strekken. Voordat burgemeester en wethouders beslissen omtrent de toepassing van de hardheidsclausule wordt eerst door de ge-meentelijke Monumentencommissie geadviseerd of er naar haar oordeel sprake is van “in het belang van de monumentenzorg”.

Artikel 2.6 Nieuw Artikel

  • 1 Voor panden en zaken waarvoor subsidie voor restauratie mogelijk is op grond van deze verordening kan slechts éénmaal in de 15 jaar recht op zo’n subsidie bestaan.  

  • 2 Voor panden en zaken waarvoor subsidie is verleend op grond van een gemeentelijke subsidieverordening voor restauraties of van een andere regeling voor subsidielenin-gen voor restauraties (zoals de cultuurfondshypotheek) kan slechts recht op een subsidie op grond van de onderhavige verordening bestaan 15 jaar na het gereed komen van de eerder gesubsidieerde restauratie.

  • 3 Een stimuleringslening wordt alleen verstrekt, indien volgens burgemeester en wet-houder voldoende is aangetoond dat de aanvrager niet in aanmerking kan komen voor een subsidielening op grond van enige andere regeling (zoals de provinciale cultuurfondshypotheek).

Hoofdstuk 3 Toepassingsbereik

Artikel 3.1 Nieuw Artikel

  • 1 Deze verordening is van toepassing op de doelen:

    A. Leningsaanvragen voor restauraties van:a. Panden, zijnde een beschermd gemeentelijk monument als bedoeld in de Monumentenverordening;b. Beeldbepalende panden, als bedoeld in de Monumentenverordening;De stimuleringslening wordt aangevraagd door de eigenaar (Hoofdstuk 5);

    B. Leningsaanvragen voor herstel/vervanging van “Rieten Kappen” van:a. Panden, zijnde een beschermd gemeentelijk monument als bedoeld in de Monumentenverordening;b. Beeldbepalende panden, als bedoeld in de Monumentenverordening;c. Panden, opgenomen in de “Lijst van waardevolle karakteristieke panden gemeente Geertruidenberg 2003”.De stimuleringslening wordt aangevraagd door de eigenaar (Hoofdstuk 6);

    C. Leningsaanvragen voor reconstructie van monumentale stoepen en keldertoegangen met een aantoonbaar historisch karakter bij:a. Panden, zijnde een beschermd gemeentelijk monument als bedoeld in de Monumentenverordening;b. Beeldbepalende panden, als bedoeld in de Monumentenverordening;c. Panden, opgenomen in de “Lijst van waardevolle karakteristieke panden gemeente Geertruidenberg 2003”.De stimuleringslening wordt aangevraagd door de eigenaar (Hoofdstuk 7);

    D. Leningsaanvragen ter aanpak van knelpunten binnen de monumentenzorg, waarin de onder A. tot en met C. genoemde regelingen niet voorzien, doch waarvan realisatie in het belang van de monumentenzorg als bedoeld in de “Monumen-tenwet 1988” en de Monumentenverordening alsmede overig van belang zijnde zaken naar het oordeel van Burgemeester en wethouders aantoonbaar aanwezig is. Omtrent dit belang adviseert de gemeentelijke Monumentencommissie het colle-ge van Burgemeester en wethouders. De stimuleringslening wordt aangevraagd door de eigenaar van het object waarop het knelpunt van toepassing is (Hoofdstuk 8). 

  • 2 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd aan de categoriën, ge-noemd in het 1e lid, categoriën toe te voegen die betrekking hebben op monumentenzorg. Burgemeester en wethouders zullen hiertoe pas overgaan nadat de gemeentelijke Monumentencommissie hieromtrent een positief advies heeft uitgebracht.

  • 3 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om in afwijking van het eerste lid ook een stimuleringslening toe te kennen voor het treffen van een voorziening, als bedoeld in deze verordening, aan gebou-wen en niet-gebouwen, doch zijnde onroerende zaken niet zijnde een woning of een monument, indien daarmee de belangen van de monumentenzorg naar het oordeel van de Monumentencommissie in voldoende mate zijn gediend. Omtrent de importantie van deze be-langen adviseer de Monumentencommissie het college van Burgemeester en wethouders.

  • 4 Deze verordening is niet van toepassing op overheidsgebouwen en gebouwen van publiekrechtelijke lichamen.

Artikel 3.2

  • 1 Een stimuleringslening als bedoeld in artikel 3.1, 1e lid onder A kan slechts worden toegekend voor panden, zijnde een beschermd gemeentelijk monument als bedoeld in de Monumentenverordening of Beeldbepalende panden als bedoeld in de Monumentenverordening. Eigenaren van Rijksmonumenten dienen een beroep te doen op de hierop van toepassing zijnde rijksregelingen en rijkssubsidies. 

  • 2 Een stimuleringslening als bedoeld in artikel 3.1, 1e lid onder B slechts worden toegekend voor gemeentelijke monumenten, beeld-bepalende panden als bedoeld in de Monumentenverordening alsmede panden die op de “Lijst van waardevolle en karakteristieke panden gemeente Geertruidenberg 2003” staan opgenomen. Eigenaren van Rijksmonumenten dienen een beroep te doen op de hierop van toepassing zijnde rijksregelingen en rijkssubsidies.

  • 3 Een stimuleringslening als bedoeld in artikel 3.1, 1e lid onder C kan slechts worden toegekend voor gemeentelijke monumenten of beeldbepalende panden als bedoeld in de Monumentenverordening alsmede panden die op de “Lijst van waardevolle en karakteristieke panden gemeente Geertruidenberg 2003” staan opgenomen en kan uitsluitend betrekking hebben op de kosten verbonden aan het terugbrengen van de oorspronkelijke stoepen alsmede keldertoegangen. Rijksmonumenten dienen een beroep te doen op de hierop van toepassing zijnde rijksregelingen en rijkssubsidies.

  • 4 Een stimuleringslening als bedoeld in artikel 3.1, 1e lid onder D kan slechts worden toegekend voor het oplossen van knelpunten binnen de monumentenzorg, waarin de onder A tot en met C genoemde re-gelingen niet voorzien en waaromtrent het college van burgemeester en wethouders – de gemeentelijke Monumentencommissie daar-bij om advies gevraagd hebbende - een positief besluit hebben genomen.

Hoofdstuk 4 Stimuleringslening, Toekenning en Leningbedrag

Artikel 4.1

  • 1 Burgemeester en wethouders kunnen geldelijke steun toekennen in de vorm van een stimuleringslening ter tegemoetkoming in de door hen vast te stellen kosten van voorzieningen voor de in artikel 3.1, lid 1, aangegeven categoriën van voorzieningen. Onder de kosten van voorzieningen als bedoeld in deze verordening wordt ten aan-zien van de in artikel 3.1, 1e lid onder A tot en met D bedoelde stimuleringsleningen mede de financieringskosten verstaan; 

  • 2 Een stimuleringslening wordt alleen toegekend voor plannen waar-van de goedgekeurde kosten van de voorzieningen meer dan € 1.000,00 bedragen per aanvraag;

  • 3 Voor voorzieningen wordt geen stimuleringslening als bedoeld in ar-tikel 3.1, 1e lid onder A tot en met D toegekend over dat deel waar-voor op grond van enige andere regeling al financiële steun is of wordt toegekend;

  • 4 Burgemeester en wethouders stellen de subsidiabele kosten voor de toekenning van een stimuleringslening als bedoeld in artikel 3.1, 1e lid onder A tot en met D vast in een beschikking;

  • 5 Burgemeester en wethouders leggen de voorlopige toekenning van de stimuleringslening bedoeld in artikel 3.1, 1e lid onder A tot en met D vast in een toewijzingsbrief, waarin wordt vastgelegd:• De goedgekeurde kosten zoals vastgesteld in de beschikking;• De maximale lening;• De maximale looptijd;• Een vast rentepercentage voor de gemeentelijke stimuleringslening gedurende de gehele looptijd;• Het toewijzings- en registratienummer;• Het soort lening;• Of er wel of niet sprake is van een Bouwkrediet;• Of er wel of niet sprake is van een advies van het Bemiddelend Orgaan;• Of er wel of niet sprake is van een hypotheek; 

  • 6 Van de toekenning van de voorlopige stimuleringsregeling doen bur-gemeester en wethouders melding bij het Stimuleringsfonds door middel van een afschrift van de toewijzingsbrief;

  • 7 Op basis van de toewijzingsbrief kan de aanvrager bij het Stimule-ringsfonds een offerte aanvragen voor een stimuleringslening. De aanvrager ontvangt daartoe van de gemeente bij de toewijzingsbrief een aanvraagformulier voor de Stimuleringslening;

  • 8 De gemeente is bereid voor de door het Stimuleringsfonds te ver-strekken stimuleringslening een borgstelling af te geven. Voor alle financieringen van particulieren is voor deze garantie een positief advies van het Bemiddelend Orgaan vereist. De kosten voor dit advies komen voor rekening van de aanvrager, doch zijn ingeval van een toewijzing subsidiabel. Voor toegelaten instellingen en overige partijen bepalen burgemeester en wethouders de noodzaak tot advisering door een erkende kredietwaardigheid toetsende instelling.

  • 9 De stimuleringslening wordt vastgelegd in een notariële akte. Voor een stimuleringslening, hoger dan € 10.000,00 is hypothecaire zekerheid vereist. Voor stimuleringsleningen, gelijk of lager dan € 10.000,00 is geen hypothecaire zekerheid vereist, tenzij burgemeester en wethouders bepalen dat wel hypothecaire zekerheid vereist is;

  • 10 De voorlopig toegekende stimuleringslening wordt gestort in en bij het Stimuleringsfonds te openen “Bouwkrediet”. Declaraties uit het bouwkrediet behoeven de goedkeuring van de gemeente. De eigen financiële middelen worden in het bouwkrediet gestort tenzij anders is overeengekomen;

  • 11 Op basis van de toewijzingsbrief kan de aanvrager aanvangen met de werkzaamheden (mits alle vereiste vergunningen zijn verleend);

  • 12 De subsidie in de vorm van een stimuleringslening wordt definitief nadat de technische accordering door de gemeente heeft plaatsge-vonden en nadat aan de hand van de verrichte financiële verant-woording is gebleken wat de werkelijke kosten zijn.

Artikel 4.2

  • 1 Voor de in artikel 3.1, 1e lid onder A bedoelde restauraties, waarvan de goedgekeurde subsidiabele restauratiekosten minder dan € 25.000,00 bedragen, wordt:• een stimuleringslening toegekend over de goedgekeurde subsidiabele restauratiekosten;• met een looptijd van 20 jaar;• een annuitaire aflossing; • een rentepercentage van 5% beneden de marktrente met een minimumpercentage van 1%; 

  • 2 Voor de in artikel 3.1, 1e lid onder A bedoelde restauraties, waarvan de goedgekeurde subsidiabele restauratiekosten € 25.000,00 of meer bedragen, wordt:• een stimuleringslening toegekend over de goedgekeurde subsidiabele restauratiekosten met een maximum van € 50.000,-;• met een looptijd van 30 jaar;• een annuitaire aflossing; • een rentepercentage van 5% beneden de marktrente met een minimumpercentage van 1%; 

  • 3 Voor het in artikel 3.1, 1e lid onder B bedoelde herstel/vervanging van rieten kappen, waarvan de goedgekeurde subsidiabele restauratiekosten minder dan € 25.000,00 bedragen, wordt:• een stimuleringslening toegekend over de goedgekeurde subsidiabele restauratiekosten;• met een looptijd van 20 jaar;• een annuitaire aflossing; • een rentepercentage van 5% beneden de marktrente met een minimumpercentage van 1%; 

  • 4 Voor het in artikel 3.1, 1e lid onder B bedoelde herstel/vervanging van rieten kappen, waarvan de goedgekeurde subsidiabele restauratiekosten € 25.000,00 of meer bedragen, wordt:• een stimuleringslening toegekend over de goedgekeurde subsidiabele restauratiekosten met een maximum van € 50.000,-;• met een looptijd van 30 jaar;• een annuitaire aflossing; • een rentepercentage van 5% beneden de marktrente met een minimumpercentage van 1%; 

  • 5 Voor de in artikel 3.1, 1e lid onder C bedoelde reconstructie van monumentale stoepen en keldertoegangen met een aantoonbaar historisch karakter, waarvan de goedgekeurde subsidiabele restauratiekosten minder bedragen dan € 25.000,00 bedragen, wordt:• een stimuleringslening toegekend over de goedgekeurde subsidiabele restauratiekosten• met een looptijd van 10 jaar,• een annuitaire aflossing • een rentepercentage van 5% beneden de marktrente met een minimumpercentage van 1%; 

  • 6 Voor de in artikel 3.1, 1e lid onder C bedoelde reconstructie van monumentale stoepen en keldertoegangen met een aantoonbaar historisch karakter, waarvan de goedgekeurde subsidiabele restauratiekosten € 25.000,00 of meer bedragen, wordt:• een stimuleringslening toegekend over de goedgekeurde subsidiabele restauratiekosten met een maximum van € 50.000,-;• met een looptijd van 15 jaar,• een annuitaire aflossing;• een rentepercentage van 5% beneden de marktrente met een minimumpercentage van 1%; 

  • 7 Voor de in artikel 3.1, 1e lid onder D bedoelde aanpak van knelpunten binnen de monumentenzorg, waarin de onder A. tot en met C. en E. genoemde regelingen niet voorzien en waarbij realisatie in het belang van de monumentenzorg aantoonbaar aanwezig is, waarvan de goedgekeurde subsidiabele restauratiekosten minder bedragen dan € 25.000,00 bedragen, wordt:• een stimuleringslening toegekend over de goedgekeurde subsidiabele restauratiekosten• met een looptijd van 10 jaar,• een annuitaire aflossing • een rentepercentage van 5% beneden de marktrente met een minimumpercentage van 1%; 

  • 8 Voor de in artikel 3.1, 1e lid onder D bedoelde aanpak van knelpun-ten binnen de monumentenzorg, waarin de onder A. tot en met C. en E. genoemde regelingen niet voorzien en waarbij realisatie in het belang van de monumentenzorg aantoonbaar aanwezig is, waarvan de goedgekeurde subsidiabele restauratiekosten € 25.000,00 of meer bedragen, wordt:• een stimuleringslening toegekend over de goedgekeurde subsidiabele restauratiekosten met een maximum van € 50.000,-;• met een looptijd van 15 jaar,• een annuitaire aflossing;• een rentepercentage van 5% beneden de marktrente met een minimumpercentage van 1%; 

  • 9 In, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, uitzonderlijke gevallen kan een lager rentepercentage voor stimuleringsleningen van restauraties worden toegekend. Burgemeester en wethouders zullen hiertoe pas overgaan nadat de gemeentelijke Monumentencommissie hieromtrent een positief advies heeft uitgebracht. Indien van toepassing zullen burgemeester en wethouders de raad achteraf periodiek een overzicht verschaffen van de afwijkingen in de voorafgaande periode.

Artikel 4.3

  • 1 De stimuleringslening wordt toegekend onder de volgende voorschriften: a. dat binnen 6 maanden na de formele toekenning met het treffen van de voorzieningen een aanvang wordt gemaakt;b. dat de voorzieningen zijn getroffen binnen 2 jaar na de formele toekenning;c. dat aan de door burgemeester en wethouders met controle belaste personen op de door die personen nader te bepalen tijdstippen:• toegang wordt verleend tot het gebouwde onroerend goed;• inzage wordt verleend van de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende bescheiden en tekeningen;• de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens worden verstrekt;• de gelegenheid wordt gegeven tot het controleren van de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens;d. dat de bescheiden en gegevens die nodig zijn voor een juiste toepassing van deze verordening worden verstrekt;e. dat de materialen die worden gebruikt zoveel mogelijk vol-doen aan de eisen en aanbevelingen zoals opgenomen in het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen. Voor monumenten kan hiervan ontheffing worden verleend als dit vanuit het belang van monumentenzorg noodzakelijk is;f. dat bij het treffen van de voorzieningen niet wordt gehandeld in strijd met de algehele bouw- en monumentenregelgeving;g. dat indien er sprake is van een monument, beeldbepalend pand of pand op de “Lijst van waardevolle en karakteristieke panden gemeente Geertruidenberg 2003” na het treffen van de voorzieningen uit een oogpunt van monumentenzorg aan de redelijke eisen van welstand wordt voldaan en er geen strijdigheid is met de beschermde waarden van het desbetreffende beschermde stads- of dorpsgezicht, het vigerende Bestemmingsplan en/of de omschreven beeldkwaliteiten;h. het pand of object na oplevering deugdelijk wordt onderhouden op basis van een vastgestelde Meerjarenonderhoudsplanning, opgesteld door de Monumentenwacht Noord-Brabant of een gelijkwaardige restauratiedeskundig buro;i. het pand of object na oplevering een abonnement op de periodieke inspecties van de Monumentenwacht Noord-Brabant heeft afgesloten gedurende de looptijd van de stimuleringslening en periodiek (eenmaal per 2 jaar) wordt geinspecteerd onderhouden op basis van een vastgestelde Meerjarenonderhoudsplanning, opgesteld door de Monumentenwacht Noord-Brabant of een gelijkwaardig restauratiedeskundig buro;j. het pand of object niet wordt gesloopt of zonder voorafgaande vergunning van burgemeester en wethouders aan de bestemming of het gebruik wordt onttrokken;k. niet eerder met het werk wordt aangevangen voordat de eventueel vereiste vergunningen formeel zijn veleend;l. niet eerder met het werk wordt begonnen voordat omtrent de van toepassing zijnde subsidieregeling (de onder A. tot en met D. genoemde regelingen verwoord in deze verordening) van burgemeester en wethouders schriftelijke toestemming is verkregen met het werk te beginnen; 

  • 2 Burgemeester en wethouders kunnen afwijking van de in het eerste lid, onder a, genoemde termijn toestaan na een schriftelijk verzoek daartoe van de aanvrager. 

Artikel 4.4

  • 1 Een stumuleringslening wordt niet toegestaan indien:a. de kosten van de te treffen voorzieningen door een verzekeringsmaatschappij of anderszins worden gedekt;b. het voorzieningen betreft die niet als noodzakelijk en doelmatig worden gezien;c. het voorzieningen betreft die niet in het belang zijn van de monumentenzorg;d. het treffen van de voorzieningen in zelfwerkzaamheid wordt uitgevoerd;e. het toezicht op de uitvoering door de desbetreffende architect niet is geregeld;f. de stimuleringslening wordt aangewend voor verbetering die enkel noodzakelijk is als gevolg van nalatig onderhoud door de aanvragend eigenaar. De bewijslast dat er geen sprake is van nalatig onderhoud ligt bij de aanvrager;g. het pand of object in de 15 jaar voorafgaande aan de aanvraag met geldelijke steun van overheidswege is verbeterd;h. het pand of object na het treffen van de voorzieningen niet voldoet aan de wettelijke eisen van constructieve veiligheid en stabiliteit;i. de kosten van de voorzieningen niet in redelijke verhouding staan tot het te verkrijgen resultaat;j. met het treffen van de voorzieningen is begonnen voordat een aanvraag om een stimuleringslening is ingediend en de aanvrager een besluit tot het verlenen van geldelijke steun heeft ontvangen. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders hiervan afwijken;k. het pand of object waaraan de aangevraagde voorzieningen worden getroffen bestemd is om binnen een periode van 10 jaar te worden afgebroken;l. het niet voldoende aannemelijk is dat het pand of object waaraan de voorzieningen worden getroffen na het treffen van de voorzieningen nog tenminste 10 jaar in stand zal blijven;m. voor de te treffen voorzieningen een ontheffing, omgevingsvergunning voor activiteit bouwen en monu-ment/beeldbepalend pand vereist is en deze niet onherroepelijk is of zijn verleend. 

Hoofdstuk 5 Restauratie van particuliere Gemeentelijke monumenten en Beeldbepalende panden en Restauratie van Gemeentelijke monumenten en Beeldbepalende panden in het bezit van een Toegelaten Instelling

Artikel 5.1

  • 1 Aan de eigenaar, tevens bewoner van een gemeentelijk monument of beeldbepalend pand als bedoeld in de Monumentenverordening kan een stimuleringslening worden toegekend ter tegemoetkoming in de subsidiabele restauratiekosten die voortvloeien uit noodzake-lijke restauratiewerkzaamheden gebaseerd op een recent periodiek “Inspectierapport” van de “Stichting Monumentenwacht Noord-Brabant” of een vergelijkbaar restauratiedeskundig buro (maximaal 2 jaar oud), aangevuld met een positief advies alsmede vaststelling van de subsidiabele restauratiekosten door de gemeentelijke Monumentencommissie;  

  • 2 Aan de eigenaar, tevens verhuurder van een gemeentelijk monument of beeldbepalend pand als bedoeld in de Monumentenverordening kan een stimuleringslening worden toegekend ter tegemoetkoming in de kosten, zoals bedoeld in het eerste lid. 

  • 3 Aan de eigenaar van een gemeentelijk monument of beeldbepalend pand als bedoeld in de Monumentenverordening - niet zijnde een woning en niet tot woning bestemd - kan een stimuleringslening worden toegekend ter tegemoetkoming in de kosten, zoals bedoeld in het eerste lid.

  • 4 De stimuleringslening, zoals bedoeld in het eerste, tweede en derde lid, bedraagt de hoogte van de van de vastgestelde goedgekeurde subsidiabele restauratiekosten, doch ten hoogste € 50.000,-.  

  • 5 Op de kosten van voorzieningen worden in mindering gebracht de kosten waarvoor uit hoofde van deze verordening of enige andere regeling steun is of kan worden toegekend en de kosten die uit hoofde van een andere regeling zijn of kunnen worden gefinancierd. 

  • 6 In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders de stimuleringslening op een hoger bedrag vaststellen dan voortvloeit uit de toepassing van het vierde lid van dit artikel. Zij zullen hiertoe pas overgaan nadat de gemeentelijke Monumentencommissie hierom-trent een positief advies heeft uitgebracht. Indien van toepassing zullen burgemeester en wethouders de raad achteraf periodiek een overzicht verschaffen van de afwijkingen in de voorafgaande periode. 

Artikel 5.2

In aanvulling en in afwijking van het bepaalde in artikel 5 houden burgemeester en wethouders bij hun beslissing op aanvragen om voorlopige stimuleringsleningen zo nodig rekening met:a. de prioriteit die het treffen van de voorzieningen in het kader van de monu-mentenzorg heeft;b. de cultuurhistorische waarde van het pand als monument;c. de bouwtechnische staat en uiterlijke staat van het pand, mede in relatie tot zijn omgeving;d. het huidige en toekomstige gebruik van het pand;e. de wijze van exploitatie van het pand. 

Artikel 5.3

Onder de in artikel 5.1 bedoelde kosten van de voorzieningen worden in elk geval begrepen de geraamde en door of namens burgemeester en wethouders goedgekeurde bedragen van:a. de werkzaamheden voortvloeiend uit het “Inspectierapport van de “Stichting Monumentenwacht Noord-Brabant” of een vergelijkbaar deskundig buro op het gebied van restauraties;b. de restauratiewerkzaamheden die naar aanleiding van het advies van de gemeentelijke Monumentencommissie door burgemeester en wethouders zijn goedgekeurd en subsidiabel zijn gesteld;c. – indien van toepassing - het aantoonbaar noodzakelijke adviesrapport voor een monument zoals bouwhistorisch onderzoek;d. de op a. en b. betrekking hebbende aantoonbare kosten van het noodzakelijk dagelijks toezicht door de architect;e. de van toepassing zijnde leges voor de omgevingsvergunning voor de activiteit monument/beeldbepalend pand en bouwen;f. de op a. en b. betrekking hebbende (overige) staartkosten;g. eventueel overige naar het oordeel van burgemeester en wethouders acceptabele kosten. 

Artikel 5.4

  • 1 De aanvraag om een toekenning van een stimuleringslening wordt op een door burgemeester en wethouders beschikbaar te stellen formulier bij het college van burgemeester en wethouders ingediend; 

  • 2 Naast het in lid 1 bedoelde aanvraagformulier bevat de aanvraag de volgende bescheiden:a. een door de Stichting Monumentenwacht Noord-Brabant of een vergelijkbare restauratiedeskundig buro opgestelde gebrekenlijst, waarin de noodzakelijk te restaureren delen van het object staan aangegeven;b. een daarop gebaseerde werkomschrijving/bestek;c. tekeningen, aangevende zowel de bestaande als de te realiseren toestand van het pand;d. een afschrift van de verleende omgevingsvergunning voor de ac-tiviteit monument/beeldbepalend pand en bouwen;e. een op de onder a. genoemde werkzaamheden gebaseerde ge-specificeerde (open) begroting, die qua nummering/codering een rechtstreekse relatie vertoont met de werkomschrijving;f. een eventuele lijst van eerder gesubsidieerde voorzieningen;g. een kopie van het bewijs van eigendom;h. alle overige bescheiden en gegevens die naar het oordeel van burgemeester en wethouders nodig zijn voor een juiste beoordeling van de aanvraag. 

  • 3 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van een of meerdere onderdelen als genoemd in het tweede lid; 

  • 4 Burgemeester en wethouders beslissen op de aanvraag binnen acht weken na indiening van de aanvraag om een stimuleringslening. Zij kunnen hun beslissing eenmaal met ten hoogste acht weken verdagen. 

Artikel 5.5

  • 1. Als tijdens het treffen van de voorzieningen zich de noodzaak voordoet om van het vastgestelde plan af te wijken, behoeft die afwijking de voorafgaande schriftelijke toestemming te hebben van burgemeester en wethouders. 

  • 2. De in het eerste lid bedoelde toestemming wordt slechts verleend als:a. overtuigend is aangegeven dat de afwijking noodzakelijk is;b. een gespecificeerde (open) begroting van de kosten - die verband houden met die afwijking - is ingediend;c. overigens door de afwijking geen strijd ontstaat met enige bepaling in de monumenten- en bouwregelgeving alsmede deze verordening;d. de kosten van het meerwerk niet leiden tot een niet draagbare lastenverzwaring. 

  • 3. De kosten van het meerwerk als bedoeld in het 1e en 2e lid als gevolg van een planwijziging leiden niet automatisch tot het recht op meer geldelijke steun. Minderwerk kan binnen de kaders van deze verordening worden gecompenseerd met meerwerk. 

Artikel 5.6

De voorlopige stimuleringslening wordt toegekend onder de volgende voorschriften:a. de aanvrager van een stimuleringslening voor de in artikel 3.1, lid 1 onder A. tot en met C. – en indien van toepassing de onder D. – genoemde regelingen laat het gerestaureerde object gedurende de looptijd van de stimuleringslening minimaal eens per twee jaar door een deskundige van de Stichting Monumentenwacht Noord-Brabant of een ander terzake kundig instituut op het gebied van restauraties controleren op bouwtechnische gebreken;b. de aanvrager volgt de aanwijzingen die voortvloeien uit de periodieke inspecties op;c. de aanvrager verleent burgemeester en wethouders desgevraagd inzage in de onder a. en b. bedoelde stukken. 

Hoofdstuk 6 Restauratie/herstel/vervanging van “Rieten Kappen” van Gemeentelijke monumenten, Beeldbepalende Panden op de

Artikel 6.1

Aan de eigenaar van:a. een pand, zijnde een beschermd gemeentelijk monument als bedoeld in de Monumentenverordening;b. een beeldbepalend pand, als bedoeld in de Monumentenverordening;c. een pand, opgenomen in de “Lijst van waardevolle karakteristieke panden gemeente Geertruidenberg 2003”,kan een voorlopige stimuleringslening worden toegekend voor de restauratie, het herstel, aantoonbaar noodzakelijke vervanging of de terugbrenging van de aantoonbaar oorspronkelijk aanwezige rieten kap naar het oorspronkelijk historisch ontwerp of daarvan afgeleide gelijkwaardige vormen. 

Artikel 6.2

De vaststelling van de goedgekeurde kosten geschiedt voor zover mogelijk op dezelfde wijze als voor de restauratie van monumenten en beeldbepalende panden. Voor zover van toepassing gelden artikel 5.1, lid 4, lid 5 en lid 6, artikel 5.2, artikel 5.3, artikel 5.4, artikel 5.5 en artikel 5.6 dienovereenkomstig. 

Artikel 6.3

Onder de in artikel 6.1 bedoelde kosten van de voorzieningen worden in elk geval begrepen de geraamde en door of namens burgemeester en wethouders goedgekeurde bedragen van:a. de werkzaamheden voortvloeiend uit het “Inspectierapport van de “Stichting Monumentenwacht Noord-Brabant” of een vergelijkbaar deskundig buro op het gebied van restauraties de restauratie, betrekking hebbend op het herstel, de aantoonbaar noodzakelijke vervanging of de terugbrenging van de aantoonbaar oorspronkelijk aanwezige rieten kap naar het oorspronkelijk historisch ontwerp of daarvan afgeleide gelijkwaardige vormen;b. de restauratiewerkzaamheden die naar aanleiding van het advies van de gemeentelijke Monumentencommissie door burgemeester en wethouders zijn goedgekeurd en subsidiabel zijn gesteld;c. – indien van toepassing - het aantoonbaar noodzakelijke adviesrapport voor een monument zoals bouwhistorisch onderzoek;d. de op a. en b. betrekking hebbende aantoonbare kosten van het noodzakelijk dagelijks toezicht door de architect;e. de leges voor de omgevingsvergunning voor activiteit monument/beeldbepalend pand en bouwen;f. de op a. en b. betrekking hebbende (overige) staartkosten;g. eventueel overige naar het oordeel van burgemeester en wethouders acceptabele kosten. 

Hoofdstuk 7 Restauratie/reconstructie monumentale of beeldbepalende stoepen en Keldertoegangen met een aantoonbaar historisch karakter bij Gemeentelijke monumenten, Beeldbepalende panden en Panden op de

Artikel 7.1

Aan de eigenaar van:a. een pand, zijnde een beschermd gemeentelijk monument als bedoeld in de Monumentenverordening;b. een beeldbepalend pand, als bedoeld in de Monumentenverordening;c. een pand, opgenomen in de “Lijst van waardevolle karakteristieke panden gemeente Geertruidenberg 2003”,kan een voorlopige stimuleringslening worden toegekend voor de restauratie of reconstructie van monumentale of beeldbepalende stoepen en keldertoegangen naar het oorspronkelijk historisch ontwerp, of daarvan afgeleide gelijkwaardige vormen. 

Artikel 7.2

De vaststelling van de goedgekeurde kosten geschiedt voor zover mogelijk op dezelfde wijze als voor de restauratie van monumenten en beeldbepalende panden. Voor zover van toepassing gelden artikel 5.1, lid 4, lid 5 en lid 6, artikel 5.2, artikel 5.3, artikel 5.4, artikel 5.5 en artikel 5.6 dienovereenkomstig. 

Artikel 7.3

Onder de in artikel 7.1 bedoelde kosten van de voorzieningen worden in elk geval begrepen de ge¬raamde en door of namens burgemeester en wethouders goedgekeurde bedragen van:a. de werkzaamheden voortvloeiend uit het “Inspectierapport van de “Stichting Monumentenwacht Noord-Brabant” of een vergelijkbaar deskundig buro op het gebied van restauraties, betrekking hebbend op de restauratie of reconstructie van monumentale of beeldbepalende stoepen en keldertoegangen naar het oorspronkelijk historisch ontwerp, of daarvan afgeleide gelijkwaardige vormen;b. de restauratiewerkzaamheden die naar aanleiding van het advies van de gemeentelijke Monumentencommissie door burgemeester en wethouders zijn goedgekeurd en subsidiabel zijn gesteld;c. – indien van toepassing - het aantoonbaar noodzakelijke adviesrapport voor een monument zoals bouwhistorisch onderzoek;d. de op a. en b. betrekking hebbende aantoonbare kosten van het noodzakelijk dagelijks toezicht door de architect;e. de leges voor de omgevingsvergunning voor activiteit monument/beeldbepalend pand en bouwen;f. de op a. en b. betrekking hebbende (overige) staartkosten;g. eventueel overige naar het oordeel van burgemeester en wethouders acceptabele kosten. 

Hoofdstuk 8 Aanpak van knelpunten binnen de gemeentelijke Monumentenzorg

Artikel 8.1

Aan de eigenaar van:a. een geregistreerd beschermd gemeentelijk monument als bedoeld in de Mo-numentenverordening;b. een geregistreerd object binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in de Monumentenverordening;c. een geregistreerde beeldbepalende zaak als bedoeld in de Monumentenverordening.kan een stimuleringslening aanvragen voor de aanpak van een knelpunt binnen de monumentenzorg, waarin de onder A. tot en met C genoemde regelingen niet voorzien, doch waarvan realisatie naar het oordeel van de gemeentelijke Monumentencommissie in het belang van de monumentenzorg aantoonbaar aanwezig is. Omtrent dit belang adviseert de gemeentelijke Monumentencommissie het college van Burgmeester en wethouders. 

Artikel 8.2

De vaststelling van de goedgekeurde kosten geschiedt voor zover mogelijk op dezelfde wijze als voor de restauratie van monumenten en beeldbepalende panden. Voor zover van toepassing gelden artikel 5.1, lid 4, lid 5 en lid 6, artikel 5.2, artikel 5.3, artikel 5.4, artikel 5.5 en artikel 5.6 dienovereenkomstig. 

Hoofdstuk 9 Gereedmelding, Vaststelling en Afwikkeling

Artikel 9.1

  • 1 Vaststelling van de stimuleringslening vindt plaats nadat:a. de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden op een daartoe door burgemeester en wethouders te verstrekken formulier zijn gereed gemeld;b. de onder a. bedoelde werkzaamheden door burgemeester en wethouders zijn gecontroleerd en akkoord bevonden;c. de bij de gereedmelding behorende gegevens en bescheiden, genoemd in het 2e lid, zijn overlegd en door burgemeester en wethouders zijn gecontroleerd en door hen en het SVn akkoord zijn bevonden;d. er is voldaan aan alle opgelegde voorschriften;e. een overzicht is overlegd van de getroffen gesubsidieerde en niet gesubsidieerde voorzieningen en de daarop betrekking hebbende kosten, zodanig dat dit overzicht correspondeert met de ingediende begroting op grond waarvan de voorlopige beschikking is verleend; 

  • 2 2. Deze gereedmelding bevat:a. een volledig ingevuld gereedmeldingsformulier;b. een kostenoverzicht volgens een door burgemeester en wethouders ter beschikking te stellen model, ingevuld op de wijze zoals is aan-gegeven in het 1e lid, onder e;c. alle rekeningen en betalingsbewijzen met betrekking tot de werk-zaamheden, voorzien van het begrotingsnummer waarop de werk-zaamheden betrekking hebben. 

  • 3 3. Burgemeester en wethouders kunnen er – onder voorbehoud van goedkeu-ring door het “Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten” (SVn) - mee instemmen dat de aanvrager in plaats van rekeningen en betalingsbewijzen een originele verklaring van een registeraccountant conform het daarvoor geldende protocol overlegt, waaruit blijkt dat het over-legde kostenoverzicht juist en volledig is.

Artikel 9.2

  • 1 Na uitvoering en gereedmelding van het plan stellen burgemeester en wethouders binnen 8 weken na de dag waarop de schriftelijke gereedmelding geregistreerd is ontvangen de definitieve stimuleringslening vast. Zij kunnen hun beslissing met ten hoogste 8 weken verdagen; 

  • 2 De hoogte van de vast te stellen stimuleringslening wordt berekend op ba-sis van de bij verlening aanvaarde kosten van de voorzieningen, of op basis van de werkelijke kosten van de te treffen voorzieningen als deze lager zijn;

  • 3 Burgemeester en wethouders stellen de stimuleringslening vast met in-achtneming van de goedgekeurde kosten van meer- en minderwerk.

  • 4 De vastgestelde stimuleringslening bedraagt niet meer dan het voorlopig toegekende leningsbedrag.

Artikel 9.3

  • 1 De vaststelling van de Stimuleringslening vindt plaats volgens en onder de condities van de “Algemene Bepalingen voor Geldleningen” van de stichting “Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten” te Hoevelaken; 

  • 2 Er wordt geen rente vergoed over te late betalingen;

  • 3 Als het definitieve leningsbedrag lager is dan het voorlopige leningsbedrag, dan lost de leningnemer het verschil af binnen 30 dagen na een schriftelijk verzoek daartoe.

Hoofdstuk 10 Intrekken van de Stimuleringslening

Artikel 10.1

  • 2 Burgemeester en wethouders trekken deze toewijzingsbrief in ieder geval in als de aanvrager meldt dat het werk niet door zal gaan;

  • 3 Bij de intrekking kunnen burgemeester en wethouders de al betaalde sti-muleringslening geheel of gedeeltelijk met vergoeding van de marktrente terugvorderen en de nog openstaande stimuleringslening geheel of gedeel-telijk opeisen, eventueel met de mogelijkheid van beslaglegging;

  • 4 De ontvanger van de stimuleringslening is verplicht om, onder het gestelde in dit artikel, binnen 30 dagen na de schriftelijke mededeling van de ge-meente de stimuleringslening in zijn geheel af te lossen en het genoten rentevoordeel terug te betalen;

  • 5 In geval van overtreding van de voorschriften in dit hoofdstuk de eigenaar verschoonbaar is, kunnen burgemeester en wethouders besluiten de in het 1e lid genoemde sancties geheel of gedeeltelijk achterwege te laten.

Hoofdstuk 11 Aflossen van de Stimuleringslening

Artikel 11.1

  • 1. Aflossingen worden verricht volgens het in de leningsovereenkomst bepaalde; 

  • 2. Extra aflossing van de stimuleringslening is altijd zonder boete mogelijk;

  • 3. Bij verkoop van het pand wordt het schuldrestant uit de verkoopopbrengst afgelost;

Hoofdstuk 12 Hardheidsclausule

Artikel 12.1

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leidt af te wijken van deze verordening. Burgemeester en wethouders zullen hiertoe pas overgaan nadat de gemeentelijke Monumentencommissie hieromtrent een positief advies heeft uitgebracht. Indien van toepassing zullen burgemeester en wethouders de raad periodiek een overzicht verschaffen van de afwijkingen in de voorafgaande periode. 

Hoofdstuk 13 Slot- en Overgangsbepalingen

Artikel 13.1

  • 1 Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na publicatie van het besluit tot vaststelling van de verordening. 

Ondertekening

Geertruidenberg,
De raad voornoemd,De griffier,                                                        De voorzitter,
Drs K.M.C. Millenaar-Rammelaere           M.J.A. Meijer