Regeling vervallen per 31-12-2023

Besluit van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 18 september 2023, PZH-2023-837921796 (DOS-2016-0005086) tot vaststelling van het openstellingsbesluit Subsidieregeling groen Zuid-Holland 2016 realisatie leefgebied icoonsoorten, landschapselementen en voedselbossen 2023 (Openstellingsbesluit subsidie realisatie leefgebied icoonsoorten, landschapselementen en voedselbossen Zuid-Holland 2023)

Geldend van 03-10-2023 t/m 30-12-2023

Intitulé

Besluit van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 18 september 2023, PZH-2023-837921796 (DOS-2016-0005086) tot vaststelling van het openstellingsbesluit Subsidieregeling groen Zuid-Holland 2016 realisatie leefgebied icoonsoorten, landschapselementen en voedselbossen 2023 (Openstellingsbesluit subsidie realisatie leefgebied icoonsoorten, landschapselementen en voedselbossen Zuid-Holland 2023)

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland;

Gelet op de artikelen 4:25 en 4:26 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op artikel 5, tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.2 van de Subsidieregeling groen Zuid-Holland 2016;

Overwegende dat

  • -

    de provincie Zuid-Holland verantwoordelijk is voor de bescherming en behoud van gezonde populaties inheemse planten- en diersoorten en hier invulling aan geeft door in te zetten op het realiseren van: leefgebied voor icoonsoorten, landschapselementen en voedselbossen;

  • -

    de provincie Zuid-Holland zich onderscheidt van andere provincies door onder meer het grote oppervlak aan stedelijk gebied;

  • -

    natuurwaarden buiten natuurgebieden bijdragen aan het behalen van de natuurdoelen vanuit de Vogel- en Habitatrichtlijn en daarmee bijdraagt aan het leef- en vestigingsklimaat in Zuid-Holland;

Besluiten vast te stellen het volgende besluit:

Openstellingsbesluit subsidie realisatie leefgebied icoonsoorten, landschapselementen en voedselbossen Zuid-Holland 2023

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit openstellingsbesluit wordt verstaan onder:

  • -

    Asv: Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

  • -

    bebouwde kom: als bedoeld in artikel 20a van de Wegenverkeerswet 1994;

  • -

    biodiversiteit: verscheidenheid van inheemse plant- en diersoorten die voorkomen in Zuid-Holland;

  • -

    Reguliere de-minimis verordening: Verordening (EU) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU, L 352);

  • -

    De-minimis voor de landbouwsector: Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector (PbEU, L 352/9);

  • -

    economische activiteit: het aanbieden van goederen of diensten op een markt waarop sprake is van concurrentie;

  • -

    houtige landschapselementen: houtwal, houtsingel, elzensingel, knip-of scheerheg, bomenlaan, struweelhaag, struweelrand, knotbomenrij, solitaire knotboom, half- of hoogstamboomgaard of griendje of bosje;

  • -

    icoonsoorten: plant- en diersoorten die een specifiek landschapstype representeren. Zuid-Holland heeft 40 icoonsoorten onderscheiden;

  • -

    inheemse soorten: alle planten- of boomsoorten die van oorsprong in het natuurlijke verspreidingsgebied van de soort voorkomen;

  • -

    natuurgebied: NNN of Natura2000-gebied;

  • -

    Natura2000-gebied: natuurgebied aangewezen volgens de Vogelrichtlijn of Habitatrichtlijn;

  • -

    Nederlandse Rassenlijst Bomen: hulpmiddel bij de aanleg van bos, landschappelijke beplantingen en openbaar groen;

  • -

    NNN gebied: Natuurnetwerk Nederland, als genoemd in de Omgevingsverordening Zuid-Holland;

  • -

    onderneming: iedere eenheid die een economische activiteit uitoefent;

  • -

    overige landschapselementen: kruidenrijke akkerrand, insectenrijk graslandrand, bloemenblok, keverbank, bloemdijk, zandwal en natte elementen zoals poel, natuurvriendelijke oever, rietzoom of klein rietperceel;

  • -

    Srg: Subsidieregeling groen Zuid-Holland 2016;

  • -

    habitatrichtlijnsoorten: plant- en diersoorten die vallen onder het beschermingsregime van de Europese Habitatrichtlijn (bijlage II);

  • -

    voedselbos:

    • a.

      een door mensen ontworpen productief ecosysteem naar het voorbeeld van een natuurlijk bos, met een hoge diversiteit aan meerjarige of houtige soorten, waarvan delen, zoals de vruchten, zaden, bladeren en stengels voor de mens als voedsel dienen;

    • b.

      met aanwezigheid van: een kruinlaag van hogere bomen, minimaal drie andere vegetatielagen van respectievelijk lagere bomen, struiken, kruiden, bodembedekkers, ondergrondse gewassen en klimplanten, en een rijk bosbodemleven;

    • c.

      met een aaneengesloten oppervlakte van minimaal 0,5 hectare;

    • d.

      dat zich in het kader van deze subsidieregeling kenmerkt doordat geen gebruik wordt gemaakt van kunstmest of chemische bestrijdingsmiddelen; en

    • e.

      bestaat uit minimaal 50% inheemse soorten (bomen, struiken en ondergroei).

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten en prestaties

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die gericht zijn op:

    • a.

      de substantiële verbetering van het leefgebied van icoonsoorten of habitatrichtlijnsoorten waaronder begrepen de aanleg van overige landschapselementen;

    • b.

      het aanleggen van houtige landschapselementen of voedselbossen; of

    • c.

      het op boerenerven verbeteren van leefgebied van icoonsoorten of habitatrichtlijnsoorten waaronder begrepen de aanleg van overige en houtige landschapselementen.

  • 2. Subsidie als bedoeld in het eerste lid, wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.

  • 3. De activiteit, bedoeld in het eerste lid, draagt bij aan de populaties inheemse plant- en diersoorten in Zuid-Holland.

Artikel 3 Doelgroep

Subsidie als bedoeld in artikel 2 wordt verstrekt aan eenieder.

Artikel 4 Deelplafond

Het deelplafond voor 2023 bedraagt € 400.000,00 voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, eerste lid.

Artikel 5 Aanvraagperiode

In afwijking van artikel 26, eerste lid, van de Asv kan een aanvraag voor subsidie worden ingediend van 15 oktober 2023 tot en met 30 november 2023.

Artikel 6 De-minimis

Subsidie aangevraagd door een onderneming wordt verleend met toepassing van de op de aanvrager van toepassing zijnde de-minimisverordening.

Artikel 7 Aanvraagvereisten

In het aanvraagformulier als bedoeld in art 9, eerste lid, van de Asv, worden bij de aanvraag in elk geval de volgende gegevens verstrekt:

  • a.

    een activiteitenplan als bedoeld in artikel 4:62 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    een begroting van de aan de activiteiten verbonden inkomsten en uitgaven van de aanvrager, voorzien van een toelichting en hoe aan cofinanciering wordt voldaan;

  • c.

    indien de aanvrager een privaatrechtelijk rechtspersoon is, haar actuele statuten, tenzij die al bij het provinciebestuur bekend zijn;

  • d.

    een onderbouwing voor welke icoonsoorten of habitatrichtlijnsoorten het leefgebied verbetert alsmede een onderbouwing voor de keuze van het gebied waar de activiteit plaatsvindt;

  • e.

    op welke wijze en gedurende welke periode het resultaat van de activiteit gemonitord wordt;

  • f.

    een onderbouwing op welke wijze beheer geborgd wordt alsmede hoe zorg wordt gedragen dat dit beheer ook blijvend uitgevoerd gaat worden;

  • g.

    de planning van de activiteit;

  • h.

    indien van toepassing, een omgevingsvergunning voor de activiteit;

  • i.

    indien de aanvrager geen eigenaar is van de grond waar de activiteit plaatsvindt, de schriftelijke toestemming van de grondeigenaar;

  • j.

    een op aanvrager van toepassing zijnde ondertekende de-minimisverklaring als bedoeld in; respectievelijk de reguliere de-minimis of de de-minimis voor de landbouwsector.

Artikel 8 Weigeringsgronden

In aanvulling op de artikelen 11 en 12 van de Asv wordt subsidie geweigerd indien:

  • a.

    de activiteit plaatsvindt binnen een natuurgebied;

  • b.

    de activiteit niet uitvoerbaar is vanwege wettelijke of praktische belemmeringen;

  • c.

    de activiteit niet past in het huidige landschap, rekening houdend met het ruimtelijk kwaliteitsbeleid van de provincie;

  • d.

    de aanvrager niet de eigenaar van de grond is of door de eigenaar geen schriftelijke toestemming is gegeven;

  • e.

    het activiteitenplan in combinatie met de begroting niet realistisch is;

  • f.

    voor dezelfde activiteit op grond van een andere subsidieregeling van de provincie Zuid-Holland subsidie is aangevraagd;

  • g.

    de activiteit niet bijdraagt aan het substantieel verbeteren van het leefgebied van minimaal vier icoonsoorten of habitatrichtlijnsoorten;

  • h.

    de activiteit mede de aanplant van invasieve exoten betreft;

  • i.

    de locatie waar de activiteit plaatsvindt, bij aanleg van een voedselbos of houtige landschapselementen onderdeel uitmaakt van een gebied waarvoor provinciale doelstellingen gelden die tegenstrijdig zijn met de beoogde ontwikkeling in het gebied, zoals bijvoorbeeld belangrijk weidevogelgebied waar in totaal meer dan 35 broedparen grutto's, tureluurs, slobeenden, kieviten of scholeksters per 100 hectare voorkomen;

  • j.

    de activiteit behoort tot het reguliere takenpakket van de aanvrager indien de aanvrager een publiekrechtelijke rechtspersoon is.

Artikel 9 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, in aanmerking te komen wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    de activiteit wordt gerealiseerd buiten een natuurgebied;

  • b.

    de activiteit verbetert het leefgebied substantieel van minimaal vier icoonsoorten of habitatrichtlijnsoorten, zowel voor artikel 2 eerste lid onderdeel a, b en c;

  • c.

    bij het realiseren van beplanting, worden minimaal 90% inheemse soorten gebruikt, vrij van schadelijke gewasbeschermingsmiddelen;

  • d.

    bij het realiseren van voedselbossen en half- en hoogstamboomgaarden worden in het ontwerp en aanleg in totaal minimaal 50% inheemse soorten gebruikt;

  • e.

    de locatie waarop de in artikel 2, tweede lid, onder a en b bedoelde activiteit plaatsvindt, is openbaar toegankelijk wanneer het binnen de bebouwde kom is gesitueerd;

  • f.

    na uitvoering van de activiteit is geborgd dat het resultaat hiervan gedurende een periode van ten minste 10 jaar duurzaam in stand blijft en gifvrij wordt onderhouden.

Artikel 10 Subsidiabele kosten

De volgende kosten komen voor de subsidie in aanmerking:

  • a.

    kosten voor begeleiding bij ontwerp, planvorming en realisatie van het project, tot een maximum van 10% van de subsidiabele kosten;

  • b.

    kosten voor het benodigde plantmateriaal of zaaigoed;

  • c.

    kosten voor graafwerkzaamheden, bodemverbetering, het planten van het plantmateriaal, leveringskosten;

  • d.

    kosten voor wildgaaskokers en boompalen, en het aanbrengen van boompalen en het plaatsen van wildgaaskokers;

  • e.

    kosten voor nazorg, te weten inboet en noodzakelijke bewatering, gedurende twee plantseizoenen na aanplant, tot een maximum van 10% van de subsidiabele kosten;

  • f.

    kosten voor beheer, tot een maximum van 20% van de subsidiabele kosten;

Artikel 11 Subsidiehoogte

  • 1. De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a en c, bedraagt ten hoogste 75% van de subsidiabele kosten tot een maximum van:

    • a.

      € 10.000,00 voor natuurlijke personen;

    • b.

      € 25.000,00 privaatrechtelijke rechtspersonen; en

    • c.

      € 40.000,00 voor publiekrechtelijke rechtspersonen.

  • 2. De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder b, bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van:

    • a.

      € 10.000,00 voor natuurlijke personen of rechtspersonen;

    • b.

      € 25.000,00 voor privaatrechtelijke rechtspersonen; en

    • c.

      € 40.000,00 voor publiekrechtelijke rechtspersonen.

  • 3. Indien toepassing van respectievelijk het eerste of het tweede lid ertoe leidt dat de subsidie minder bedraagt dan € 5000,00 wordt de subsidie niet verstrekt.

Artikel 12 Rangschikking

  • 1. Het bedrag dat beschikbaar is voor de te verstrekken subsidies, wordt over de aanvragen verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst daarvan.

  • 2. Als een subsidieaanvraag niet volledig is, geldt als datum van binnenkomst de dag waarop de subsidieaanvraag aangevuld en gecompleteerd is als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3. Op de dag dat verlening van subsidie voor gelijktijdig binnengekomen subsidieaanvragen zou leiden tot overschrijding van het subsidieplafond, wordt de subsidie verdeeld op basis van loting.

Artikel 13 Verplichtingen van de subsidieontvanger

In afwijking van artikel 1.4, eerste lid, van de Srg, wordt aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opgelegd:

  • a.

    uiterlijk op 1 februari 2025 wordt begonnen met de uitvoering van de activiteit;

  • b.

    de activiteit is op 31 december 2025 gerealiseerd;

  • c.

    de subsidieontvanger werkt mee aan publiciteit over de activiteit;

  • d.

    voor wat betreft inheemse aanplant van bomen en houtige landschapselementen, als bedoeld in artikel 9 onder d en f, wordt gebruik gemaakt van soorten genoemd op de Nederlandse Rassenlijst Bomen;

  • e.

    de realisatie van de activiteit wordt binnen 4 weken gemeld bij de provincie, inclusief foto- of videomateriaal van de situatie voor en na het project;

  • f.

    bomen en houtige landschapselementen worden in de periode tussen 1 september en 1 april aangeplant;

  • g.

    na het aanleggen van een voedselbos of uitvoeren van andere maatregelen ter verbetering van het leefgebied van icoonsoorten of habitatrichtlijnsoorten, is de subsidieontvanger verplicht om de gerealiseerde natuur ten minste 10 jaar na subsidievaststelling duurzaam in stand te houden.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Artikel 15 Werkingsduur

Dit openstellingsbesluit vervalt op 31 december 2023 met dien verstande dat de regeling van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn aangevraagd.

Artikel 16 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Openstellingsbesluit subsidie realisatie leefgebied icoonsoorten, landschapselementen en voedselbossen Zuid-Holland 2023.

Ondertekening

Den Haag, 18 september 2023

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland

drs. M.J.A. van Bijnen MBA, secretaris

drs. J. Smit, voorzitter

TOELICHTING

Algemene toelichting

Door de invoering van de Wet natuurbescherming is Provincie Zuid-Holland sinds 1 januari 2017 verantwoordelijk voor het behoud en bescherming van gezonde populaties van inheemse plant- en diersoorten binnen én buiten natuurgebieden in Zuid-Holland, waaronder de soorten van het stedelijk en landelijk gebied. Hier ligt een grote opgave: door de grote hoeveelheid thema's die te realiseren zijn binnen een relatief klein oppervlak. Woningbouw, mobiliteit, energietransitie, voedselproductie, recreatie, klimaatbestendigheid en biodiversiteit moeten allemaal binnen onze kleine en drukbevolkte provincie worden gerealiseerd.

In het stedelijk gebied is door ontwikkelingen in de bouw, toename van verlichting, verdichting en isolatie van woningen veel leefgebied van inheemse soorten verdwenen. Op diverse manieren wordt gewerkt om het leefgebied van inheemse plant- en diersoorten te beschermen en te verbeteren.

Meer informatie over icoonsoorten en de te treffen maatregelen voor het verbeteren van het leefgebied en realiseren landschapselementen is te vinden in onderstaande rapporten:

  • -

    Natuurbouwstenen, door Bui-TeGewoon | groenprojecten en Arvalis Natuur & Landschap

    • o

      Praktische gids met informatie hoe landschapselementen ofwel natuurbouwstenen aan te leggen en te beheren, met name in het landelijk gebied.

  • -

    Natuurinclusief ontwikkelen, door Synchroon, Nest Natuurinclusief en Vogelbescherming Nederland.

    • o

      Een praktische gids met stappenplan en checklists voor een natuurinclusieve benadering, met name in de stad.

  • -

    Bouwstenen biodiversiteit voor in het omgevingsplan, door Bureau Stadsnatuur

    • o

      Inspiratiedocument met concrete handreikingen voor verbetering van natuur in het stedelijk gebied - met speciale aandacht voor icoonsoorten van de provincie Zuid-Holland.

Het Openstellingsbesluit subsidie realisatie leefgebied icoonsoorten, landschapselementen en voedselbossen Zuid-Holland 2023 (hierna: openstellingsbesluit) biedt financiële ondersteuning aan projecten die het leefgebied van icoonsoorten of habitatrichtlijnsoorten substantieel verbeteren of bijdragen aan vergroting van het areaal biodiverse voedselbossen. Hiervan profiteren ook andere plant- en diersoorten.

Het realiseren van landschapselementen draagt hier ook aan bij, en linkt met het nationale Aanvalsplan Landschap, waar wordt ingezet op het realiseren van 10% groenblauwe dooradering in het landelijk gebied voor 2050.

Ook voedselbossen dragen bij aan een bevordering van de biodiversiteit (indien ook inheemse soorten worden gebruikt). Daarbij leeft het onderwerp voedselbossen nu sterk in Zuid-Holland. Daarom biedt deze subsidie ook de mogelijkheid om een voedselbos aan te leggen.

Eenieder die hier ideeën bij heeft krijgt nu mogelijkheden om hier uitvoering aan te geven.

Juridisch kader

Dit openstellingsbesluit is vastgesteld op grond van de Subsidieregeling Groen 2013 (Srg) en de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013 (Asv). Dit betekent dat een aantal aspecten van de verstrekking van subsidies niet in het openstellingsbesluit zijn vastgelegd, maar in de Srg en de Asv. In de Asv staat onder meer wat de beslistermijnen zijn voor Gedeputeerde Staten. Daarnaast geldt er op grond van de Asv een meldingsplicht: als de subsidieontvanger de gesubsidieerde activiteit niet, niet geheel of niet volgens alle daaraan verbonden verplichtingen verricht, dient hij dit ingevolge artikel 18 van de Asv te melden bij Gedeputeerde Staten. Verder zijn de verplichtingen met betrekking tot de prestatieverantwoording en bevoorschotting en betaling uit de Srg van toepassing.

Voor een goed begrip van deze subsidieregeling is dus bestudering van de Asv noodzakelijk. Ook de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bevat algemene bepalingen die onverkort van toepassing zijn op subsidies, verstrekt op grond van deze subsidieregeling.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

De Nederlandse Rassenlijst Bomen is te raadplegen op externe link: www.rassenlijstbomen.nl.

De Habitatrichtlijnsoorten zijn te raadplegen op externe link: Habitatrichtlijnsoorten | natura 2000.

De houtige en overige landschapselementen zijn te raadplegen op externe links: svbd-handreiking-definities-landschapselementen.pdf (samenvoorbiodiversiteit.nl) en de Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer.

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten en prestaties

Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die gericht zijn op de substantiële verbetering van het leefgebied van icoonsoorten of habitatrichtlijnsoorten. De gedachte hierachter is dat de activiteiten die bijdragen aan de verbetering van het leefgebied van deze soorten ervoor zorgen dat veel andere plant- en diersoorten ook hiervan profiteren.

De activiteiten benoemd onder artikel lid a en b kunnen op grond van deze subsidie ook wordt gecombineerd. Te denken valt aan het realiseren van leefgebied van icoonsoorten of habitatrichtlijnsoorten waarbij zowel overige als houtige landschapselementen naast elkaar worden ingezet. Als voorbeeld kan de weidehommel worden genoemd, een soort die van een gevarieerd leefgebied profiteert, zoals een combinatie van bloemenrijke graslanden en bosranden. Of een rugstreeppad, die leeft en zich voortplant in ondiepe poelen of plas-dras locaties bij natuurvriendelijke oevers, maar schuilt en overwintert in vergraafbare grond (in muizenhollen, onder stronken, dammetjes met puin). Waarbij ook boerderijerven en stallen in agrarisch landschap van groot belang kunnen zijn als overwinteringsplek.

Meer informatie over icoonsoorten en de te treffen maatregelen voor het verbeteren van het leefgebied, zie Icoonsoorten - Provincie Zuid-Holland.

Voor de definitie, duiding en beheer van landschapselementen wordt aangesloten bij de richtlijnen van het rapport: Groenblauwe dooradering nader gedefinieerd Aanvalsplan Landschap in combinatie met de Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer.

Voor voedselbossen geldt in deze regeling niet de maximale oppervlakte van 1,5 ha zoals benoemd in rapport Groenblauwe dooradering nader gedefinieerd Aanvalsplan Landschap.

Artikel 6 De-minimis en artikel 7 Aanvraagvereisten, onder k

Om te voorkomen dat de aangevraagde subsidie leidt tot onverenigbare staatsteun, wordt een subsidie die wordt aangevraagd door een onderneming verleend onder de de-minimis verordening (Verordening (EU) Nr. 1407/2013). Dit houdt in dat het totaal aan subsidies dat deze onderneming heeft ontvangen, het bruto steunbedrag over een periode van drie belastingjaren het plafond van € 200.000,00 niet mag overschrijden (artikel 6). Dat dit bedrag niet wordt overschreden toont de onderneming aan door een ondertekende de-minimisverklaring met de subsidieaanvraag mee te sturen (artikel 7, onder k).

Daarnaast zou het mogelijk kunnen zijn dat er sprake is van een activiteit die onder de productie van landbouwproducten valt. Op basis van de de-minimis verordening voor de landbouwsector (Verordening (EU) nr. 1408/2013) geldt in dat geval een maximaal steunbedrag van € 20.000,00 over drie belastingjaren als de-minimisssteun. Ook in dit geval wordt een ondertekende de-minisverklaring gevraagd waarmee de aanvrager aantoont dat met de aanvraag het plafond van €20.000,00 niet wordt overschreden.

Artikel 8 Weigeringsgronden

Voor de invasieve exoten benoemd onder artikel 8, lid g wordt de Unielijst invasieve exoten | Invasieve exoten | NVWA gehanteerd.

Onder c, de regels omtrent het ruimtelijke kwaliteitsbeeld zijn omschreven in de Omgevingsverordening Zuid-Holland, Artikel 6.9 Ruimtelijke kwaliteit.

Idealiter wordt in de aanvraag een onderbouwing gegeven hoe het plan past in het huidige landschap, rekening houdend met het ruimtelijk kwaliteitsbeleid van de provincie.

Artikel 11 Subsidiehoogte

In artikel 11, eerste en tweede lid, staat beschreven dat niet de volledige kosten van het project worden gesubsidieerd. Hiermee wordt cofinanciering vanuit de markt of uit eigen budget gestimuleerd.

Artikel 12 Rangschikking

De aanvragen worden op volgorde van binnenkomst behandeld.