Regeling vervallen per 10-04-2018

Algemene subsidieverordening Someren 2016

Geldend van 01-01-2016 t/m 09-04-2018

Intitulé

Algemene subsidieverordening Someren 2016

De raad van de gemeente Someren;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van d.d. 10 november 2015;

overwegende dat sinds de Algemene subsidieverordening Someren 2009 die op 1 januari 2009 in werking is getreden zich een aantal ontwikkelingen hebben voorgedaan waardoor aanpassing gewenst is;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

gelet op artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht

b e s l u i t :

vast te stellen de Algemene subsidieverordening Someren 2016;

in te trekken de Algemene subsidieverordening Someren 2009

Aldus besloten in de vergadering van de raad van de gemeente Someren,

de raadsgriffier,

J.Laurens Janse-Oostdijk

de voorzitter,

A.P.M. Veltman

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • 1. wet: de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

  • 2. aanvrager: de belanghebbende als bedoeld in artikel 1:2 van de wet;

  • 3. subsidie: subsidie als bedoeld in artikel 4:21 van de wet, inhoudende de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten;

  • 4. subsidieverlening: de beschikking waarbij de aanspraak op subsidie ontstaat mits aan alle daarbij behorende verplichtingen wordt voldaan;

  • 5. subsidievaststelling: de beschikking waarbij het bedrag van de subsidie wordt vastgesteld en waarbij een aanspraak op betaling ontstaat;

  • 6. gemeente: de gemeente Someren;

  • 7. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Someren:

  • 8. de raad: de raad van de gemeente Someren.

Artikel 2. Reikwijdte

  • 1. Deze verordening is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college op de volgende beleidsterreinen, met uitzondering van subsidies waarvoor bij afzonderlijke verordening een uitputtende regeling is getroffen en subsidies als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, van de wet (subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is):

    • a.

      welzijn, waaronder sociaal cultureel werk, opbouwwerk, ouderenwerk en jeugd- en jongerenwerk;

    • b.

      zorg;

    • c.

      sport;

    • d.

      kunst en cultuur;

    • e.

      educatie en onderwijs;

    • f.

      economische zaken;

    • g.

      recreatie en toerisme;

    • h.

      bouwen, wonen en monumenten;

    • i.

      milieu;

    • j.

      openbare orde en veiligheid;

    • k.

      verkeer en vervoer.

  • 2. Ten aanzien van subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is kan het college bepalen dat deze verordening geheel of gedeeltelijk van toepassing is.

Artikel 3. Subsidieregelingen

Het college stelt bij nadere regeling (hierna te noemen: subsidieregeling) vast welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie. Voor zover van toepassing, wordt hierin tevens bepaald welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen, hoe de subsidie wordt berekend en hoe de subsidiebedragen worden uitbetaald.

Artikel 4. Subsidieplafond

  • 1. De raad stelt in de gemeentebegroting de budgetten vast die maximaal voor subsidiëring beschikbaar zijn (subsidieplafond).

  • 2. In dat geval bepaald het college bij subsidieregeling de wijze van verdeling van de betrokken subsidie.

  • 3. De raad kan een subsidieplafond verlagen:

    • a.

      als het wordt vastgesteld voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd; of

    • b.

      als de subsidieaanvragen waarop het subsidieplafond betrekking heeft, moeten worden ingediend voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd.

  • 4. Bij de bekendmaking van een subsidieplafond dat kan worden verlaagd overeenkomstig het vorige lid, wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging.

  • 5. Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld. Bij de verleningsbeschikking wordt daarop gewezen.

Artikel 5. Aanvraag subsidieverlening

  • 1. Een aanvraag om subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het college met gebruikmaking van een aanvraagformulier.

  • 2. Bij de aanvraag legt de aanvrager de volgende gegevens over:

    • a.

      een beschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

    • b.

      de doelen en resultaten welke met die activiteiten worden nagestreefd, en hoe de activiteiten daaraan bijdragen;

    • c.

      een begroting van en een dekkingsplan voor de kosten van deze activiteiten. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij anderen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

  • 3. Een rechtspersoon die voor de eerste maal subsidie aanvraagt, voegt een exemplaar van de oprichtingsakte, de statuten, alsmede van het jaarverslag, de jaarrekening en de balans van het voorgaande jaar toe aan de aanvraag.

  • 4. Bij subsidieregeling kan van de voorgaande leden worden afgeweken.

Artikel 6. Aanvraagtermijn subsidieverlening

  • 1. Een aanvraag om een subsidie die per kalenderjaar wordt verstrekt, wordt ingediend uiterlijk 1 mei voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 2. Andere aanvragen om subsidie worden ingediend 8 weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 3. Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden gesteld.

Artikel 7. Beslistermijn subsidieverlening

  • 1. Het college beslist op een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, uiterlijk op 31 december van het jaar waarin de aanvraag is ingediend.

  • 2. Het college beslist op een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 6 tweede lid, binnen 8 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.

  • 3. Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden gesteld.

Artikel 8. Weigerings-, intrekkings- en terugvorderingsgronden

  • 1. Het college kan de subsidie weigeren in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de wet:

  • 2. Onverminderd het vorige lid kan het college de subsidie verder in ieder geval weigeren:

    • a.

      als de te subsidiëren activiteiten niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de gemeente Someren of haar ingezetenen of als ze onvoldoende ten goede komen aan de gemeente Someren of haar ingezetenen;

    • b.

      als de aanvraag niet voldoet aan regels die zijn gesteld om voor subsidie in aanmerking te komen;

    • c.

      als de subsidieverstrekking in strijd zou zijn met een wettelijk voorschrift;

    • d.

      in de bij de betrokken subsidieregeling bepaalde gevallen.

Artikel 9. Verantwoording

Voor zover dit niet is bepaald bij subsidieregeling, wordt bij de verleningsbeschikking vermeld op welke wijze de subsidie-ontvanger de besteding van de subsidie dient te verantwoorden.

Artikel 10. Algemene verplichtingen van subsidie-ontvanger

  • 1. Als aannemelijk is dat een of meer van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan, meldt de subsidie-ontvanger dat onverwijld aan het college.

  • 2. Een subsidie-ontvanger informeert het college onverwijld schriftelijk over:

    • a.

      beslissingen of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, of tot ontbinding van de gesubsidieerde rechtspersoon;

    • b.

      relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

    • c.

      ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen niet of niet geheel zullen kunnen worden nagekomen;

    • d.

      wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de gesubsidieerde rechtspersoon, de persoon van de bestuurder of bestuurders en het doel van de rechtspersoon.

  • 3. De administratie dient zodanig ingericht te zijn en te worden bijgehouden, dat zij te allen tijde een getrouw en inzichtelijk beeld geeft van de activiteiten en de financiële positie en een goede basis biedt om vast te stellen of wordt voldaan aan de subsidievoorwaarden en om de subsidie te kunnen berekenen.

Artikel 11. Aan een subsidie te verbinden bijzondere verplichtingen

  • 1. Aan een beschikking tot subsidieverlening kunnen verplichtingen worden verbonden met betrekking tot het beheer en gebruik van hetgeen met de subsidie tot stand is gebracht.

  • 2. Bij subsidies, verleend voor activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan de verplichting worden opgelegd tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording over de tot dan verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. De verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar verlangd.

Artikel 12. Aanvraag subsidieverstrekking

  • 1. De aanvraag gaat in ieder geval vergezeld van een financieel verslag en een activiteitenverslag. Het activiteitenverslag beschrijft de aard en omvang van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend en bevat een vergelijking tussen de nagestreefde en gerealiseerde doelstellingen en een toelichting op de verschillen.

  • 2. Indien de aanvraag een subsidie betreft voor een instelling die verplicht is tot het opstellen van een jaarrekening als bedoeld in artikel 361 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, of indien dit bij de subsidieverlening is bepaald, legt de subsidieontvanger in plaats van het financiële verslag de jaarrekening over, voorzien van een accountantsonderzoek en -verklaring als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. In het geval bij de subsidieverlening is bepaald dat het accountantsonderzoek zich mede moet uitstrekken over de naleving van aan de subsidie verbonden verplichtingen, gaat het financiële verslag tevens vergezeld van een schriftelijke verklaring van de accountant over de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • 3. Indien de instelling haar inkomsten geheel of grotendeels ontleent aan de subsidie omvat het financiële verslag de balans en de exploitatierekening met de toelichting.

  • 4. Bij subsidieregeling kan van de voorgaande leden worden afgeweken.

Artikel 13. Aanvraagtermijn subsidieverstrekking

  • 1. Een aanvraag tot het vaststellen van een subsidie die per kalenderjaar wordt verstrekt, wordt ingediend uiterlijk 1 mei van het jaar volgend op dat waarin de activiteit is uitgevoerd.

  • 2. Andere aanvragen tot het vaststellen van een subsidie worden ingediend 8 weken na afloop van de activiteit waarvoor subsidie is verleend.

  • 3. Indien de aanvrager niet voor de in het eerste lid genoemde termijn een aanvraag kan indienen, kan hij uiterlijk vier weken vóór 1 mei verzoek om uitstel indienen bij het college.

  • 4. Het college bepaalt uiterlijk binnen twee weken na ontvangst van het verzoek om uitstel een nieuwe datum waarop de aanvraag dient te zijn ingediend.

  • 5. Het college kan vrijstelling verlenen van één of meer van bovenstaande verplichtingen.

Artikel 14. Beslistermijn subsidieverstrekking

  • 1. Het college beslist op een aanvraag om een subsidie vast te stellen als bedoeld in artikel 13, eerste lid, uiterlijk op 1 oktober van het jaar volgend op het jaar waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2. Het college beslist op een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 13 tweede lid, binnen 8 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.

  • 3. Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden gesteld.

Artikel 15. Directe subsidieverstrekking

Bij subsidieregeling kunnen categorieën subsidieontvangers worden aangewezen waarvoor de subsidie direct wordt vastgesteld zonder dat een aanvraag tot subsidievaststelling hoeft te worden ingediend.

Artikel 16. Uitbetaling

Binnen acht weken na dagtekening van het besluit tot vaststelling van de subsidie, wordt het subsidiebedrag betaald, tenzij verrekening plaatsvindt.

Artikel 17. Bevoorschotting

  • 1. Het college kan aan de subsidieontvanger bij het besluit tot verlening een voorschot verlenen. Daarbij wordt de hoogte van het bedrag vermeld en wordt aangegeven wanneer en op welke wijze dit bedrag wordt betaald.

  • 2. Voorschotten als bedoeld in het eerste lid bedragen maximaal 95% van de toegekende subsidie en worden verrekend bij de vaststelling van de subsidie.

Artikel 18. Terugvordering

Artikel 4:41 van de wet is van toepassing op eventuele vermogensvorming. De hoogte van de terug te betalen vergoeding wordt vastgesteld na overleg met de subsidieontvanger.

Artikel 19. Egalisatiereserve

  • 1. Het college kan bij de subsidieverlening toestaan dat ten laste van de exploitatierekening een egalisatiereserve wordt gevormd.

  • 2. Het verschil tussen de vastgestelde subsidie en de werkelijke kosten van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend komt ten gunste onderscheidenlijk ten laste van de egalisatiereserve.

  • 3. De van de egalisatiereserve genoten rente wordt aan de egalisatiereserve toegevoegd.

  • 4. In de gevallen bedoeld in artikel 4:41, tweede lid, sub c, d en e van de wet, is de subsidieontvanger ter zake van de egalisatiereserve vergoedingspichtig naar evenredigheid van de waarin de subsidie aan de egalisatiereserve heeft bijgedragen.

  • 5. Bij subsidieregeling kunnen andere voorwaarden worden gesteld.

Artikel 20. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende van het bepaalde in deze verordening afwijken, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 21. Overgangsbepaling

  • 1. Ingediende subsidieaanvragen worden afgehandeld volgens de van kracht zijnde verordening.

  • 2. Uitvoeringsregelingen van de 'Algemene subsidieverordening Someren 2009', zoals beleidsregels, blijven na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht totdat deze zijn vervangen.

Artikel 22. Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als: 'Algemene subsidieverordening Someren 2016'.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2016.

  • 3. Op de in het tweede lid bedoelde datum vervalt de 'Algemene subsidieverordening Someren 2009'.