Regeling vervallen per 01-01-2016

Algemene subsidieverordening Someren 2009

Geldend van 01-01-2009 t/m 31-12-2015

Intitulé

Algemene subsidieverordening Someren 2009

De raad van de gemeente Someren;

Overwegende dat kennis is genomen van het college om op onderscheidelijke beleidsterreinen beleidsregels vast te stellen;

Gelet op de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 oktober 2008

BESLUIT:

De navolgende vast te stellen:

De Algemene Subsidieverordening gemeente Someren 2009

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Paragraaf 1.1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a)

    wet:

  • de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

  • b)

    aanvrager:

  • de natuurlijke- of rechtspersoon die de aanvraag indient;

  • c)

    instelling:

  • een rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie die zich ten doel stelt activiteiten te verrichten in het belang van de gemeente en haar inwoners;

  • d)

    subsidie:

  • subsidie als bedoeld in artikel 4:21 van de wet, inhoudende de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten;

  • e)

    structurele subsidie:

  • per boekjaar verleende subsidie aan een instelling;

  • f)

    projectsubsidie/eenmalige subsidie:

  • subsidie voor een eenmalige activiteit of voor een investering in een gebouw, terrein of roerend goed;

  • g)

    subsidieverlening:

  • de beschikking waarbij de aanspraak op subsidie ontstaat mits aan alle daarbij behorende verplichtingen wordt voldaan;

  • h)

    subsidievaststelling:

  • de beschikking waarbij het bedrag van de subsidie wordt vastgesteld en waarbij een aanspraak op betaling ontstaat;

  • i)

    deelverordening:

  • verordening op een van de gemeentelijke beleidsterreinen waarin subsidienormen en aanvullende voorwaarden zijn opgenomen die de gemeente bij subsidieverlening in acht neemt en waaraan de aanvrager tevens moet voldoen om voor subsidie in aanmerking te komen;

  • j)

    beleidsregels/subsidierichtlijnen:

  • nadere regels waarin subsidienormen en aanvullende voorwaarden zijn opgenomen die de gemeente bij subsidieverlening in acht neemt en die waaraan de aanvrager tevens moet voldoen om voor subsidie in aanmerking te komen;

  • k)

    gemeente:

  • de gemeente Someren;

  • l)

    het college:

  • het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Someren;

  • m)

    de raad:

  • de raad van de gemeente Someren.

Paragraaf 1.2 Reikwijdte en aard van de verordening

Artikel 2 Toepassing

  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op door de gemeente te verstrekken subsidies voor op Somerense inwoners gerichte activiteiten, voor zover andere regelingen dit niet uitsluiten en de subsidies niet onderhevig zijn aan regelgeving van hogere orde.

  • 2.

    De te subsidiëren activiteit mag geen direct winstoogmerk of commercieel doel hebben.

  • 3.

    Het kan de volgende beleidsterreinen betreffen:

    • -

      welzijn, waaronder sociaal cultureel werk, opbouwwerk, ouderenwerk en jeugd- en jongerenwerk;

    • -

      zorg;

    • -

      sport;

    • -

      kunst en cultuur;

    • -

      educatie en onderwijs;

    • -

      economische zaken;

    • -

      recreatie en toerisme;

    • -

      bouwen, wonen, monumenten;

    • -

      milieu;

    • -

      openbare orde en veiligheid;

    • -

      verkeer en vervoer.

  • 4.

    De raad kan in afwijking van lid 3 van dit artikel deze verordening ook van toepassing verklaren op andere beleidsterreinen.

Paragraaf 1.3 Algemene voorwaarden subsidiëring

Artikel 3 Bevoegdheden/voorwaarden

Artikel 4 Weigeringsgronden

  • 1.

    De subsidieverlening kan geheel of gedeeltelijk worden geweigerd voorzover door verstrekking van de subsidie het in artikel 3 van deze verordening genoemde subsidieplafond zou worden overschreden.

  • 2.

    Behalve de in artikel 4:35 van de wet genoemde gevallen kan de subsidie worden geweigerd indien:

    • a.

      de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd niet gericht zijn op de (inwoners van de) gemeente;

    • b.

      de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet of de openbare orde;

    • c.

      de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken;

    • d.

      de subsidieverstrekking niet past binnen het beleid van de gemeente.

  • 3.

    Indien een meerjarige subsidie is verleend, behoudt het college de bevoegdheid om tot een tussentijdse vermindering van de subsidie over te gaan onder gelijktijdige aanpassing van de verlangde prestaties. Van deze bevoegdheid wordt alleen gebruik gemaakt indien de budgettaire positie van de gemeente daartoe aanleiding geeft.

Hoofdstuk 2 De subsidieverlening

Paragraaf 2.1 De aanvraag

Artikel 5 Termijn voor het indienen van de aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie wordt schriftelijk ingediend op het eventueel daartoe door het college vastgesteld formulier op grond van artikel 4:4 van de wet.

  • 2.

    De aanvraag wordt bij het college ingediend voor 1 mei van het jaar voorafgaand aan het jaar ten behoeve waarvan subsidie wordt gevraagd, tenzij in een deelverordening of beleidsregel een andere datum is bepaald.

  • 3.

    Het college kan in voorkomende gevallen besluiten aanvragen die te laat zijn ingediend toch in behandeling te nemen.

  • 4.

    In afwijking van het bepaalde in het tweede lid, wordt een aanvraag om verlening van een projectsubsidie of incidenteel/eenmalig subsidie minimaal 8 weken voor aanvang van de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd, ingediend bij het college.

Artikel 6 Inhoud van de aanvraag

  • 1.

    De aanvraag bevat in ieder geval de informatie zoals vermeld in artikel 4:2 (naam, adres en handtekening van de aanvrager, dagtekening en een aanduiding van de beschikking) en 4:61 lid 1 van de wet (activiteitenplan en begroting).

  • 2.

    Bij de aanvraag worden voorts andere gegevens overgelegd die het college nodig acht voor het bepalen van het subsidie.

  • 3.

    Voor zover de aanvrager voor dezelfde begrote uitgaven tevens subsidie heeft aangevraagd bij een of meer andere bestuursorganen, doet hij daarvan mededeling in de aanvraag, onder vermelding van de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvraag of aanvragen.

  • 4.

    In de in artikel 3, derde lid bedoelde deelverordeningen of beleidsregels kunnen nadere regels worden opgenomen ten aanzien van de in te dienen stukken, waarbij van het bepaalde in lid 2 van dit artikel kan worden afgeweken.

  • 5.

    Het college kan vrijstelling of ontheffing verlenen van de in of bij dit artikel opgenomen verplichtingen indien naleving daarvan redelijkerwijs niet kan worden verlangd of geen aanwijsbaar belang daarmee is gediend.

Artikel 7 Aanvullende eisen eerste aanvraag

  • 1.

    Indien een rechtspersoon een eerste aanvraag doet, dienen de bescheiden zoals genoemd in artikel 4:64 van de wet overgelegd te worden.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde bescheiden worden aangevuld met de namen en adressen van de bestuursleden.

  • 3.

    Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 1 en 2.

Paragraaf 2.2 Beschikking tot subsidieverlening

Artikel 8 Beslistermijnen

  • 1.

    Het college beslist na vaststelling van de gemeentebegroting doch uiterlijk 31 december op de aanvraag tot het verlenen van subsidie.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid beslist het college op een aanvraag om een projectsubsidie uiterlijk binnen 8 weken nadat de aanvraag is ingediend.

Artikel 9 Inhoud van de beschikking tot subsidieverlening

  • 1.

    Behalve de in de wet genoemde voorwaarden en verplichtingen kunnen ingevolge artikel 4.38 van de wet andere verplichtingen worden opgelegd die strekken tot het verwezenlijken van het doel van de subsidie.

  • 2.

    Het college kan voorts verplichtingen opleggen indien en voorzover regelingen van het Rijk dan wel van de provincie deze voorschrijven.

  • 3.

    Indien een subsidie voor meerdere jaren wordt verleend, wordt in de subsidiebeschikking aangegeven op welk bedrag de instelling voor ieder jaar recht heeft en op welke wijze het toegekende bedrag jaarlijks wordt geïndexeerd.

  • 4.

    Bij de subsidieverlening kan ontheffing worden verleend van het bepaalde in artikel 18 van deze verordening.

  • 5.

    Bij de subsidieverlening kan worden bepaald dat het accountantsonderzoek, dat ingevolge artikel 18, eerste lid, bij de aanvraag tot het vaststellen van de subsidie moet worden ingediend, tevens strekt tot onderzoek van de naleving van aan de subsidie verbonden verplichtingen. In dat geval wordt daarbij aangegeven wat de reikwijdte en de intensiteit van de controle moet zijn.

Hoofdstuk 3 De subsidievaststelling

Paragraaf 3.1 De aanvraag tot het vaststellen van de subsidie

Artikel 10 Termijn voor het indienen van de aanvraag

  • 1.

    De aanvraag tot het vaststellen van de structurele subsidie wordt ingediend voor 1 mei van het jaar volgend op dat waarin de activiteit is uitgevoerd.

  • 2.

    De aanvraag voor het vaststellen van een projectsubsidie wordt ingediend binnen 8 weken na afloop van de activiteit waarvoor subsidie is verleend.

  • 3.

    Indien de aanvrager niet voor de in het eerste lid genoemde termijn een aanvraag kan indienen, kan hij uiterlijk vier weken vóór 1 mei verzoeken om uitstel.

  • 4.

    Het college bepaalt uiterlijk binnen twee weken na ontvangst van het verzoek om uitstel een nieuwe datum waarop de aanvraag dient te zijn ingediend.

Artikel 11 Te overleggen bescheiden

  • 1.

    De aanvraag gaat in ieder geval vergezeld van een financieel verslag en een activiteitenverslag. Het activiteitenverslag beschrijft de aard en omvang van de activiteiten waarvoor subsidie werd verleend en bevat een vergelijking tussen de nagestreefde en de gerealiseerde doelstellingen en een toelichting op de verschillen.

  • 2.

    Indien de aanvraag een subsidie betreft voor een instelling die verplicht is tot het opstellen van een jaarrekening als bedoeld in artikel 361 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, of indien dit bij de subsidieverlening is bepaald, legt de subsidieontvanger in plaats van het financiële verslag de jaarrekening over, voorzien van een accountantsonderzoek en –verklaring als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. In het geval bij de subsidieverlening is bepaald dat het accountantsonderzoek zich mede moet uitstrekken over de naleving van aan de subsidie verbonden verplichtingen, gaat het financiële verslag tevens vergezeld van een schriftelijke verklaring van de accountant over de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • 3.

    Indien de instelling haar inkomsten geheel of grotendeels ontleent aan de subsidie omvat het financiële verslag de balans en de exploitatierekening met de toelichting.

  • 4.

    Het college kan vrijstelling verlenen van één of meer van bovenstaande verplichtingen.

Paragraaf 3.2 Beschikking tot subsidievaststelling

Artikel 12 Beslistermijn

  • 1.

    Het college beschikt op de aanvraag tot het vaststellen van een structurele subsidie uiterlijk op 1 oktober van het jaar volgend op het jaar waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2.

    Op de aanvraag voor vaststelling van een projectsubsidie/incidentele subsidie, beslist het college op een daartoe strekkende aanvraag binnen 8 weken na de ontvangst daarvan.

Artikel 13 Directe subsidievaststelling

Het college kan besluiten de subsidie direct vast te stellen, zonder voorafgaande beschikking tot subsidieverlening, mits bij de aanvraag een begroting of jaarrekening en een activiteitenplan is gevoegd.

Voor het indienen van de aanvraag tot het direct vaststellen van de subsidie en het nemen van de beslissing op de aanvraag gelden de termijnen genoemd in de artikelen 5 en 8 van deze verordening. In het geval de subsidie direct wordt vastgesteld, wordt het bepaalde van 4:43 van de wet in acht genomen.

Paragraaf 3.3 Betaling en terugvordering

Artikel 14 Uitbetaling

Binnen acht weken na dagtekening van het besluit tot vaststelling van de subsidie, wordt het subsidiebedrag betaald, tenzij verrekening plaatsvindt.

Artikel 15 Terugvordering

Artikel 4.41 van de wet is van toepassing op eventuele vermogensvorming. De hoogte van de terug te betalen vergoeding wordt vastgesteld na overleg met de subsidieontvanger.

Hoofdstuk 4 Overige- en slotbepalingen

Paragraaf 4.1 Overige bepalingen

Artikel 16 Het vormen van reserves

  • 1.

    Het college kan bij de subsidieverlening toestaan dat ten laste van de exploitatierekening een (egalisatie)reserve wordt gevormd.

  • 2.

    Het verschil tussen de vastgestelde subsidie en de werkelijke kosten van de activiteiten waarvoor subsidie werd verleend komt ten gunste onderscheidenlijk ten laste van de egalisatiereserve.

  • 3.

    De van de egalisatiereserve genoten rente wordt aan de egalisatiereserve toegevoegd.

  • 4.

    In de gevallen bedoeld in artikel 4:41, tweede lid, onderdelen c, d en e van de wet, is de subsidieontvanger ter zake van de egalisatiereserve vergoedingsplichtig naar evenredigheid van de mate waarin de subsidie aan de egalisatiereserve heeft bijgedragen.

  • 5.

    Bij de verlening van een structurele subsidie wordt de subsidieontvanger in staat gesteld een passende voorziening te treffen. In dat geval moet deze kunnen onderbouwen waarom de voorziening noodzakelijk is om de in de statuten gestelde doelen te bereiken.

  • 6.

    Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot het maximum van de egalisatiereserves en voorzieningen alsmede de verslaglegging daarover.

Artikel 17 Rechtstreeks geldende verplichtingen

  • 1.

    De administratie dient zodanig ingericht te zijn en te worden bijgehouden, dat zij te allen tijde een getrouw en inzichtelijk beeld geeft van de activiteiten en de financiële positie en een goede basis biedt om vast te stellen of wordt voldaan aan de subsidievoorwaarden en om het subsidie te kunnen berekenen.

  • 2.

    De administratie en de daartoe behorende bescheiden worden gedurende zeven jaren bewaard.

  • 3.

    Indien gedurende het boekjaar aanmerkelijke verschillen ontstaan of dreigen te ontstaan tussen de werkelijke uitgaven en inkomsten en de begrote uitgaven en inkomsten, doet de subsidieontvanger daarvan onverwijld mededeling aan het bestuursorgaan onder vermelding van de oorzaak van de verschillen.

Artikel 18 Verplichting toestemming te vragen

  • 1.

    Voorzover subsidies per boekjaar worden verstrekt is artikel 4:71 van de wet van toepassing. Het betreft hier toestemming van het bestuursorgaan inzake een aantal rechtshandelingen van de subsidieontvanger.

  • 2.

    Het bestuursorgaan beslist binnen vier weken omtrent de toestemming.

  • 3.

    De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste vier weken worden verdaagd.

  • 4.

    Indien omtrent de toestemming niet tijdig is beslist, wordt de toestemming geacht te zijn verleend.

Artikel 19 Legaten

  • 1.

    De instelling brengt erfstellingen, legaten, schenkingen en andere financiële meevallers ten bate van de exploitatie.

  • 2.

    Het college kan van het eerste lid ontheffing verlenen.

  • 3.

    Het college verleent niet eerder ontheffing dan nadat zij met de instelling overleg hebben gevoerd over de gewenste bestemming van erfstellingen, legaten, schenkingen en dergelijke.

Artikel 20 Verzekeringen

  • 1.

    Een instelling is verplicht haar roerende en onroerende zaken te verzekeren en verzekerd te houden tegen de schade van brand, storm en inbraak.

  • 2.

    Een instelling is voorts verplicht andere door het college aan te duiden risico’s, waartoe gerekend moet worden de schade voortvloeiende uit de wettelijke aansprakelijkheid van besturen, organen en personeel en vrijwilligers, te verzekeren.

  • 3.

    Het college kan vrijstelling verlenen van de in het in het eerste lid gestelde eisen, indien naleving daarvan redelijkerwijs niet kan worden verlangd of geen aanwijsbaar belang daarmee is gediend.

Artikel 21 Bevoorschotting

  • 1.

    Het college kan aan de subsidieontvanger bij het besluit tot subsidieverlening een voorschot verlenen. Daarbij wordt de hoogte van het bedrag vermeld en wordt aangegeven wanneer en op welke wijze dit bedrag wordt betaald.

  • 2.

    Voorschotten als bedoeld in het eerste lid bedragen maximaal 95% van het toegekende subsidie en worden verrekend bij de vaststelling van de subsidie.

Artikel 22 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende van het bepaalde in deze verordening afwijken, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Paragraaf 4.2 Slotbepalingen

Artikel 23 Overgangsbepaling

  • 1.

    Ingediende subsidieaanvragen worden afgehandeld volgens de van kracht zijnde verordening.

  • 2.

    Uitvoeringsregelingen van de 'Algemene subsidieverordening 2003', zoals deelverordeningen en beleidsregels, blijven na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht totdat deze zijn vervangen.

Artikel 24 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: ‘Algemene subsidieverordening Someren 2009’

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de 1 januari 2009.

  • 3.

    Op de in het tweede lid bedoelde datum vervalt de ‘Algemene subsidieverordening Someren 2003’

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van de raad van de gemeente Someren,
de raadsgriffier, de voorzitter,
J. Laurens Janse-Oostdijk A.P.M. Veltman