Aanwijzingsbesluit gebiedsontzeggingen straatprostitutielocatie en naaste omgeving

Burgemeester en wethouders van Heerlen;

overwegende dat de gemeente Heerlen reeds lange tijd een groot straatprostitutie probleem heeft met alle negatieve gevolgen van dien voor de openbare orde, het woon- en leefklimaat en de volksgezondheid;

dat de raad der gemeente Heerlen op 6 juli 1999 besloten heeft een straatprostitutielokatie aan te wijzen waaraan de gemeentebladen d.d. 2 juli 1999, nr. 94, d.d. 25 juni 1999 nr. 95 en nr. 96 ten grondslag liggen;

dat de raad der gemeente Heerlen eveneens op 6 juli 1999 besloten heeft een gebied aan te wijzen als bedoeld in artikel 3.3.4 .2, lid 1 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Heerlen waaraan eveneens de in dit besluit genoemde gemeentebladen ten grondslag liggen;

dat de raad der gemeente Heerlen op 6 juli 1999 mede ter realisering van dit besluit de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Heerlen heeft gewijzigd.

gelet op het bepaalde in artikel 3.3.4 .2, lid 1 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente

Heerlen, vastgesteld bij besluit van de raad der gemeente Heerlen van 6 juli 1999, gepubliceerd en openbaar bekendgemaakt in de Uitkijk van 21 juli 1999 en in werking getreden op 22 juli 1999;

besluiten:

• 1.

  het gebied binnen de blauwe stippellijn, zoals op bijgevoegde en bij dit besluit behorende en gewaarmerkte tekening d.d. 17 augustus 1999 staat aangegeven, aan te wijzen als gebied als bedoeld in artikel 3.3.4.2, lid 1 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Heerlen en voor de uren van 19.00 uur tot 02.00 uur;

• 2.

  te bepalen dat het onder 1 bedoelde besluit in werking treedt op een nader door ons vast te stellen en bekend te maken datum.

Heerlen, 17 augustus 1999

Burgemeester en wethouders van Heerlen,

tekening