Regeling vervallen per 01-01-2015

De verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Heemstede

Geldend van 07-07-2011 t/m 31-12-2014 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2011

Intitulé

Verordening financieel beleid en beheer 2011

In deze verordening worden de uitgangspunten voor het financieel beleid en het financieel beheer en de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Heemstede vastgelegd.

De raad van de gemeente Heemstede besluit,

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet,

vast te stellen:

de verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Heemstede (verordening financieel beleid en beheer 2011 gemeente Heemstede).

Inleidende bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    aandachtsgebieden en afdeling:

    iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie met een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het college.

  • b.

    administratie:

    het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Heemstede en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

Begroting en verantwoording

Artikel 2. Programmabegroting

  • 1.

    De raad stelt in de kadernota voorafgaand aan het begrotingsjaar de programma- en pragrafenindeling van de begroting vast.

Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1. De begroting en de jaarstukken zijn ingedeeld in programma’s. Wijzigingen in de programmastructuur worden ter besluitvorming voorgelegd aan de gemeenteraad.

  • 2. Bij de uiteenzetting van de financiële positie van de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven. In de jaarstukken wordt van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de uitputting van het krediet in het lopende boekjaar weergegeven.

  • 3. In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven.

Artikel 4. Kaders begroting

  • 1. Het college biedt in de loop van het begrotingsjaar een kadernota aan met de kaders/uitgangspunten voor het volgende begrotingsjaar en de drie opvolgende jaren.

  • 2. De raad stelt deze nota uiterlijk voor 1 juli van het lopende boekjaar vast.

Artikel 5. Autorisatie begroting, begrotingswijzigingen en investeringskredieten

  • 1. De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten per programma waaronder het programma Financiering en dekkingsmiddelen met de algemene dekkingsmiddelen.

  • 2. Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige (nieuwe) investeringen worden bij het vaststellen van de begroting geautoriseerd.

  • 3. Het college is bevoegd overschrijdingen van de geautoriseerde lasten en onderschrijdingen van de geautoriseerde baten te dekken uit het bedrag voor onvoorzien.

  • 4. Bij de behandeling van de tussentijdse rapportages (kadernota en najaarsnota) in de raad doet het college voorstellen voor wijziging van de geautoriseerde budgetten en investeringskredieten en bijstelling van het beleid.

  • 5. Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar die niet in de begroting zijn opgenomen, legt het college vooraf aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel en een voorstel voor het vaststellen van een investeringskrediet aan de raad voor.

  • 6. Het college informeert vooraf de raad en neemt pas een besluit nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen indien het college privaatrechtelijke rechtshandelingen (investeringen, garantstellingen, aan- /verkoop onroerend goed ed.) aangaat die ingrijpende gevolgen (maatschappelijke aandacht voor het onderwerp of politieke gevoeligheid) kunnen hebben voor de gemeente. Indien het college een dergelijk besluit neemt op basis van, en overeenkomstig met een eerder door de raad vastgestelde en van toepassing zijnde gemeenschappelijke regeling, maakt dit besluit onderdeel uit van de bedrijfsvoering en is dit lid niet van toepassing.

Artikel 6. Tussentijdse rapportage

  • 1.

    Het college informeert de raad door middel van tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting van de gemeente over de eerste vier maanden (kadernota) en de eerste acht maanden (najaarsnota) van het begrotingsjaar.

  • 2.

    De kadernota wordt de raad aangeboden voor 1 juni van het lopend boekjaar; de najaarsnota wordt voor 1 november van het lopend boekjaar aangeboden.

  • 3.

    De inrichting van de rapportages komt overeen met de programma-indeling uit de programma-begroting van het lopend boekjaar met uitzondering van de financiële rapportage rond de bedrijfsvoering dat als apart onderdeel wordt gepresenteerd.

  • 4.

    De rapportages gaan in op significante afwijkingen in de baten en lasten.

Financieringsfunctie

Artikel 7. Financieringsfunctie

  • 1.

    Het college draagt bij de uitoefening van de financieringsfunctie zorg voor:

    • a.

      het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma’s binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te kunnen voeren;

    • b.

      het zo veel mogelijk beperken van de kosten van de leningen en het bereiken van een voldoende rendement op de uitzettingen;

    • c.

      het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

  • 2.

    Het college betracht bij de uitvoering van de financieringsfunctie de uiterste omzichtigheid en is zich bewust van haar verantwoordelijkheid jegens de burgers van gemeente Heemstede. Dit resulteert in de doelstelling om de risico’s die zijn verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico’s, koersrisico’s en kredietrisico’s zoveel mogelijk te beperken. Daarnaast betrekt de gemeente Heemstede bij de uitvoering van de financieringsfunctie uitsluitend betrouwbaar gebleken financiële instellingen.

  • 3.

    Verstrekken van leningen en garanties en het aangaan van financiële participaties anders dan genoemd in het tweede lid worden uitsluitend gedaan uit hoofde van de publieke taak. Bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties en het aangaan van financiële participaties uit hoofde van de publieke taak bedingt het college indien mogelijk zekerheden. Het college motiveert in zijn besluit het openbaar belang van dergelijke uitzettingen van middelen, verstrekkingen van garanties en financiële participaties.

  • 4.

    De financieringsfunctie is uitgewerkt in een treasurystatuut. Het treasurystatuut wordt iedere raadsperiode door de raad vastgesteld.

  • 5.

    De richtlijnen en limieten in het treasurystatuut zijn richtinggevend, uitzonderingen op het beleid worden afzonderlijk aan de raad ter besluitvorming voorgelegd.

  • 6.

    In de begroting en het jaarverslag wordt de stand van zaken gerapporteerd. Indien tussentijdse herziening van het beleid noodzakelijk is dan wordt dit opgenomen in de budgetcyclusdocumenten.

  • 7.

    Het treasurystatuut bevat in ieder geval:

    • -

      de doelstelling van het treasurybeleid;

    • -

      de richtlijnen en limieten voor het risicobeheer;

    • -

      de richtlijnen en limieten voor de gemeentefinanciering;

    • -

      de administratieve organisatie en interne controle van de treasuryfunctie waarin in ieder geval aandacht voor :

      • o

        de verantwoordelijkheden;

      • o

        de bevoegdheden;

      • o

        en de informatievoorziening.

Financieel beleid

Artikel 8. Waardering & afschrijving vaste activa

  • 1. Voor de waardering en afschrijving van vaste activa verwijst de raad naar de nota activabeleid. In iedere raadsperiode wordt de nota activabeleid geactualiseerd. Indien noodzakelijke wordt het beleid tussentijdse herzien (paragraaf onderhoud kapitaalgoederen).

  • 2. De uitgangspunten in de nota activabeleid zijn richtinggevend, uitzonderingen op het beleid worden afzonderlijk aan de raad ter besluitvorming voorgelegd.

  • 3. Indien tussentijdse herziening van het beleid noodzakelijk is dan wordt dit opgenomen in de budgetcyclusdocumenten.

  • 4. De nota activabeleid bevat in ieder geval:

    • -

      een onderscheid in de soorten activa;

    • -

      de uitgangspunten voor de activering van de activa;

    • -

      de waardering van de activa;

    • -

      de wijze van afschrijving van de activa.

Artikel 9. Reserves en voorzieningen

  • 1. Voor het reserve- en voorzieningenbeleid verwijst de raad naar de nota reserves & voorzieningen en weerstandsvermogen. In iedere raadsperiode wordt deze nota geactualiseerd.

  • 2. De uitgangspunten in de nota reserves & voorzieningen en weerstandsvermogen zijn richtinggevend, uitzonderingen op het beleid worden afzonderlijk aan de raad ter besluitvorming voorgelegd.

  • 3. In de begroting en het jaarverslag wordt de stand van zaken gerapporteerd. Indien tussentijdse herziening van het beleid noodzakelijk is dan wordt dit opgenomen in de budgetcyclusdocumenten.

  • 4. De nota reserves & voorzieningen en weerstandsvermogen bevat in ieder geval:

    • -

      het onderscheid in soorten reserves en voorzieningen;

    • -

      een vierjarig financieel meerjarenperspectief van alle reserves en voorzieningen;

    • -

      de volgende uitgangspunten per reserve en voorziening:

      • o

        het doel en de soort reserve/voorziening;

      • o

        de toegestane stortingen en onttrekkingen;

      • o

        de minimale en maximale hoogte;

      • o

        de einddatum van de reserve/voorziening.

Artikel 10. Risico’s en weerstandsvermogen

  • 1. Voor het risicomanagement en het weerstandsvermogen verwijst de raad naar de nota reserves & voorzieningen en weerstandsvermogen. In iedere raadsperiode wordt deze nota geactualiseerd.

  • 2. De uitgangspunten in de nota reserves & voorzieningen en weerstandsvermogen zijn richtinggevend, uitzonderingen op het beleid worden afzonderlijk aan de raad ter besluitvorming voorgelegd.

  • 3. In de begroting en het jaarverslag wordt de stand van zaken gerapporteerd. Indien tussentijdse herziening van het beleid noodzakelijk is dan wordt dit opgenomen in de budgetcyclusdocumenten.

  • 4. De nota reserves & voorzieningen en weerstandsvermogen bevat in ieder geval:

    • -

      de wijze van bepaling van de hoogte van het weerstandsvermogen;

    • -

      de wijze van bepaling van risico’s (inclusief verwachte financiële consequentie);

    • -

      een relatie tussen het totaal aan risico’s en de hoogte van het weerstandsvermogen.

Artikel 11. Kostprijsberekening

  • 1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten ook de indirecte kosten betrokken die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2. Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan reserves voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor de rioolheffing en afvalstoffenheffing de compensabele BTW.

  • 3. De rentetoerekening van de kapitaallasten wordt jaarlijks door het college vastgesteld voor de begroting van het volgende jaar.

Artikel 12. Vaststelling hoogte belastingen, rechten heffingen en prijzen

  • 1. De hoogte van de tarieven, rechten, heffingen en prijzen worden uiterlijk in december voorafgaand aan het begrotingsjaar door de raad vastgesteld in de belastingverordeningen.

  • 2. In de begroting en de jaarrekening inzicht in de tarieven van de onroerende zaakbelasting, rioolheffing en afvalstoffenheffing.

  • 3. Indien tussentijdse herziening van het beleid noodzakelijk is dan wordt dit opgenomen in de budgetcyclusdocumenten.

  • 4. De begroting en het jaarverslag bevatten in ieder geval:

    • a.

      de geraamde inkomsten van de lokale heffingen;

    • b.

      de tarieven van de belangrijkste lokale heffingen (onroerend zaakbelasting, rioolheffing en afvalstoffenheffing);

    • c.

      het beleid ten aanzien van de lokale heffingen;

    • d.

      de kostendekkendheid van de belangrijkste lokale heffingen;

    • e.

      een overzicht op hoofdlijnen van de belangrijkste lokale heffingen (onroerend zaakbelasting, rioolheffing en afvalstoffenheffing);

    • f.

      een aanduiding van de lokale lastendruk voor een woning met een gemiddelde Heemsteedse woz-waarde;

    • g.

      een beschrijving van het lokale kwijtscheldingsbeleid.

Artikel 13. Grondbeleid

  • 1. Het college biedt jaarlijks bij de begroting en de jaarrekening inzicht in de stand van zaken en beleidsvoornemens met betrekking tot het in hoofdzaak faciliterende grondbeleid van de gemeente Heemstede.

Artikel 14. Bedrijfsvoering

  • 1. Het college biedt in de begroting en het jaarverslag inzicht in de stand van zaken en beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering.

  • 2. Indien tussentijdse herziening van het beleid noodzakelijk is dan wordt dit opgenomen in de budgetcyclusdocumenten.

  • 3. Het college rapporteert in de bedrijfsvoeringsparagraaf van de begroting en jaarstukken over de voortgang van de onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid, bedoeld in artikel 213a Gemeentewet.

    Financieel beheer en interne controle

Artikel 15. Administratie

  • 1. De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

    • a.

      het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente;

    • b.

      het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen en schulden, enzovoorts;

    • c.

      het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

    • d.

      het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

    • e.

      de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen.

Artikel 16. Interne controle

Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouw-heid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

Artikel 17. Misbruik en oneigenlijk gebruik

Het college zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

Financiële organisatie

Artikel 18. Financiële organisatie

Het college zorgt voor en legt vast:

  • a.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidig toewijzing van de gemeentelijke taken aan de aandachtsgebieden/afdelingen;

  • b.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • d.

    de regels voor opdrachtverlening;

  • e.

    de te maken afspraken met de diensten over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen.

Artikel 19. Aanbesteding en inkoop

Het college zorg voor en legt vast de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van werken, goederen en diensten.

Slotbepalingen

Artikel 20. Intrekking oude regeling

De ‘Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Heemstede’ zoals vastgesteld door de raad op 21 december 2006 wordt ingetrokken.

Artikel 21. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van l januari 2011.

Artikel 22. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening financieel beleid en beheer 2011 gemeente Heemstede’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 30 juni 2011.
De griffier, De voorzitter,

Toelichting wijzigingen Verordening Financieel beleid en beheer 2006 en 2011