Verordening outplacement gewezen wethouders

Geldend van 05-05-2011 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2011

Intitulé

Verordening outplacement gewezen wethouders

De raad der gemeente Wijdemeren;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 25 januari 2011;

Gelet op artikel 147 van de Gemeentewet;

BESLUIT

vast te stellen de volgende verordening

Verordening outplacement gewezen wethouders

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    Belanghebbende: hij die ophoudt wethouder te zijn en in het genot is van een uitkering op grond van artikel 131 tot en met 136 van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Outplacementbureau: bureau of organisatie bij voorkeur aangesloten bij een brancheorganisatie voor outplacement en loopbaanbegeleiding.

Artikel 2 Bevoegdheid

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders besluit op aanvragen omtrent de toekenning van outplacementfaciliteiten.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders sluit daartoe een schriftelijke overeenkomst met het outplacementbureau.

Artikel 3 Toekenning outplacementfaciliteiten

  • 1. De outplacementfaciliteiten worden toegekend voor de periode van ten hoogste één jaar.

  • 2. De tegemoetkoming in de kosten van de outplacementfaciliteiten bedraagt maximaal € 10.000, met inachtneming van het bepaalde in het derde lid.

  • 3. In het geval van een parttime wethouder vindt vergoeding naar rato plaats.

  • 4. Eentuele reis-, verblijf- en verwervingskosten komen voor rekening van belanghebbende.

Artikel 4 Uitleg regeling

In de gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet zijn burgemeester en wethouders bevoegd een voorziening te treffen.

Artikel 5 Terugwerkende kracht

Deze verordening heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 2010.

Artikel 6 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als: “Verordening outplacement gewezen wethouders”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 31 maart 2011.
De raad voornoemd,
de griffier, J.van Ditmarsch
de voorzitter, drs. M.E. Smit

Toelichting op de Verordening outplacement gewezen wethouders

Inleiding

De Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa) is begin 2010 gewijzigd. Het overgangsrecht regelt voor welke gevallen de oude versie van de Appa nog van toepassing is en voor welke gevallen de nieuwe. Voor wethouders die voor of op 27 februari 2010 wethouder waren en daarna niet opnieuw zijn benoemd, geldt de oude versie. In de oude versie was geen outplacement geregeld. Als je het mogelijk wilt maken dat deze groep wethouders van een outplacementtraject via de gemeente gebruik kan maken, dan moet er een verordening worden vastgesteld. Dit is geen wettelijke verplichting, maar een bevoegdheid. De raad is dus vrij te kiezen of zij dit wel of niet wil regelen. Voor de huidige wethouders is – als zij niet meer in functie zijn – in de Appa geregeld dat zij outplacementfaciliteiten kunnen krijgen (art. 132b). De wijze waarop dit artikel in de Appa is geredigeerd impliceert dat sprake is van een verplichting: de gemeente moet deze faciliteiten ter beschikking stellen.

Outplacementbegeleiding

Outplacementbegeleiding is een professionele begeleiding van, in dit geval, de gewezen wethouder waarbij deze zich op eigen kracht en onder eigen verantwoordelijkheid een nieuwe functie elders verwerft. Deze vorm van begeleiding kan voor zowel de gemeente als de gewezen wethouder een aantrekkelijk alternatief zijn. Betrokkene heeft uitzicht op een andere betrekking en voor de gemeente blijven de uitkeringskosten beperkt.

Beletselen

In het derde lid van artikel 44 van de Gemeentewet is bepaald dat de wethouders, buiten hetgeen hun bij of krachtens de wet is toegekend, geen inkomsten, in welke vorm ook, genieten ten laste van de gemeente. Deze bepaling geldt niet voor gewezen wethouders. Het toekennen van outplacementfaciliteiten aan een gewezen wethouder is dan ook niet in strijd met de Gemeentewet. Het aanbieden van faciliteiten in welke vorm ook gedurende het wethouderschap is wél in strijd met de Gemeentewet.

Verordening

Deze verordening voorziet erin dat in beginsel iedere gewezen wethouder outplacementfaciliteiten kan aanvragen. De raad stelt als budgethouder de verordening vast, mede gelet op de financiële voordelen die dit in de sfeer van uitkeringen aan gewezen wethouders kan hebben. Burgemeester en wethouders beslissen vervolgens op een aanvraag om outplacementfaciliteiten. Het toekennen van faciliteiten is een discretionaire bevoegdheid van burgemeester en wethouders.

Bij de besluitvorming omtrent de aanvraag zijn de volgende factoren van belang. Zoals gezegd kan het toekennen van faciliteiten voor alle partijen (financieel) voordeel opleveren. In die zin zal in de meeste gevallen het verzoek van de gewezen wethouder worden ingewilligd. Er zijn situaties denkbaar dat een aanvraag wordt geweigerd. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de gewezen deeltijdwethouder die elders nog een betrekking heeft. Een andere weigeringsgrond kan zijn indien de gewezen wethouder een zogenaamde terugkeergarantie heeft. In dit geval ligt de primaire verantwoordelijkheid bij de oorspronkelijke werkgever. Het is natuurlijk mogelijk om gezamenlijke outplacementfaciliteiten toe te kennen waarbij de gemeente en de oorspronkelijke werkgever een deel van de kosten voor hun rekening nemen. Een dergelijke afspraak kan ook reeds bij aanvaarding van de wethoudersfunctie worden gemaakt. De aanvraag ter zake van het toekennen van outplacementfaciliteiten dient schriftelijk te worden ingediend.

Overgangsrecht en reikwijdte

De verordening is voornamelijk van belang voor de groep gewezen wethouders tot en met het vorig college (2006-2010), omdat voor de huidige wethouders een wettelijke regeling bestaat.

Overig

De regeling verstaat onder een outplacementbureau een bureau of organisatie bij voorkeur aangesloten bij de brancheorganisatie. In het geval een bureau of organisatie niet daarbij is aangesloten is het advies van de VNG om vooraf te informeren naar de algemene voorwaarden die gehanteerd worden. Bijvoorbeeld of de in dienst zijnde psychologen lid zijn van het Nederlands instituut van psychologen (NIP)

De regeling gaat er verder van uit dat de gemeente een overeenkomst sluit met het betreffende outplacementbureau. Hierdoor wordt voorkomen dat het toekennen van faciliteiten aan de gewezen wethouder door de fiscus wordt aangemerkt als loon in natura.