Regeling vervallen per 03-08-2028

Beleidsregels subsidiering maatschappelijke participatie van ouderen

Geldend van 01-01-2009 t/m 02-08-2028

Intitulé

Beleidsregels subsidiering maatschappelijke participatie van ouderen

Artikel 1

Begripsomschrijving

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    college: college van burgemeester en wethouders van Heerlen;

  • b.

    maatschappelijke participatie: bevordering van deelname van ouderen aan de samenleving door activiteiten die ouderen bewust maken en hun zelfvertrouwen versterken;

c. waarderingssubsidie: waarderingssubsidie als bedoeld in artikel 4, eerste lid van de Algemene subsidieverordening Heerlen.

Artikel 2

Criteria voor de subsidieverlening

  • 1.

    Het college verleent een waarderingssubsidie ter stimulering van de maatschappelijke participatie van ouderen met inachtneming van het bepaalde in deze regeling.

  • 2.

    De organisatie bestaat op het moment van aanvraag van de subsidie ten minste 1 jaar en heeft haar statutaire zetel en domicilie in Heerlen.

  • 3.

    De organisatie dient jaarlijks een onderbouwd activiteitenoverzicht en een begroting in, desgevraagd voorzien van een advies van een overkoepelende organisatie.

  • 4.

    De organisatie stelt zich in de statuten tot doel ontmoetingsactiviteiten voor ouderen te bieden en/of door middel van cursussen de emancipatie en participatie van vrouwen van 55 jaar en ouder in de samenleving te stimuleren.

  • 5.

    De organisatie heeft ten tijde van de aanvraag om subsidie tenminste 25 betalende leden uit de gemeente Heerlen voor zover het een vereniging betreft.

Artikel 3

Subsidiegrondslag

De jaarlijkse subsidie aan een organisatie wordt als volgt bepaald:

  • a.

    voor een vereniging of stichting een bedrag van € 12,-- per contributiebetalend lid of deelnemer;

  • b.

    voor een activiteit, die gericht is op ontmoeting van de leden een bedrag van € 55,-- per

ontmoeting met een maximum van 12 subsidiabele ontmoetingen per jaar;

c.voor een cursus met een aantoonbaar emancipatoir doel en met een omvang van minimaal 6 bijeenkomsten een bedrag van € 600,-- met een maximum van 5 subsidiabele cursussen per jaar.

Artikel 4

Subsidieplafond

  • 1.

    Op deze beleidsregels is een subsidieplafond als bedoeld in artikel 4:25 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing van € 77.875,-- per jaar.

  • 2.

    Indien het in de gemeentebegroting opgenomen budget ontoereikend is voor honorering van alle aanvragen wordt de subsidie van elke aanvrager, die aan de subsidiecriteria voldoet, naar evenredigheid gekort met een percentage van het bedrag waarmee de begroting overschreden wordt.

Artikel 5

Overgangsregeling

  • 1.

    De aanvrager van een waarderingssubsidie die voor de inwerkingtreding van deze regels structureel in aanmerking kwam voor een waarderingssubsidie en die door toepassing van deze regeling in een nadeliger positie komt te verkeren ontvangt een eenmalige compensatie.

  • 2.

    De compensatie als bedoeld in het eerste lid bestaat uit een vermeerdering van de subsidie krachtens deze regeling met een bedrag ter hoogte van 2/3 deel van het verschil tussen die subsidie en de vastgestelde subsidie over het jaar 2008.

Artikel 6

Inwerkingtreding en geldingsduur

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2009 en gelden tot en met

31 december 2012.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Heerlen op 28 oktober 2008.

de secretaris, de burgemeester,

Toelichting op de Beleidsregels subsidiëring maatschappelijke participatie van ouderen

Wettelijk kader

De Beleidsregels subsidiering maatschappelijke participatie van ouderen vervangen de Bijzondere Verordening Waarderingssubsidies voor wat betreft de subsidiering van ouderenverenigingen en organisaties voor emancipatie.

De aanleiding voor de wijziging is de vaststelling van de Algemene subsidieverordening Heerlen (ASV). De ASV fungeert als ‘kapstokverordening’ waarop alle subsidieregels in de Gemeente Heerlen worden gebaseerd. Bij de vaststelling van de ASV is afgesproken dat voor de concrete subsidieverstrekking beleidsregels worden vastgesteld op basis waarvan gesubsidieerd wordt. In de beleidsregels staan de inhoudelijke en financiële criteria per doelgroep of beleidsterrein gepreciseerd. Met deze werkwijze wordt beoogd het subsidieproces te structureren.

Beleidskader

De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is op 1 januari 2007 ingevoerd. Dit is een participatiewet, die beoogt dat iedereen moet kunnen meedoen. Het voorkomen en bestrijden van armoede, het bevorderen van zelfstandigheid en maatschappelijke participatie zijn voor Heerlen prioritaire thema’s in het kader van de Wmo. Het is voor steeds meer burgers vanzelfsprekend dat ze maatschappelijk participeren in de samenleving: of door deel te nemen aan activiteiten, of door het verrichten van vrijwilligerswerk of betaald werk. Dit is nog niet voor iedereen het geval. Het is belangrijk dat iedereen zich bewust is van zijn mogelijkheden en kansen om te participeren en zijn eigen keuzes kan maken.

De inrichting van de samenleving is niet alleen een verantwoordelijkheid van de overheid maar ook van de burgers zelf. Vrijwilligersorganisaties als ouderenverenigingen en organisaties voor emancipatieactiviteiten kunnen hierbij helpen. Bij het bevorderen van zelfstandigheid gaat het onder andere om bewustwording en het versterken van competenties van mensen. Bij het bevorderen van maatschappelijke participatie gaat het onder andere om het bieden van ontmoetingsmogelijkheden.

Op deze manier wil de gemeente Heerlen bevorderen dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen deelnemen aan de maatschappij en sociaal isolement van kwetsbare groepen, zoals ouderen en vrouwen, voorkomen.

Toelichting op artikel 2 Criteria voor de subsidieverlening

1. De organisatie bestaat op het moment van de aanvraag van de subsidie ten minste 1 jaar en heeft haar statutaire zetel en domicilie in Heerlen.

Een organisatie moet aantonen dat de verwachting gerechtvaardigd is dat de doelstellingen kunnen worden gerealiseerd. Een organisatie die nog geen jaar geleden is opgericht, heeft haar bestaansrecht nog niet kunnen aantonen.

De gemeente Heerlen subsidieert een organisatie indien de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd een gemeentelijk belang dienen en indien zij in voldoende mate overeenstemmen met de door de raad en het college geformuleerde beleidsdoelstellingen en prioriteiten.

2.De begroting en het activiteitenoverzicht worden samen met de subsidieaanvraag ingediend.

Het activiteitenoverzicht biedt een gedetailleerde opgave van het aantal bijeenkomsten en/of cursussen waarvoor subsidie wordt gevraagd. In verband met de administratieve afhandeling is het niet mogelijk in de loop van een subsidiejaar nog activiteiten toe te voegen.

3. De organisatie stelt zich in de statuten tot doel ontmoetingsactiviteiten voor ouderen te bieden en/of door middel van cursussen de emancipatie en participatie van vrouwen van 55 jaar en ouder in de samenleving te stimuleren.

Voor sociaal-culturele activiteiten die grotendeels bedoeld zijn voor plezier en ontspanning geldt dat een groter financieel beroep gedaan wordt op de eigen middelen en verantwoordelijkheid. Ongeacht de omvang van het programma en de kosten van een activiteit worden 12 ontmoetingen op jaarbasis gesubsidieerd. Voor een cursus wordt een hoger subsidiebedrag verstrekt.

4.Een vereniging heeft ten tijde van de aanvraag om subsidie tenminste 25 betalende leden uit de gemeente Heerlen.

4. De ASV definieert een rechtspersoon, waaronder een vereniging of stichting, als een organisatie die zich de behartiging van de belangen van ideële en/of materiële aard van de inwoners van Heerlen, of een deel daarvan ten doel stelt. Dat ook een aanzienlijk percentage van de leden van een vereniging uit inwoners van Heerlen moet bestaan, is dan alleszins redelijk.

Toelichting op artikel 3 Subsidiegrondslag

Doordat de subsidiegrondslag voor vier jaar wordt vastgesteld, heeft de gemeente een flexibel instrument in handen. De beleidsinhoud kan desgewenst aan de actuele situatie worden aangepast.

Onder een contributiebetalend lid wordt verstaan een lid dat contributie voor een heel jaar betaalt aan de vereniging of stichting. Het gaat niet om een bijdrage per activiteit.

Toelichting op artikel 4 Subsidieplafond

Een subsidieplafond leidt tot weigering van een subsidie voor wat betreft het gedeelte dat boven het subsidieplafond uitstijgt.

Het bedrag is exclusief accres.

Toelichting op artikel 5 Overgangsregeling

Het overgangsrecht is uitsluitend van toepassing op subsidieaanvragen in het jaar van

inwerkingtreding van de beleidsregels.

Toelichting op artikel 6 Inwerkingtreding en geldingsduur

Met ingang van de datum van inwerkingtreding is de Bijzondere verordening waarderingssubsidies

niet meer van toepassing.