Regeling Bedrijfshulpverlening (BHV)

1. In deze regeling wordt verstaan onder:

• a.

  bedrijfshulpverlener: de medewerker werkzaam binnen de gemeente Purmerend, die is aangewezen om conform artikel 15 van de Arbeidsomstandighedenwet 2007 hulp in of rond locaties van de gemeente Purmerend te verlenen met een of meer van de volgende taken:

  • -

    hoofd bedrijfshulpverlening

  • -

    plaatsvervangend hoofd bedrijfshulpverlening

  • -

    coördinator bedrijfshulpverlening

  • -

    plaatsvervangend coördinator bedrijfshulpverlening

  • -

    ploegleider bedrijfshulpverlening

  • -

    plaatsvervangend ploegleider bedrijfshulpverlening

  • -

    basis-bedrijfshulpverlener (Levensreddende Eerste Hulp en Brand, Ontruiming en Calamiteiten)

• b.

  BHV: de bedrijfshulpverleningsorganisatie van de gemeente Purmerend

2. Een bedrijfshulpverlener kan tevens met leidinggevende taken worden belast.

1. Aanwijzing als bedrijfshulpverlener voor onbepaalde tijd wordt schriftelijk door het hoofd BHV verleend.

2. In de aanwijzing wordt in ieder geval vermeld:

• a.

  naam, adres, woonplaats en geboortedatum van de betrokken bedrijfshulpverlener;

• b.

  de afdeling/het team waar de bedrijfshulpverlener werkzaam is;

• c.

  de BHV-locatie, de taak bij de BHV en de datum van ingang waarop hij wordt aangewezen voor de taak bij de BHV;

3. In de aanwijzing wordt tevens vermeld – indien van toepassing – het zijn van bedrijfhulpverlener met specifieke en/of leidinggevende taken.

4. Intrekking van de, in het eerste lid bedoelde, aanwijzing door het hoofd BHV vindt plaats:

• a.

  op aanvraag van de bedrijfshulpverlener;

• b.

  op initiatief van het hoofd BHV;

• c.

  indien de bedrijfshulpverlener niet meer in het bezit is van een, voor de uitoefening van de werkzaamheden, noodzakelijk en geldig diploma;

• d.

  indien het hoofd bedrijfshulpverlening of de bedrijfsarts hem niet langer in staat acht op adequate wijze zijn taak uit te voeren;

• e.

  bij niet langer werkzaam zijn bij de gemeente Purmerend.

1. De bedrijfshulpverlener voert naast zijn normale werkzaamheden de bedrijfshulpverleningstaken naar behoren uit.

2. Er is sprake van naar behoren uitvoeren van de bedrijfshulpverleningstaken, als de bedrijfshulpverlener voldoende inzetbaar is geweest voor de uitoefening van deze taken. Dat is het geval indien:

• a.

  de basis-bedrijfshulpverlener voldoende inzetbaar is geweest voor de primaire bedrijfshulpverlening zoals: - het verrichten van levensreddende handelingen, het bestrijden van beginnende branden met kleine blusmiddelen,

  • -

    het afvoeren van gewonden, het begeleiden van personen in geval van ontruiming en het controleren van gebouwen op de aanwezigheid van personen.Daartoe dient de basis-bedrijfshulpverlener:- in het bezit te zijn van het basis diploma bedrijfshulpverlener van het NIBRA (NIFV), NVB of Stichting KAM dan wel gelijkwaardige certificaten van de brandweer of erkende opleidingsinstituten;- jaarlijks de gebouwgebonden instructie inclusief de ontruimingsinstructie te volgen;

  • -

    gebruik te maken van de uitrusting die bij de desbetreffende taak hoort.

• b.

  de bedrijfshulpverlener met specialisatie EHBO voldoende inzetbaar is geweest voor:- het onder a. vermelde en- het verlenen van eerste hulp. Daartoe dient de bedrijfshulpverlener met specialisatie EHBO:- in het bezit te zijn van het Eenheidsdiploma EHBO met de aantekening reanimatie van het Oranje Kruis.

• c.

  Het hoofd bedrijfshulpverlening voldoende inzetbaar is geweest voor:- het dagelijks leidinggeven aan de leden van de BHV;- het in geval van calamiteiten leiding geven aan de leden van de BHV.Daartoe dient het hoofd van de bedrijfshulpverlening te voldoen aan de opleidingseisen zoals gesteld onder dit artikel onder a en b, en bovendien met goed gevolg de opleiding voor hoofd bedrijfshulpverlening te hebben gevolgd.

3. De teammanager ziet, op voordracht van het hoofd bedrijfshulpverlening, toe op de inzetbaarheid voor de aangewezen taak.

4. BHV-cursussen, -herhalingslessen en –oefeningen worden zoveel mogelijk in de normale werktijden gehouden.

• a.

  Indien bovengenoemde BHV-activiteiten niet binnen de normale werktijd gehouden kunnen worden, wordt de hieraan bestede tijd gezien als werktijd en op een ander moment gecompenseerd.

• b.

  Indien bovengenoemde BHV-activiteiten noodzakelijk op een zaterdag, zondag of een feestdag gehouden worden hebben de deelnemers, behoudens het gestelde in artikel 1, van het “Uitvoeringbesluit overwerkaanspraken” recht op een vergoeding voor overwerk conform artikel 3:2:1 lid 5, van de UWO.

1. Indien de bedrijfshulpverlener heeft voldaan aan de voor hem geldende criteria van artikel III en tijdig zijn mutaties in zijn omstandigheden betreffende de BHV doorgeeft ontvangt de bedrijfshulpverlener een jaarlijkse BHV-toelage. De BHV-toelage bedraagt in 2011 € 211,11 en in 2010 € 208,46 per jaar.De bedrijfshulpverlener met specialisatie EHBO ontvangt naast de BHV-toelage een jaarlijkse EHBO-specialisatietoelage ten bedrage van € 118,66 in 2010 en van € 120,17 in 2011.

2. De toelagen genoemd in het tweede lid worden jaarlijks toegekend naar rato van het aantal maanden dat de bedrijfshulpverlener als zodanig in dat jaar was aangewezen.

3. De toelagen worden jaarlijks op basis van de consumenten prijsindexcijfers aangepast.