Regeling vervallen per 09-07-2005

Stimuleringsverordening natuur en landschap

Geldend van 01-01-2002 t/m 08-07-2005

Intitulé

Stimuleringsverordening natuur en landschap

Inhoud

BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Artikel 1

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

a.   aanvrager: natuurlijke persoon of rechtspersoon met uitzondering van de Staat of Staatsbosbeheer;

b.   duurzame ontwikkeling: ontwikkeling van de natuur- en landschapsfuncties in de groene ruimte, die in samenhang tot de andere functies in deze ruimte moet leiden een voor de toekomst bestendige situatie;

c.   ecologisch beheer: al hetgeen in een terrein of in een daarin voorkomend object dient te worden verricht ten behoeve van de instandhouding en de ontwikkeling van de daaraan verbonden waarden voor natuur en landschap;

d.   inrichting: het uitvoeren van activiteiten die een terrein beter geschikt maken voor de ontwikkeling van natuurwaarden ter plaatse of in verband met de omgeving en een verder duurzaam ecologisch beheer;

e.   project: een afgerond geheel van eenmalige inrichtingsactiviteiten.

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 2

Gedeputeerde staten kunnen met inachtneming van deze verordening een incidentele subsidie verlenen aan een aanvrager in de kosten van activiteiten/projecten, die strekken tot een duurzame ontwikkeling van natuur en landschap in Drenthe.

SUBSIDIABELE ACTIVITEITEN

Artikel 3

1.   Voor subsidieverlening, zoals bedoeld in artikel 2 komen in aanmerking:

a.   de kosten van inrichtingsactviteiten, die de ecologische betekenis van terreinen of objecten in Drenthe verhogen;

b.   de kosten van voorbereiding van inrichtingsactiviteiten voor andere dan bestaande natuurterreinen of -objecten, mits voldoende zekerheid bestaat over de uitvoering van deze activiteiten;

c.   de kosten van innovatieve projecten/activiteiten, die een bijdrage leveren aan de stimulering van de kwaliteit van natuur en landschap.

2.   De aanvragen om subsidie worden voorts beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

a.   de doelmatigheid en het rendement voor natuur en landschap;

b.   de zekerheid over de bestendigheid van de resultaten van activiteit of project;

c.   uitvoeringsgerichtheid: projecten/activiteiten die meer gericht zijn op uitvoering, genieten hogere prioriteit dan projecten/activiteiten die gericht zijn op planvorming;

d.   obstakelvrij: geen planologische of andersoortige belemmeringen.

3.   Indien er meer aanvragen zijn dan er aan middelen beschikbaar is (overschrijding subsidieplafond) worden de aanvragen op volgorde van een prioriteitstelling op grond van de criteria, genoemd in het tweede lid, gehonoreerd.

4.   De te subsidiëren activiteiten/projecten dienen in overeenstemming te zijn met het provinciale beleid op het gebied van natuur, landschap en cultuurhistorie, zoals dat is neergelegd in het Provinciaal natuurbeleidsplan, de Nota landschap en de Gebiedsvisies Natuur, Bos en Landschap of de daaropvolgende plannen c.q. nota's.

5.   Voor subsidieverlening komen in ieder geval niet in aanmerking:

a.   de kosten van activiteiten, waarvoor anderszins reeds eerder of uit anderen hoofde subsidie van het Rijk, de provincie en de gemeente is, dan wel kan worden verkregen;

b.   de kosten van activiteiten die verricht moeten worden bij of krachtens een wettelijk voorschrift of een daarop gebaseerde vergunning of ontheffing;

c.   de kosten verband houdend met de bouw van opstallen, de aanschaf van gereedschap, de aanschaf of plaatsing van recreatieve voorzieningen en de aanleg van parkeergelegenheid.

6.   Gedeputeerde staten kunnen nadere regels vaststellen, waarin wordt aangegeven het beleid ten aanzien van de verlening van de subsidies, zoals bedoeld in het eerste lid.

HOOGTE VAN DE SUBSIDIEBEDRAGEN

Artikel 4

1.   Een subsidie in de kosten van activiteiten/projecten, zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a, bedraagt:

a.   maximaal 40% voor een gemeente, een waterschap, de Stichting "Het Drentse Landschap" en de Vereniging Natuurmonumenten;

b.   maximaal 75% voor andere subsidieontvangers;

c.   ten hoogste € 13.700,--.

2.   In naar het oordeel van gedeputeerde staten bijzondere gevallen kan een hogere subsidie worden verleend.

SUBSIDIEAANVRAGEN

Artikel 5

Onverminderd het bepaalde in artikel 30 van de Algemene subsidieverordening Drenthe gaat een aanvraag om subsidie vergezeld van informatie die in ieder geval voor aanvragen als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a en b, bevat:

a.   een beschrijving van de voorgenomen werken (indien van toepassing in de vorm van een bestek), een beschrijving van de bestaande onderhoudssituatie (bij bestaande natuurterreinen), een plan of verwijzing naar een plan, waarin de beoogde ontwikkeling en het daartoe te voeren beheer is aangegeven en de naam van degene die het beheer gaat voeren;

b.   een tweetal offertes voor de uitvoering van werken, indien de uitvoering geschiedt door derden.

VERPLICHTINGEN VAN DE SUBSIDIEONTVANGER

Artikel 6

De subsidieontvanger is verplicht:

a.   in afwijking van artikel 10 van de Algemene subsidieverordening Drenthe binnen 1 jaar na datum van de subsidieverleningsbeschikking met de feitelijke realisering van de activiteit of het project een aanvang te maken;

b.   de aangebrachte voorzieningen c.q. het object gedurende 10 jaar na realisering in stand te houden en deugdelijk, in overeenstemming met het bij de subsidieaanvraag ingeleverde plan of de beheersvisie, te beheren.

SLOTBEPALINGEN

Artikel 7

1.   Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juni 2000.

2.   Deze regeling wordt aangehaald als Stimuleringsverordening natuur en landschap.