Subsidieregeling ontwikkeling recreatie en toerisme

Artikel 1

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder bovenlokaal belang: het project of de activiteit moet een uitstraling hebben naar meer dan 1 Drentse gemeente.

Artikel 2

1.   Gedeputeerde staten kunnen met inachtneming van deze regeling een incidentele prestatiesubsidie verlenen in de volgende kosten van activiteiten en projecten op het gebied van toerisme en recreatie:

a.   planvorming, aanleg, inrichting, verbetering en uitbreiding van projecten en voorzieningen met een toeristisch-recreatieve functie;

b.   onderzoek naar marktverkenning en haalbaarheid van toeristische/recreatieve projecten;

c.   activiteiten in het kader van kwaliteitsverbetering en promotie van de toeristische sector.

2.   Gedeputeerde staten kunnen met inachtneming van deze regeling een incidentele prestatiesubsidie verlenen in de kosten van activiteiten gericht op het aanpassen van recreatievoorzieningen ten behoeve van gehandicapten.

Artikel 3

1.   Van de in artikel 2, eerste lid, bedoelde activiteiten en projecten komen voor subsidieverlening slechts in aanmerking activiteiten en projecten die:

a.   passen in het actuele provinciale toeristisch-recreatieve beleid, zoals vastgelegd in de nota Drenthe natuurlijk actief; het beleid voor toerisme en recreatie in Drenthe tot het jaar 2000 dan wel de opvolgende beleidsnota;

b.   van bovenlokaal belang zijn;

c.   waar sprake is van bedrijfsbelang dit niet beperkt is tot een individueel bedrijf, maar dit betrekking heeft op een (deel van de) gehele bedrijfstak.

2.   Van de in artikel 2, tweede lid, bedoelde activiteiten en projecten komen voor subsidieverlening slechts in aanmerking activiteiten en projecten die:

a.   betrekking hebben op het aanpassen van bestaande bedrijven en voorzieningen met een duidelijk toeristisch-recreatieve functie die openbaar zijn en goed bereikbaar zijn voor gehandicapten;

b.   in principe voldoen aan de voorschriften in Geboden Toegang, het handboek voor het toegankelijk en bruikbaar ontwerpen en bouwen voor gehandicapte mensen;

c.   geen nieuwbouw zijn.

3.   Naast de criteria als bedoeld in het tweede lid wordt de technische beoordeling van de projectcoördinator van het IVOM, de geografische spreiding van de reeds aangepaste voorzieningen in de provincie en het toeristisch-recreatief bezoek betrokken bij projecten als bedoeld in artikel 2, tweede lid.

Artikel 4

De hoogte van de te verlenen subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabel geachte kosten en zal nooit meer bedragen dan het bedrag dat, na aftrek van bijdragen van derden, ten laste van de aanvrager blijft.

Artikel 5

1.   De hoogte van de subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, tweede lid, bedraagt 25% van de bouwkosten van de specifiek aan te brengen voorzieningen.

2.   Voor verblijfsrecreatieve voorzieningen geldt dat maximaal 5% van het totaal aan overnachtingsaccommodaties voor subsidie in aanmerking komt, voor zover meer dan 1 kamer c.q. bungalow wordt aangepast.

3.   De subsidie bedraagt ten hoogste € 11.400,-- per bedrijf.

Artikel 6

Onverminderd het bepaalde in artikel 12 van de Algemene subsidieverordening

Drenthe gaat een aanvraag om subsidie met betrekking tot een aan te leggen/te bouwen project vergezeld van informatie, die in ieder geval omvat een bouwtekening.

Artikel 7

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:37 tot en met 4:41 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Drenthe kunnen gedeputeerde staten in ieder geval nadere verplichtingen opleggen aan de subsidieontvanger met betrekking tot de periode van instandhouding van voorzieningen.

Artikel 8

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1998.