EILANDSVERORDENING van 21 november 2001, no. 1, tot vaststelling van het ontwerp-ontwikkelingsplan Klein Bonaire 2001

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

EILANDSVERORDENING van 21 november 2001, no. 1, tot vaststelling van het ontwerp-ontwikkelingsplan Klein Bonaire 2001

Artikel l

Het ontwerp-ontwikkelingsplan Klein Bonaire 2001 wordt conform de bij deze eilandsverordening behorende bijlage vastgesteld.

Artikel II

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van haar afkondiging.

Eilandgebied Bonaire ONTWIKKELINGSPLAN KLEIN BONAIRE 2001

Voorschriften

Toelichting

Vastgesteld door de Eilandsraad van het Eilandgebied Bonaire bij eilandsverordening van 21 november 2001, no. 1 (A.B. 2001, no. 33)

Versie dd 22-10-2001

Bestemmingsvoorschriften

Artikel 1 definities

In dit ontwikkelingsplan wordt verstaan onder

  • a)

    Bouwwerk: elke constructie van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats waarvoor zij is bedoeld, hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

  • b)

    Gebouw: elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijk overdekt geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

  • c)

    Weg: alle voor verkeer openstaande gronden of paden, daaronder begrepen de daarop of daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de gronden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan een weg liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen;

  • d)

    Openbare weg: een weg die door de overheid tot algemeen gebruik is bestemd of door de eigenaar tot algemeen gebruik is bestemd en door de overheid ten behoeve van het openbaar beheer is aanvaard;

  • e)

    Bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen danwel vergroten van een bouwwerk;

  • f)

    Bestuurscollege: het college van Gezaghebber en gedeputeerden van het eilandgebied Bonaire;

  • g)

    Eilandsraad: de Eilandsraad van het eilandgebied Bonaire;

  • h.

    Gezaghebber: de gezaghebber van het eilandgebied Bonaire;

  • i)

    DROB: de Dienst Ruimtelijke Ontwikkeling en Beheer;

  • j)

    Beherende autoriteit: Stichting Nationale Parken Nederlandse Antillen (Stinapa)

  • k)

    Bestuurskantoor: het kantoor van het eilandsbestuur te Kralendijk;

Artikel 2 wijze van meten

Bij de toepassing van de bestemmingsvoorschriften gelden de volgende bepalingen:

  • a)

    De bouwhoogte van een bouwwerk wordt gemeten vanaf de gemiddelde hoogte van het terrein waarop het bouwwerk staat, na het bouwrijp maken daarvan, tot aan het hoogste punt van het bouwwerk;

  • b)

    De grondoppervlakte en de inhoud van een bouwwerk worden gemeten tussen de buitenwerkse gevelvlakken;

Artikel 3 bestemming Natuurgebied

1. Bestemmingsomschrijving

Deze gronden zijn bestemd voor

  • het behoud en herstel van de daar voorkomende of daaraan eigen, natuurlijke, landschappelijke, ecologische cultuurhistorische waarden alsmede het behoud van het open zicht;

  • (onder)waterrecreatie;

  • traditionele visserij,

  • dagrecreatie;

  • de waterhuishouding en waterberging, met de daarbij behorende bouwwerken

2. Beschrijving in hoofdlijnen

  • a

    Algemeen

    De in lid 1 bedoelde gronden kunnen globaal worden onderscheiden in twee op de kaart aangegeven zones met elk een zekere mate aan eigen kenmerken.

    Zone A omvat de zee rondom Klein Bonaire tot aan de 60 meter dieptelijn, de stranden en de saliñas van hel vaste land van Klein Bonaire en kenmerkt zich als het overgangsgebied lussen land en water, waardoor het gebied uitermate belangrijk is als

    • Koraalgebied met de zich daarin bevindende flora en fauna;

    • Broedgebied voor zeeschildpadden;

    • Foerageer- en broedgebied voor vogels

    Zone B kenmerkt zich als droog land, waardoor het gebied uitermate belangrijk is als

    • Natuurlijk herstelgebied van de ecologische en natuurwetenschappelijke waarden;

    • Open zicht gebied vanuit Bonaire,

  • b

    Doeleinden

    Als doelstelling van deze bestemming gelden

    • Herstel, instandhouding en verdere uitbouw van de natuurlijke waarden in dit gebied;

    • Behoud van het open weidse karakter;

    • Bestendiging van de onderwaterrecreatie en de dagrecreatie

    • De beoefening van de traditionele visserij

  • c

    Beleid

    De wijze waarop de toegekende doeleinden zullen worden nagestreefd wordt in hoofdlijnen als volgt beschreven.

    Met deze bestemming wordt in de eerste plaats beoogd het behoud en waar mogelijk herstel van het karakter van Klein Bonaire te waarborgen. In zone A gaat het in het bijzonder om de bescherming van het koraal met de daarin voorkomende flora en fauna en de bescherming van de kuststrook van Klein Bonaire onder andere als broedplaats van zeeschildpadden. Tevens dient hier een evenwicht gevonden te worden tussen waterrecreatie (duiken en snorkelen), visserij en natuur. Daarom is in het 5de lid van dit artikel bepaald dat uitbreiding van het aantal duikplaatsen slechts bij vrijstelling mogelijk is. Met name ter bescherming van de eieren van de zeeschildpadden en broedkolonies van water- en/of zeevogels is de bevoegdheid opgenomen om delen van het eiland tijdelijk of permanent verboden te verklaren voor het publiek. Deze bevoegdheid komt toe aan de beheersautoriteit, StiNaPa / BMP. Om te voorkomen dat de thans nog voorkomende vleermuispopulatie in de grotten van Klein Bonaire zal worden verjaagd wordt het duiken in de grotten aan een vrijstelling gebonden. Vrijstelling zal slechts in beperkte mate verleend worden en alleen ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek.

    In zone B gaat het in het bijzonder om het instandhouden en bevorderen van het natuurlijk herstel dat daar plaatsvindt na eerdere vernietiging van het daar voorkomende milieu.

3. Bebouwingsnormen

  • a)

    Uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht, indien deze noodzakelijk zijn voor

    • 1)

      De instandhouding, het herstel en de uitbouw van de in de bestemming genoemde waarden;

    • 2)

      De navigatie van het scheepvaartverkeer

  • b)

    De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2 meter bedragen

  • c)

    In het op de kaart gearceerd aangegeven gebied in zone A mogen twee schuilhutten en twee barbecueplaatsen worden gebouwd, waarbij geldt:

    • 1)

      De schuilplaatsen mogen alleen voorzien zijn van een dakbedekking en mogen geen zijwanden bevatten;

    • 2)

      De hoogte van de schuilhut mag maximaal 2,50 meter bedragen en de oppervlakte niet meer dan 12 m2,

    • 3)

      De barbecueplaatsen mogen ten hoogste 1 m2 groot zijn

  • d)

    De op de kaart in zone B met een rode kleur aangegeven bouwwerken mogen worden herbouwd ten behoeve van de traditionele visserij of voor wetenschappelijke doeleinden, waarbij geldt:

    • 1)

      Er dient herbouwd te worden op de bestaande fundering,

    • 2)

      De oppervlakte van de gebouwen mag niet groter zijn dan de aanwezige fundering,

    • 3)

      De nokhoogte van de gebouwen mag maximaal 3 meter bedragen.

4. Gebruiksregels

  • I.

    Het is verboden in de op het eiland aanwezige grotten te snorkelen of te duiken behoudens een vrijstelling als opgenomen in artikel 5,

  • II.

    Het is verboden, behoudens toestemming van de beherende autoriteit, zich te bevinden op het vaste land van Klein Bonaire tussen zonsondergang en zonsopgang,

  • III.

    Het is verboden huisdieren mee te brengen,

  • IV.

    De beherende autoriteit is bevoegd delen van het plangebied tijdelijk gesloten te verklaren voor het publiek, indien dit noodzakelijk is voor het herstel, de instandhouding en/of de uitbouw van de natuurlijke waarden en voor de bescherming van de in het plangebied voorkomende flora en fauna,

  • V.

    Tot een gebruik van gronden strijdig met de bestemming, zoals bedoeld in artikel 4, wordt in ieder geval gerekend:

    • a)

      Het gebruik als staan- of ligplaats voor onderkomens, met uitzondering van het afmeren aan de van overheidswege in zee gelegde boeien,

    • b)

      Het gebruik als opslag-, stort- of bergplaats van al dan niet afgedankte voorwerpen, stoffen of producten,

    • c)

      Het gebruik voor agrarische doeleinden,

    • d)

      Het gebruik voor het aanbrengen of aanleggen van kaden, pieren, aanlegplaatsen of andere verhardingen ten behoeve van welk doel dan ook,

    • e)

      Het aanleggen van vuren of het oprichten van andere barbecueplaatsen anders dan de in zone A geplaatste barbecueplaatsen,

    • f)

      Het beproeven van modelvlieg- en vaartuigen,

    • g)

      Het gebruiken van voertuigen voorzien van een motor,

    • h)

      Het aanbrengen van afbeeldingen of tekens voor commerciële doeleinden;

    • i)

      Het gebruik van de wateren gelegen in zone A voor watersport anders dan de zeilsport, de zwem- en duiksport en visserij;

    • j)

      Het gebruik van het luchtruim ten behoeve van vliegonderricht;

    • k)

      Het verrichten van onderzoeks- en exploitatieboringen voor de winning van delfstoffen en ander bodemmateriaal;

5. Aanlegvergunning

Het is verboden op of in de in het eerste lid bedoelde gronden, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het Bestuurscollege, de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis uit te voeren, te doen of laten uitvoeren.

  • a)

    Het aanbrengen van voorzieningen ten behoeve van de waterrecreatie,

  • b)

    Het ontginnen, bodemverlagen, afgraven, ophogen en egaliseren van gronden;

  • c)

    Het aanleggen van voetpaden.

Artikel 4 gebruiksbepaling

Het is verboden de in dit plan begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken voor een doel of op een wijze strijdig met het in dit plan bepaalde.

Artikel 5 vrijstellingen

1. De beherende autoriteit kan vrijstelling verlenen van het bepaalde in artikel 3, vierde lid onder I.

2. Een verzoek om vrijstelling dient schriftelijk ingediend te worden bij het Bestuurscollege

3. Een verzoek om vrijstelling dient de volgende gegevens te bevatten;

  • a)

    Naam en adres van de aanvrager;

  • b)

    Naam en adres van degene die als leider zal optreden van de duikexpeditie;

  • c)

    Een bewijs van deskundigheid van degene die als leider zal optreden;

  • d)

    De datum of data en het tijdstip waarop gedoken zal worden,

  • e)

    Het aantal deelnemers per duik.

4. De beherende autoriteit kan nadere gegevens opvragen, indien hij dit voor een goede beoordeling van de aanvraag noodzakelijk acht

5. Vrijstelling wordt slechts verleend ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek en tot een maximum van 12 keer per jaar

Artikel 6 toepasselijkheid EROB

Hoofdstuk XI van de Eilandverordening Ruimtelijke Ontwikkelingsplanning Bonaire is van overeenkomstige toepassing

Artikel 7 citeertitel

Dit ontwikkelingsplan kan aangehaald worden als “Ontwikkelingsplan Klein Bonaire 2001”

Bijlage

afbeelding binnen de regeling

TOELICHTING

I. Inleiding

Voor u ligt het Ontwikkelingsplan Klein Bonaire 2001. Dit plan is gebaseerd op de Eilandsverordening ruimtelijke ontwikkelingsplanning Bonaire (A.B. 1994 No. 22) en bevat de bestemmingsvoorschriften voor het eiland Klein Bonaire. Klein Bonaire is een van de vijf op Bonaire aangewezen zogenoemde Ramsar-sites. De Ramsar Conventie verplicht de overheid het verstandig gebruik van de aangewezen (water)gebieden te bevorderen en om maatregelen te nemen ten aanzien van de bewaking van deze gebieden Dit plan is een van de maatregelen om Klein Bonaire te beschermen tegen ongewenste ontwikkelingen. Met de wijziging van de Verordening Marien Milieu van 25 april 2001 (A.B. 2001, no. 13), valt Klein Bonaire inmiddels onder het Onderwaterpark en is als zodanig reeds enigermate beschermd. Andere maatregelen zijn het vaststellen van een beheersplan en het volgen van de benodigde procedure om Klein Bonaire tot Nationaal Park te laten uitroepen

II. Doel van het plan

Het Ontwikkelingsplan Klein Bonaire beoogt de natuurhistorische en cultuurhistorische waarden van het Eiland en de omringende zee te beschermen door middel van het zeer strikt beperken van het gebruik van het plangebied. Vanuit de visie "groei met behoud van natuur en cultuur" worden regels gesteld met betrekking tot het gebruik van hel eiland en de daarin voorkomende grotten rekening houdend met de belangen van recreanten, duikers en vissers. Uitgaande van het gegeven dat Klein Bonaire toebehoort aan de natuur en de zich daarop bevindende flora en fauna en dat de mens daar niet meer is dan een gast, staat bescherming van het gebied voorop en is de mens ondergeschikt gemaakt aan de natuur

III. Beschrijving van het gebied

Klein Bonaire is een klein, vrijwel ovaal eiland. Het ligt ongeveer 800 meter ten westen van de baai van Kralendijk en is circa 7 km2 groot. De grootste afstanden bedragen plusminus 4 kilometer van west naar oost en 2.4 kilometer van zuid naar noord. Het eiland kent drie saliñas, 1 in het zuiden van 23 ha , 1 in het zuidwesten van 12 ha en 1 in het oosten van 1.5 ha. De gemiddelde hoogte boven zeeniveau is ongeveer 1.3 meter. Het eiland is omgeven door koraalriffen van een wereldvermaarde kwaliteit en schoonheid. Deze riffen alsmede de zee tot aan de 60 meter dieptelijn zijn in beheer bij het Bonaire Marine Park. De 60 meter dieptelijn is tevens de grens van het ontwikkelingsplan Klein Bonaire. Langs de gehele kust bevinden zich duik- en snorkelplaatsen, die gemarkeerd worden door (gele) bakens tevens moorings (totaal circa 26 stuks).

Klein Bonaire wordt geheel omringd door koraalrif, vanaf de kustlijn tot een diepte van 70 meter en meer. Het rif begint bij de kustlijn en gaat in zee over een geleidelijk aflopend terras tot een diepte van 10-12 meter, op ongeveer 100-150 meter uit de kust. Deze zone wordt gedomineerd door hertengeweikoraal en elandgeweikoraal alsmede gorgonen. Hierna begint een aflopende helling ('drop-off’), met een hellingshoek van 20 tot 50 graden, tot op een diepte van 25 tot 55 meter. Deze zone wordt gedomineerd door sterkoralen, hersenkoralen en andere harde koraalsoorten. Na deze steile helling vlakt de bodem uit.

Een opvallend kenmerk van het rif, speciaal langs de noordwestkust van het moedereiland, zijn 'koraaltongen' (uitlopers) gescheiden door sediment kanalen. Deze zijn waarschijnlijk gevormd doordat instabiele koraalformaties aan de top van de helling zorgen voor lokale instorting van het rif. Langs de noordoost kust van Klein Bonaire zijn er de afgelopen vier jaar op verschillende plaatsen onderzeese instortingen geweest, die het rif lokaal hebben doen instorten (Ebo's reef tot aan Na Name Beach/Playa Neme). Het rifterras aan de oostzijde van Klein Bonaire is zeer smal en op sommige locaties vrijwel geheel afwezig. Hier loopt de steile helling simpelweg af tot wel 180 meter diepte. Andere opvallende kenmerken zijn zijn velden zwart koraal aan de zuidwest punt van Klein Bonaire ('Forest') en een onderwater muur bij Carl's Hill (noordwest punt van Klein Bonaire). De riffen rondom Klein Bonaire zijn bijzonder divers met een overvloed aan koralen, vissen en ongewervelde soorten. De ongewoon hoge duik intensiteit op de riffen rondom Klein Bonaire illustreert dit.

Klein Bonaire huisvest nog steeds enkele van de beste riffen in het Caribische gebied met een uitzonderlijk hoge bedekkinggraad en uitzonderlijk grote populaties van roofvissen. Het belang van behoud van gezonde riffen kan niet genoeg benadrukt worden, zowel vanwege hun eigen intrinsieke waarde als om de economie van Bonaire duurzaam gezond te houden.

Met uitzondering van een klein deel aan de westkust heeft Klein Bonaire een strandkust met zand- en kiezelstranden. Aan de noord, west en zuidkust treffen wij door de wind gevormde wallen aan niet hoogten variërend van 1 tot 4½ meter. Deze wallen bestaan uit koraalpuin, in het bijzonder hertsgeweikoraal en elandsgeweikoraal, en platte rechthoekige stukken van het onderliggende kalksteen. De kalksteenplaten hebben afmetingen tot 2 bij 5 meter en worden tot ruim 30 meter landinwaarts aangetroffen als bewijs van de enorme krachten van het zeewater, waaraan Klein Bonaire gedurende de laatste duizenden jaren is blootgesteld.

De vaste bodem van Klein Bonaire bestaat uit hetzelfde gesteente en leeftijd als die van zuidelijk Bonaire, een calciumachtige kalksteen opgebouwd uit koraal, koraalpuin, koraalzand en een overvloed aan fossielen. Deze kalksteen wordt “het jongere Seroe Domi kalksteen" genoemd, omdat dit de meest recente steenafzetting is op Bonaire. Radiometrische metingen van koraal en Karkó's hebben uitgewezen dat het kalksteen circa 103.000 jaren oud is. Dit komt overeen met de laatste warmte periode voor de laatste ijstijd en het sedertdien dalende zeewaterniveau. Op Klein Bonaire zijn 4 soorten gesteente te onderscheiden. Aan de randen van het eiland treffen wij koraal kalksteen aan, bestaande uit aaneengesloten elandsgeweikoraal en stukken hersenkoraal met afgeronde kalksteenkiezels op een ondergrond van koolstofzand. Hier bovenop ligt een laag kalksteen van grote brokstukken hertsgeweikoraal en ander koraal puin. Landinwaarts bevat de koraline zandsteen in de oorspronkelijke stand staande hersenkoraal, rijkelijk voorzien van fossielen van oesters, Kaikó's en andere specifiek in het milieu van binnenbaaien voorkomende organismen. In het middendeel van Klein Bonaire op hoogten van 3 tot 7 meter boven zeeniveau - de "hooglanden" die aan de oostzijde gemarkeerd worden door een duidelijke klip - treffen we afgesleten kalksteen, soms samengesteld uit verhard kalkzand, kleine schelpen en koraalstukken, en dat boogachtige structuren van kalkwier bevat, aan. Deze "hooglanden" waren het laaggelegen, zanderige en natte pre-Klein Bonaire uit de laatste tussen-ijstijdse periode, voordat het zeeniveau daalde naar zijn laagste stand tijdens de ijstijd, zo'n 40 meter onder het huidige zeeniveau.

De gesteenten van Klein Bonaire laten zien dat het huidige milieu een steenafzetting produceert boven op het jongere Seroe Domi kalksteen formatie die vrijwel identiek daaraan is en op bijna dezelfde plaats. De koraalsoorten in de saliñas zien wij als fossielen terug in het naastgelegen Seroe Domi gesteente. Aan de kust zien wij het hoog opgestapelde puin van het hertshoorn koraal, in het gesteente van het jongere Seroe Domi kalksteen vinden wij de fossielen van deze wallen van meer dan 100 000 jaar geleden terug. Het is duidelijk dat Klein Bonaire op dit moment een zelfde milieu herschept als in lang vervlogen tijden en dat vrijwel op dezelfde plaats. Dit maakt het eiland tot een natuurlijk laboratorium, zonder menselijk ingrijpen en zonder zijn gelijke in het Caribische gebied.

Het oppervlak van Klein Bonaire wordt gebroken door noordwestelijke breuklijnen die herkenbaar zijn door veranderende vegetatiepatronen en waterputten. Veel waterputten hebben bronnen met schoon water, ook gedurende het droge seizoen, tot wel twee meter boven zeeniveau. Het oppervlak wordt overal gekenmerkt door kleine ongeveer een decimeter grote putten, zodal de rotsgrond hol lijkt weggespoeld door regen- en grondwater. Het grondwater stroomt uit in de zee vlak bij de duikplaats Ebo's Reef via het koraalpuin, dat daar als gevolg van een onderzeese aardverschuiving begin 1995 ligt.

Het eiland is vrijwel geheel onbebouwd. Er staan enkele ruines aan de oostkant en enkele schuilplaatsen ten behoeve van de visserij. Deze mogen in sobere vorm herbouwd worden. Een regeling is opgenomen ten aanzien van de bebouwing van "Playa Neme" aan de noordkant. Voorts is er een vuurtoren aan de zuidoostelijke zijde van het Eiland.

IV. Flora en fauna

Klein Bonaire heeft een grote diversiteit aan flora en fauna, de aantallen zijn echter gering waardoor er geen goed biologisch evenwicht bestaat tussen de op het eiland voorkomende dieren en planten. Hoewel een ontwikkelingsplan niet het doelmatige instrument is voor herstel van het biologisch evenwicht - daartoe is een actief beheersplan noodzakelijk - biedt dit ontwikkelingsplan wel de randvoorwaarden om een verdere achteruitgang van flora en fauna te voorkomen. Inventarisaties van de flora en fauna in het verleden - de laatste in februari 1997 door CARMABI - geven het volgende beeld:

  • 21 boomsoorten

  • 13 heestersoorten

  • 19 kruidensoorten

  • 17 grassen en grasachtigen

  • 5 vetplantsoorten

  • 1 waterplant

  • 19 vogelsoorten (waarvan 9 niet waargenomen in 1997)

  • 14 trekvogelsoorten (in 1997 slechts drie soorten waargenomen)

  • 8 reptielen en amfibieën

  • 6 land en semi-land krabben

  • 5 vlindersoorten

  • 12 landslakken

Voorts is Klein Bonaire een van de weinige nog resterende broedplaatsen voor de tortuga Karet (Eretmochelys imbricata) en de tortuga Kawama (Caretta carettu) op de Antillen. In de zee komen tevens voor de tortuga Blanku (Chelonia mydas) en de tortuga Drikil (Dermochelys coriacea).

Tenslotte komen in de grotten van Klein Bonaire vleermuizen voor. De omvang van deze populatie is onbekend. Ervaringen elders leren dat vleermuizen erg gevoelig zijn voor te veel "drukte" en dan vertrekken naar elders.

V. De bestemmingsvoorschriften

Voor het gehele plangebied geldt slechts één bestemming, namelijk natuurgebied. Dit geldt zowel voor het eiland Klein Bonaire zelf als voor de hem omringende zee tot aan de 60 meter diepte lijn. De bestemming natuurgebied houdt in dat de gronden bestemd zijn voor:

  • het behoud en herstel van de daar voorkomende of daaraan eigen, natuurlijke, landschappelijk, ecologische en cultuurhistorische waarden alsmede het behoud van het open zicht,

  • de traditionele visserij;

  • de onderwaterrecreatie;

  • de dagrecreatie en

  • de waterhuishouding en waterberging

Het plangebied is verdeeld in twee zones. Zone A bevat de zee, de kuststrook en de achter de kust gelegen saliñas. Zone B omvat het "binnenland” van Klein Bonaire. Zone A is vooral van belang als visserij en onderwatersport gebied met behoud en versterking van het koraal en de daarin voorkomende flora en fauna. Daarnaast vallen in dit gebied de broedplaatsen van de zeeschildpadden en de foerageer- en broedplaatsen van vogels.

Zone B is met name uit natuurwetenschappelijk oogpunt bijzonder belangrijk, omdat de natuur hier een herstelproces doormaakt zoals het eiland duizenden jaren terug is ontstaan. Dit proces dient zo min mogelijk verstoord te worden

De doelstellingen die met dit plan nagestreefd worden zijn:

  • herstel, instandhouding en verdere uitbouw van de natuurlijke waarden in dit gebied,

  • behoud van het open, weidse karakter,

  • bestendiging van de traditionele visserij en

  • bestendiging en ontwikkeling van de onderwatersport

In het plan is het daartoe te hanteren beleid geformuleerd. Dit beleid is tamelijk restrictief, maar biedt onzes inziens een evenwicht tussen natuurlijke ontwikkeling en de inbreuk die de mens daarop kan maken.

De bebouwingsvoorschriften zijn bewust beperkt gehouden tot enkele plaatsen op het eiland.

Slechts op Playa Neme is het toegestaan twee schuilplaatsen en twee barbecueplaatsen te realiseren. Daarnaast mogen ten behoeve van de navigatie van de scheepvaart noodzakelijke bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gerealiseerd en mogen de ruine aan de westzijde van het eiland en de twee bestaande onderkomens ten behoeve van de visserij herbouwd worden.

De bestemming Natuurgebied brengt met zich dat het gebruik eveneens beperkt is teneinde de inbreuk op de natuur zo min mogelijk te doen zijn.

Ter bescherming van de vleermuispopulatie, die nog voorkomt in de op het eiland aanwezige grotten, is het grotduiken aan een vrijstelling gebonden. Om de broedplaatsen van de zeeschildpadden veilig te stellen kunnen gedeelten van Klein Bonaire tijdelijk gesloten worden verklaard. Een aanlegvergunningenstelsel is opgenomen ten behoeve van het aanbrengen van nieuwe moorings voor de duiksport, het verrichten van grondwerken en het aanleggen van voetpaden.

VI. overige bepalingen

Op het plan is hoofdstuk XI de Eilandsverordening ruimtelijke ontwikkelingsplanning Bonaire van toepassing. Dit hoofdstuk bevat de dwang- en strafbepalingen bij overtreding van dit plan.