Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR95742
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR95742/1
Verordening Burgerinitiatief 2002
Geldend van 01-01-2003 t/m heden
Intitulé
Verordening burgerinitiatief Gemeente Etten-Leurgelezen het voorstel namens het presidium door de plv. secretaris/griffier van 1 november 2002;
gezien het advies van de commissie Algemene Zaken;
De raad van de gemeente Etten-Leur;
Gelet op Gemeentewet;
Besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening burgerinitiatief 2002;
ARTIKEL 1
In deze verordening wordt verstaan onder een burgerinitiatiefvoorstel: een voorstel van een initiatiefgerechtigde ter plaatsing op de agenda van de vergadering van de raad.
ARTIKEL 2
-
1. De raad plaatst een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van zijn vergadering indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.
-
2. Ongeldig is het verzoek dat:
- a.
niet door ten minste 150 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund;
- b.
een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat, of
- c.
niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 5.
- a.
ARTIKEL 3
-
1. Initiatiefgerechtigd zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad alsmede ingezetenen van de gemeente van zestien jaar en ouder die met uitzondering van hun leeftijd voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de gemeenteraad.
-
2. Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is de toestand op de dag van indiening van het verzoek bepalend
ARTIKEL 4
Een burgerinitiatiefvoorstel houdt niet in:
- a.
een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;
- b.
een vraag over het gemeentelijk beleid;
- c.
een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het gemeentebestuur;
- d.
een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur, of
- e.
een onderwerp waarover tijdens de raadsperiode waarin indiening van het burgerinitiatiefvoorstel plaatsvindt door de raad een besluit is genomen.
ARTIKEL 5
-
1. Het verzoek ter plaatsing van een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de burgemeester in zijn functie van voorzitter van de gemeenteraad.
-
2. Het verzoek bevat ten minste:
- a.
een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatiefvoorstel;
- b.
een toelichting op het burgerinitiatiefvoorstel;
- c.
de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening van de verzoeker en zijn plaatsvervanger, en
- d.
een lijst met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.
- e.
Voor de indiening van het verzoek wordt gebruik gemaakt van het in bijlage 1 en 2 van deze verordening opgenomen model.
- a.
ARTIKEL 6
-
1. De raad beslist in de eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het verzoek of het burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt geplaatst, met dien verstande dat ten minste twee weken is gelegen tussen de dag van indiening van het verzoek en de dag van de vergadering waarin op het verzoek wordt beslist.
-
2. Indien de raad het verzoek afwijst wegens strijd met artikel 4, onder a, kan de raad het voorstel doorzenden aan burgemeester en wethouders.
-
3. Indien de raad het verzoek toewijst, dan agendeert hij het burgerinitiatiefvoorstel voor de eerstvolgende vergadering van de raad.
-
4. De burgemeester in zijn functie van voorzitter van de gemeenteraad nodigt de verzoeker schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatiefvoorstel is geagendeerd. De verzoeker of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatiefvoorstel mondeling nader toe te lichten.
-
5. Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatiefvoorstel een besluit heeft genomen wordt dit besluit bekendgemaakt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze.
-
6. Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aan verzoeker.
ARTIKEL 7
De burgemeester brengt over elk jaar een verslag uit over de werking van het recht van
burgerinitiatief in de praktijk.
ARTIKEL 8
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2003.
Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 16 december 2002
De raad voornoemd.
De plv. secretaris/griffier, De voorzitter,
drs. W.C.M. Voeten. drs. J.A.M. van Agt.
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
Artikel 1
In deze verordening is er voor gekozen de term “burgerinitiatiefvoorstel” te hanteren voor de aanduiding van het voorstel dat door een burger bij de gemeenteraad kan worden ingediend.
Een “burgerinitiatiefvoorstel” omvat alleen concrete voorstellen aan de gemeenteraad. Een voorbeeld hiervan is het voorstel om de winkels op bepaalde zondagen open op te stellen.
Artikel 2
Uit dit artikel volgt dat de gemeenteraad een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van een raadsvergadering moet plaatsen indien er sprake is van een geldig verzoek, ingediend door een initiatiefgerechtigde. De gemeenteraad zal zich in dat geval dus in ieder geval moeten
uitspreken over het burgerinitiatiefvoorstel. Van een geldig verzoek is sprake als (a) het verzoek door ten minste een bepaald aantal initiatiefgerechtigden wordt ondersteund, (b) het onderwerp van het burgerinitiatiefvoorstel niet in artikel 4 is uitgezonderd en (c) aan de in
artikel 5 gestelde procedurele voorwaarden wordt voldaan. In artikel 3 (zie hierna) wordt nader omschreven wanneer een persoon initiatiefgerechtigd is. Over het vereiste dat het verzoek door ten minste een bepaald aantal initiatiefgerechtigden wordt ondersteund kan het volgende worden opgemerkt. Het burgerinitiatief biedt burgers de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de agenda van de gemeenteraad. Het is daarom een inbreuk op het uitgangspunt dat de raad zijn eigen agenda vaststelt. Dit is alleen
gerechtvaardigd als het burgerinitiatiefvoorstel ook daadwerkelijk door een bepaald gedeelte van de bevolking wordt gedragen. De hoogte van de benodigde steun is in deze verordening ontleend aan de drempels die in het voorstel voor de Tijdelijke referendumwet worden gehanteerd bij het inleidend verzoek voor een raadgevend correctief referendum (artikel 4,
tweede lid). Vanzelfsprekend staat het gemeenten vrij hun eigen drempels vast te stellen voor het burgerinitiatief. De omvang van de drempels zou van dien aard moeten zijn dat zij – zonder verhinderend te zijn – toch een zekere garantie bieden dat het desbetreffende verzoek gedragen wordt door een gedeelte van de bevolking. Het schept duidelijkheid als in een regeling met betrekking tot het burgerinitiatief niet wordt gesproken van een percentage, maar van een absoluut minimum aantal initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen. Na een duidelijke toe- of afname van het aantal initiatiefgerechtigden, kan de raad dit aantal eenvoudig aanpassen.
Artikel 3
Het ligt voor de hand het initiatiefrecht toe te kennen aan kiesgerechtigden voor de gemeenteraadsverkiezingen, vanuit de gedachte dat het burgerinitiatief een instrument is om burgers bij de besluitvorming van de raad te betrekken en die te beïnvloeden. Wie kiesgerechtigd is, is vastgelegd in artikel B 3 van de Kieswet. In deze verordening is er voor
gekozen om de categorie initiatiefgerechtigden uit te breiden door de leeftijd ten opzichte van de kiesgerechtigde leeftijd te verlagen naar zestien jaar, zoals in Bremen is gedaan. Jongeren kunnen op deze wijze betrokken worden bij de gemeentelijke politiek. Voor de toetsing of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, lijkt het moment van indiening van het verzoek aangewezen. Het verzoek vindt immers formeel op dit moment
plaats. Om te kunnen onderzoeken of op dat moment wordt voldaan aan de vereisten, zijn verschillende gegevens nodig. Welke dat zijn wordt geregeld in artikel 5. Daarnaast kan de raad overwegen om vast te leggen op welke wijze de controle van de initiatiefgerechtigdheid plaatsvindt.
Artikel 4
De beperkingen die dit artikel stelt aan de inhoud van een burgerinitiatiefvoorstel vloeien vooral voort uit doelmatigheidsoverwegingen. Het is bijvoorbeeld weinig efficiënt om de raad te belasten met de beraadslaging over een onderwerp waarover de raad uiteindelijk geen
beslissende bevoegdheid heeft. Een ander argument voor deze uitzondering is, dat deafstand tussen burger en bestuur alleen maar zou worden vergroot als de burger na het doorlopen van de burgerinitiatiefprocedure te horen krijgt dat de raad niets met het burgerinitiatiefvoorstel kan doen, omdat hij er niet over gaat. Een vraag over gemeentelijk beleid kan ook geen onderwerp van een burgerinitiatief zijn. Voor dit soort vragen staan de burger andere wegen open, zoals het spreekrecht in een commissie- of raadsvergadering of een spreekuur van een wethouder. Ook moet voorkomen worden dat het burgerinitiatief andere procedures zoals de bezwaar- of de klachtprocedure doorkruist. Met het oog hierop kan worden bepaald dat het burgerinitiatiefvoorstel geen bezwaar tegen een genomen besluit of een klacht over een gedraging van het gemeentebestuur kan inhouden. Hiervoor heeft de burger andere wegen. Ten slotte is het evenmin de bedoeling dat zaken die recent nog in de raad aan de orde zijn
geweest opnieuw onderwerp van bespreking worden als gevolg van een burgerinitiatief. Dit zou de besluitvorming in de raad te zeer kunnen frustreren. Daarbij kan een raad zelf bepalen welke termijn zij daarvoor geschikt acht. Denkbaar is dat wordt gekozen voor de huidige raadsperiode.
Artikel 5
Omdat de burgemeester de voorzitter van de raad is, ligt het voor de hand om het burgerinitiatiefvoorstel bij hem te laten indienen. Aan het verzoek zal een aantal minimumvereisten gesteld moeten worden. Het is uit praktische overwegingen zoals uniformiteit, overzichtelijkheid en duidelijkheid raadzaam indiening van een burgerinitiatiefvoorstel plaats te laten vinden door middel van een standaardformulier voor burgerinitiatieven. Op dit formulier zal de verzoeker naast het voorstel plus toelichting, in ieder geval zijn personalia en die van zijn plaatsvervanger moeten aangeven. Ook de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen zullen uiteraard vermeld moeten worden. Om fraude met namen te voorkomen kan naar personalia gevraagd worden als adressen en
geboortedata. Met name dat laatste gegeven kan niet aan openbare bronnen als telefoonboeken worden ontleend. Op grond van deze gegevens kan de gemeente onderzoeken of het verzoek de steun van voldoende daartoe gerechtigde personen heeft. Modelformulieren zijn opgenomen in bijlage 1 en 2.
Artikel 6
De burger moet erop kunnen vertrouwen dat de raad zijn voorstel spoedig toetst aan de vereisten en een besluit neemt over de behandeling. Hierin voorziet het eerste lid. Het gaat erom een termijn te kiezen die niet te lang is, maar ook niet zo kort dat ze onvoldoende is om het voorstel te kunnen controleren. Verzoeken waarover de raad niet bevoegd, kan de raad
doorzenden naar het college. Dat zal met name gebeuren als het college wel bevoegd is. Met het vierde tot en met zesde lid worden vooral waarborgen gecreëerd voor transparantie bij de afhandeling van een burgerinitiatiefvoorstel door de raad. Op grond van het zesde lid wordt de verzoeker altijd schriftelijk meegedeeld wat er met het ingediende voorstel gebeurt. Dat kan dus een mededeling dat het verzoek wordt afgewezen of een inhoudelijk besluit zijn. Wordt het verzoek tot plaatsing van het burgerinitiatiefvoorstel door de raad afgewezen, dan is er sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen
bezwaar en beroep op de rechter openstaan. Besluit de raad het burgerinitiatiefvoorstel teagenderen, dan is er sprake van een voorbereidingsbeslissing die niet vatbaar is voor bezwaar of beroep (artikel 6:3 Awb). Afhankelijk van de inhoud van de beslissing op het initiatiefvoorstel zelf, zal er sprake zijn van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht die vatbaar is voor bezwaar en beroep. Zo zal bijvoorbeeld bezwaar en beroep openstaan indien de raad naar aanleiding van het burgerinitiatiefvoorstel besluit een subsidie toe te kennen voor een bepaald project. Een ander voorbeeld is het besluit om een verordening op bepaalde punten aan te passen. Tegen een dergelijk besluit staan geen
bezwaar en beroep bij de rechter open (artikel 8:2 Awb). Er is in deze verordening voor gekozen in het midden te laten hoe de raad verder met het burgerinitiatiefvoorstel omgaat. Er is niet bedoeld dat de raad altijd plenair het voorstel inhoudelijk moet behandelen. Het ligt wel voor de hand dat de volle raad beslist over het te volgen traject, maar een besluit over een burgerinitiatiefvoorstel kan uiteraard ook in een raadscommissie inhoudelijk worden voorbereid. Ook kan de raad van mening zijn dat nader
onderzoek moet worden gedaan.
Artikel 7
De raad kan er voor kiezen om in een regeling over het burgerinitiatief de burgemeester te verplichten om jaarlijks een verslag over het burgerinitiatief uit te brengen. Hierbij valt te denken aan getalsmatige gegevens (aantal ingediende, aantal toegewezen en aantal afgewezen burgerinitiatiefvoorstellen), alsmede aan een beknopt overzicht van de inhoud van de burgerinitiatiefvoorstellen, de besluiten van de raad op de burgerinitiatiefvoorstellen en de motivatie op grond waarvan de raad tot deze besluiten is gekomen. Als voortvloeisel uit de Wet tot de dualisering van het gemeentebestuur is de burgemeester verplicht een burgerjaarverslag op te stellen. De burgemeester kan er dan voor kiezen het verslag over het burgerinitiatief hierin op te nemen.
Artikel 8
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Bijlage 1
Bijlage 1 : Verzoek burgerinitiatiefvoorstel
Ondergetekende verzoekt hierbij het volgende voorstel/onderwerp op de agenda van de
gemeenteraad te plaatsen:
...................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................
Toelichting op voorstel/onderwerp:
...................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................
Naam:
...................................................................................................................................................
Eerste voornaam en verdere voorletters:
....................................................................................................
Geboortedatum:
.........................................................................................................................................
Adres:
...................................................................................................................................................
Postcode: ...................................
Woonplaats: ...........................................................................................
Handtekening:
Plaatsvervanger:
Naam:
...................................................................................................................................................
Eerste voornaam en verdere voorletters:
....................................................................................................
Geboortedatum:
.........................................................................................................................................
Adres:
...................................................................................................................................................
Postcode: ...................................
Woonplaats:..........................................................................................
Handtekening:
Het verzoek gaat vergezeld van een lijst met de namen, adressen, geboortedata en
handtekeningen van .............. initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.
Toelichting voor de verzoeker
Iedereen die kiesgerechtigd is voor de verkiezing van de gemeenteraad en inwoners van de gemeente van zestien en zeventien jaar die vanaf hun achttiende jaar aan de gemeenteraadsverkiezingen zullen mogen deelnemen als ze dan nog in de gemeente wonen, kunnen een verzoek doen om een voorstel/onderwerp op de agenda van de raadsvergadering te plaatsen. Zij zijn initiatiefgerechtigd. Het zogenaamde burgerinitiatiefvoorstel moet worden ondersteund door ten minste 150
initiatiefgerechtigden. Hiervoor is een formulier vastgesteld. Het op het formulier voor het verzoek opgenomen voorstel wordt in dezelfde bewoordingen opgenomen boven aan het
formulier met ondersteuningsverklaringen.
Het burgerinitiatiefvoorstel mag niet inhouden:
a. een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;
b. een vraag over het gemeentelijk beleid;
c. een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het gemeentebestuur;
d. een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur, of
e. een onderwerp waarover tijdens de raadsperiode waarin indiening van het burgerinitiatiefvoorstel plaatsvindt door de raad een besluit is genomen.
Bijlage 2
Bijlage 2 : Ondersteuningsverklaringen burgerinitiatiefvoorstel
Ondergetekenden verklaren hierbij het verzoek tot het plaatsen van het volgende
onderwerp/voorstel op de agenda van de gemeenteraad te ondersteunen:
...................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................
Naam, eerste voornaam en voorletters
Adres Geboortedatum Handtekening
enz.
Toelichting
Boven aan de lijst dient het voorstel/onderwerp van het burgerinitiatief dat wordt ondersteund te worden opgenomen in dezelfde bewoordingen als op het verzoek tot indiening van een initiatiefvoorstel. Indien meer dan één vel nodig is voor gegevens van ondersteuners van het burgerinitiatief dient boven aan elk vel het voorstel/onderwerp te worden herhaald in
dezelfde bewoordingen. Bevoegd tot ondersteuning van een burgerinitiatief zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de gemeenteraad (en inwoners van de gemeente van zestien en zeventien
jaar die vanaf hun achttiende jaar aan de gemeenteraadsverkiezingen zullen mogen deelnemen als ze dan nog in de gemeente wonen).
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl