Uitvoeringsregeling hoofdstuk 3 salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen

Geldend van 01-01-2016 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2016

Intitulé

Uitvoeringsregeling hoofdstuk 3 salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen

Uitvoeringsregeling hoofdstuk 3 salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen

Artikel 3:2 Recht op salaris, vergoedingen, salaristoelagen en uitkeringen

Het salaris wordt per maand uitbetaald en is als regel beschikbaar op de 15e dag van de maand. Valt de 15e dag in enige maand op zaterdag, zondag of een erkende feestdag, dan is het salaris als regel vóór deze dag beschikbaar.

Artikel 3:6 lnpassing in hogere schaal

lnschaling vindt plaats op het naast hogere bedrag in de nieuwe schaal. Het verschiltussen dit naast hogere bedrag en het oude salaris bedraagt minimaal 75% van de eerstvolgende of laatste periodiek in de oude schaal. lndien het verschil minder bedraagt, wordt de werknemer in de nieuwe schaal ingeschaald op het bedrag dat direct volgt op het naast hogere bedrag.lndien er bovendien sprake is van ruim voldoende functioneren, blijkend uit een beoordeling op D niveau, kunnen burgemeester en wethouders besluiten tot toekenning van één of meerdere extra salarisanciën niteiten.

Artikel 3:7 Uitloopschaal

Er is geen lokale regeling waarin doorgroei in een uitloopschaal is vastgelegd.

Artikel 3:8 Functioneringstoelage

Aan het toekennen van deze toelage dienen minimaal drie jaarlijks opeenvolgende beoordelingen op D niveau ten grondslag te liggen. Gedurende deze periode dient de werknemer te worden betaald volgens het maximum van zijn functieschaal.De toelage is gekoppeld aan de periodieken in de functionele schaal en de naast hogere schaal en bedraagt ten hoogste het verschil tussen het maximum van beide schalen, tot een maxímum van 10%.

Artikel 3:9 Arbeidsmarkttoelage

De toelage is gekoppeld aan de periodieken in de functionele schaal en bedraagt het verschil tussen het maximum en een lagere periodiek, tot een maximum van 10%.

Artikel 3:14 lnconveniëntentoelage

Toekenning van een toelage is aan een functie gebonden. De toeslag is vastgesteld op het verschil tussen regel 10 en 11 van salarisschaal 4.De ambtenaar die de toelage tenminste gedurende één jaar heeft genoten, krijgt bij langdurig aaneengesloten ziekteverlof de toeslag doorbetaald gedurende maximaal een aaneengesloten periode van 12 maanden vanaf de eerste ziektedag.

Artikel 3:20 Beloning uitstekend functioneren en/of bijzondere prestatie

Aan de werknemer die een eenmalige kortdurende inspanning of uitstekende prestatie heeft geleverd, kan een attentie worden toegekend (cadeaubon, bloemetje, etc). De attentie dient bij voorkeur snel op de geleverde inspanning of prestatie te volgen.

Eenmaal per jaar kan aan een werknemer die een uitstekende individuele prestatie of inspanning heeft geleverd, een gratificatie worden toegekend. De leidinggevende kan naar aard, omvang en persoonlijke omstandigheden een gratificatie toekennen van netto minimaal € 150,-- en maximaal € 1.000,--.

Eenmaal per jaar kan aan een groep van werknemers die een uitstekende collectieve prestatie hebben geleverd, een groepsgratificatie worden toegekend. De hoogte wordt bepaald door de leidinggevende en bedraagt maximaal € 200,-- netto per werknemer.

Artikel 3:21 Reis- en verblijfkostenvergoeding

Onder reiskosten in het belang van de dienst worden verstaan kosten gemaakt:

  • -

    in de lijn van de normale uitoefening van de functie;

  • -

    in het kader van werken buiten de standplaats;

  • -

    in het kader van training, vorming en opleiding, waaronder ook vallen congressen, eendaagse cursussen, seminars, e.d.;

Boetes voor verkeersovertredingen worden niet aangemerkt als reiskosten.

De vergoeding van reiskosten bedraagt bij openbaar vervoer de feitelijke kosten. Bij gebruik van het eigen motorvoertuig geldt een vergoeding als genoemd in artikel 2 van de Reisregeling binnenland (BZK).Onder voor vergoeding in aanmerking komende reískosten worden mede begrepen parkeerkosten, tolgelden en dergelijke. Fiscaal gelden deze vergoedingen als onkostenvergoeding.

De in verband met een dienstreis noodzakelijk gemaakte kosten voor maaltijden, logies en kleine uitgaven overdag en 's avonds worden vergoed op basis en met toepassing van de bedragen als opgenomen in artikel 5 van de Reisregeling binnenland (BZK).De medewerker heeft geen aanspraak op een verblijfskostenvergoeding voor een dienstreis korter dan 4 uur en voor een dienstreis binnen de standplaats.

Uitbetaling van reis- en verblijfskosten geschiedt achteraf, op declaratiebasis. Declaraties dienen voorzien te zijn van originele, deugdelijke bewijsstukken.

Geen aanspraak op tegemoetkoming in reis- en/of verblijfskosten bestaat índíen de declaratie van de in een kalendermaand gemaakte kosten niet binnen drie maanden na die kalendermaand is ingediend.De kilometervergoeding mag niet zonder meer fiscaal onbelast worden uitbetaald. Bedraagt het vergoedíngsbedrag per kilometer meer dan het onbelastbare bedrag, dan wordt het meerdere belast uitbetaald.

Artikel 3:22 Reiskostenvergoeding woon-werkverkeer

Aan de werknemer die regelmatig heen en weer reist tussen woning en arbeidsplaats, wordt een reiskostenvergoeding toegekend. Aan die werknemer waarvan de woning in dezelfde woonplaats is gelegen als de arbeidsplaats wordt geen vergoeding toegekend.Er is sprake van regelmatig heen en weer reizen indien minstens op één dag per week gedurende tenminste 36 weken per jaar wordt gereisd.Voor de bepaling van de enkele reisafstand woon-werkverkeer geldt het aantal te rijden kilometers van "deur tot deur" blijkens een uitdraai van een routeplanner en een naar waarheid ingevulde en ondertekende verklaring. Het aantal kilometers enkele reisafstand wordt naar boven afgerond op hele kilometers.De werknemer is verplicht om wijzigingen in de reisafstand dan wel het aantal dagen dat gereisd wordt onmiddellijk schriftelijk door te geven aan de salarisadministratie.

De vergoeding reiskosten woon-werkverkeer bedraagt € 0,15 per afgelegde kilometer.De vergoeding wordt in vaste maandelijkse bedragen toegekend en berekend conform de formule van de belastingdienst:214 daqen x € 0,15 per km. x aantal km. dubbele reisafstand = vergoeding 12 maandenDe dubbele reisafstand is gemaximeerd op 70 kilometer.Als er minder dan 5 dagen per week wordt gereisd, wordt de vergoeding naar rato verminderd.

Bij afwezigheid van de werknemer vanwege ziekte, verlof, zwangerschaps-/bevallingsverlof langer dan 6 aaneensluitende weken wordt de reiskostenvergoeding gedurende de lopende en de eerstvolgende kalendermaand nog uitbetaald, daarna wordt deze stopgezet De reiskostenvergoeding wordt weer hervat vanaf de maand volgend op de maand waarin het werk weer is hervat.

Afspraken overgangsrecht hoofdstuk 3

Gratificatie bij pensionering: De medewerker die in de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2020 met pensioen gaat, heeft recht op een afscheidsgratificatie wegens pensionering.De gratificatie is afhankelijk van de gemeentediensttijd:

  • -

    tot 10 jaar gemeentediensttijd een kwart maandsalaris;

  • -

    van 10 tot 30 jaar gemeentediensttijd een half maandsalaris;

  • -

    meer dan 30 jaar gemeentediensttijd een heel maandsalaris.

Na vijf jaar wordt gekeken naar het gemiddelde bedrag over 5 jaar (2016 t/m/ 2020) van de toegekende pensioneringsgratificaties. Dit gemiddelde bedrag wordt toegevoegd aan het geoormerkte budget waarvoor op lokaal niveau in overleg met de medezeggenschap personeelsvoorzieningen worden getroffen.

Persoonlijke premie cafetariamodel:De persoonlijke premie cafetariamodel past niet in de limitatieve opsomming van beloningselementen hoofdstuk 3. Het beschikbare budget persoonlijke premie cafetariamodel ad. € 81.840,-- (peiljaar 2016) wordt in de begroting geoormerkt als budget waarvoor op lokaal niveau in overleg met de medezeggenschap personeelsvoorzieningen worden getroffen.

Betaalwijze toelage overgangsrecht (TOR):In de individuele gevallen waarin sprake is van toekenning van een structurele toelage overgangsrecht (TOR), vindt de betaling maandelijks plaats.