Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR95170
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR95170/3
Regeling vervallen per 31-12-2016
Heffingverordening ontgrondingen Drenthe 2000
Geldend van 15-06-2000 t/m 31-12-2016
Intitulé
Heffingverordening ontgrondingen Drenthe 2000Inhoud
BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Artikel 1.
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
de wet: de Ontgrondingenwet;
- b.
vergunning: vergunning als bedoeld in de wet;
- c.
machtiging: machtiging als bedoeld in de wet;
- d.
hoeveelheid stoffen: de hoeveelheid vaste stoffen in kubieke meter (m³), gemeten in profiel van ontgraving. Hieronder zijn begrepen alle stoffen die op basis van een vergunning of machtiging ontgrond kunnen worden, zowel de verhandelbare als de onverhandelbare.
AARD VAN DE HEFFING
Artikel 2.
Onder de naam "ontgrondingenheffing" wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van:
- a.
ten hoogste vijftig procent van de ten laste van de provincie komende kosten van werkzaamheden in verband met onderzoek en planning met betrekking tot ontgrondingen en van werkzaamheden, voortvloeiende uit de toepassing van artikel 7b van de wet;
- b.
kosten van maatregelen, gericht op het bieden van compensatie in verband met de gevolgen van ingrijpende ontgrondingen ten behoeve van de grondstoffenvoorziening aan gebieden waar zodanige ontgrondingen plaatsvinden of plaatsgevonden hebben;
- c.
kosten met betrekking tot schadevergoedingen ingevolge artikel 26 van de wet.
BELASTINGPLICHT
Artikel 3.
Aan de ontgrondingenheffing worden onderworpen de houders van vergunningen en machtigingen.
GRONDSLAG VOOR DE HEFFING
Artikel 4.
De ontgrondingenheffing wordt geheven over de hoeveelheid stoffen waarvoor vergunning of machtiging dan wel een wijziging van een vergunning of machtiging is verleend.
VRIJSTELLING
Artikel 5.
Vrijgesteld van de heffing zijn:
- a.
hoeveelheden van minder dan 10.000 m³ ingevolge de vergunning of machtiging te winnen stoffen;
- b.
hoeveelheden ten aanzien waarvan eerder is geheven, tenzij en tot zover de heffing op grond van artikel 11 is teruggegeven;
- c.
het onder b gestelde is niet van toepassing voorzover is geheven ten behoeve van een in artikel 2 bedoelde bestemming en nadien wordt geheven voor een andere in dat artikel bedoelde bestemming.
TARIEVEN
Artikel 6.
Het tarief bedraagt:
- a.
¿ 0,04 per m³ hoeveelheid stoffen voor de in artikel 2, onder a, bedoelde bestemming;
- b.
¿ 0,10 per m³ hoeveelheid stoffen voor de in artikel 2, onder b, bedoelde bestemming;
- c.
¿ 0,01 per m³ hoeveelheid stoffen voor de in artikel 2, onder c, bedoelde bestemming.
WIJZE VAN HEFFING
Artikel 7.
De ontgrondingenheffing wordt opgelegd bij wege van aanslag.
ONTSTAAN VAN DE BELASTINGSCHULD
Artikel 8.
De belastingschuld ontstaat op het tijdstip waarop de vergunning of machtiging is verleend.
TIJDSTIP VAN BETALING
Artikel 9.
- a.
De verschuldigde ontgrondingenheffing wordt betaald binnen 4 weken na dagtekening van het aanslagbiljet.
- b.
Indien de verschuldigde heffing meer bedraagt dan ¿ 250.000,--, staan gedeputeerde staten op verzoek van de heffingplichtige toe dat het meerdere in een of meer termijnen wordt betaald na het verstrijken van de termijn als bedoeld in het eerste lid. Gedeputeerde staten stellen in dat geval het aantal termijnen en het tijdstip waarop deze moeten worden voldaan vast.
- c.
Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing als binnen een jaar na het verlenen van een machtiging voor dezelfde ontgronding vergunning wordt verleend en de gezamenlijke heffing het bedrag genoemd in het tweede lid overschrijdt.
- d.
De termijnen worden verhoogd met de wettelijke rente, gerekend over het bedrag en de periode van de feitelijk uitgestelde betaling.
KWIJTSCHELDING
Artikel 10.
Bij de invordering van de ontgrondingenheffing wordt geen kwijtschelding verleend.
TERUGGAAF
Artikel 11.
- a.
Indien een vergunning of machtiging wordt vernietigd of ingetrokken dan wel wordt gewijzigd in die zin dat de toegestane te winnen hoeveelheid stoffen wordt verminderd vindt op verzoek van de heffingplichtige teruggaaf van de heffing plaats voorzover de vergunning of machtiging is vernietigd of ingetrokken dan wel de hoeveelheid stoffen voor de winning waarvan vergunning of machtiging is verleend, is verminderd.
- b.
Geen teruggaaf vindt plaats over de hoeveelheid stoffen die reeds is gewonnen.
- c.
Teruggaaf blijft achterwege indien het bedrag dat moet worden teruggegeven minder bedraagt dan ¿ 500,--.
INWERKINGTREDING, OVERGANGSRECHT EN CITEERTITEL
Artikel 12.
- a.
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking, welke dag ook de ingangsdatum van de heffing vormt.
- b.
De Heffingverordening ontgrondingen Drenthe (Provinciaal blad nummer 59 van 1998) vervalt op de in het vorige lid genoemde dag, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- c.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Heffingverordening ontgrondingen Drenthe 2000".
Toelichting op enkele artikelen van de Heffingverordening ontgrondingen Drenthe 2000
BELASTINGPLICHT
Artikel 3.
De provincie is niet meer bevoegd categorieën houders van vergunningen en machtigingen aan te wijzen die onderworpen zijn aan de heffing. De heffingsplicht rust nu op alle houders van vergunningen en machtigingen, behalve als het vergunningen en machtigingen betreft die gelden voor minder dan 10.000 m³ vaste stoffen (artikel 5). De heffing die bij een machtiging in rekening is gebracht wordt verrekend met de heffing die verschuldigd is op grond van een daarna voor dezelfde ontgronding verleende vergunning (artikel 5).
GRONDSLAG
Artikel 4.
De heffing heeft betrekking op de hoeveelheden bodemmateriaal gemeten in profiel van ontgraving, dus de zogenaamde vaste kubieke meters. Het gaat daarbij om de bruto hoeveelheden, los van de vraag of het al dan niet verhandelbare specie betreft.
De provincie heft in beginsel slechts één keer over dezelfde hoeveelheid stoffen, tenzij de provincie de heffing in verband met vernietiging of intrekking van de vergunning of machtiging heeft teruggegeven, maar er nadien toch weer vergunning of machtiging voor de winning van dezelfde stoffen wordt verleend (artikel 5).
VRIJSTELLING
Artikel 5.
De vrijstelling voor hoeveelheden vaste stoffen waarover reeds eerder is geheven geldt niet als de eerdere heffing betrekking had op andere doeleinden dan de latere heffing. Zo zal de provincie voor stoffen waarover eerder alleen is geheven voor planning en coördinatie wel een heffing voor compensatie en schadevergoeding opleggen als later voor dezelfde stoffen opnieuw vergunning wordt verleend.
TERUGGAAF
Artikel 11.
De heffing wordt op verzoek teruggegeven als de vergunning of de machtiging wordt vernietigd of ingetrokken. De provincie betaalt de heffing niet terug over reeds daadwerkelijk gewonnen hoeveelheden. Ook vindt geen teruggaaf plaats als deze minder zou bedragen dan het wettelijk vastgestelde bedrag van ¿ 500,--.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl