Regeling vervallen per 22-02-2008

Verordening betreffende de instructie voor de comptabele

Geldend van 01-01-1994 t/m 21-02-2008

Intitulé

Verordening betreffende de instructie voor de comptabele

Inhoud

Artikel 1

Deze instructie verstaat onder:

-     verordening: de Verordening betreffende de organisatie van de financiële administratie van de provincie Drenthe;

-     comptabele: de in artikel 1 van de verordening bedoelde functionaris.

Artikel 2

De comptabele richt de financiële administratie van de provincie in en houdt deze bij - c.q. doet deze bijhouden - zodanig dat de financiële rechten en verplichtingen van de provincie voortdurend en volledig blijken.

Hij houdt de administratie bij van de eigendommen - waaronder de voorraden - de geldleningen en het eigen vermogen van de provincie, voor zover dit niet aan andere functionarissen is opgedragen.

Hij is voorts belast met de uitvoering van alle administratieve werkzaamheden die voor de financiële administratie, het opstellen van de rekening van de provincie, alsmede voor de verantwoording door gedeputeerde staten noodzakelijk zijn, een en ander voor zover dergelijke werkzaamheden niet aan andere functionarissen zijn opgedragen. Zo nodig richt hij daartoe afzonderlijke administraties op.

Artikel 3

De comptabele draagt, voor zoveel het hem mogelijk is, zorg dat alle maatregelen worden genomen die voor een goede interne controle nodig zijn, opdat de volledigheid en de juistheid van de financiële administratie en van de rekening zo goed mogelijk zijn gewaarborgd.

Artikel 4

De comptabele voert de financiële administratie van de provincie zodanig dat de wettelijke en andere algemeen geldende voorschriften ten aanzien van begroting en rekening worden nageleefd.

Hij draagt zorg voor een tijdige en volledige registratie van alle hem verstrekte gegevens en stukken de financiële administratie betreffende.

Artikel 5

De comptabele ziet erop toe dat hem de voor de ontvangsten en uitgaven van de provincie benodigde gegevens tijdig worden verstrekt en dat de bij hem ingediende betalingsstukken aan de daaraan te stellen eisen voldoen.

Specifieke rekeningen wegens leveringen, werkzaamheden en diensten ten laste van de provincie draagt hij niet ter betaling voor dan nadat deze zijn voorzien van een akkoordverklaring van de hoofden van dienst, respectievelijk van de door hen aangewezen provinciale functionarissen.

Hij geeft bij voortdurende nalatigheid van de hierbij betrokken functionarissen in de verstrekking van de vorenbedoelde gegevens hiervan kennis aan gedeputeerde staten.

Artikel 6

De comptabele draagt zorg dat de uit de provinciale rechten en verplichtingen voortspruitende invorderingen en betalingen tijdig in behandeling worden genomen.

Artikel 7

De comptabele draagt, voor zoveel het hem mogelijk is, zorg voor een zodanige kredietbewakingsadministratie dat de te verwachten overschrijdingen van posten van de begroting tijdig worden geconstateerd en aan gedeputeerde staten en de hoofden van dienst worden meegedeeld.

Artikel 8

De comptabele is belast met het opmaken van de betalingsopdrachten alsmede de staat van schuldvorderingen.

Hij draagt zorg dat de laatste wordt voorzien van de vereiste stukken.

Artikel 9

Indien de comptabele meent aan een invordering of betaling niet te kunnen meewerken geeft hij hiervan terstond kennis aan gedeputeerde staten, wier beslissing hij afwacht.

Artikel 10

De comptabele is bij nalatigheid van de betrokkenen in de tijdige betaling van de aan de provincie verschuldigde gelden belast met het treffen van de noodzakelijke voorbereidingen voor verdere invorderingsmaatregelen en voor de wettelijke vervolgingsmaatregelen.

Hij verstrekt aan gedeputeerde staten en voorts zo dikwijls als zij dit verlangen een opgave van de bedragen die niet zijn ingevorderd met vermelding van de genomen invorderingsmaatregelen.

Artikel 11

De comptabele is verantwoordelijk voor de bewaring van de daarvoor in aanmerking komende boeken, registers en bescheiden.

Artikel 12

De comptabele geeft aan gedeputeerde staten alle inlichtingen die zij hem in verband met zijn functie vragen. Hij verstrekt voorts aan de daartoe bevoegden de inlichtingen die redelijkerwijs van hem kunnen worden verlangd.

Artikel 13

De comptabele is verplicht alles te doen wat voor een goede uitoefening van zijn functie nodig is. Hij kan zich niet op onvolledigheid van deze instructie of andere voorschriften beroepen bij het nalaten van datgene wat tot zijn taak behoort.

Artikel 14

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1994.