Regeling vervallen per 08-03-2023

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2003

Geldend van 10-10-2012 t/m 23-01-2014

PROVINCIALE STATEN VAN GELDERLAND

Gezien initiatiefvoorstel PS2012-622 betreffende wijziging van de Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2003;  

BESLUITEN

Vast te stellen de navolgende gewijzigde regeling: Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2003.

Paragraaf 1 Ambtelijke bijstand

Artikel 1.

In deze verordening wordt verstaan onder ambtenaar: medewerker van de provinciale organisatie onder het gezag van Gedeputeerde Staten.

Artikel 2.

  • 1 Een statenlid kan zich wenden tot de griffier, een medewerker van de Griffie, de secretaris of een ambtenaar met een verzoek om:

    • a.

      feitelijke informatie van geringe omvang;

    • b.

      inzage in of afschrift van documenten die openbaar zijn.

  • 2 Indien de betreffende ambtenaar eraan twijfelt of het verzoek voldoet aan de criteria bedoeld in het eerste lid, onder a of b, legt hij het verzoek ter beslissing aan de secretaris voor.

Artikel 3.

Desgevraagd verleent de griffier bijstand aan een statenlid bij het opstellen van initiatiefvoorstellen, amendementen, moties of anderszins. Hij kan de behandeling van het verzoek om bijstand aan de secretaris overdragen.

Artikel 4.

Aan een verzoek om bijstand bedoeld in de artikelen 2 en 3 wordt zo spoedig mogelijk voldaan.

Artikel 5.

  • 1 De secretaris kan ambtelijke bijstand bedoeld in de artikelen 2 en 3 weigeren indien:

    • a.

      het statenlid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van Provinciale Staten;

    • b.

      het belang van de provincie daardoor kan worden geschaad.

  • 2 De secretaris deelt zijn beslissing tot weigering van ambtelijke bijstand schriftelijk mede aan het statenlid dat om bijstand heeft verzocht en aan de griffier.  

Artikel 6.

In geval van een weigering bedoeld in artikel 5, eerste lid, kan het betrokken statenlid het verzoek om ambtelijke bijstand voorleggen aan de Commissaris van de Koningin. De Commissaris van de Koningin beslist zo spoedig mogelijk over het verzoek.

Artikel 7.

  • 1 Indien een statenlid niet tevreden is over de aan hem verleende bijstand kan hij of de griffier hiervan mededeling doen aan de secretaris.

  • 2 Indien overleg met de secretaris niet leidt tot een bevredigende oplossing kan het betrokken statenlid de zaak voorleggen aan de Commissaris van de Koningin die daarover zo spoedig mogelijk beslist.  

Paragraaf 2 Fractieondersteuning

Artikel 8.

  • 1 De in artikel 8 van het Reglement van Orde van Provinciale Staten bedoelde fracties, ontvangen jaarlijks een financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie.

  • 2 Voor de financiële bijdrage aan de fracties is vanaf 2012 jaarlijks € 653.805,--  beschikbaar, jaarlijks te indexeren met de inflatiecorrectie. Voor 2011 is de bijdrage € 666.100,--.

  • 3 Elke fractie ontvangt uit het in het tweede lid genoemde jaarlijkse budget een vaste uitkering van € 40.000 per jaar, jaarlijks te indexeren met de inflatiecorrectie.

  • 4 Het resterende bedrag wordt verdeeld over de fracties op basis van een gelijk bedrag per zetel in Provinciale Staten.

  • 5 Indien een fractie slechts voor een deel van een jaar recht heeft op een bijdrage als bedoeld in het eerste lid, wordt de hoogte van het bedrag bepaald naar evenredigheid van het aantal dagen van het jaar dat de fractie recht heeft op de bijdrage.

Artikel 9.

  • 1 Fracties mogen de financiële bijdrage voor fractieondersteuning besteden:

    • a.

      ter bestrijding van algemene kosten verbonden aan de werkzaamheden van de fractie voor Provinciale Staten;

    • b.

      aan een vergoeding voor een fractieassistent die de fractie ondersteunt bij de uitoefening van haar taken.

    • c.

      de vergoeding van kosten van een cursus, congres, seminar of symposium voor een Statenlid, als deelname van belang is in verband met de vervulling van het Statenlidmaatschap.

  • 2 De bijdrage wordt niet gebruikt ten behoeve van:

    • a.

      uitgaven die in strijd zijn met wettelijke voorschriften;

    • b.

      betalingen aan politieke partijen, met aan politieke partijen verbonden instellingen of personen anders dan ter vergoeding van geleverde goederen of diensten ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde declaratie;

    • c.

      schenkingen en giften;

    • d.

      uitgaven welke dienen bestreden te worden uit vergoedingen die de leden toekomen ingevolge de Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden Gelderland. 

    • e.

      de honorering voor werkzaamheden, incidenteel of in structureel dienstverband, ten behoeve van de fractie door een Statenlid, fractievolger dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de tweede graad van een Statenlid of fractievolger van diezelfde fractie.

Artikel 10.

Gedeputeerde Staten betalen de bijdrage waarop de fractie volgens artikel 8 aanspraak kan maken, bij wijze van voorschot in de maanden januari en juli van het desbetreffende kalenderjaar uit op de betaalrekening van de fractie.

Artikel 11.

  • 1 De fractie dan wel een daartoe gemachtigd lid van de fractie geeft ieder jaar aan een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek opdracht tot onderzoek van de door de fractie opgestelde jaarrekening.

  • 2 De accountant doet onderzoek naar de rechtmatigheid en getrouwheid van de jaarrekening en geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een schriftelijke verklaring. De fractie zendt deze stukken uiterlijk voor 1 april aan Provinciale Staten toe.

  • 3 Provinciale Staten stellen na ontvangst van de in het tweede lid genoemde verklaring de financiële bijdrage aan de fractie vast.

Artikel 12.

  • 1 Bij splitsing van een fractie wordt voor de duur van de zittingsperiode de op grond van artikel 8 toegekende bijdrage voor de oorspronkelijke fractie, verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden.

  • 2 Bij splitsing van een fractie wordt het aan de oorspronkelijke fractie verstrekte voorschot verrekend dan wel teruggevorderd overeenkomstig de verdeling die volgt uit het eerste lid.

  • 3 Bij samenvoeging van fracties wordt de bijdrage aan de nieuwe fractie herberekend volgens de regels gesteld in artikel 8.

  • 4 De verdeling en herberekening als in de voorgaande leden bedoeld, vinden plaats per de datum waarop de voorzitter van Provinciale Staten een kennisgeving ontvangt als bedoeld in artikel 8, vierde lid, van het Reglement van Orde van Provinciale Staten.

Artikel 13.

  • 1 Het in enig jaar niet bestede gedeelte van de bijdrage toekomend aan een fractie wordt gereserveerd ter besteding door die fractie in volgende jaren.

  • 2 De reserve bedoeld in het eerste lid is niet groter dan 50% van de bijdrage die de fractie in het voorgaande kalenderjaar toekwam ingevolge artikel 8, met dien verstande dat de reserve aan het eind van het laatste volle kalenderjaar van een zittingsperiode niet groter is dan 30% van genoemde bijdrage.

  • 3 Het beroep in enig jaar op de opgebouwde reserve komt tot uitdrukking in de jaarrekening als bedoeld in artikel 11 over dat jaar.

  • 4 De reserve blijft na verkiezingen beschikbaar voor de fractie die onder dezelfde naam terugkeert dan wel voor de fractie die naar het oordeel van Provinciale Staten als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd.

  • 5 Het bedrag waarmee de maximale reserve wordt overschreden vervalt aan de provincie en wordt teruggevorderd dan wel gekort op het eerstvolgende uit te betalen voorschot.

  • 6 Bij splitsing van een fractie wordt de reserve aan de betrokken fracties toegerekend naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden. De fracties maken een dienovereenkomstige verdeling.

Artikel 14.

Indien een fractie na verkiezingen niet meer terugkeert in Provinciale Staten wordt het batig saldo van de uitbetaalde voorschotten zo spoedig mogelijk teruggestort in de provinciale kas.

Artikel 15.

Indien een nieuwe fractie in Provinciale Staten wordt gekozen, ontvangt deze fractie zo spoedig mogelijk een voorschot op grond van artikel 10 voor de periode tot de eerstvolgende periodieke bevoorschotting.

Artikel 16.

Op de financiële bijdrage bedoeld in paragraaf 2 van deze verordening is de Algemene subsidieverordening Gelderland 1998 niet van toepassing, met uitzondering van artikel 4.2, eerste en derde lid, van laatstgenoemde verordening.

Artikel 17.

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslissen Provinciale Staten.

Artikel 18.

  • 1 Indien een fractie bij de inwerkingtreding van deze verordening over een reserve beschikt, wordt deze gereserveerd ter besteding door die fractie in volgende jaren met dien verstande dat het te reserveren bedrag niet meer mag bedragen dan 50% van de bijdrage die de fractie in het kalenderjaar 2002 toekwam op grond van de Regeling inzake het toekennen van tegemoetkomingen in de kosten verbonden aan de werkzaamheden van fracties in Provinciale Staten 1987.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde reservering wordt mede in aanmerking genomen bij de toepassing van artikel 13, tweede lid.

Artikel 19.

  • 1 De Regeling inzake het toekennen van tegemoetkomingen in de kosten verbonden aan de werkzaamheden van fracties in Provinciale Staten 1987, vastgesteld bij besluit van Provinciale Staten van 9 juni 1987, vervalt op 1 mei 2003.

  • 2 Deze verordening treedt in werking zes weken na de datum van publicatie van het Provinciaal Blad waarin zij is geplaatst en werkt terug tot 1 mei 2003.

  • 3 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2003.  

Ondertekening

Provinciale Staten van Gelderland