Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR93060
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR93060/1
Regeling vervallen per 01-01-2011
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2010
Geldend van 30-09-2010 t/m 31-12-2010
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2010Verordening op de heffing en de invordering van leges 2010
De raad van de gemeente Zeist;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 augustus 2010;
gelet op artikel 156, tweede lid, aanhef en onderdeel h, en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;
besluit:
vast te stellen de:
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2010.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
’maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;
- d.
’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- e.
'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
a diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
b diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
c het raadplegen van de bij de gemeente berustende registers, leggers en plankaarten van de Diensten van het Kadaster en de Openbare Register door ambtenaren, in de uitoefening van hun functie;
d het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen;
e de verstrekking van stukken als bedoeld onder de onderdelen 1.7.2. en 1.7.3. van de tarieventabel aan afdelingen van politieke partijen, waarvan de naam is geregistreerd, dan wel van andere verenigingen, welke naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders een politieke doelstelling hebben of aan een organisatie en instelling van welzijn, mits deze organisatie plaatselijk, dan wel buurt- of wijkgebonden is, de totale plaatselijke bevolking, dan wel de gehele buurt- of wijkbevolking als doelgroep beschouwt en zich als doel stelt het namens en voor deze doelgroep onderhouden van contacten met de plaatselijke overheid, zulks tot ten hoogste vijf exemplaren;
f aanvragen als bedoeld onder de onderdelen 2.2.1 en 2.3.1 van de tarieventabel voor nieuwbouw van woningen aan toegelaten instellingen die met de gemeente een (prestatie)overeenkomst hebben afgesloten over de ontwikkeling van nieuwbouw, renovatie, herstructurering en andere onderwerpen die voor het lokale volkshuisvestingsbeleid van belang zijn. De vrijstelling geldt voor woningen tot en met een (reken)huurprijs van euro 548,18 per maand (aftoppingsgrens 3- en meerpersoonshuishoudens per 1 juli 2005 zoals bedoeld in de Huursubsidiewet);
g het in behandeling nemen van een aanvraag tot verkrijgen van een ontheffing als bedoeld onder het onderdeel 1.19.1.2 van de tarieventabel van Stichting Dierenambulance Utrecht.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met in achtneming van het overigens in dit artikel bepaalde.
-
2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
-
3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
1.In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen dertig dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
2 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Teruggaaf
1 Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.
2 Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
hoofdstuk 2 (reisdocumenten);
- 2.
hoofdstuk 3 (rijbewijzen);
- 3.
onderdeel 1.4.3 (papieren verstrekking uit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens);
- 4.
hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);
- 5.
onderdeel 1.9.1.1 (verklaring omtrent het gedrag);
- 6.
hoofdstuk 16 (kansspelen);
- 1.
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Artikel 12 Overgangsrecht
-
1. De Legesverordening 2010, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 29 juni 2010, wordt ingetrokken met ingang 1 oktober 2010, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. De op artikel 10 van de in het eerste lid genoemde verordening gebaseerde regels van het college worden geacht mede gebaseerd te zijn op artikel 11 van deze verordening.
Artikel 13 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 oktober 2010.
Artikel 14 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening (Wabo) 2010.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 7 september 2010.
De raad voornoemd,
mr. J. Janssen, griffier drs. J.J.L.M. Janssen, voorzitter
Bijlage 1:
Toelichting op aangevulde of gemuteerde artikelen ten opzichte van de “vigerende””legesverordening 2010.
artikelnummer |
Toelichting |
1.1.2 |
Het gebruik van de trouwzaal werd in de oude verordening niet expliciet genoemd. In de Modelverordening wel. De bestaande tarieven zijn ook hierop van toepassing. |
2.3.1.4 en 2.3.2.2 |
Voorgesteld wordt conform de modelverordening van de VNG de verschuldigde leges voor een omgevingsvergunning te verhogen met 10% als een aanvraag om een omgevingsvergunning wordt ingediend nadat er al met de bouwactiviteit is begonnen. De extra leges zijn een financiële prikkel om voorafgaand aan het bouwen ‘netjes” een omgevings-vergunning voor de bouwactiviteit aan te vragen. De verhoging wordt gemaximeerd op € 1.000. |
2.3.3.1, 2.3.3.2, 2.3.3..6 en 2.3.3.10 |
Voor de beoordeling van de in deze artikelen genoemde planafwijkingen (bij een bouwactiviteit) wordt een tarief gevraagd van € 115,00 (gebaseerd op ca 1,5 uur inzet ambtelijke capaciteit). |
2.3.4.1, 2.3.4.2, 2.3.4..6 en 2.3.4.10 |
Voor de beoordeling van de in deze artikelen genoemde planafwijkingen (bij aanlegkosten) wordt een tarief gevraagd van € 115,00 (gebaseerd op ca 1,5 uur inzet ambtelijke capaciteit). |
2.3.6 |
Het oude artikel is redactioneel zo aangepast dat de verschillende belastbare feiten beter tot uitdrukking komen. Het tarief is ongewijzigd. |
2.3.10 |
De kapvergunning wordt door de invoering van de Wabo thans tot de omgevingsvergunning gerekend en heeft daarom een plaats gekregen in Titel II van de verordening |
2.3.12, 2.3.13 en 2..3.14 |
Het betreft hier een zogenaamd wettelijk aanhaking. Het gaat om projecten in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en Faunawet, alsmede andere activiteiten voor bij amvb of provinciale, gemeentelijke of waterschapsverordening aangewezen aciviteiten, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i of artikel 2.2., lid 2 van de Wabo. De artikelen zijn bedoeld voor de situatie als er sprake is een samenloop met andere activiteiten waarvoor een omgevingsvergunning is vereist. Het college van burgemeester en wethouders zal dan meestal het bevoegde gezag zijn. Het oorspronkelijk bevoegde gezag (gedeputeerde Staten of de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) wordt via een verklaring van geen bedenkingen betrokken bij de beslissing op een aanvraag. Het verschuldigde tarief is bepaald op € 122,60, gelijk aan de beoordeling van een sloopvergunning. |
2.3.16.1.1 en 2.3.16.1.3 |
Beoordeling bodemrapporten. Het tarief bedroeg in de “oude“verordening € 84,20 (in basis € 84,1649). Het tarief was echter niet afgerond op een veelvoud van € 0,05. Het tarief wordt hierdoor € 84,15. |
2.3.17 |
Dit artikel regelt de verschuldigde leges in die gevallen dat de gevraagde advies niet wordt genoemd in Titel II van deze verordening. |
2.3.18 |
De Wabo introduceert de verklaring van geen bedenkingen. Voor het afgeven van een dergelijke verklaring is de verschuldigde leges bepaald op € 153,80. |
2.4 |
Vermindering van leges. In dit artikel wordt geregeld in welke gevallen er sprake is van vermindering van leges. Het gaat hier om vermindering van leges in relatie met minder administratieve werkzaamheden als gevolg van het indienen van een gecombineerde aanvraag van een omgevingsvergunning. De verminderingspercentages zijn analoog aan de percentages genoemd in de modelverordening van de VNG. |
Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2010. |
||
Indeling tarieventabel |
||
Titel 1 |
Algemene dienstverlening |
|
Hoofdstuk 1 |
Burgerlijke stand |
|
Hoofdstuk 2 |
Reisdocumenten |
|
Hoofdstuk 3 |
Rijbewijzen |
|
Hoofdstuk 4 |
Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens |
|
Hoofdstuk 5 |
Verstrekkingen uit het Kiezersregister |
|
Hoofdstuk 6 |
Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens |
|
Hoofdstuk 7 |
Bestuursstukken |
|
Hoofdstuk 8 |
Vastgoedinformatie |
|
Hoofdstuk 9 |
Overige publiekszaken |
|
Hoofdstuk 10 |
Gemeentearchief |
|
Hoofdstuk 11 |
Huisvestingswet |
|
Hoofdstuk 12 |
Leegstandwet |
|
Hoofdstuk 13 |
Gemeentegarantie |
|
Hoofdstuk 14 |
Marktstandplaatsen |
|
Hoofdstuk 15 |
Winkeltijdenwet |
|
Hoofdstuk 16 |
Kansspelen |
|
Hoofdstuk 17 |
Kinderopvang |
|
Hoofdstuk 18 |
Telecommunicatie |
|
Hoofdstuk 19 |
Verkeer en vervoer |
|
Hoofdstuk 20 |
Diversen |
|
Titel 2 |
Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning |
|
Hoofdstuk 1 |
Begripsomschrijvingen |
|
Hoofdstuk 2 |
Vooroverleg/beoordelen conceptaanvraag |
|
Hoofdstuk 3 |
Omgevingsvergunning |
|
Hoofdstuk 4 |
Vermindering |
|
Hoofdstuk 5 |
Teruggaaf |
|
Hoofdstuk 6 |
Intrekking omgevingsvergunning |
|
Hoofdstuk 7 |
Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project |
|
Hoofdstuk 8 |
Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten |
|
Hoofdstuk 9 |
Sloopmelding |
|
Hoofdstuk 10 |
In deze titel niet benoemde beschikking |
|
Titel 3 |
Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn |
|
Hoofdstuk 1 |
Horeca |
|
Hoofdstuk 2 |
Organiseren evenementen of markten |
|
Hoofdstuk 3 |
Prostitutiebedrijven |
|
Hoofdstuk 4 |
Splitsingsvergunning woonruimte |
|
Hoofdstuk 5 |
Leefmilieuverordening |
|
Hoofdstuk 6 |
Brandbeveiligingsverordening |
|
Hoofdstuk 7 |
In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
Titel 1 |
Algemene dienstverlening |
tarief |
2010 |
||
Hoofdstuk 1 |
Burgerlijke stand |
|
1.1.1 |
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op: |
|
1.1.1.1 |
maandag tot en met vrijdag |
320,65 |
1.1.1.2 |
zaterdag |
377,50 |
1.1.2 |
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op: |
|
1.1.2.1 |
maandag tot en met vrijdag |
320,65 |
1.1.2.2 |
zaterdag |
377,50 |
1.1.3 |
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek op: |
|
1.1.3.1 |
maandag tot en met vrijdag |
320,65 |
1.1.3.2 |
zaterdag |
377,50 |
1.1.3.a |
Het tarief bedraagt voor een huwelijksvoltrekking of een partnerregistratie als omschreven in 1.1.1, 1.1.2 en 1.1.3: |
|
1.1.3.a.1 |
op een ander tijdstip dan tussen 9.00 en 17.00 uur; 1,25 maal het tarief van het voor die dag bepaalde; |
|
1.1.3.a.2 |
op een zondag of daaraan gelijkgestelde dag: 2 maal het voor de zaterdag bepaalde tarief. |
|
1.1.4 |
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek op: |
|
1.1.4.1 |
maandag tot en met vrijdag |
320,65 |
1.1.4.2 |
zaterdag |
377,50 |
1.1.4.a |
Het tarief voor het getuige zijn bij een huwelijk, ingevuld door een ambtenaar van de gemeente, bedraagt per kwartier |
14,95 |
1.1.5 |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: |
|
1.1.5.1 |
een (duplicaat van) trouwboekje of partnerschapboekje |
34,45 |
1.1.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een lijst waarop zijn vermeld: |
|
1.1.6.1 |
alle op één dag, in één week of in één maand geborenen en overledenen, voor zover voor plaatsing op die lijst toestemming is verleend, voor elk op die lijst vermelde aangifte |
22,30 |
1.1.6.2 |
alle op één dag, in één week of in één maand ondertrouwde en getrouwde paren of geregistreerde partners, als voor plaatsing op die lijst toestemming is verleend, voor elk op die lijst vermeld paar |
22,30 |
1.1.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afsluiten van een abonnement op het geregeld eenmaal per week verstrekken van lijsten als in 1.1.6.1 en 1.1.6.2 bedoeld: |
|
1.1.7.1 |
zonder opgave van adres |
207,65 |
1.1.7.2 |
voor elke volgende categorie vermeerderd met |
141,10 |
1.1.8 |
Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier |
14,95 |
1.1.9 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. |
|
Hoofdstuk 2 |
Reisdocumenten |
|
1.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.2.1.1 |
tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen |
50,90 |
1.2.1.2 |
tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in 1.2.1.1 (zakenpaspoort) |
56,90 |
1.2.1.3 |
tot het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort) |
50,90 |
1.2.1.4 |
tot het bijschrijven van een kind in een reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en1.2.1.3, direct bij de aanvraag van dit nieuwe reisdocument |
8,95 |
1.2.1.5 |
tot het bijschrijven van een kind middels een bijschrijvingssticker in een reeds uitgegeven reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en1.2.1.3 |
20,90 |
1.2.1.6 |
tot het aanbrengen van een wijziging anders dan bedoeld in 1.2.1.5 in een reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3 |
19,50 |
1.2.1.7 |
tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart (NIK) |
42,85 |
1.2.1.8 |
tot het verstrekken van een Jeugd Nederlandse Identiteitskaart (tot en met 13 jaar) |
8,95 |
1.2.1.a |
Indien de aanvraag betrekking heeft op het verstrekken van documenten als bedoeld in 1.2.1, na vermissing, worden de tarieven genoemd onder 1.2.1 verhoogd met |
29,90 |
1.2.2 |
De tarieven genoemd in de onderdelen 1.2.1.1 tot en met 1.2.1.3 alsmede in 1.2.1.7 en 1.2.1.8 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van |
41,00 |
1.2.3 |
Het tarief genoemd in 1.2.2 wordt bij een gecombineerde spoedlevering van een nieuw reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3 en het bijschrijven van één of meer kinderen als bedoeld in 1.2.1.4, slechts één keer per reisdocument berekend. |
|
1.2.4 |
Het tarief genoemd in onderdeel 1.2.1.5 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag per bijschrijvingssticker van |
19,50 |
Hoofdstuk 3 |
Rijbewijzen |
|
1.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs |
37,60 |
1.3.2 |
Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met |
33,50 |
Hoofdstuk 4 |
Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens |
|
1.4.1 |
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens moet worden geraadpleegd. |
|
1.4.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.4.2.1 |
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking |
11,40 |
1.4.2.2 |
tot het verstrekken van een afschrift van de persoonslijst (uitgezonderd de wettelijk voorgeschreven eerste levering) |
7,80 |
1.4.3 |
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens |
2,25 |
1.4.4 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke basisadministratie, voor ieder daaraan besteed kwartier |
14,95 |
Hoofdstuk 5 |
Verstrekkingen uit het Kiezersregister |
|
1.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer bedoeld in artikel D4 van de Kieswet |
nihil |
Hoofdstuk 6 |
Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens |
|
1.6.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens: |
|
1.6.1.1 |
bij verstrekking op papier, indien het afschrift bestaat uit: |
|
1.6.1.1.1 |
ten hoogste 100 pagina’s, per pagina |
0,23 |
met een maximum per bericht van |
4,50 |
|
1.6.1.1.2 |
meer dan 100 pagina’s |
22,50 |
1.6.1.2 |
bij verstrekking anders dan op papier |
4,50 |
1.6.1.3 |
dat bestaat uit een afschrift van een, vanwege de aard van de verwerking, moeilijk toegankelijke gegevensverwerking |
22,50 |
1.6.2 |
Indien voor hetzelfde bericht op grond van de onderdelen 1.6.1.1, 1.6.1.2 en 1.6.1.3 meerdere vergoedingen kunnen worden gevraagd, wordt slechts de hoogste gevraagd. |
|
1.6.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzet als bedoeld in artikel 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens |
4,50 |
Hoofdstuk 7 |
Bestuursstukken |
|
begroting, jaarrekening |
||
1.7.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
1.7.1.1 |
een afschrift van de gemeentebegroting |
40,20 |
1.7.1.2 |
een afschrift van de gemeenterekening |
62,75 |
raadsstukken, raadsverslagen |
||
1.7.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.7.2.1 |
tot het verstrekken van: |
|
1.7.2.1.1 |
een afschrift van het verslag van een raadsvergadering, per pagina |
0,30 |
1.7.2.1.2 |
een afschrift van de stukken behorende bij een raadsvergadering, per pagina |
0,30 |
1.7.2.2 |
tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar: |
|
1.7.2.2.1 |
op de verslagen van de raadsvergaderingen |
23,55 |
1.7.2.2.2 |
op de stukken behorende bij de raadsvergaderingen |
32,85 |
1.7.2.3 |
voor toezending van de onder 1.7.2.2.1 en 1.7.2.2.2 bedoelde bescheiden |
70,10 |
commissiestukken, commissieverslagen |
||
1.7.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.7.3.1 |
tot het verstrekken van: |
|
1.7.3.1.1 |
een afschrift van het verslag van een vergadering van een raadscommissie, per pagina |
0,30 |
1.7.3.1.2 |
een afschrift van de stukken behorende bij een vergadering van een raadscommissie, per pagina |
0,30 |
1.7.3.2 |
tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar: |
|
1.7.3.2.1 |
op de verslagen van de vergaderingen van een raadscommissie |
12,00 |
1.7.3.2.2 |
op de stukken behorende bij de vergaderingen van een raadscommissie |
28,45 |
1.7.3.3 |
voor toezending van de onder 1.7.3.2.1 en 1.7.3.2.2 bedoelde bescheiden |
70,10 |
gemeentebladen, verordeningen |
||
1.7.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.7.4.1 |
tot het verstrekken van het gemeenteblad, per pagina |
0,30 |
1.7.4.2 |
tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar op het gemeenteblad |
19,10 |
1.7.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
1.7.5.1 |
een afschrift van de bouwverordening met toelichting |
108,85 |
1.7.5.2 |
een afschrift van de de brandbeveiligingsverordening |
108,85 |
Hoofdstuk 8 |
Vastgoedinformatie |
|
1.8.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.8.1.1 |
voor het beschikbaar stellen van een bestemmingsplan of een ontwerp daarvan, dan wel om beschikbaarstelling van hiermee gelijk te stellen stukken, bedraagt per plan of een gedeelte daarvan |
37,60 |
1.8.1.2 |
Het onder 1.8.1.1 vermelde bedrag wordt verhoogd met een bedrag van |
8,40 |
per plankaart of een gedeelte daarvan, te vermeerderen met de externe door de gemeente te maken kosten op basis van een vooraf opgestelde offerte. De aanvrager wordt geïnformeerd over de hoogte van deze kosten. |
||
1.8.2 |
Het tarief bedraagt voor het verlenen van inzage in de kadastrale kaarten, per perceel |
4,90 |
1.8.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van inlichtingen uit het AKR-bestand, per perceel |
16,65 |
1.8.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een fotokopie van de kadastrale kaart op A3, of A4-formaat, per fotokopie |
16,65 |
Hoofdstuk 9 |
Overige publiekszaken |
|
1.9.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.9.1.1 |
tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag |
30,05 |
1.9.1.2 |
tot het verkrijgen van een attestatie de vita |
11,40 |
1.9.1.3 |
tot het verkrijgen van een bewijs van Nederlanderschap |
11,40 |
1.9.1.4 |
tot het verkrijgen van een uittreksel uit het GBA |
11,40 |
1.9.1.5 |
tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening |
4,50 |
1.9.2 |
Voor het in behandeling nemen van een verzoek als bedoeld in artikel 13 van de Rijkswet op het Nederlanderschap geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het vigerende Besluit optie- en naturalisatiegelden (o.a.: verkrijging van Nederlanderschap). |
|
Hoofdstuk 10 |
Gemeentearchief |
|
1.10.1 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken (w.o. gemeentelijke bouwdossiers jonger dan 20 jaar), voor ieder daaraan besteed half uur, of een gedeelte daarvan, ongeacht het resultaat |
29,90 |
1.10.1.a |
Indien met de onder 1.10.1 bedoelde verrichtingen naar verwachting meer tijd is gemoeid dan een half uur, wordt vooraf met de opdrachtgever overleg gepleegd over aard en omvang van de opdracht. |
|
1.10.2 |
Onverminderd het bepaalde onder 1.10.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
|
1.10.2.1 |
een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina |
0,75 |
1.10.2.2 |
een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk |
5,90 |
1.10.2.3 |
lichtdrukken tot en met A4-formaat, per lichtdruk |
0,95 |
1.10.2.4 |
lichtdrukken groter dan A4-formaat, per lichtdruk |
2,00 |
Hoofdstuk 11 |
Huisvestingswet |
|
1.11 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.11.1 |
tot het verkrijgen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Huisvestingswet |
88,25 |
1.11.2 |
tot het verkrijgen van een vergunning tot gehele of gedeeltelijke onttrekking van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel a, van de Huisvestingswet |
490,35 |
1.11.3 |
tot het verkrijgen van een vergunning tot samenvoeging van woonruimte met andere woonruimte als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel b, van de Huisvestingswet |
490,35 |
1.11.4 |
tot het verkrijgen van een vergunning tot omzetting van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c, van de Huisvestingswet |
490,35 |
Hoofdstuk 12 |
Leegstandwet |
|
1.12 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.12.1 |
tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet |
88,25 |
1.12.2 |
tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vierde lid, van de Leegstandwet |
44,10 |
Hoofdstuk 13 |
Gemeentegarantie |
|
1.13 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.13.1 |
tot het verkrijgen van een gemeentegarantie |
104,20 |
1.13.2 |
tot het instemmen met het wijzigen of omzetten van een door de gemeente gegarandeerde hypothecaire geldlening |
104,20 |
Hoofdstuk 14 |
Marktstandplaatsen |
|
1.14 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.14.1 |
tot registratie op de wachtlijst voor een vaste standplaats op de warenmarkt |
98,05 |
1.14.2 |
tot verlenging van de registratie op de wachtlijst voor een vaste standplaats op de warenmarkt |
98,05 |
Hoofdstuk 15 |
Winkeltijdenwet |
|
1.15 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.15.1 |
voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet |
29,90 |
1.15.2 |
tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 1.15.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander |
29,90 |
1.15.3 |
tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 1.15.1 bedoelde ontheffing |
29,90 |
Hoofdstuk 16 |
Kansspelen |
|
1.16.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|
1.16.1.1 |
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat |
56,50 |
1.16.1.2 |
voor een periode van twaalf maanden voor twee kansspelautomaten |
90,50 |
1.16.1.a |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning voor onbepaalde tijd, in een inrichting bestemd om publiek de gelegenheid te geven een spel d.m.v. kansspelautomaten te beoefenen als bedoeld in artikel 30c lid 1, onder b, van de Wet op de kansspelen |
|
1.16.1.a.1 |
een basisbedrag van |
90,50 |
1.16.1.a.2 |
vermeerderd met het produkt van het aantal kansspelautomaten die op de vergunning zijn vermeld, een bedrag van |
136,00 |
1.16.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) |
29,90 |
Hoofdstuk 17 |
Kinderopvang |
|
1.17.1 |
In Zeist worden geen leges geheven voor het maken van uittreksels en het geven van inlichtingen uit het register als bedoeld in artikel 46 van de Wet op de kinderopvang |
nihil |
Hoofdstuk 18 |
Telecommunicatie |
|
In Zeist worden geen leges geheven voor werkzaamheden als bedoeld in de Telecommunicatiewet. In Zeist wordt de vergoeding geregeld in een private overeenkomst ter zake van het uit te voeren werk. |
||
Hoofdstuk 19 |
Verkeer en vervoer |
|
1.19.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.19.1.1 |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV, Stb. 459) voor zover noodzakelijk voor en direct samenhangend met de uitvoering van bijzondere transporten |
27,00 |
1.19.1.2 |
tot het verkrijgen van een ontheffing volgens artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV, Stb. 459) anders dan volgens onderdeel 1.19.1.1 |
31,40 |
1.19.1.3 |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen |
27,00 |
1.19.1.4 |
tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) |
31,40 |
1.19.1.5 |
tot wijziging van een gehandicaptenparkeerkaart of afgifte van een duplicaat gehandicaptenparkeerkaart |
15,70 |
1.19.2 |
Voor een geneeskundig onderzoek ten behoeve van de aanvraag als bedoeld in 1.19.3 wordt afzonderlijk in rekening gebracht |
102,90 |
1.19.3 |
Bij het niet op het juiste tijdstip verschijnen voor het geneeskundig onderzoek als bedoeld in 1.19.2 wordt in rekening gebracht |
40,00 |
1.19.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een besluit tot het plaatsen van Bord E6 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV, Stb. 459) |
29,90 |
1.19.5 |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een real time parkeerkaart |
2,50 |
Hoofdstuk 20 |
Diversen |
|
Overige vergunningen |
||
1.20.1.1 |
Ventvergunningen |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag ter verkrijging van een ventvergunning als bedoeld in artikel 5.2.2 van de APV, zo deze vergunning geldt voor: |
||
1.20.1.1.1 |
een dag: |
29,90 |
1.20.1.1.2 |
een week: |
33,85 |
1.20.1.1.3 |
een maand: |
45,85 |
1.20.1.1.4 |
een kwartaal: |
61,80 |
1.20.1.1.5 |
een half jaar: |
84,85 |
1.20.1.1.6 |
een jaar: |
113,30 |
1.20.1.2 |
Uitoefenen beroep of bedrijf/diversen |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag ter verkrijging van een vergunning tot het op of aan de weg uitoefening van het beroep of bedrijf als bedoeld in artikel 2.1.4.3 van de APV (straatartiest, straatfotograaf, tekenaar, filmoperateur of gids), zo deze vergunning geldt voor: |
||
1.20.1.2.1 |
een dag: |
29,90 |
1.20.1.2.2 |
een week: |
33,85 |
1.20.1.2.3 |
een maand: |
45,85 |
1.20.1.2.4 |
een jaar: |
113,30 |
1.20.1.3 |
Als een gevraagde vergunning als bedoeld onder 1.20.1.1 of 1.20.1.2 wordt geweigerd bedraagt het tarief |
29,90 |
Brandweer |
||
1.20.1.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot ontheffing van het verbod volgens artikel 5.5.1 van de APV (stookverbod): |
|
1.20.1.4.1 |
voor een tijdelijke ontheffing: |
29,90 |
1.20.1.4.2 |
voor een doorlopende ontheffing: |
59,85 |
1.20.1.5 |
Gebruik gemeentegrond |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verstrekken van een vergunning (gebruik gemeentegrond) volgens artikel 2.1.5.1 van de APV |
103,00 |
|
Vangnetbepalingen |
||
1.20.1a |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verkrijging van ontheffing van enigerlei bepaling van de APV, voor zover niet in deze tabel genoemd |
29,90 |
1.20.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
1.20.2.1 |
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
5,90 |
1.20.2.2 |
afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|
1.20.2.2.1 |
per pagina op papier van A4-formaat, of kleiner |
0,30 |
1.20.2.2.2 |
per pagina op papier groter dan A4-formaat |
0,60 |
1.20.2.3 |
kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.20.2.1 en 1.20.2.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk: |
|
1.20.2.3.1 |
van A4-formaat, of kleiner |
1,00 |
1.20.2.3.2 |
groter dan A4-formaat |
1,95 |
1.20.2.4 |
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders onder Titel 1 of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen |
29,90 |
1.20.2.5 |
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders onder Titel 1 of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
5,90 |
1.20.3 |
Voor zover niet elders in deze tabel een tarief is opgenomen of een ander wettelijk voorschrift geldt, bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.20.3.1 |
voor het verrichten van onderzoek in bij de gemeente berustende documenten of bestanden, ongeacht het resultaat, door een daartoe bevoegde ambtenaar; per half uur of een gedeelte daarvan |
29,90 |
1.20.3.2 |
Indien met de onder 1.20.3.1 bedoelde verrichtingen naar verwachting meer tijd is gemoeid dan een half uur, wordt vooraf met de opdrachtgever over aard en omvang van de opdracht overleg gevoerd. |
|
1.20.4.1 |
Voor zover niet elders in deze tabel opgenomen, wordt als de aanvrager verzoekt om toezending van in deze tabel genoemde stukken, de daarvoor verschuldigde leges verhoogd met het door de posterijen gehanteerde tarief voor ieder poststuk dat meer weegt dan 20 gram, tenzij aangetekend of per expresse verzonden. |
|
1.20.4.2 |
De aanvrager wordt geïnformeerd over deze kosten voordat de aanvraag in behandeling genomen wordt. |
Titel 2 |
Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning |
|
Hoofdstuk 1 |
Begripsomschrijvingen |
|
2.1.1 |
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: |
|
2.1.1.1 |
aanlegkosten: |
|
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft; |
||
2.1.1.2 |
bouwkosten: |
|
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; |
||
2.1.1.3 |
exploitatieplan: |
|
een plan als bedoeld in artikel 6.12, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening |
||
2.1.1.4 |
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. |
|
2.1.2 |
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. |
|
2.1.3 |
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. |
|
Hoofdstuk 2 |
Beoordeling conceptaanvraag |
|
2.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
2.2.1 |
om beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning: |
50% |
van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld, met dien verstande dat het minimumtarief bedraagt |
276,00 |
|
2.2.2 |
Indien over de conceptaanvraag het advies van de Welstand Monumenten Midden Nederland moet worden ingewonnen, wordt het op grond van 2.2.1 verschuldigde bedrag verhoogd met: |
61,90 |
Hoofdstuk 3 |
Omgevingsvergunning |
|
2.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|
2.3.1 |
Bouwactiviteiten |
|
2.3.1.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
2.3.1.1.1 |
indien de bouwkosten € 5.000.000,- of minder bedragen |
|
voor elke € 500,- bouwkosten of een gedeelte daarvan |
13,80 |
|
met een minimum bedrag per vergunning van |
276,00 |
|
2.3.1.1.2 |
indien de bouwkosten meer dan € 5.000.000,-, maar niet meer dan |
|
€ 10.000.000,- bedragen: |
||
een bedrag van |
138.000,00 |
|
vermeerderd met een bedrag van |
13,10 |
|
voor elke € 500,- bouwkosten of een gedeelte daarvan, dat de € 5.000.000,- aan bouwkosten overstijgt; |
||
2.3.1.1.3 |
indien de bouwkosten meer dan € 10.000.000,-, maar niet meer dan € 20.000.000,- bedragen: |
|
een bedrag van |
269.000,00 |
|
vermeerderd met een bedrag van |
12,40 |
|
voor elke € 500,- bouwkosten of een gedeelte daarvan, dat de € 10.000.000,- aan bouwkosten overstijgt; |
||
2.3.1.1.4 |
indien de bouwkosten meer dan € 20.000.000,- bedragen: |
|
een bedrag van |
517.000,00 |
|
vermeerderd met een bedrag van |
11,70 |
|
voor elke € 500,- bouwkosten of een gedeelte daarvan, dat de € 20.000.000,- aan bouwkosten overstijgt. |
||
Welstandstoets |
||
2.3.1.2 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 wordt, indien een welstandstoets noodzakelijk is, het tarief: |
|
2.3.1.2.1 |
als over het bouwplan niet het advies van de Welstand Monumenten Midden Nederland (WMMN) behoeft te worden ingewonnen (toetsing aan loketcriteria), het bedrag van |
34,00 |
2.3.1.2.2 |
als over het bouwplan wel het advies van de WMMN moet worden ingewonnen, het bedrag van: |
|
2.3.1.2.2.1 |
indien de bouwkosten meer dan € 5.000,-, maar niet meer dan |
|
€ 225.000,- bedragen: |
||
een bedrag van |
13,10 |
|
vermeerderd met een bedrag van |
2,28 |
|
voor elke € 1.000,- bouwkosten; |
||
2.3.1.2.2.2 |
indien de bouwkosten meer dan € 225.000,-, maar niet meer dan |
|
€ 450.000,- bedragen: |
||
een bedrag van |
527,20 |
|
vermeerderd met een bedrag van |
1,31 |
|
voor elke € 1.000,- bouwkosten, dat de € 225.000,- aan bouwkosten overstijgt; |
||
2.3.1.2.2.3 |
indien de bouwkosten meer dan € 450.000,-, maar niet meer dan |
|
€ 2.250.000,- bedragen: |
||
een bedrag van |
821,70 |
|
vermeerderd met een bedrag van |
0,26 |
|
voor elke € 1.000,- bouwkosten, dat de € 450.000,- aan bouwkosten overstijgt; |
||
2.3.1.2.2.4 |
indien de bouwkosten meer dan € 2.250.000,- bedragen: |
|
een bedrag van |
1.292,90 |
|
vermeerderd met een bedrag van |
0,13 |
|
voor elke € 1.000,- bouwkosten, dat de € 2.250.000,- aan bouwkosten overstijgt; |
||
2.3.1.3 |
Dit artikelnummer is niet in gebruik |
|
Achteraf ingediende aanvraag |
||
2.3.1.4 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit, waarvoor een omgevingsvergunning verplicht is: |
10% |
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges, met een maximum van € 1.000,00 |
||
Beoordeling aanvullende gegevens |
||
2.3.1.5 |
Zeist heft niet aanvullend voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag al in behandeling is genomen. Dit is betrokken in de tariefstelling van onderdeel 2.3.1.1. |
|
2.3.2 |
Aanlegactiviteiten |
|
2.3.2.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, is het tarief gelijk aan het tarief bedoeld in onderdeel 2.3.1.1, met dien verstande dat voor het begrip bouwkosten wordt gelezen aanlegkosten. |
|
Achteraf ingediende aanvraag |
||
2.3.2.2 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.2.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de aanlegactiviteit, waarvoor een omgevingsvergunning verplicht is: |
10% |
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges, met een maximum van € 1.000,00 |
||
2.3.3 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit |
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 wordt, indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, het tarief: |
||
2.3.3.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): |
|
bedraagt het tarief |
115,00 |
|
2.3.3.2 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking) |
|
bedraagt het tarief |
115,00 |
|
2.3.3.3.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse grote afwijking), wordt aanvullend op de leges van onderdeel 2.3.1 een tarief geheven dat 53% bedraagt van de in de artikelen 2.3.1.1 genoemde bedragen, doch minimaal |
146,00 |
2.3.3.3.2 |
indien een aanvraag als bedoeld in onderdeel 2.3.3.3.1 ter ter inzage wordt gelegd op grond van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt aanvullend op onderdeel 2.3.3.3 een tarief geheven dat 53% bedraagt van de in artikel 2.3.1.1 genoemde bedragen, doch minimaal |
146,00 |
2.3.3.5 |
Artikelnummer niet in gebruik |
|
2.3.3.6 |
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): |
|
bedraagt het tarief; |
115,00 |
|
2.3.3.7 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): |
|
bedraagt het tarief; |
1.281,30 |
|
2.3.3.8 |
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): |
|
bedraagt het tarief |
1.281,30 |
|
2.3.3.9 |
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) |
|
bedraagt het tarief |
1.281,30 |
|
2.3.3.10 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit) |
|
bedraagt het tarief |
115,00 |
|
2.3.3.11 |
Indien nog geen sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning dient voor de bepaling van de verschuldigde leges in de onderdelen 2.3.3.3.1 en 2.3.3.3.2 te worden uitgegaan van de raming van de bouwkosten van de voorzieningen die in de omgevingsvergunning met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º van de Wabo zijn opgenomen, een en ander overeenkomstig het bepaalde in onderdeel 2.1.1.2. |
|
2.3.4 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een aanlegactiviteit |
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.2 wordt, indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, het tarief: |
||
2.3.4.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): |
|
bedraagt het tarief |
115,00 |
|
2.3.4.2 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking) |
|
bedraagt het tarief |
115,00 |
|
2.3.4.3.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse grote afwijking), wordt aanvullend op de leges van onderdeel 2.3.2 een tarief geheven dat 53% bedraagt van de in de onderdelen 2.3.2, juncto 2.3.1.1 genoemde bedragen, doch minimaal |
146,00 |
2.3.4.3.1 |
indien een aanvraag als bedoeld in onderdeel 2.3.4.3.1 ter inzage wordt gelegd op grond van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt aanvullend op onderdeel 2.3.4.3.1 een tarief geheven dat 53% bedraagt van de in de onderdelen 2.3.2, juncto 2.3.1.1 genoemde bedragen, doch minimaal |
146,00 |
2.3.4.5 |
artikelnummer niet in gebruik |
|
2.3.4.6 |
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): |
|
bedraagt het tarief; |
115,00 |
|
2.3.4.7 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): |
|
bedraagt het tarief; |
1.281,30 |
|
2.3.4.8 |
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): |
|
bedraagt het tarief |
1.281,30 |
|
2.3.4.9 |
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) |
|
bedraagt het tarief |
1.281,30 |
|
2.3.4.10 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit) |
|
bedraagt het tarief |
115,00 |
|
2.3.4.11 |
Indien nog geen sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning dient voor de bepaling van de verschuldigde leges in de onderdelen 2.3.4.3.1 en 2.3.4.3.2 te worden uitgegaan van de raming van de aanlegkosten van de voorzieningen die in de omgevingsvergunning met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º van de Wabo zijn opgenomen, een en ander overeenkomstig het bepaalde in onderdeel 2.1.1.1. |
|
2.3.4.a |
Planologisch strijdig gebruik waarbij sprake is van een functiewijziging of gebruikswijziging |
|
2.3.4.a.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit voor een functie- of gebruikswijziging en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo of een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
2.3.4.a.1.1 |
-als de nieuwe functie een woonfunctie is; per m2 bruto vloeroppervlakte, een bedrag van: |
29,80 |
2.3.4.a.1.2 |
-als de nieuwe functie een niet-woonfunctie is: per m2 bruto vloeroppervlakte, een bedrag van: |
119,30 |
2.3.4.a.1.3 |
-voor overige functie- of gebruikswijzigingen; per m2 bruto vloeroppervlakte, een bedrag van: |
59,60 |
2.3.4.a.2 |
De tarieven voor functie- of gebruikswijzigingen als bedoeld onder 2.3.4.a.1 zijn per aanvraag nooit hoger dan |
1.754,10 |
2.3.4.a.3 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.4.a.1 wordt, indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, het tarief: |
|
2.3.4.a.3.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): |
115,00 |
2.3.4.a.3.2 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking) |
115,00 |
2.3.4.a.3.3.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse grote afwijking), wordt aanvullend een tarief geheven dat 53% bedraagt van de in de artikelen 2.3.4.a.1 en 2.3.4.a.2 genoemde bedragen, doch minimaal |
146,00 |
2.3.4.a.3.3.2 |
indien een aanvraag als bedoeld in onderdeel 2.3.4.a.3.3.1 ter inzage wordt gelegd op grond van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt aanvullend op onderdeel 2.3.4.a.3.3.1 een tarief geheven dat 53% bedraagt van de in artikel 2.3.4.a.1 en 2.3.4.a.2 genoemde bedragen, doch minimaal |
146,00 |
2.3.4.a.3.5 |
Artikelnummer niet in gebruik |
|
2.3.4.a.3.6 |
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): |
115,00 |
2.3.4.a.3.7 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): |
1.281,30 |
2.3.4.a.3.8 |
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): |
1.281,30 |
2.3.4.a.3.9 |
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) |
1.281,30 |
2.3.4.a.3.10 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit) |
115,00 |
2.3.4.a.3.11 |
Indien nog geen sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning dient voor de bepaling van de verschuldigde leges in dit onderdeel 2.3.4.a.1 te worden uitgegaan van een raming van de oppervlakte. |
|
2.3.5 |
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid |
|
2.3.5.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
een basisbedrag van |
207,80 |
|
te vermeerderen met een bedrag, voor een inrichting van een vloeroppervlak van |
||
0 tot 100 m2, van |
462,60 |
|
100 tot 500 m2, van |
925,30 |
|
500 tot 2.000 m2, van |
1.850,60 |
|
2.000 tot 5.000 m2, van |
2.775,90 |
|
5.000 tot 15.000 m2, van |
3.701,20 |
|
15.000 tot 25.000 m2, van |
4.626,50 |
|
25.000 tot 50.000 m2, van |
5.551,80 |
|
50.000 en meer m2, van |
6.477,10 |
|
2.3.5.2 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een bestaande gebruiksvergunning is gelijk aan het tarief bedoeld onder 2.3.5.1. |
|
2.3.5.3 |
Het tarief bedraagt voor een aanvraag tot vervanging van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.3.5.1 indien de bestaande vergunning in het ongerede is geraakt: |
|
2.3.5.3.1 |
een basisbedrag van: |
207,80 |
2.3.5.3.2 |
te vermeerderen met een bedrag van: |
|
2.3.5.3.3 |
per afschrift op papier van A4-formaat of kleiner: |
0,30 |
2.3.5.3.4 |
per afschrift op papier groter dan A4-formaat: |
0,60 |
2.3.6 |
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten |
|
2.3.6.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de gemeentelijke Erfgoedverordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of de gemeentelijke Erfgoedverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: |
|
2.3.6.1.1 |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument: |
83,40 |
2.3.6.1.2 |
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
83,40 |
2.3.6.2 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, of op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist,bedraagt het tarief: |
122,60 |
2.3.6.3 |
Onverminderd het bepaalde in onderdelen 2.3.1.1 en 2.3.6.1 wordt, indien de aanvraag ter beoordeling in handen wordt gesteld van de gemeentelijke monumentencommissie, het tarief: |
|
2.3.6.3.1 |
indien de bouwkosten meer dan € 5.000,-, maar niet meer dan |
|
€ 225.000,- bedragen: |
||
een bedrag van |
11,00 |
|
vermeerderd met een bedrag van |
1,92 |
|
voor elke € 1.000,- bouwkosten; |
||
2.3.6.3.2 |
indien de bouwkosten meer dan € 225.000,-, maar niet meer dan |
|
€ 450.000,- bedragen: |
||
een bedrag van |
443,00 |
|
vermeerderd met een bedrag van |
1,10 |
|
voor elke € 1.000,- bouwkosten, dat de € 225.000,- aan bouwkosten overstijgt; |
||
2.3.6.3.3 |
indien de bouwkosten meer dan € 450.000,-, maar niet meer dan |
|
€ 2.250.000,- bedragen: |
||
een bedrag van |
690,50 |
|
vermeerderd met een bedrag van |
0,22 |
|
voor elke € 1.000,- bouwkosten, dat de € 450.000,- aan bouwkosten overstijgt; |
||
2.3.6.3.4 |
indien de bouwkosten meer dan € 2.250.000,- bedragen: |
|
een bedrag van |
1.086,50 |
|
vermeerderd met een bedrag van |
0,11 |
|
voor elke € 1.000,- bouwkosten, dat de € 2.250.000,- aan bouwkosten overstijgt; |
||
2.3.7 |
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht |
|
2.3.7.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk, bedraagt het tarief: |
|
2.3.7.1.1 |
in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo: |
122,60 |
2.3.7.1.2 |
in gevallen waarvoor op grond van artikel 8.1.1 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, |
122,60 |
Aanleggen of veranderen weg |
||
2.3.8 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.1.5.2 van de APV een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
29,90 |
2.3.9 |
Uitweg/inrit |
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.1.5.3 van de APV een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
103,00 |
|
2.3.10 |
Kappen |
|
2.3.10.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de gemeentelijke Bomenverordening 2005 een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
per vergunning |
73,95 |
|
dit bedrag wordt per boom verhoogd met: |
14,80 |
|
2.3.10.2 |
Indien sprake is van een besluit tot noodkap op grond van de Bomenverordening 2005 wordt hetzelfde bedrag gehanteerd als onder artikel 2.3.10.1. |
|
2.3.10.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verkrijging van een ontheffing als bedoeld in artikel 11 van de Bomenverordening 2005: |
32,85 |
2.3.11 |
Opslag van roerende zaken |
|
Dit artikel is bedoeld voor gemeenten die opslag van roerende zaken in de APV nog niet hebben gedereguleerd. Zeist heeft ter zake geen bepaling in de APV. |
nihil |
|
2.3.12 |
Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 |
|
2.3.12.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief: |
122,60 |
2.3.12.2 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 |
122,60 |
2.3.13 |
Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet |
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief |
122,60 |
|
2.3.14 |
Andere activiteiten |
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: |
||
2.3.14.1 |
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
122,60 |
2.3.14.2 |
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
2.3.14.2.1 |
als het een gemeentelijke verordening betreft |
122,60 |
2.3.14.2.2 |
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft |
122,60 |
2.3.15 |
Omgevingsvergunning in twee fasen |
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
||
2.3.15.1 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; |
|
2.3.15.2 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. |
|
2.3.16 |
Beoordeling bodemrapport |
|
2.3.16.1 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het instellen van een historisch bodemonderzoek bedraagt: |
|
2.3.16.1.1 |
voor het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2.1.5, leden twee, drie en zes, van de Bouwverordening als onderdeel voor een bodemonderzoek overeenkomstig NEN 5740 voor een aanvraag om een omgevingsvergunning, een bedrag van |
42,10 |
2.3.16.1.2 |
voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 2.1.5, vierde lid, van de Bouwverordening om beoordeling, respectievelijk goedkeuring van de onderzoeksopzet van een bodemonderzoek overeenkomstig NEN 5740 voor een aanvraag omgevingsvergunning, een bedrag van |
84,15 |
2.3.16.1.3 |
voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 2.1.5, eerste lid, van de Bouwverordening voor het beoordelen van de resultaten van een onderzoeksrapport inzake de gesteldheid van de bodem als bedoeld in artikel 2.1.5 van de bouwverordening, een bedrag van |
84,15 |
2.3.16.2 |
Als uit het bodemgesteldheidonderzoek blijkt dat een saneringsonderzoek nodig is en/of de bodem dient te worden gesaneerd en aan de bouwvergunning één of meer saneringsvoorwaarden dienen te worden verbonden, bedraagt het tarief |
|
bij saneringskosten tot ten hoogste € 100.000: |
||
2.3.16.2.1 |
voor beoordeling van een nader (sanerings)onderzoek |
290,50 |
voor beoordeling van het saneringsplan |
290,50 |
|
2.3.16.2.2 |
bij saneringskosten tussen € 100.000 en € 500.000: |
|
voor beoordeling van een nader (sanerings)onderzoek |
727,10 |
|
voor beoordeling van het saneringsplan |
727,10 |
|
2.3.16.2.3 |
bij saneringskosten hoger dan € 500.000: |
|
voor beoordeling van een nader (sanerings)onderzoek |
1.427,00 |
|
voor beoordeling van het saneringsplan |
1.427,00 |
|
2.3.16.3 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld, voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport |
153,80 |
2.3.17 |
Advies |
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: |
153,80 |
|
2.3.18 |
Verklaring van geen bedenkingen |
|
2.3.18.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo |
|
2.3.18.1.1 |
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven |
153,80 |
2.3.18.1.2 |
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven |
153,80 |
2.3.20 |
Akoestisch onderzoek |
|
2.3.20.1 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het beoordelen van de resultaten van een akoestisch onderzoek ter bepaling van de maximaal toegestane geluidsbelasting op gevels van gebouwen bedraagt |
29,90 |
2.3.21 |
Wonen in gebouwen niet in gebruik als woning |
|
Artikel is vervallen bij invoering van de Wabo per 1 oktober 2010. |
||
2.3.22 |
Huisnummers |
|
2.3.22.1 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om toekenning, respectievelijk vernummering van de huisnummers bedraagt: |
|
2.3.22.2 |
als de aanvraag één huisnummer betreft: |
74,50 |
2.3.22.3 |
als de aanvraag maximaal vijf huisnummers betreft, per toe te kennen of te wijzigen huisnummer: |
37,30 |
2.3.22.4 |
als de aanvraag meer dan vijf huisnummers betreft, per toe te kennen of te wijzigen huisnummer: |
18,70 |
Rioolaansluitingsvergunning |
||
2.3.23 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een rioolaansluitingsvergunning waarbij op grond van artikel 2.1.5.2 van de APV een vergunning is vereist, bedraagt |
53,30 |
2.3.24 |
Handelsreclame |
|
2.3.24.1. |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of 4.7.2 van de APV een vergunning of ontheffing is vereist, en indien niet tevens sprake is van een activiteit als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1 (bouwactiviteit), bedraagt het tarief indien de activiteit bestaat uit het maken of voeren van die handelsreclame bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder g, van de Wabo: |
29,90 |
2.3.25 |
Publicatie |
|
2.3.25.1 |
Als met betrekking tot het verlenen van een omgevingsvergunning met toepassing van de artikelen 2.12 lid 1, onder a, onder 1°, 2°, 3°, artikel 2.12 lid 2, artikel 2.12 lid 1, onder b, artikel 2.12 lid 1 onder c en artikel 2.12 lid 1, onder d, van de Wabo enigerlei vorm van publicatie verplicht of noodzakelijk is, wordt het verschuldigde tarief verhoogd met een bedrag van |
110,10 |
Hoofdstuk 4 Vermindering |
||
2.4.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3. |
|
2.4.2 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18. De vermindering bedraagt: |
|
2.4.2.1 |
bij 5 tot 10 activiteiten: |
2% |
van de voor die activiteiten verschuldigde leges; |
||
2.4.2.2 |
bij 10 tot 15 activiteiten: |
3% |
van de voor die activiteiten verschuldigde leges; |
||
2.4.2.3 |
bij 15 of meer activiteiten: |
5% |
van de voor die activiteiten verschuldigde leges. |
||
Hoofdstuk 5 |
Teruggaaf |
|
2.5.1 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw- of aanlegactiviteiten |
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- of aanlegactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 of 2.3.2, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
50% |
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
||
2.5.2 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of aanlegactiviteiten |
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- of aanlegactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 of 2.3.2, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
25% |
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
||
2.5.3 |
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw of aanlegactiviteiten |
|
2.5.3.1 |
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- of aanlegactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 of 2.3.2 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
25% |
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
||
2.5.3.2 |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|
2.5.4 |
Teruggaaf als gevolg van buiten verdere behandeling stellen aanvraag omgevingsvergunning voor bouw- of aanlegactiviteiten |
|
Als een aanvraag om omgevingsvergunning met de activiteit bouwen of aanleggen buiten verdere behandeling wordt gesteld op grond van artikel 4:5 van de Awb, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges bedoeld in de onderdelen 2.3.1 en 2.3.2. De teruggaaf bedraagt: |
75% |
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
||
Hoofdstuk 6 |
Intrekking omgevingsvergunning |
|
2.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is: |
122,60 |
Hoofdstuk 7 |
Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project |
|
2.7.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: |
|
2.7.1.1 |
een bedrag naar tarief en berekend volgens de onder artikel 2.3.1 en 2.3.2 genoemde methode, met dien verstande dat het bedrag nooit minder bedraagt dan |
153,80 |
2.7.2 |
Er vindt geen teruggave plaats als de totale bouw- of aanlegkosten lager zijn dan bij de indiening van de oorspronkelijke verleende omgevingsvergunning zijn berekend. |
|
2.7.3 |
Er vindt geen teruggave plaats als de afwijking zodanig is, dat naar omstandigheden beoordeeld, sprake is van een nieuw bouw- of aanlegplan. |
|
Hoofdstuk 8 |
Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten |
|
2.8.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening |
25.625,00 |
2.8.2.1 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het toepassen van een wijzigingsbevoegdheid ex artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening, voor de bouw van maximaal 5 woningen en/of de bouw van overige gebouwen met een bebouwd oppervlak van maximaal 800m2 of de daarbij behorende onbebouwde oppervlakte van maximaal 4.000 m2, bedraagt het tarief |
5.258,90 |
2.8.2.2 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het toepassen van een wijzigingsbevoegdheid ex artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening, voor de bouw van meer dan 5 woningen en/of de bouw van overige gebouwen met een bebouwd oppervlak groter dan 800m2 of de daarbij behorende onbebouwde oppervlakte van meer dan 4.000 m2, bedraagt het tarief |
10.517,80 |
2.8.3 |
De onder 2.8.1 tot en met 2.8.3 vermelde bedragen worden verhoogd met externe advieskosten op basis van een vooraf opgestelde offerte. |
|
Indien een offerte als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt de aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de offerte aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
||
Publicatie |
||
2.8.4 |
Als bij toepassing van de onderdelen 2.8.1 of 2.8.2 enigerlei vorm van publicatie verplicht of noodzakelijk is, wordt het verschuldigde tarief verhoogd met een bedrag van |
110,10 |
Hoofdstuk 9 |
Sloopmelding |
|
2.9 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een sloopmelding als bedoeld in artikel 8.2.1 van de Bouwverordening |
122,60 |
Hoofdstuk 10 |
In deze titel niet benoemde beschikking |
|
2.10 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking |
83,40 |
Titel 3 |
Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn |
|
Hoofdstuk 1 |
Horeca |
|
3.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet |
387,85 |
3.1.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet |
29,90 |
3.1.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet |
29,90 |
3.1.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot geopend houden van cafés en dergelijke inrichtingen tot na het algemene sluitingsuur, voor elk volgend uur, geldig voor: |
|
3.1.4.1 |
een dag: |
29,90 |
3.1.4.2 |
een maand: |
39,50 |
3.1.4.3 |
wee maanden: |
66,95 |
3.1.4.4 |
drie maanden: |
97,10 |
3.1.4.5 |
onbepaalde tijd: |
161,80 |
Exploiteren van een horecabedrijf |
||
3.1.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een exploitatievergunning ingevolge de APV voor het exploiteren van een Horecabedrijf (artikel 2.3.1.2 van de APV) |
258,55 |
Hoofdstuk 2 |
Organiseren evenementen of markten |
|
3.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.2.2 van de APV (evenementenvergunning) |
29,90 |
Hoofdstuk 3 |
Prostitutiebedrijven |
|
3.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
3.3.1 |
een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.2.1 van de APV |
1.386,25 |
Hoofdstuk 4 |
Splitsingsvergunning woonruimte |
|
3.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 33 van de Huisvestingswet |
408,60 |
Hoofdstuk 5 |
Leefmilieuverordening |
|
De gemeente Zeist kent geen leefmilieuverordening |
||
Hoofdstuk 6 |
Brandbeveiligingsverordening |
|
3.6.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, dan wel een aanvraag tot wijziging van een bestaande vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in de Brandbeveiligingsverordening: |
|
3.6.1.1 |
een basisbedrag van |
207,80 |
3.6.1.2 |
te vermeerderen met een bedrag als het gaat om een inrichting met een vloeroppervlakte van |
|
3.6.1.2.1 |
0 tot 100 m2, van |
116,00 |
3.6.1.2.2 |
100 tot 500 m2, van |
232,10 |
3.6.1.2.3 |
500 tot 2.000 m2, van |
464,10 |
3.6.1.2.4 |
2.000 tot 5.000 m2, van |
696,20 |
3.6.1.2.5 |
5.000 tot 15.000 m2, van |
928,20 |
3.6.1.2.6 |
15.000 tot 25.000 m2, van |
1.160,30 |
3.6.1.2.7 |
25.000 tot 50.000 m2, van |
1.392,40 |
3.6.1.2.8 |
50.000 en meer m2, van |
1.624,40 |
3.6.2 |
Het tarief voor een aanvraag tot vervanging van een gebruiksvergunning, indien de bestaande vergunning in het ongerede is geraakt bedraagt: |
|
3.6.2.1 |
een basisbedrag van: |
207,80 |
3.6.2.2 |
te vermeerderen met een bedrag van: |
|
3.6.2.3 |
per afschrift op papier van A4-formaat of kleiner: |
0,30 |
3.6.2.4 |
per afschrift op papier groter dan A4-formaat: |
0,60 |
Hoofdstuk 7 |
In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
|
3.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking, die valt onder de Europese dienstenrichtlijn |
29,90 |
Behorende bij raadsbesluit van 7 september 2010
De griffier van Zeist,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl