Beleidsregel voor het verlenen van ontheffing voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik (Wet luchtvaart, artikel 8A.51)

Geldend van 21-08-2015 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel voor het verlenen van ontheffing voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik (Wet luchtvaart, artikel 8A.51)

Gedeputeerde staten van Drenthe hebben besloten een beleidsregel vast te stellen ten behoeve voor het nemen van een beslissing over een aanvraag om ontheffing voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik (TUG-ontheffing) op grond van artikel 8a.51 van de Wet luchtvaart

Inhoud

1, Tijdelijk en uitzonderlijk gebruik

Voor starts en landingen van luchtvaartuigen, zoals genoemd in artikel 21 van het Besluit burgerluchthavens, buiten luchthaventerreinen met een Luchtvaartbesluit of een Luchthavenregeling, is een TUG-ontheffing noodzakelijk. Voor een terrein dat op meer dan 12 dagen per jaar gebruikt wordt, of zal gaan worden, voor luchtverkeer met een of meer luchtvaartuigen is het tot stand brengen van een Luchthavenregeling nodig en kan dit niet met een TUG-ontheffing.

2, Soorten ontheffing

Er wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende soorten TUG-ontheffingen.

1.   Voor helikopters: een generieke ontheffing voor meerdere terreinen, met melding 24 uur van te voren voor maximaal 4 vluchtbewegingen per dag tot een maximum van 12 dagen per terrein per jaar.

2.   Voor helikopters: een locatiegebonden ontheffing bij evenementen/projecten/"echt" eenmalige vluchtdagen voor starts en landingen op 1 dag, maar wel met een maximum van 12 dagen per terrein per jaar.

3.   Voor vrije ballonnen bestemd en ingericht voor bemande vluchten: een generieke ontheffing voor meerdere terreinen, met melding vooraf, voor maximaal 4 starts per dag gedurende hooguit 12 dagen per terrein per jaar (tot 1 november 2010 geldt de beperking van maximaal 12 dagen niet).

4.   Voor vrije ballonnen bestemd en ingericht voor bemande vluchten: een locatiegebonden ontheffing voor maximaal 4 starts op 1 dag gedurende een specifiek te benoemen periode (maximaal 1 week).

5.   Voor overige categorieën luchtvaartuigen, als bedoeld in artikel 21, onder c tot en met i, van het Besluit burgerluchthavens.

3, Toetsingscriteria TUG

Bij het beoordelen van een aanvraag voor een TUG-ontheffing worden de volgende inhoudelijke criteria bij de afweging worden betrokken:

-    belang voor aanvrager (economisch, vervoerstechnisch);

-    belang van omwonenden, geluidbelasting;

-    belang voor natuur en milieu omgeving;

-    in het bijzonder EHS, Natura2000, vogelbeschermingsgebieden;

-    bodem (kwetsbaarheid voor gewicht, vervuiling);

-    aan- en afvliegroutes (als voorwaarde voor acceptabel zijn van een ontheffing);

-    stiltegebieden;

-    kwetsbare functies (begraafplaatsen, maneges, etc),

met dien verstande dat in de Natura2000- en stiltegebieden, inclusief de zone met een straal van 500 meter respectievelijk 1.000 meter gerekend vanaf de rand het Natura2000- of stiltegebied, geen ontheffing zal worden verleend om met ongemotoriseerde respectievelijk gemotoriseerde luchtvaartuigen te stijgen of te landen, zoals aangeven op de bij deze beleidsregel behorende kaart.

4, Aanvraagformulier

De aanvraag voor een TUG-ontheffing wordt ingediend met het formulier dat als bijlage bij deze beleidsregel is opgenomen.

Aanvraagformulier ontheffing tijdelijk en uitzonderlijk gebruik

AANVRAAGFORMULIER

Artikel 8a:51 Wet RBML

De aanvraag dient schriftelijk in tweevoud te worden ingediend bij de Frontoffice van de Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe (RUD), Postbus 122, 9400 AC Assen.

A.   Algemene informatie aanvrager

1.   Rechtspersoon (indien van toepassing):

2.   Naam:

3.   Adres:

4.   Postcode:

5.   Woonplaats:

6.   Telefoonnummer:

7.   Mobiel nummer:

8.   E-mailadres:

9.   Fax:

B.   Informatie vlieglocatie

1.   Locatie:

2.   Adres:

3.   Postcode:

4.   Plaats:

5.   Contactpersoon locatie:

6.   Telefoonnummer contactpersoon:

C.   Vluchtinformatie

1.   Soort luchtvaartuig:        

      (merk, type, registratie nummer)

2.   Datum/data:

3.   Aantal gewenste dagen:

4.   Aantal vliegbewegingen per dag:

5.   Tijdstip van de vluchten:

6.   Air Operator Certificate (AOC) aanwezig:

D.   Vluchtomschrijving (Reden aanvraag/Soort vlucht)

E.   Toegevoegde bijlagen

1.   Plattegrond locatie terrein(en) schaal  <kaart specifieke locatie>

F.   Verklaring

De aanvrager verklaart bekend te zijn met alle relevante regelgeving inzake veilig gebruik van een of meer terreinen voor gebruik door de aangegeven luchtvaartuigen, alsmede van alle relevante regelgeving ter voorkóming van schade aan of vervuiling van de bodem en ter beperking van hinder of gevaar voor burgers en omgeving.

De aanvrager verklaart voorafgaand aan het tijdelijke en uitzonderlijke gebruik van een bepaald terrein, zich ervan te vergewissen dat de eigenaar van het desbetreffende terrein toestemming voor het gebruik heeft gegeven.

G.   Ondertekening

1.   Datum:

2.   Naam ondertekenaar:

3.   Handtekening:

TOELICHTING

BIJ DE BELEIDSREGEL VAN DE PROVINCIE DRENTHE VOOR HET VERLENEN VAN ONTHEFFING VOOR TIJDELIJK EN UITZONDERLIJK GEBRUIK

1, Inleiding

Na inwerkingtreding van de gewijzigde Wet luchtvaart zijn gedeputeerde staten (hierna: GS) van elke provincie op grond van artikel 8a.51 van de Wet luchtvaart bevoegd tot het verlenen van een ontheffing voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik (hierna: TUG) van een terrein voor luchtvaart. Dat betekent dat voor starts en landingen van luchtvaartuigen, zoals genoemd in artikel 21 van het Besluit burgerluchthavens, buiten luchthaventerreinen met een Luchthavenbesluit of een Luchthavenregeling, een ontheffing voor TUG noodzakelijk is.

De provincie hoeft bij de ontheffingverlening geen rekening te houden met eisen met betrekking tot vliegveiligheid, maar bekijkt of de activiteit vanuit milieuoogpunt acceptabel is. Tevens betrekt zij daarbij de burgemeester van de desbetreffende gemeente (aspect openbare orde en veiligheid).

Voor luchtvaartbedrijven, individuele (rechts)personen én voor de provinciebesturen is het wenselijk ook onder de werking van de gewijzigde Wet luchtvaart tot een zo goed mogelijk werkend systeem van ontheffingen te komen, waarbij enerzijds recht wordt gedaan aan de bedrijfsmatige belangen van de luchtvaartbedrijven en anderzijds aan de door de provincie te beschermen algemene, ruimtelijke en milieubelangen. Verder moet het systeem zo effi-ciënt mogelijk werken, door aan de bedrijven en de provincies zo weinig mogelijk administratieve en bestuurlijke lasten op te leveren.

2, Ontheffing

Ontheffingen algemeen

In deze notitie wordt een gedragslijn beschreven voor de luchtvaartbedrijven, individuele (rechts)personen en de provinciebesturen voor de situaties waar een TUG-ontheffing aan de orde is, dat wil zeggen voor terreinen die tijdelijk en uitzonderlijk gebruikt worden voor een luchtvaartbeweging met een specifiek luchtvaartuig.

De wet- en regelgeving geeft allereerst aan dat de ontheffing is gekoppeld aan het gebruik van een bepaald terrein. GS zijn van oordeel dat voor een terrein dat op meer dan 12 dagen per jaar gebruikt wordt, of zal gaan worden, voor luchtverkeer met een of meer luchtvaartuigen, er geen sprake meer is van tijdelijk en uitzonderlijk gebruik waardoor het tot stand brengen van een Luchthavenregeling (of -besluit) voor dat terrein nodig is. Op die manier wordt bevorderd dat voor een dergelijk, meer structureel gebruik een structurele afweging van belangen wordt gemaakt. Hiervoor is aangesloten bij de ontstane praktijk met betrekking tot afwijking van het normale gebruik van een inrichting in de milieuvergunning voor wat betreft geluidemissies.

Deze 12-dagenregel wordt als regel gehanteerd, maar dat in bijzondere gevallen kan gemotiveerd worden besloten om TUG-ontheffing voor meer dagen af te geven, dan wel een Luchthavenregeling vast te stellen bij minder dan 12 dagen per jaar.

Vereisten ontheffing

Wat zijn volgens de vigerende wet- en regelgeving de eisen voor een ontheffing.

-    E moet sprake zijn van tijdelijk en uitzonderlijk gebruik van een bepaald terrein (maximaal 12 dagen).

-    Het terrein moet voldoen aan de eisen van de ministeriële Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen (Inspectie VW handhaaft).

-    Er moet sprake zijn van een categorie luchtvaartuig waarvoor TUG is toegestaan (Besluit burgerluchthavens).

-    In de procedure voor verlenen van ontheffing is een termijn voor het nemen van een beschikking van maximaal 4 weken opgenomen (Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen), dus minimaal 4 weken van te voren aanvragen.

-    GS overleggen met de burgemeester van betrokken gemeente (Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen).

-    Ten minste 24 uur van te voren moet de houder van de ontheffing melding doen van het gebruik van het terrein aan de minister en de burgemeester van de gemeente waarin het desbetreffende terrein ligt (artikel 35, derde lid, van de regeling).

Volgens de Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen is toestemming van de terreineigenaar geen vereiste voor het afgeven van een TUG-ontheffing. Er wordt van uitgegaan dat dit een civielrechtelijke kwestie is tussen de gebruiker en de eigenaar van het terrein. In Bijlage 3 is in het aanvraagformulier wel een passage opgenomen, waarin de aanvrager van de TUG-ontheffing, bij ondertekening van het aanvraagformulier, zich ervan vergewist dat de eigenaar van het desbetreffende terrein toestemming voor het gebruik ervan heeft gegeven.

Soorten ontheffing

Naar aanleiding van gesprekken met de helikopterbranche is er gekeken naar een goede nadere invulling van de ontheffing, die recht doet aan hoe er op dit moment wordt omgegaan met luchtvaartbewegingen in die branche. Uiteindelijk is gekozen voor verschillende soorten ontheffingen, die op een verantwoorde en pragmatische wijze invulling geven aan de wensen van de verschillende branches en van de provinciebesturen.

3, Procedure

In het aanvraagformulier wordt onder meer aangegeven:

a.   de fabrikaat en het type van te gebruiken luchtvaartuig(en);

b.   de reden/redenen voor het gevraagde gebruik van het terrein;

c.   de gemeente waarin het betrokken terrein is gelegen alsmede, door middel van een kaart of een plattegrond, de geografische ligging van het terrein in die gemeente.

d.   specifieke aantal en soort vlucht(en)

e.   data vluchten

Een modelaanvraagformulier is als bijlage bij de beleidsregel gevoegd, net als een kaartje van Drenthe waarop de zones rond de Natura2000- en stiltegebieden staan aangegeven.