Regeling vervallen per 01-01-2006

Subsidieregeling Fonds integraal ouderenbeleid

Geldend van 01-01-1997 t/m 31-12-1997

BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Inhoud

Artikel 1.

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • project: in de tijd afgebakende activiteiten en/of voorzieningen met een afgeronde doelstelling;

  • voortrekkersfunctie: een duidelijke aanvulling op of vernieuwing van bestaande activiteiten en/of voorzieningen in de provincie Drenthe die naar verwachting tot navolging kan leiden.

CRITERIA

Artikel 2.

  • Gedeputeerde staten kunnen met inachtneming van deze regeling een incidentele subsidie verlenen aan Drentse en in Drenthe werkzame instellingen, organisaties en gemeenten in de kosten van projecten die zich richten op de uitvoering van het provinciaal beleid op het terrein van zorg.

  • De projecten moeten betrekking hebben op een van de volgende doelgroepen respectievelijk beleidsthema's:

    • lichamelijk gehandicapten

    • verstandelijk gehandicapten

    • psychiatrische patiënten

    • verslaafden

    • patiënten/zorgconsumenten

    • vrouwenhulpverlening/seksueel geweld

  • Deze projecten moeten voorts een bijdrage leveren aan de opheffing en vermindering van concrete knelpunten op het beleidsterrein.

Artikel 3.

De projecten moeten een bijdrage leveren aan een of meer van de volgende doelstellingen van provinciaal beleid:

  • participatie

  • zelfredzaamheid

  • kwaliteit

  • integrale hulpverlening

  • spreiding, bereikbaarheid en toegankelijkheid

  • zorg op maat

  • vermaatschappelijking van de zorg

  • vraag-/cliëntgericht zorgaanbod

  • preventie

  • regionale samenhang en samenwerking tussen voorzieningen

  • samenwerking van zorgvragers en/of samenwerking van zorgvragersorganisaties

Artikel 4.

De projecten moeten daarnaast zoveel mogelijk voldoen aan de volgende criteria.

  • Het vervullen van een voortrekkersfunctie

  • Er moet sprake zijn van overdraagbaarheid van de resultaten.

  • Het bevorderen van de samenwerking tussen instellingen/organisaties op het terrein.Artikel 5.

De maximale looptijd van een te subsidiëren project is 2 jaar.

WEIGERINGSGRONDEN

Artikel 6.

Voor subsidieverlening komen in ieder geval niet in aanmerking projecten die door gedeputeerde staten worden gerekend tot het reguliere aanbod of takenpakket van (onder andere uit de premies gefinancierde) instellingen en organisaties en van andere overheden.

HOOGTE VAN DE SUBSIDIE

Artikel 7.

  • De subsidie bedraagt ten hoogste 75% van de door gedeputeerde staten subsidiabel verklaarde kosten van het project, tot een maximum van ¿ 50.000,-- per project.

  • In naar het oordeel van gedeputeerde staten bijzondere gevallen kan een hogere subsidie worden verleend.

NIET-SUBSIDIABELE KOSTEN

Artikel 8.

Voor subsidieverlening komen in ieder geval niet in aanmerking kapitaalslasten en onvoorziene kosten.

DE AANVRAAG

Artikel 9.

Een aanvraag om subsidie wordt, in afwijking van artikel 5, tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Drenthe ingediend:

  • vóór 1 november van enig jaar, indien het project een aanvang zal nemen in de periode van 1 januari van het daaropvolgende jaar tot en met 30 juni van datzelfde jaar;

  • vóór 1 mei van enig jaar, indien het project een aanvang zal nemen in de periode van 1 juli van dat jaar tot en met 31 december van datzelfde jaar.

Artikel 10.

Onverminderd het bepaalde in artikel 7 van de Algemene subsidieverordening Drenthe bevat een aanvraag om subsidie in ieder geval:

  • de doelstelling van het project;

  • de doelgroep(en) waarop het project is gericht;

  • de bijdrage van het project aan het provinciale beleid;

  • de vraag of en hoe voldaan wordt aan de voorwaarden vermeld onder de artikelen 3 en 4;

  • de te leveren producten of diensten en de daarvoor te verrichten activiteiten;

  • de beoogde resultaten of effecten, alsmede de wijze waarop deze na voltooiing van het project zullen worden getoetst; 

  • het plan van aanpak voor het project.

PRIORITEIT

Artikel 11.

Gedeputeerde staten zullen, ingeval subsidieverlening zou leiden tot overschrijding van het vastgestelde subsidieplafond, ter bepaling van de prioriteit rekening houden met de mate waarin projecten voldoen aan de criteria geformuleerd in de artikelen 3 en 4.

VERLENING

Artikel 12.

  • Gedeputeerde staten nemen, in afwijking van artikel 13, eerste lid, van de Algemene subsidieverordening Drenthe een beslissing op de aanvraag:

    • vóór 1 januari van enig jaar, indien de aanvrager vóór 1 november van het voorgaande jaar is ingediend;

    • vóór 1 juli van enig jaar, indien de aanvraag vóór 1 mei van datzelfde jaar is ingediend.

  • In het geval over verlening of weigering van subsidie als bedoeld in artikel 9, tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Drenthe de statencommissie die het aangaat moet worden geraadpleegd, nemen gedeputeerde staten een beslissing op de aanvraag:

    • vóór 1 maart van enig jaar, indien de aanvraag vóór 1 november van het voorgaande jaar is ingediend;

    • vóór 15 september van enig jaar, indien de aanvraag vóór 1 mei van datzelfde jaar is ingediend.

VERPLICHTINGEN VAN DE SUBSIDIEONTVANGER

Artikel 13.

Onverminderd het bepaalde in artikel 22 van de Algemene subsidieverordening Drenthe is de subsidieontvanger, in het geval er sprake is van een project met een looptijd van meer dan 1 jaar, verplicht binnen een maand na het verstrijken van de helft van de looptijd tussentijds aan gedeputeerde staten te rapporteren over de voortgang van het project.

SLOTBEPALINGEN

Artikel 14.

Jaarlijks zal verslag worden gedaan aan provinciale staten over de uitvoering en resultaten van deze regeling.

Artikel 15.

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze subsidieregeling wordt de Subsidieregeling vernieuwende activiteiten verstandelijk gehandicapten ingetrokken.