Regeling vervallen per 27-04-2007

Beleidsregels Subsidieverordening onderhoud landschapselementen Drenthe

Geldend van 01-01-2006 t/m 26-04-2007

Gedeputeerde staten van Drenthe;

gelet op de bevoegdheid die bij besluit van provinciale staten van 12 december 2001, nummer H¿9 (Provinciaal blad nummer 54 van 2001), aan hen is toegekend;

gelet op artikel 145 van de Provinciewet, de Algemene wet bestuursrecht en de

Algemene subsidieverordening Drenthe 1997;

BESLUITEN:

I.    de gewijzigde en aanvullende beleidsregels ten behoeve van de uitvoering van de Subsidieverordening onderhoud landschapselementen (SOL) Drenthe vast te stellen;

II.  deze beleidsregels in werking te laten treden met ingang van 1 mei 2002.

Inhoud

1, INLEIDING

Met ingang van 1 januari 2002 is de Subsidieverordening onderhoud landschapselementen (SOL) Drenthe in werking getreden. Deze verordening vervangt de Regeling onderhoudsovereenkomsten landschapselementen (ROL) Drenthe. Op bestaande overeenkomsten die op basis van de oude regeling zijn afgesloten geldt het overgangsrecht.

De nieuwe verordening is afgestemd op de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Algemene subsidieverordening Drenthe (ASV), maar is tevens aangepast aan de bij het Programma Beheer behorende (rijks)Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer (SAN).

Voor welke landschaps- en beheerspakketten subsidie kan worden aangevraagd en in welke gebieden de verordening van toepassing is, is vastgelegd in dit document Beleidsregels, SOL Drenthe. Bovendien treft u in dit document de voorwaarden en verplichtingen aan, waarvan u zich bij het indienen van een aanvraag op de hoogte dient te stellen.

Voor de verlening en vaststelling van subsidie kan een aanvraag worden ingediend bij Landschapsbeheer Drenthe. Hierbij dient u gebruik te maken van de aanvraagformulieren (bijlage 1) die verkrijgbaar zijn bij Landschapsbeheer Drenthe.

Subsidie op grond van de verordening kan worden verleend met dien verstande dat jaarlijks in de provinciale begroting het subsidieplafond voor de verordening wordt vastgesteld.

Adres:   Landschapsbeheer Drenthe

           Rodeweg 25

           9404 RM Assen

           Telefoonnummer (0592) 316616

Contactpersoon: de heer S. Hoeksma (S.Hoeksma@Landschapsbeheer.com)

2, SUBSIDIE VOOR LANDSCHAPSONDERHOUD

Voor het aanvragen van subsidie op grond van de Subsidieverordening onderhoud landschapselementen (SOL) Drenthe gelden een aantal algemene voorwaarden en verplichtingen.

Bij aanvraag van subsidie dient de aanvrager in algemene zin te verklaren:

a.   geen subsidie(s) te hebben ontvangen van andere overheidsorganen voor dezelfde of vergelijkbare doeleinden op de desbetreffende landschapselementen;

b.   de subsidie niet aan te wenden ter voldoening aan verplichtingen die op grond van enig ander wettelijk voorschrift zijn voorgeschreven;

c.   toestemming te verlenen aan Landschapbeheer Drenthe om alle inlichtingen in te winnen, die het voor de beoordeling van de aanvraag noodzakelijk acht;

d.   de met de controle belaste medewerkers van Landschapbeheer Drenthe toegang tot het terrein te verschaffen, waarvoor in het kader van de SOL subsidie wordt verkregen en de door hen gevraagde medewerking te verlenen ter controle op de naleving van de voorwaarden en verplichtingen zoals vastgesteld in de SOL Drenthe;

e.   alle nadere gewenste inlichtingen met betrekking tot de benodigde gegevens terstond en naar waarheid aan de met de uitvoering en de controle belaste medewerker van Landschapsbeheer Drenthe te verstrekken;

f.    bij overname van de grond door de verkrijger te bedingen dat deze de verplichtingen op de grond uit hoofde van onderhavige verordening op zich neemt;

g.   gewijzigde omstandigheden binnen 2 weken na wijziging van deze omstandig-heden te melden aan Landschapsbeheer Drenthe.

Betreffende de landschaps- en beheerspakketten gelden nadere doelstellingen en criteria. Bij het indienen van een aanvraag verklaart de aanvrager:

a.   dat het terrein voldoet aan de vereisten van het gevraagde beheers- en landschapspakket;

b.   de bestaande waterhuishouding van het terrein te handhaven;

c.   het reliëf van het terrein te handhaven;

d.   kennis te hebben genomen van de algemene zorgplicht. Volgens deze zorgplicht is het de aanvrager niet toegestaan de volgende handelingen te verrichten:

-     het weiden van vee op of in het landschapselement;

-     het vellen, rooien of beschadigen van de houtopstand anders dan bij wijze van verzorging van de aanwezige houtopstand;

-     het opslaan, storten of bergen van al dan niet afgedankte voorwerpen, stoffen of producten in het landschapselement, zoals puin, vuilafval, van elders aangevoerd hout, slootbagger en onbruikbare oogstproducten, waaronder hooi, stro, ruigte, aardappelloof en dergelijke;

-     het geheel of gedeeltelijk afgraven van het landschapselement;

-     het oprichten, plaatsen en aanbrengen van bouwwerken, getimmerten en voorwerpen waaronder mede wordt verstaan het aanbrengen van afbeeldingen of tekens voor commerciële doeleinden;

-     het stoken van vuur in het landschapselement;

-     het bevestigen van rasterdraden aan bomen en struiken;

-     het element bij het erf of tuin opnemen;

-     het uitzetten van vis in de poel;

-     het onttrekken van water aan de poel, uitgezonderd onttrekking ten behoeve van het drenken van vee dat het de poel grenzende grasland beweidt en het blussen van brand;

-     het uitzetten van amfibieën of andere dieren in de poel;

-     het planten van bomen, struiken of planten in en om de poel;

-     het schoonspoelen in de poel van instrumenten of werktuigen die in contact zijn geweest met chemische middelen (kunstmest, herbiciden en dergelijke).

2.1, Landschapspakketten

In Drenthe kan voor een 12-tal pakketten subsidie worden aangevraagd. De subsidiebedragen gelden per 1 januari 2002.

Landschapspakket 1: houtwal

1.   Het is een lijnvormig landschapselement met opgaande begroeiing van inheemse bomen en struiken (bijlage 2) voorzien van een wallichaam.

2.   Het element ligt in het landschapstype zandgebied of kustzone.

3.   Het element is ten minste 50 m lang, ten hoogste 10 m breed en het wallichaam is ten minste 0,5 m hoog.

4.   Het element bevat ten hoogste 10 overstaanders per are.

5.   De diameter van de opgaande stammen, uitgezonderd overstaanders, is ten hoogste 0,15 m op 1,3 m boven de stobbe.

6.   Instandhouden van het element: geen werkzaamheden verrichten die wijzigingen tot gevolg hebben van het landschapselement anders dan ten behoeve van het behoud van het element; geen chemische bestrijdingsmiddelen of meststoffen gebruiken en niet branden in of in de directe omgeving van het element.

7.   Werkzaamheden worden alleen verricht in de periode tussen 1 november en 1 april.

8.   Het afzetten gebeurt ten hoogste 0,5 m boven maaiveld, of indien de stobbe hoger is: direct boven de stobbe.

Subsidie:

-     € 594,45, per ha per jaar voor de begroeide oppervlakte, bij meer dan 90% bedekking

-     € 446,97 per ha per jaar voor de begroeide oppervlakte, bij tussen 75% en 90% bedekking

-     € 297,23 per ha per jaar voor de begroeide oppervlakte, bij tussen 50% en 75% bedekking

Landschapspakket 2: singel

1.   Het is een landschapselement met opgaande begroeiing van inheemse bomen (bijlage 2).

2.   Het element ligt in het landschapstype heuvelland, zandgebied of rivierengebied.

3.   Het element is ten minste 50 m lang en ten hoogste 50 m breed.

4.   Het element bevat ten hoogste 10 overstaanders per are.

5.   De diameter van de opgaande stammen is (uitgezonderd overstaanders) ten hoogste 0,15 m op 1,3 m boven de stobbe.

6.   Instandhouden van het element: geen werkzaamheden verrichten die wijzigingen tot gevolg hebben van het landschapselement anders dan ten behoeve van het behoud van het element; geen chemische bestrijdingsmiddelen of meststoffen gebruiken en niet branden in of in de directe omgeving van het element.

7.   Werkzaamheden worden alleen verricht in de periode tussen 1 november en 1 april.

8.   Het afzetten gebeurt ten hoogste 0,50 m boven maaiveld, of indien de stobbe hoger is: direct boven de stobbe.

Subsidie:

-     € 540,-- per ha per jaar, bij meer dan 90% bedekking

-     € 406,13 per ha per jaar voor de begroeide oppervlakte, bij tussen 75% en 90% bedekking

-     € 270,-- per ha per jaar voor de begroeide oppervlakte, bij tussen 50% en 75% bedekking

Landschapspakket 3: elzen-eikensingel

1.   Het is een landschapselement met aaneengesloten opgaande begroeiing van inheemse bomen of struiken (bijlage 2) voor ten minste 80% opgaande begroeiing van zwarte els (Alnus glutinosa) of voor ten minste 80% opgaande begroeiing van zomereik (Quercus robur.)

2.   Het element ligt in het landschapstype zandgebied, hoogveenontginningsgebied, rivierengebied of laagveengebied.

3.   Het element is ten minste 50 m lang.

4.   Het element bevat ten hoogste 3 overstaanders per 100 m; de diameter van de opgaande stammen is (uitgezonderd overstaanders) ten hoogste 0,15 m op 1,3 m boven de stobbe.

5.   Instandhouden van het element: geen werkzaamheden verrichten die wijzigingen tot gevolg hebben van het landschapselement anders dan ten behoeve van het behoud van het element; geen chemische bestrijdingsmiddelen of meststoffen gebruiken en niet branden in of in de directe omgeving van het element.

6.   Werkzaamheden worden alleen verricht in de periode tussen 1 november en 1 april.

7.   Het afzetten gebeurt tot op een hoogte van ten minste 0,1 m en ten hoogste 0,3 m boven maaiveld.

Subsidie:

-     € 27,23 per 100 m per jaar voor een singel met een bedekkingsgraad van meer dan 90%

-     € 20,42 per 100 m per jaar voor een singel met een bedekkingsgraad van tussen 75% en 90%

-     € 13,61 per 100 m per jaar voor een singel met een bedekkingsgraad van tussen 50% en 75%

Landschapspakket 4: geriefhoutbosje

1.   Het is een landschapselement met opgaande begroeiing.

2.   Het element ligt in het landschapstype heuvelland, zandgebied, rivierengebied, zeekleigebied of laagveengebied.

3.   Het element is ten minste 5 en ten hoogste 50 are groot.

4.   Het element is begroeid met ten minste 50 stammen van inheemse bomen (bijlage 2) per are, waarvan ten hoogste 5 overstaanders.

5.   De diameter van de opgaande stammen is (uitgezonderd overstaanders) ten hoogste 0,15 m op 1,3 m boven de stoof.

6.   Instandhouden van het element: geen werkzaamheden verrichten die wijzigingen tot gevolg hebben van het landschapselement anders dan ten behoeve van het behoud van het element; geen chemische bestrijdingsmiddelen of meststoffen gebruiken en niet branden in of in de directe omgeving van het element.

7.   Werkzaamheden worden alleen verricht in de periode tussen 1 november en 1 april.

8.   Het afzetten gebeurt direct ten hoogste 0,5 m boven maaiveld, of indien de stobbe hoger is: direct boven de stobbe.

Subsidie:

-     € 540,-- per ha per jaar

Landschapspakket 5: poel

1.   Ten minste 80% van de oppervlakte van het element bestaat uit open water.

2.   Het element ligt in het landschapstype heuvelland, zandgebied, rivierengebied, zeekleigebied, laagveengebied of droogmakerijen.

3.   Het element heeft een oppervlakte van ten minste 0,5 en ten hoogste 50 are, tenzij het een voortplantingspoel voor amfibieën in het heuvelland betreft.

4.   De waterdiepte in de diepste delen is in de periode van 1 oktober tot 1 april ten minste 0,5 m.

5.   Instandhouden van het element: geen werkzaamheden verrichten die wijzigingen tot gevolg hebben van het landschapselement anders dan ten behoeve van het behoud van het element; geen chemische bestrijdingsmiddelen of meststoffen gebruiken en niet branden in of in de directe omgeving van het element.

6.   Geen water onttrekken aan het element anders dan voor het drenken van vee dat de aan het element grenzende percelen beweidt.

7.   Schoningswerkzaamheden, voor zover nodig, alleen verrichten in de periode tussen 1 september en 15 oktober.

Subsidie:

-     € 42,20 per poel per jaar bij een poeloppervlakte tot 75 m²

-     € 66,71 per poel per jaar bij een poeloppervlakte tussen 75 en 175 m²

-     € 84,86 per poel per jaar bij een poeloppervlakte groter dan 175 m²

Landschapspakket 6: rietzoom, klein rietperceel

1.   De begroeiing van het element bestaat voor ten minste 90% uit riet.

2.   Het element ligt in het landschapstype rivierengebied, zeekleigebied of laagveengebied.

3.   Het element is ten hoogste 50 are groot of ten hoogste 5 m breed.

4.   Ten minste 10% en ten hoogste 20% riet is tussen 1 en 2 jaar oud; instandhouden van het element: geen werkzaamheden verrichten die wijzigingen tot gevolg hebben van het landschapselement anders dan ten behoeve van het behoud van het element; chemische bestrijdingsmiddelen of meststoffen gebruiken en niet branden in of in de directe omgeving van het element.

5.   Werkzaamheden worden alleen verricht in de periode tussen 1 september en 1 april.

6.   Ten minste 80% en ten hoogste 90% van het riet wordt jaarlijks gemaaid.

Subsidie:

-     € 567,23 per ha per jaar voor rijland

-     € 816,80 per ha per jaar voor vaarland

Landschapspakket 7: raster

1.   Het is een veekerend raster ten behoeve van een landschapselement als opgenomen in één van de landschapspakketten of wanneer het een raster betreft rondom vrijstaande bomen.

2.   Het raster bevindt zich op zodanige afstand van het landschapselement, dat schade door vraat en betreding wordt voorkomen.

3.   Instandhouden van een veekerend raster.

4.   Jaarlijks worden zo nodig overhangende takken, die de instandhouding van het raster bedreigen, verwijderd.

Subsidie:

-     € 0,44 per m per jaar

Landschapspakket 8: knip- en scheerheg

1.   Het is een lijnvormig landschapselement met aaneengesloten, opgaande begroeiing van struikvormende soorten.

2.   Het element ligt in het landschapstype heuvelland, rivierengebied of zandgebied.

3.   Het element is ten minste 50 m lang.

4.   Het element is ten minste 0,75 m en ten hoogste 1,50 m hoog en ten hoogste 1 m breed.

5.   Instandhouden van het element: geen werkzaamheden verrichten die wijzigingen tot gevolg hebben van het landschapselement anders dan ten behoeve van het behoud van het element; geen chemische bestrijdingsmiddelen of meststoffen gebruiken en niet branden in of in de directe omgeving van het element.

6.   Werkzaamheden worden alleen verricht in de periode tussen 1 juli en 1 maart.

7.   Het element wordt ten minste eenmaal per jaar geknipt of geschoren.

Subsidie:

-     € 1,01 per strekkende m per jaar

Landschapspakket 9: knotbomenrij

1.   Het is een rij van ten minste 5 bomen, waarvan de stam is afgezet op een hoogte van ten minste 1 m en ten hoogste 2,5 m, tenzij het een bestaande knot is, die in het verleden hoger is afgezet.

2.   Het element ligt in het landschapstype heuvelland, zandgebied, rivierengebied, zeekleigebied of laagveengebied.

3.   De onderlinge afstand van de bomen is ten minste 1 m en ten hoogste 20 m.

4.   De stammen hebben een diameter van ten hoogste 0,08 m op 20 cm boven de knot.

5.   Instandhouden van het element: geen werkzaamheden verrichten die wijzigingen tot gevolg hebben van het landschapselement anders dan ten behoeve van het behoud van het element; geen chemische bestrijdingsmiddelen of meststoffen gebruiken en niet branden in of in de directe omgeving van het element.

6.   Werkzaamheden worden alleen verricht in de periode tussen 1 november en 1 april;

Subsidie:

-     € 3,63 per boom per jaar

Landschapspakket 10: hoogstamboomgaard

1.   Het is een boomgaard met fruitbomen (appel, peer, pruim).

2.   Het element ligt in het landschapstype heuvelland, rivierengebied of zandgebied.

3.   De boomgaard bestaat uit ten minste 8 hoogstamfruitbomen.

4.   Instandhouden van het element: geen werkzaamheden verrichten die wijzigingen tot gevolg hebben van het landschapselement anders dan ten behoeve van het behoud van het element; geen chemische bestrijdingsmiddelen of meststoffen gebruiken en niet branden in of in de directe omgeving van het element.

5.   Indien het appel of peer betreft worden de fruitbomen ten minste eenmaal per jaar gesnoeid.

Subsidie:

-     € 11,80 per boom per jaar

Landschapspakket 11: klein natuurterrein

1.   Het is een landschapselement dat bestaat uit heide, grasland en opgaande begroeiing van inheemse bomen en struiken.

2.   Het element ligt in het landschapstype zandgebied of laagveengebied.

3.   Het element is ten hoogste 0,5 ha groot.

4.   Voor heide dient ten minste 30% van de oppervlakte bedekt te zijn met de volgende heidesoorten: struikhei, dophei, kraaihei. De resterende oppervlakte is bedekt met grassen, kruiden, mossen, struweel, bos of water, waarbij ten hoogste 20% bestaat uit water en ten hoogste 15% uit bos en struweel. Voor grasland geldt dat 90% van de oppervlakte van de beheerseenheid dient te bestaan uit botanisch waardevol grasland.

5.   Instandhouden van het element: geen werkzaamheden verrichten die wijzigingen tot gevolg hebben van het landschapselement anders dan ten behoeve van het behoud van het element; geen chemische bestrijdingsmiddelen of meststoffen gebruiken en niet branden in of in de directe omgeving van het element.

6.   De beheerseenheid is niet bemest en er is geen bagger opgebracht.

7.   Maaisel dient binnen een maand na maaidatum te worden afgevoerd.

8.   Werkzaamheden worden alleen verricht in de periode tussen 1 september en 1 april.

Subsidie:

-     € 280,-- per ha per jaar

Landschapspakket 12: bos

1.   Het is een landschapselement bestaande uit opgaande begroeiing.

2.   Het element ligt in het landschapstype zandgebied of laagveengebied.

3.   Het element is ten hoogste 5 ha groot en maakt geen deel uit van een 5 ha of groter boscomplex.

4.   Ten minste 90 % van de oppervlakte is bedekt met een of meer inheemse boomsoorten (bijlage 2), waarbij ten minste 60% ouder is dan 25 jaar.

5.   Instandhouden van het element: geen werkzaamheden verrichten die wijzigingen tot gevolg hebben van het landschapselement anders dan ten behoeve van het behoud van het element; geen chemische bestrijdingsmiddelen of meststoffen gebruiken en niet branden in of in de directe omgeving van het element.

6.   Verjonging dient vlaksgewijs plaats te vinden op vegetatieve wijze door middel van stronkopslag of door vervanging van dode stoven door jonge staken.

7.   Werkzaamheden worden alleen verricht in de periode tussen 1 september en 1 april.

Subsidie:

-     € 260,-- per ha per jaar

2.2, Beheerspakketten (randenbeheer)

De beheerspakketten voor het randenbeheer zijn uitsluitend van toepassing binnen de 27 ecologische verbindingszones volgens de Gebiedsvisie Natuur, Bos en Landschap "ecologische verbindingszones". Subsidieaanvragen worden getoetst aan de werkmap Ecologische verbindingszones. Subsidie wordt alleen dan verleend als het beoogde beheer een wezenlijke bijdrage aan de kwaliteit van de verbindingszone levert. De ecologische verbindingszones zijn aangegeven op de bij dit document

Beleidsregels behorende kaart Toepassingsgebieden.

In Drenthe kan voor 5 pakketten voor randenbeheer subsidie worden aangevraagd.

Beheerspakket 1: bonte weiderand

1.   De beheerseenheid bestaat uit grasland.

2.   In het zesde jaar zijn op de beheerseenheid ten minste 20 inheemse plantensoorten (inclusief mossen) in een vlak van 25 m² aanwezig.

3.   De beheerseenheid is niet bemest en er is geen bagger opgebracht.

4.   De beheerseenheid heeft een breedte van ten minste 1 m en ten hoogste 5 m en een lengte van ten minste 50 m.

Subsidie:

-     € 1.148,52 per ha per jaar

Beheerspakket 2: bonte hooirand

1.   De beheerseenheid bestaat uit grasland.

2.   In het zesde jaar zijn op de beheerseenheid ten minste 20 inheemse plantensoorten (inclusief mossen) in een vlak van 25 m² aanwezig.

3.   De beheerseenheid is niet bemest en er is geen bagger opgebracht.

4.   De beheerseenheid is niet beweid.

5.   De beheerseenheid heeft een breedte van ten minste 1 m en ten hoogste 5 m en een lengte van ten minste 50 m.

Subsidie:

-     € 1.148,52 per ha per jaar

Beheerspakket 3: kruidenrijke zomen

1.   De beheerseenheid bestaat uit grasland.

2.   De beheerseenheid grenst direct aan opgaande begroeiing of een rietkraag.

3.   In het zesde jaar zijn op de beheerseenheid ten minste 15 inheemse plantensoorten (inclusief mossen) in een vlak van 25 m² aanwezig.

4.   De beheerseenheid is niet bemest en er is geen bagger opgebracht.

5.   De beheerseenheid is niet beweid en het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen is niet toegestaan.

6.   Gedurende het eerste tijdvak wordt de beheerseenheid in de eerste 3 jaar jaarlijks gemaaid en wordt het gemaaide afgevoerd; hierbij geldt een maximum van 3 maaibeurten per jaar.

7.   Na uitvoering van voorwaarde 6, vindt nog slechts om het jaar een maaibeurt plaats, waarbij niet meer dan de helft van de oppervlakte van de beheerseenheid wordt gemaaid en het gemaaide wordt afgevoerd.

8.   De beheerseenheid heeft een breedte van ten minste 1 m en ten hoogste 5 m en een lengte van ten minste 50 m.

Subsidie:

-     € 1.904,97 per ha per jaar

Beheerspakket 4: faunarand

1.   In de beheerseenheid komt in ieder geval gedurende de periode van 1 mei tot 1 november daaraanvolgend ten minste een van de volgende begroeiingen voor: graan (niet zijnde maïs) of gras.

2.   De beheerseenheid ligt op kleigrond of op zandgrond en grenst aan bouwland.

3.   De beheerseenheid is ten minste 3 m en ten hoogste 12 m breed en ten minste 50 m lang.

4.   Maaien van de begroeiing op de beheerseenheid is toegestaan in de periode van 1 juli tot 15 augustus, met een maximum van 2 maaibeurten. De tweede maaibeurt mag ten hoogste de helft van de beheerseenheid beslaan.

5.   Het gebruik van chemische en mechanische onkruidbestrijding is niet toegestaan, met uitzondering van pleksgewijze bestrijding van haarden van akkerdistel, ridderzuring of kleefkruid.

Subsidie:

-     € 1.293,28 per ha per jaar

Beheerspakket 5: akkerfloraranden

1.   De beheerseenheid grenst aan een terrein dat in gebruik is als bouwland.

2.   In het zesde jaar zijn ten minste 25 inheemse plantensoorten in een vlak van 25 m² aanwezig. Voor zandgronden met een grondwatertrap VI of VII geldt dat 15 soorten in een vlak van 25 m2 aanwezig dienen te zijn, waarvan ten minste 2 van de 3 volgende soorten: korensla, slofhak, kleine leeuwenklauw.

3.   Op de beheerseenheid wordt alle jaren graan, met uitzondering van maïs, verbouwd.

4.   In de beheerseenheid vindt geen mechanische onkruidbestrijding plaats vanaf het zaaien tot de oogst en is het gebruik van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen niet toegestaan, met uitzondering van pleksgewijze bestrijding van haarden van akkerdistel, ridderzuring of kleefkruid.

5.   Bemesting in de beheerseenheid is niet toegestaan.

6.   De beheerseenheid heeft een breedte van ten minste 3 m en ten hoogste 12 m en een lengte van ten minste 50 m.

Subsidie:

-     € 636,20 per ha per jaar

3, KAART SUBSIDIEVERORDENING ONDERHOUD LANDSCHAPSELEMENTEN (SOL) DRENTHE

Op de kaart zijn weergegeven de prioritaire en niet-prioritaire gebieden waar de SOL Drenthe van toepassing is. In deze gebieden kan subsidie worden aangevraagd. In de gebieden waar de SAN volgens het Programma Beheer van toepassing is kan geen subsidie worden aangevraagd op grond van de SOL Drenthe met uitzondering van de landschapspakketten knip- en scheerheg, knotbomenrij, hoogstamboomgaard, klein natuurterrein en bos.

Subsidie voor pakketten voor randenbeheer is alleen mogelijk binnen de op de kaart weergegeven 27 ecologische verbindingszones.