Regeling vervallen per 27-04-2007

Subsidieregeling nationale parken

Geldend van 30-04-1998 t/m 31-12-2001 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-1998

Inhoud

 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Artikel 1.

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • meerjarenprogramma: door het overlegorgaan van een nationaal park jaarlijks opgesteld voortschrijdend begrotingsoverzicht over een periode van ten minste 3 jaar van de activiteiten met betrekking tot het park, gericht op beheer, inrichting, educatie, voorlichting en onderzoek;

  • bestedingsplan: door het overlegorgaan van een nationaal park jaarlijks op basis van het meerjarenprogramma opgesteld overzicht van bestedingen in het eerstvolgende kalenderjaar;

  • de minister: de minister van landbouw, natuurbeheer en visserij.

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 2.

Gedeputeerde staten kunnen met inachtneming van deze regeling een incidentele subsidie verlenen ten behoeve van projecten gericht op beheer, inrichting, educatie, voorlichting en onderzoek van nationale parken.

Artikel 3.

  • Voor subdsidieverlening komen slechts in aanmerking projecten die zijn opgenomen in de door de minister goedgekeurde meerjarenprogramma's en bestedingsplannen van de nationale parken.

  • Indien er meer aanvragen zijn dan dat er middelen beschikbaar zijn, worden de aanvragen overeenkomstig de in de meerjarenprogramma's aangegeven prioriteitstelling gehonoreerd.

  • Gedeputeerde staten kunnen de aanvraag om subsidie weigeren indien voor het project, waarop de subsidie betrekking heeft, aan de provincie geen subsidie is toegekend op grond van de door de minister vastgestelde Regeling subsidie nationale en grensoverschrijdende parken.

Artikel 4.

Voor opneming in een meerjarenprogramma komen slechts in aanmerking de projecten die zonder winstoogmerk een ondersteuning zijn van de doelstellingen van het nationale park, gericht op beheer, inrichting, educatie, voorlichting en onderzoek.

Artikel 5.

Indien er meer aanvragen zijn dan er aan middelen beschikbaar is (overschrijding van het door de minister voor een nationaal park vastgestelde subsidieplafond), worden de aanvragen op volgorde van de volgende prioriteitstelling in een meerjarenprogramma opgenomen:

  • de doelmatigheid van het project

  • van voldoende zekerheid over bestendigheid van het project

  • uitvoeringsgerichtheid van het project; projecten die gericht zijn op uitvoering genieten de voorkeur boven projecten die gericht zijn op planvorming

  • de hoogte van de eigen bijdrage

Artikel 6.

  • Voor subsidie komen in aanmerking de kosten die specifiek zijn toe te rekenen naar het project.

  • Kosten die reeds uit andere hoofde door het Rijk, een provincie, een gemeente of een derde worden gefinancierd, zijn niet subsidiabel.

Artikel 7.

Gedeputeerde staten kunnen op voorstel van de overlegorganen nadere regels vaststellen voor de bepaling van de maximale hoogte van de subsidie van een project.

Artikel 8.

  • Een aanvraag om subsidie wordt in afwijking van artikel 29 van de Algemene subsidieverordening Drenthe ingediend voor 1 september van het jaar voorafgaande aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft.

  • Gedeputeerde staten stellen vast welke bescheiden en gegevens bij een aanvraag om subsidie door de aanvrager moeten worden overgelegd.

Artikel 9.

De aanvraag om subsidie wordt gericht aan gedeputeerde staten van Drenthe, onder vermelding van "aanvraag subsidie nationaal park", gevolgd door de naam van het nationale park, waarop het project betrekking heeft.

Artikel 10.

  • Gedeputeerde staten leggen de ingediende aanvraag aanstonds na de ontvangst daarvan voor aan het overlegorgaan van het nationale park waarop het project betrekking heeft, tenzij de aanvraag niet voldoet aan het vereiste voor het in behandeling nemen daarvan.

  • Het overlegorgaan beoordeelt de aanvraag aan de hand van de in deze regeling opgenomen criteria en overige regels.

  • Het overlegorgaan stelt op basis van de ingediende aanvragen een meerjarenprogramma op.

  • Het overlegorgaan zendt het meerjarenprogramma na de opstelling, doch voor 1 december ter goedkeuring aan de minister.

Artikel 11.

  • In afwijking van artikel 32 van de Algemene subsidieverordening Drenthe beslissen gedeputeerde staten jaarlijks binnen 8 weken na toekenning aan gedeputeerde staten van de subsidie op grond van de in artikel 3, derde lid, bedoelde regeling.

  • In afwijking van artikel 6, tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Drenthe besluiten gedeputeerde staten over de verlening van incidentele subsidies groter dan ¿ 50.000,--.

Artikel 12.

  • Vaststelling van de subsidie vindt plaats op basis van een financiële verantwoording van het project, bestaande uit een rekening alsmede een goedkeurende verklaring van een accountant of een accountant-administratieconsulent als bedoeld in artikel 2:393 van het Burgerlijk Wetboek, waaruit blijkt dat is voldaan aan de bij of krachtens deze regeling gestelde voorwaarden.

  • In afwijking van het bepaalde in artikel 34, eerste lid, van de Algemene subsidieverordening Drenthe dient de aanvrager aan wie subsidie is verleend de in het eerste lid bedoelde bescheiden uiterlijk 31 januari volgend op het jaar waarop de subsidie betrekking heeft, te overleggen.

Artikel 13.

In afwijking van het bepaalde in artikel 33 van de Algemene subsidieverordening Drenthe kunnen gedeputeerde staten een of meer voorschotten verstrekken, in totaal tot 80%.

SLOTBEPALING

Artikel 14.

  • Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot 1 januari 1998.