Regeling vervallen per 01-01-2024

Beleidsregel gedenktekens verkeersslachtoffers 2012

Geldend van 10-11-2006 t/m 04-06-2012

Inhoud

Op grond van hoofdstuk 12 van de Provinciale omgevingsverordening Drenthe 2004 is het verboden om zodanig te handelen of na te laten dat het veilig en doelmatig gebruik of de instandhouding van wegen en waterwegen in de ruimste zin wordt of kan worden belemmerd of belet. Bovendien is het op grond van genoemd hoofdstuk verboden om enig werk of beplanting aan te brengen binnen een dusdanige afstand uit de grens van de rijbaan, indien daardoor het vrije uitzicht op de weg zodanig wordt belemmerd dat daardoor de verkeersveiligheid in het gedrang komt of kan komen. Van genoemde verbodsbepalingen kunnen gedeputeerde staten ontheffing verlenen.

In Nederland worden wegbeheerders, zo ook de provincie Drenthe, de laatste jaren in toenemende mate geconfronteerd met verzoeken van nabestaanden om een gedenkteken in de wegberm te mogen plaatsen. Gedenktekens kunnen positief bijdragen aan de rouwverwerking. De provincie Drenthe wil in beginsel dergelijke verzoeken honoreren. Besloten is om in samenwerking met de Drentse gemeenten en Rijkswaterstaat Noord-Nederland een nadere regeling vast te stellen, waarbij eenduidigheid en eenvoud uitgangspunt zijn. Ook geldt als belangrijk uitgangspunt dat een gedenkteken een oriëntatiepunt behoort te zijn voor nabestaanden. Het markeert de plaats van het ongeval. Een gedenkteken moet niet gezien worden als grafmonument en is niet de aangewezen plek voor het neerleggen van voorwerpen.

De onderhavige regeling geeft aan waaraan moet worden voldaan om in aanmerking te komen voor een ontheffing voor het plaatsen van een gedenkteken in de provin-ciale wegberm. Deze regeling is niet van toepassing op ongevallen die hebben plaatsgevonden vóór de inwerkingtreding ervan.

I.    Aanvragen om ontheffing zullen worden getoetst aan de volgende criteria.

1.   Een gedenkteken dient te bestaan uit een standaardtegel - met opschrift - zonder verticale elementen, met een afmeting van maximaal 50 x 50 cm.

2.   Een gedenkteken is alleen toegestaan op locaties waar veilige mogelijkheden zijn om die te bereiken, dit ter beoordeling van de provincie als wegbeheerder (de medewerker beleidsuitvoering belast met verkeersveiligheidsborging en inspecties bij de Productgroep Verkeer en Vervoer).

3.   De kosten voor het maken, plaatsen en onderhoud van het gedenkteken zijn voor rekening van de aanvrager. Plaatsen van het gedenkteken dient te geschieden onder toezicht van de wegbeheerder.

4.   Het gedenkteken moet minimaal 2 meter van de rijbaan af geplaatst worden.

5.   Een gedenkteken kan voor een periode van maximaal 3 jaar worden geplaatst.

6.   De aanwezigheid van het gedenkteken mag het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden aan de bermen en de omgeving van de weg niet belemmeren.

7.   Bij groot onderhoud aan wegen en rioleringen kan de wegbeheerder besluiten dat een gedenksteen voor - tijdelijke - verwijdering of verplaatsing in aanmerking komt. De aanvrager zal hierover worden geïnformeerd.

8.   Het verwijderen van het gedenkteken gebeurt door de wegbeheerder. De aanvrager krijgt hiervan uiterlijk 3 maanden voor het einde van de ontheffingstermijn schriftelijk bericht. Deze krijgt de kans geboden bij de verwijdering aanwezig te zijn en het gedenkteken in ontvangst te nemen.

9.   Indien de aanvrager niet bij de verwijdering aanwezig is, zal het gedenkteken voor een periode van 6 weken door de wegbeheerder worden bewaard. De aanvrager kan het gedenkteken gedurende deze periode opvragen.

II.  Gedeputeerde staten kunnen voorschriften verbinden aan de ontheffing.

III. Onder de naam Beleidsregel gedenktekens verkeersslachtoffers in het kader van hoofdstuk 12 van de Provinciale Omgevingsverordening treedt het besluit in werking op de eerste dag nadat zij is bekendgemaakt in het Provinciaal blad.