Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR90858
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR90858/5
BOUWVERORDENING KATWIJK
Geldend van 05-07-2018 t/m heden
Intitulé
BOUWVERORDENING KATWIJKInhoud
Hoofdstuk |
|
1. |
Inleidende bepalingen |
2. |
De aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen |
§ 1 gegevens en bescheiden |
|
§ 2 behandeling van de aanvraag om bouwvergunning |
|
§ 3 welstandstoetsing |
|
§ 4 het tegengaan van bouwen op verontreinigde bodem |
|
§ 5 voorschriften van stedenbouwkundige aard |
|
§ 6 voorschriften inzake brandveiligheidsinstallaties en vluchtrouteaanduidingen |
|
§ 7 aansluitplicht op de nutsvoorzieningen |
|
3. |
Licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken |
4. |
Plichten tijdens en bij voltooiing van de bouw en bij ingebruikneming van een bouwwerk |
5. |
Staat van open erven en terreinen, aansluiting op de nutsvoorzieningen en weren van schadelijk en hinderlijk gedierte |
§ 1 staat van open erven en terreinen |
|
§ 2 staat van brandveiligheidsinstallaties en vluchtrouteaanduidingen |
|
§ 3 aansluiting op de nutsvoorzieningen |
|
§ 4 het weren van schadelijk of hinderlijk gedierte. Reinheid |
|
6. |
Brandveilig gebruik |
§ 1 gebruiksvergunning |
|
§ 2 het voorkomen van brand en het beperken van brand en brandgevaar |
|
§ 3 het bestrijden van brand en het voorkomen van ongevallen bij brand |
|
7. |
Overige gebruiksbepalingen |
§ 1 overbevolking |
|
§ 2 staken van het gebruik |
|
§ 3 gebruik van bouwwerken, open erven en terreinen |
|
§ 4 het weren van schadelijk of hinderlijk gedierte. Reinheid |
|
§ 5 watergebruik |
|
§ 6 installaties |
|
8. |
Slopen |
§ 1 omgevingsvergunning voor het slopen |
|
§ 2 uitzonderingen op het vereiste van omgevingsvergunning voor het slopen |
|
§ 3 verplichtingen tijdens het slopen |
|
§ 4 vrij slopen |
|
9. |
Welstand |
10. |
Overige administratieve bepalingen |
11. |
Handhaving |
12. |
Straf-, overgangs- en slotbepalingen |
Bijlagen
- 1.
gegevens en bescheiden aanvraag bouwvergunning
- 2.
gegevens en bescheiden aanvraag gebruiksvergunning
- 3.
gebruikseisen voor bouwwerken
- 4.
gebruikseisen voor bouwwerken met uitzondering van de niet-gemeenschappelijke ruimten in woonfuncties
- 5.
opslag brandgevaarlijke stoffen
- 6.
vervallen
- 7.
kwaliteitseisen voor buizen en hulpstukken van de buiten- riolering op erven en terreinen
- 8.
vervallen
- 9.
reglement van orde van de stadsbouwmeester
- 10.
tabel 2.6.1 behorende bij artikel 2.6.1 brandmeldinstallaties
- 11.
tabel 2.6.5 behorende bij artikel 2.6.5 ontruimingsalarminstallaties)
- 12.
tabel 2.6.8 behorende bij artikel 2.6.8 vluchtrouteaanduiding
HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
-
1. In deze verordening wordt verstaan onder:
- –
bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, met inbegrip van een gedeelte daarvan, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren;
- –
NEN: een door de Stichting Nederlands Normalisatie-Instituut uitgegeven norm;
- –
-
2. In deze verordening wordt verder verstaan onder:
- -
bevoegd gezag: dat wat daaronder wordt verstaan in de Woningwet;
- -
omgevingsvergunning voor het bouwen: dat wat daaronder wordt verstaan in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
- -
Artikel 1.2 Termijnen
Vervallen.
Artikel 1.3 Indeling van het gebied van de gemeente
1. Voor de toepassing van deze verordening geldt als indeling van de gemeente:
a. het gebied binnen de bebouwde kom;
b. het gebied buiten de bebouwde kom.
2. Als gebied binnen de bebouwde kom geldt het gebied, dat op de bij deze verordening behorende kaart als zodanig is aangegeven.
HOOFDSTUK 2 DE AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING VOOR HET BOUWEN
Paragraaf 1 Gegevens en bescheiden
Artikel 2.1.1 Aanvraag bouwvergunning
Vervallen.
Artikel 2.1.2 In de aanvraag op te nemen gegevens
Vervallen.
Artikel 2.1.3 Bij de aanvraag in te dienen bescheiden
Vervallen.
Artikel 2.1.4 Gegevens met betrekking tot het coördineren van vergunningaanvragen
Vervallen.
Artikel 2.1.5 Bodemonderzoek
- 1.
Het onderzoek betreffende de bodemgesteldheid als bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de Woningwet bestaat uit:
- a.
de resultaten van een recent milieuhygiënisch bodemonderzoek verricht volgens NEN 5740 uitgave 2009, in overeenstemming met het onderzoeksprotocol dat volgt uit figuur 1;
- b.
(vervallen).
- c.
Indien op basis van het vooronderzoek aanleiding bestaat te veronderstellen dat asbest, daaronder mede begrepen asbestvezels, -deeltjes of –stof, in de bodem aanwezig is, vindt het onderzoek mede plaats op de wijze als voorzien in NEN 5707, uitgave 2003.
- a.
- 2.
De plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport als bedoeld in artikel 2.4, onder d van de Regeling omgevingsrecht geldt niet indien het bouwen betrekking heeft op een bouwwerk dat naar aard en omvang gelijk is aan een bouwwerk als genoemd in het Besluit omgevingsrecht, artikelen 2 en 3 van bijlage II. Deze verwijzing geldt niet voor de hoogtebepalingen in het Besluit omgevingsrecht, artikelen 2 en 3 van bijlage II.
- 3.
Het bevoegd gezag staat een geheel of gedeeltelijk afwijken van de plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport bedoeld in artikel 2.4, onder d, van de Regeling omgevingsrecht toe, indien voor toepassing van artikel 2.4.1 bij het bevoegd gezag reeds bruikbare onderzoeksresultaten beschikbaar zijn.
- 4.
Het bevoegd gezag kan een gedeeltelijk afwijken van de plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport als bedoeld in artikel 2.5, onder d van de Regeling omgevingsrecht toestaan voor een bouwwerk met een beperkte instandhoudingtermijn als bedoeld in artikel 2.23 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 5.16 van het Besluit omgevingsrecht, indien uit het in NEN 5725, uitgave 2009, bedoelde vooronderzoek naar het historisch gebruik en naar de bodemgesteldheid blijkt, dat de locatie onverdacht is dan wel de gerezen verdenkingen een volledig veldonderzoek volgens NEN 5740, uitgave 2009, niet rechtvaardigen.
- 5.
Indien het bouwen pas kan plaatsvinden nadat de aanwezige bouwwerken zijn gesloopt, dient het bodemonderzoek plaats te vinden nadat is gesloopt en voordat met de bouw wordt begonnen.
Artikel 2.1.6 Overige gegevens en bescheiden behorende bij de aanvraag om bouwvergunning
Vervallen.
Artikel 2.1.7 Bouwregistratie
Vervallen.
Artikel 2.1.8 Bijzondere bepalingen omtrent de aanvraag om bouwvergunning woonwagens en standplaatsen
Vervallen.
Paragraaf 2 Behandeling van de aanvraag om bouwvergunning
Artikel 2.2.1 Ontvangst van de aanvraag
Vervallen.
Artikel 2.2.2 Samenloop met vrijstelling ruimtelijke ordening
Vervallen.
Artikel 2.2.3 Bekendmaking van termijnen
Vervallen.
Artikel 2.2.4 In behandeling nemen en fasering bouwvergunningverlening
Vervallen.
Artikel 2.2.5 In behandeling nemen en bodemonderzoek
Vervallen.
Artikel 2.2.6 Kennisgeving van rechtswege verleende bouwvergunning
Vervallen.
Paragraaf 3 Welstandstoetsing
Artikel 2.3.1 Welstandscriteria
Vervallen.
Paragraaf 4 Het tegengaan van bouwen op verontreinigde bodem
Artikel 2.4.1 Verbod tot bouwen op verontreinigde bodem
Op een bodem die zodanig is verontreinigd dat schade of gevaar is te verwachten voor de gezondheid van de gebruikers, mag niet worden gebouwd voor zover dat bouwen betrekking heeft op een bouwwerk:
- a.
waarin voortdurend of nagenoeg voortdurend mensen zullen verblijven;
- b.
voor het bouwen waarvan een omgevingsvergunning voor het bouwen is vereist; en
- c.
1. dat de grond raakt, of
2. waarvan het bestaande, niet wederrechtelijke gebruik niet wordt
gehandhaafd.
Artikel 2.4.2 Voorwaarden omgevingsvergunning voor het bouwen
In afwijking van het bepaalde in artikel 2.4.1 en onverminderd het bepaalde in artikel 2.4, onder d, van de Regeling omgevingsrecht, kan het bevoegd gezag voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen, in het geval zij op grond van het in de Regeling omgevingsrecht bedoelde onderzoeksrapport en/of andere bij hen bekende onderzoeksresultaten dan wel op grond van het overeenkomstig het tweede lid van artikel 39 van de Wet bodembescherming goedgekeurde saneringsplan bedoeld in artikel 39, eerste lid, van die Wet van oordeel zijn, dat de bodem niet geschikt is voor het beoogde doel maar door het stellen van voorwaarden alsnog geschikt kan worden gemaakt.
Paragraaf 5 Voorschriften van stedenbouwkundige aard en bereikbaarheidseisen
Artikel 2.5.1 Richtlijnen voor de verlening van ontheffing van de stedenbouwkundige bepalingen
Vervallen.
Artikel 2.5.2 Anti-cumulatiebepaling
Vervallen.
Artikel 2.5.3 Bereikbaarheid van bouwwerken voor wegverkeer. Brandblusvoorzieningen
Vervallen.
Artikel 2.5.3A Brandweeringang
Vervallen.
Artikel 2.5.4 Bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten
Vervallen.
Artikel 2.5.5 Ligging van de voorgevelrooilijn
Vervallen.
Artikel 2.5.6 Verbod tot bouwen met overschrijding van de voorgevelrooilijn
Vervallen.
Artikel 2.5.7 Toegelaten overschrijding van de voorgevelrooilijn
Vervallen.
Artikel 2.5.8 Ontheffing voor overschrijdingen van de voorgevelrooilijn
Vervallen.
Artikel 2.5.9 Bouwen op de weg
Vervallen.
Artikel 2.5.10 Plaatsing van de voorgevel ten opzichte van de voorgevelrooilijn. Afschuining van straathoeken
Vervallen.
Artikel 2.5.11 Ligging achtergevelrooilijn
Vervallen.
Artikel 2.5.12 Verbod tot bouwen met overschrijding van de achtergevelrooilijn
Vervallen.
Artikel 2.5.13 Toegelaten overschrijding van de achtergevelrooilijn
Vervallen.
Artikel 2.5.14 Ontheffing voor overschrijdingen van de achtergevelrooilijn
Vervallen.
Artikel 2.5.15 Erf bij woningen en woongebouwen
Vervallen.
Artikel 2.5.16 Erf bij overige gebouwen
Vervallen.
Artikel 2.5.17 Ruimte tussen bouwwerken
Vervallen.
Artikel 2.5.18 Erf- en terreinafscheidingen
Vervallen.
Artikel 2.5.19 Bouwen nabij bovengrondse hoogspanningslijnen en ondergrondse hoofdtransportleidingen
Vervallen.
Artikel 2.5.20 Toegelaten hoogte in de voorgevelrooilijn
Vervallen.
Artikel 2.5.21 Toegelaten hoogte in de achtergevelrooilijn
Vervallen.
Artikel 2.5.22 Toegelaten hoogte van zijgevels tegenover een achtergevelrooilijn
Vervallen.
Artikel 2.5.23 Toegelaten hoogte tussen voor- en achtergevelrooilijnen
Vervallen.
Artikel 2.5.24 Grootste toegelaten hoogte van bouwwerken
Vervallen.
Artikel 2.5.25 Hoogte van bouwwerken op niet aan een weg grenzende terreinen
Vervallen.
Artikel 2.5.26 Wijze van meten van de hoogte van bouwwerken
Vervallen.
Artikel 2.5.27 Toegelaten afwijkingen van de toegelaten bouwhoogte
Vervallen.
Artikel 2.5.28 Ontheffing voor overschrijdingen van de toegelaten bouwhoogte
Vervallen.
Artikel 2.5.29 Ontheffing voor overschrijding van de rooilijnen en van de toegelaten bouwhoogte in geval van voorbereiding van nieuw ruimtelijk beleid
Vervallen.
Artikel 2.5.30 Parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen
Vervallen.
Paragraaf 6 Voorschriften inzake brandveiligheidinstallaties en vluchtrouteaanduidingen
Artikel 2.6.1 Beginsel inzake brandmeldinstallaties
Vervallen.
Artikel 2.6.2 Aanwezigheid van brandmeldinstallaties
Vervallen.
Artikel 2.6.3 Omvang van de bewaking door brandmeldinstallaties
Vervallen.
Artikel 2.6.4 Kwaliteit van brandmeldinstallaties
Vervallen.
Artikel 2.6.5 Beginsel inzake ontruimingsalarminstallaties
Vervallen.
Artikel 2.6.6 Aanwezigheid van ontruimingsalarminstallaties
Vervallen.
Artikel 2.6.7 Kwaliteit van ontruimingsalarminstallaties
Vervallen.
Artikel 2.6.8 Beginsel inzake vluchtrouteaanduidingen
Vervallen.
Artikel 2.6.9 Aanwezigheid van vluchtrouteaanduidingen
Vervallen.
Artikel 2.6.10 Kwaliteit van vluchtrouteaanduidingen
Vervallen.
Artikel 2.6.11 Gelijkwaardigheid
Vervallen.
Artikel 2.6.12 Communicatiesysteem voor publieke hulpverleningsdiensten
Vervallen.
Paragraaf 7 Aansluitplicht op de nutsvoorzieningen
Artikel 2.7.1 Eis tot aansluiting aan de waterleiding
Vervallen.
Artikel 2.7.2 Eis tot aansluiting aan het elektriciteitsnet
Vervallen.
Artikel 2.7.3 Eis tot aansluiting aan het aardgasnet
Vervallen.
Artikel 2.7.4 Eis tot aansluiting aan de openbare riolering
Vervallen.
Artikel 2.7.5 Aansluiting anders dan aan de openbare riolering
Vervallen.
Artikel 2.7.6 Kwaliteit en dimensionering van de buitenriolering op erven en terreinen
Vervallen.
Artikel 2.7.7 Wijze van meten van de afstand tot de leidingen van het openbare net van de nutsvoorzieningen
Vervallen.
HOOFDSTUK 3 LICHT-BOUWVERGUNNINGPLICHTIGE BOUWWERKEN
Artikel 3.1
Gereserveerd
Artikel 3.2 Welstandscriteria
Gereserveerd
HOOFDSTUK 4 PLICHTEN TIJDENS EN BIJ VOLTOOIING VAN DE BOUW EN BIJ INGEBRUIKNEMING VAN EEN BOUWWERK
Artikel 4.1 Intrekking bouwvergunning bij niet-tijdige start of tussentijdse staking van bouwwerkzaamheden
Vervallen.
Artikel 4.2 Op het bouwterrein verplicht aanwezige bescheiden
Vervallen.
Artikel 4.3 Wijzigingen in gegevens bouwregistratie
Vervallen.
Artikel 4.4 Het uitzetten van de bouw
Vervallen.
Artikel 4.5 Kennisgeving aan het bouwtoezicht van start van (onderdelen van) de bouwwerkzaamheden
Vervallen.
Artikel 4.6 Opmetingen, ontgravingen, opbrekingen en onderzoekingen
Vervallen.
Artikel 4.7 Bemalen van bouwputten
Vervallen.
Artikel 4.8 Veiligheid op het bouwterrein
Vervallen.
Artikel 4.9 Afscheiding van het bouwterrein
Vervallen.
Artikel 4.10 Veiligheid van hulpmiddelen en het voorkomen van hinder
Vervallen.
Artikel 4.11 Bouwafval
Vervallen.
Artikel 4.12 Gereedmelding van (onderdelen van) de bouwwerkzaamheden
Vervallen.
Artikel 4.13 Melden van werken bij lage temperaturen
Vervallen.
Artikel 4.14 Verbod tot ingebruikneming
Vervallen.
HOOFDSTUK 5 STAAT VAN OPEN ERVEN EN TERREINEN, AANSLUITING OP DE NUTSVOORZIENINGEN EN WEREN VAN SCHADELIJK EN HINDERLIJK GEDIERTE
Paragraaf 1 Staat van open erven en terreinen
Artikel 5.1.1 Staat van onderhoud van open erven en terreinen
Vervallen.
Artikel 5.1.2 Bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer. Brandblusvoorzieningen
Vervallen.
Artikel 5.1.3 Bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten
Vervallen.
Paragraaf 2 Staat van brandveiligheidinstallaties en vluchtrouteaanduidingen
Artikel 5.2.1 Voorschriften inzake brandveiligheidinstallaties en vluchtrouteaanduidingen
Vervallen.
Artikel 5.2.2 Aanwezigheid van brandveiligheidinstallaties in gebouwen niet zijnde woningen, woongebouwen, logiesverblijven, logiesgebouwen of kantoorgebouwen
Vervallen.
Artikel 5.2.3 Aanwezigheid van brandveiligheidinstallaties in woongebouwen van bijzondere aard
Vervallen.
Artikel 5.2.4 Aanwezigheid van brandveiligheidinstallaties in logiesverblijven en logiesgebouwen
Vervallen.
Artikel 5.2.5 Aanwezigheid van brandveiligheidinstallaties in kantoorgebouwen
Vervallen.
Paragraaf 3 Aansluiting op de nutsvoorzieningen
Artikel 5.3.1 Eis tot aansluiting aan de waterleiding
Vervallen.
Artikel 5.3.2 Eis tot aansluiting aan het elektriciteitsnet
Vervallen.
Artikel 5.3.3 Eis tot aansluiting aan het aardgasnet
Vervallen.
Artikel 5.3.4 Eis tot aansluiting aan de openbare riolering
Vervallen.
Artikel 5.3.5 Aansluiting anders dan aan de openbare riolering
Vervallen.
Artikel 5.3.6 Kwaliteit en dimensionering van de buitenriolering op erven en terreinen toepassing
Vervallen.
Artikel 5.3.7 Wijze van meten van de afstand tot de leidingen van het openbare net van de nutsvoorzieningen
Vervallen.
Paragraaf 4 Het weren van schadelijk of hinderlijk gedierte. Reinheid
Artikel 5.4.1 Preventie
Vervallen.
HOOFDSTUK 6 BRANDVEILIG GEBRUIK
Paragraaf 1 Gebruiksvergunning
Artikel 6.1.1 Vergunning gebruik bouwwerk
Vervallen.
Artikel 6.1.2 Aanvraag gebruiksvergunning
Vervallen.
Artikel 6.1.3 In behandeling nemen
Vervallen.
Artikel 6.1.4 Termijn van beslissing
Vervallen.
Artikel 6.1.5 Weigeren gebruiksvergunning
Vervallen.
Artikel 6.1.6 Intrekken gebruiksvergunning
Vervallen.
Artikel 6.1.7 Verplicht aanwezige bescheiden
Vervallen.
Paragraaf 2 Het voorkomen van brand en het beperken van brand en brandgevaar
Artikel 6.2.1 Gebruikseisen voor bouwwerken
Vervallen.
Artikel 6.2.2 Opslag brandgevaarlijke stoffen
Vervallen.
Artikel 6.2.3 Opslag en verwerking stoffen
Vervallen.
Paragraaf 3 Het bestrijden van brand en het voorkomen van ongevallen bij brand
Artikel 6.3.1 Gebruiksgereed houden bluswaterwinplaatsen
Vervallen.
Artikel 6.3.2 Gebruik middelen en voorzieningen
Vervallen.
Paragraaf 4 Hinder in verband met de brandveiligheid
Artikel 6.4.1 Hinder in verband met de brandveiligheid
Vervallen.
HOOFDSTUK 7 OVERIGE GEBRUIKSBEPALINGEN
Paragraaf 1 Overbevolking
Artikel 7.1.1 Overbevolking van woningen
Vervallen.
Artikel 7.1.2 Overbevolking van woonwagens
Vervallen.
Paragraaf 2 Staken van het gebruik
Artikel 7.2.1 Verbod tot gebruik bij bouwvalligheid
Vervallen.
Artikel 7.2.2 Staken van gebruik wegens gebrek aan veiligheid en gebrek aan hygiëne
Vervallen.
Artikel 7.2.3 Staken van het gebruik van een woonwagen
Vervallen.
Paragraaf 3 Gebruik van bouwwerken, open erven en terreinen
Artikel 7.3.1 (Vervallen)
Zie toelichting.
Artikel 7.3.2 Hinder
Vervallen.
Paragraaf 4 Het weren van schadelijk of hinderlijk gedierte. Reinheid
Artikel 7.4.1 Preventie
Vervallen.
Paragraaf 5 Watergebruik
Artikel 7.5.1 Verboden gebruik van water
Vervallen.
Paragraaf 6 Installaties
Artikel 7.6.1 Gebruiksgereed houden van installaties
Vervallen.
HOOFDSTUK 8 SLOPEN
Paragraaf 1 Omgevingsvergunning voor het slopen
Artikel 8.1.1 Omgevingsvergunning voor het slopen
Vervallen.
Artikel 8.1.2 Aanvraag sloopvergunning
Vervallen.
Artikel 8.1.3 In behandeling nemen
Vervallen.
Artikel 8.1.4 Termijn van beslissing
Vervallen.
Artikel 8.1.5 Samenloop van slopen en bouwen
Vervallen.
Artikel 8.1.6 Weigeren omgevingsvergunning voor het slopen
Vervallen.
Artikel 8.1.7 Intrekking omgevingsvergunning voor het slopen
Vervallen.
Paragraaf 2 Uitzonderingen op het vereiste van omgevingsvergunning voor het slopen
Artikel 8.2.1 Sloopmelding
- 1.
In afwijking van artikel 8.1.1, eerste lid, is geen omgevingsvergunning voor het slopen vereist voor het anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf in zijn geheel slopen van:
- a.
geschroefde, asbesthoudende platen waarin de asbestvezels hechtgebonden zijn, niet zijnde dakleien, uit een woning of uit een op het erf van die woning staand bijgebouw, voor zover de woning of het bijgebouw niet in het kader van de uitoefening van een beroep of bedrijf
Paragraaf 3 Verplichtingen tijdens het slopen
Artikel 8.3.1 Veiligheid op sloopterrein
Vervallen.
Artikel 8.3.2 Op het sloopterrein verplicht aanwezige bescheiden
Vervallen.
Artikel 8.3.3. Plichten van de houder van de omgevingsvergunning voor het slopen
Vervallen.
Artikel 8.3.4. Plichten van degene die sloopt
Vervallen.
Artikel 8.3.5. Wijze van slopen, verpakken en opslaan van asbest
Vervallen.
Artikel 8.3.6. Plichten ten aanzien van de sloop van tuinbouwkassen
Vervallen.
Paragraaf 4 Vrij slopen
Artikel 8.4.1. Sloopafval algemeen
Vervallen.
HOOFDSTUK 9 WELSTAND
Artikel 9.1 De advisering door de stadsbouwmeester
De stadsbouwmeester adviseert over de welstandsaspecten van aanvragen voor een omgevingsvergunning voor het bouwen. De stadsbouwmeester baseert zijn advies op de in de welstandsnota genoemde welstandscriteria. De stadsbouwmeester heeft een plaatsvervanger, voor wie dezelfde bepalingen gelden.
Artikel 9.2 De stadsbouwmeester
- 1.
De stadsbouwmeester is deskundig op het gebied van architectuur en ruimtelijke kwaliteit.
- 2.
De stadsbouwmeester is onafhankelijk ten opzichte van het gemeentebestuur.
- 3.
De stadsbouwmeester wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris of diens plaatsvervanger.
Artikel 9.3 Benoeming en zittingsduur
Vervallen.
Artikel 9.4 Jaarlijkse verantwoording
De stadsbouwmeester stelt jaarlijks een verslag op van zijn werkzaamheden voor de gemeenteraad, waarin ten minste aan de orde komt:
- op welke wijze toepassing is gegeven aan de welstandscriteria uit de welstandsnota;
- de werkwijze van de stadsbouwmeester;
- op welke wijze uitwerking is gegeven aan de openbaarheid van de zittingen;
- de aard van de beoordeelde plannen;
- de bijzondere projecten.
De stadsbouwmeester kan in zijn jaarverslag aanbevelingen doen ten aanzien van het gemeentelijk ruimtelijk kwaliteitsbeleid in het algemeen en de aanpassing van de gemeentelijke welstandsnota in het bijzonder.
Artikel 9.5 Termijn van advisering
- 1.
De stadsbouwmeester brengt het advies over de aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen uit binnen een week nadat door of namens burgemeester en wethouders daarom is verzocht.
- 2.
Burgemeester en wethouders kunnen in hun verzoek om advies de stadsbouwmeester een langere termijn dan genoemd in het vorengenoemde lid van dit artikel geven voor het uitbrengen van het welstandsadvies. Een langere termijn kan door burgemeester en wethouders worden gegeven indien de termijn van afdoening van de aanvraag is verlengd met toepassing van artikel 3.9, tweede lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Artikel 9.6 Openbaarheid van vergaderingen en mondeling toelichten
- 1.
De behandeling van bouwplannen door de stadsbouwmeester is openbaar. De stadsbouwmeester maakt voor iedere zitting door middel van een publicatie melding op welke dag, welke plaats en welk tijdstip hij plannen behandelt. Hij vermeldt tevens in de publicatie dat inwoners bij de secretaris van de stadsbouwmeester de volledige agenda kunnen opvragen. Bij de kennisgeving van aanvragen om omgevingsvergunning voor het bouwen wordt tevens aangegeven dat de zittingen van de stadsbouwmeester openbaar zijn en de secretaris van de stadsbouwmeester op verzoek aangeeft in welke zitting een bepaald bouwplan wordt behandeld. De openbaarheid geldt zowel voor de beoordeling als de adviezen. Indien burgemeester en wethouders - al dan niet op verzoek van de aanvrager - een verzoek doen tot niet-openbare behandeling, dan dienen burgemeester en wethouders daaraan klemmende redenen op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur ten grondslag te leggen.
- 2.
Indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen hierom bij het indienen van de aanvraag om omgevingsvergunning heeft verzocht, wordt deze door of namens de stadsbouwmeester in staat gesteld tot het geven van een toelichting op het bouwplan.
- 3.
In het geval dat het bouwplan door de stadsbouwmeester wordt beoordeeld en een verzoek tot het geven van een toelichting is gedaan, dient de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen van de stadsbouwmeester een uitnodiging te ontvangen voor de zitting, waarin de aanvraag wordt beoordeeld.
- 4.
Belanghebbenden hebben in toelichtende zin spreekrecht. Het reglement van orde van de stadsbouwmeester dat als bijlage 9 bij deze verordening is vastgesteld, voorziet in een procedurele opzet, waarbij er een onderscheid kan bestaan in de toelichtende fase en de concrete advisering.
Artikel 9.7 Vorm waarin het advies wordt uitgebracht
- 1.
De stadsbouwmeester adviseert en motiveert zijn advies schriftelijk.
- 2.
Zodra het advies wordt uitgebracht, wordt het door of namens burgemeester en wethouders gevoegd bij de aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen.
Artikel 9.8 Uitsluiting van gebieden en categorïen bouwwerken
Vervallen.
HOOFDSTUK 10 OVERIGE ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
Artikel 10.1 De aanvraag om woonvergunning
Vervallen.
Artikel 10.2 De aanvraag om vergunning tot hergebruik van een ontruimde onbewoonbaar verklaarde woning of woonwagen
Vervallen.
Artikel 10.3 Overdragen vergunningen
Vervallen.
Artikel 10.4 Overdragen mededeling
Vervallen.
Artikel 10.5 Het kenteken voor onbewoonbaar verklaarde woningen en woonwagens almede onbruikbaar verklaarde standplaatsen
Vervallen.
Artikel 10.6 Herziening en vervanging van aangewezen normen en andere voorschriften
Vervallen.
HOOFDSTUK 11 HANDHAVING
Artikel 11.1 Stilleggen van de bouw
Vervallen.
Artikel 11.3 Overtreding van het verbod tot ingebruikneming
Vervallen.
Artikel 11.3 Stilleggen van het slopen
Vervallen.
Artikel 11.4 Onderzoek naar een gebrek
Vervallen.
HOOFDSTUK 12 STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 12.1 Strafbare feiten
Vervallen.
Artikel 12.2 Overgangsbepaling bodemonderzoek
Vervallen.
Artikel 12.3 Overgangsbepaling met betrekking tot de staat van open erven en terreinen
Vervallen.
Artikel 12.4 Vervallen
Vervallen.
Artikel 12.5 Overgangsbepaling sloopmelding
Vervallen.
Artikel 12.6 Slotbepaling
-
1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2013.
-
2. Bij de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de bouwverordening, vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 24 november 2011 en alle daarin aangebrachte wijzigingen.
-
3. Op een aanvraag om bouwvergunning, ontheffing of toestemming of een aanvraag omgevingsvergunning, die is ingediend vóór het tijdstip waarop deze bouwverordening van kracht wordt en waarop op genoemd tijdstip nog niet is beschikt, zijn de bepalingen van de bouwverordening van toepassing, zoals die luidden voor deze wijziging, tenzij de aanvrager aangeeft dat de gewijzigde bepalingen worden toegepast.
-
4. Deze verordening kan worden aangehaald als 'bouwverordening'.
Bijlagen
Bijlage 1 Gegevens en bescheiden aanvraag bouwvergunning
Bijlage als bedoeld in de artikelen 2.1.1 en 3.1
Artikel 1 De bij de aanvraag om bouwvergunning behorende bescheiden alsbedoeld in artikel 2.1.3 van de bouwverordening
Vervallen.
Artikel 2 De bij de aanvraag om bouwvergunning behorende gegevens enbescheiden als bedoeld in artikel 2.1.6 van de bouwverordening
Vervallen.
Artikel 3 Funderingsplan
Vervallen.
Artikel 4 Constructieve en aanverwante gegevens
Vervallen.
Artikel 5 Bouwveiligheidsplan
Vervallen.
Artikel 6 Eisen ten aanzien van tekeningen
Vervallen.
Artikel 7 Eisen ten aanzien van berekeningen
Vervallen.
Toelichting bijlage 1
Hoofdlijnen van de jurisprudentie
– Ingevolge artikel 6 eerste lid van bijlage 1 bij de (Model-)bouwverordening dient de schaal van de tekeningen van het bouwwerk 1:100 te zijn. In verband met de grootte van het te bouwen gebouw is in casu niet voldaan aan dit gestelde schaalvereiste. De Voorzitter ARRS: Gelet op de praktische problemen (de gestelde schaaleis maakt de tekeningen volstrekt onhandelbaar) wordt in het niet – geheel – voldoen aan het bepaalde in voornoemd artikel 6 onvoldoende aanleiding gezien om tot schorsing van de bouwvergunning over te gaan. De aanvraag is niet onzorgvuldig beoordeeld. Ook is niet gebleken dat niet is voldaan aan de in artikel 2.1.3 van de (Model-)bouwverordening gestelde eisen ten aanzien van de bij de aanvraag over te leggen bescheiden.
Wnd. Vz. ARRS, 7 juni 1993, BR 1993, p. 975, Afvalverwerkingsinstallatie Beilen.
Bijlage 2 Gegevens en bescheiden aanvraag gebruiksvergunning
Vervallen.
Bijlage 3 Gebruikseisen voor bouwwerken
Vervallen.
Bijlage 4 Gebruikseisen voor bouwwerken met uitzondering van de niet-gemeenschappelijke ruimten in woonfuncties
Vervallen.
Bijlage 5 Opslag brandgevaarlijke stoffen
Vervallen.
Bijlage 6
Vervallen.
Bijlage 7 Kwaliteitseisen voor buizen en hulpstukken van de buitenriolering op erven en terreinen
Vervallen.
Bijlage 8
Vervallen.
Bijlage 9 Reglement van orde van de stadsbouwmeester
Artikel 1
1. Naast de advisering over de welstandsaspecten van aanvragen voor een omgevingsvergunning voor het bouwen adviseert de stadsbouwmeester burgemeester en wethouders omtrent andere zaken waarbij het esthetisch aspect of het landschapsschoon is betrokken.
2. De stadsbouwmeester is bevoegd, ook ongevraagd, burgemeester en wethouders voorstellen te doen die kunnen strekken tot verfraaiing van de gemeente, of van zijn inzichten aangaande desbetreffende aangelegenheden te doen blijken.
Artikel 2
1. De aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen die gebruik wenst te maken van het spreekrecht, dient zich hiervoor tenminste 2 werkdagen voor de dag van de zitting aan te melden bij de secretaris van de stadsbouwmeester.
2. Per zitting worden voor maximaal 3 bouwplannen insprekers toegestaan. Latere verzoekers om inspreekrecht wordt hiertoe de gelegenheid geboden in de volgende zitting(en) van de stadsbouwmeester, zulks in volgorde van aanmelding van het daartoe strekkende verzoek.
Artikel 3
1. De nieuw te benoemen stadsbouwmeester kan op aanbeveling van de stadsbouwmeester door burgemeester en wethouders aan de gemeenteraad worden voorgedragen.
2. Alvorens burgemeester en wethouders aan de gemeenteraad een voordracht doen, worden met de sollicitanten gesprekken gevoerd, dit in aanwezigheid van de portefeuillehouder, de zittende stadsbouwmeester, het hoofd van de afdeling, de teamleider Vergunningen alsmede de secretaris van de stadsbouwmeester.
Artikel 4
Dit reglement kan worden aangehaald als “Reglement van orde van de stadsbouwmeester Katwijk”.
Bijlage 10 Tabel 2.6.1 behorende bij artikel 2.6.1 (brandmeldinstallaties)
Vervallen.
Bijlage 11 Tabel 2.6.5 behorende bij artikel 2.6.5
(ontruimingsalarminstallaties)
Vervallen.
Bijlage 12 Tabel 2.6.8 behorende bij artikel 2.6.8
Vluchtrouteaanduiding
Vervallen.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl