Regeling vervallen per 01-01-2017

Verordening inzake de herbenoeming burgemeester

Geldend van 23-06-2008 t/m 31-12-2016

Intitulé

Verordening inzake de herbenoeming burgemeester

Verordening inzake de herbenoeming burgemeester.

De raad van de gemeente Roosendaal, gelet op artikel 61, derde lid, artikel 61a en artikel 147 van de Gemeentewet, de Circulaire procedureregels benoeming burgemeester van 2 november 2005 en de Archiefwet;

Besluit:

vast te stellen de navolgende verordening:

Verordening inzake de herbenoeming burgemeester;

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vertrouwenscommissie: de commissie, bedoeld in artikel 3;

  • b.

    commissaris: de Commissaris van de Koningin in de provincie Noord-Brabant;

  • c.

    herbenoeming: benoeming van de burgemeester voor een nieuwe periode in de gemeenteRoosendaal;

  • d.

    raad: de raad van de gemeente Roosendaal;

  • e.

    verslag: de schriftelijke weergave van het gevoelen van de raad omtrenthet functioneren van de burgemeester;

  • f.

    aanbeveling: de schriftelijke verklaring van de raad over de herbenoeming van deburgemeester.

Artikel 2 Aankondiging herbenoeming

  • 1.

    Uiterlijk acht maanden voor het einde van de ambtstermijn van de burgemeester stelt decommissaris de raad er schriftelijk van in kennis dat de herbenoeming aan de orde is. Voordatde commissaris de raad op de hoogte stelt, heeft hij ter zake een gesprek met de burgemeester.

  • 2.

    De commissaris ziet ingevolge zijn ambtsinstructie toe op een ordelijk verloop van deprocedure tot herbenoeming en informeert daartoe de raad over het juridische kader.

Artikel 3 Instelling en taak commissie

  • 1. Ingesteld wordt een commissie voor de aanbeveling tot herbenoeming van de burgemeester, in het ambt van burgemeester van de gemeente Roosendaal.

  • 2. De commissie heeft tot taak de aanbeveling tot herbenoeming door de raad voor te bereiden.

Artikel 4 Samenstelling commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit de volgende leden: de plaatsvervangend voorzitter van de raad en uit iedere fractie één vertegenwoordiger, zijnde de fractievoorzitter.

  • 2.

    Het secretariaat en de ambtelijke ondersteuning van de commissie worden opgedragen aan de griffier.

  • 3.

    De plaatsvervangend voorzitter van de raad wordt aangesteld als voorzitter van de commissie. De fractievoorzitter van de grootste fractie treedt op als haar plaatsvervanger.

  • 4.

    De gemeentesecretaris en een wethouder kunnen, op verzoek van de commissie, gevraagd worden te adviseren.

  • 5.

    Er worden noch plaatsvervangende leden noch een plaatsvervangende commissiegriffieraangewezen.

Artikel 5 Beslotenheid vergadering

  • 1.

    De vergaderingen van de commissie zijn besloten.

  • 2.

    De commissie legt in elke vergadering met toepassing van artikel 86 van de Gemeentewetgeheimhouding op omtrent de inhoud van de stukken en het behandelde tijdens devergadering.

  • 3.

    De voorzitter ziet erop toe dat aan het gestelde in het tweede lid wordt voldaan.

  • 4.

    De commissie noch de raad kunnen de geheimhouding, waartoe het tweede lid verplicht, nietopheffen.

  • 5.

    De geheimhoudingsplicht blijft na ontbinding van de commissie van kracht.

Artikel 6 Vergaderfrequentie

  • 1. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of ten minste de helft van de commissie dit noodzakelijk acht.

  • 2. Van elke vergadering wordt door de voorzitter ten minste vier dagen tevoren aankondiginggedaan aan de leden van de commissie, behoudens in situaties waarin sprake is vanspoedberaad.

  • 3. De commissie vergadert niet, indien niet ten minste de helft commissie aanwezig is, met dienverstande dat de griffier hier niet als lid van de commissie wordt aangemerkt.

Artikel 7 Bevindingen van de commissie

  • 1.

    De commissie vormt zich een oordeel over het functioneren van de burgemeester, met dienverstande dat de profielschets in beginsel daarvoor het toetsingskader vormt. Doorontwikkelingen binnen de gemeente kan het verwachtingspatroon ten aanzien van de specifiekerol van de burgemeester wijzigen. Voor een goede beoordeling is het zaak de gewijzigde eisenduidelijk te formuleren en kenbaar te maken aan de burgemeester. Naast de profielschetskunnen deze geëxpliciteerde gewijzigde eisen vervolgens het kader vormen om hetfunctioneren van de burgemeester te toetsen.

  • 2.

    Het verslag van de commissie wordt bij meerderheid van stemmen vastgesteld. In het verslagkunnen leden van de commissie van minderheidsstandpunten blijk geven.

  • 3.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt de griffier niet als lid van de commissieaangemerkt.

Artikel 8 Overleg tussen de commissie en de burgemeester

  • 1.

    De commissie bespreekt het verslag met de burgemeester voordat het verslag aan de raadwordt gezonden.

  • 2.

    Indien ter zake van zijn functioneren in het gesprek, bedoeld in het eerste lid, afspraken met deburgemeester worden gemaakt, worden deze in het verslag aan de raad vermeld.

  • 3.

    Indien daarvoor aanleiding is, wordt in het verslag tevens melding gemaakt van gesprekkendie de raad in een eerder stadium met de burgemeester over diens functioneren heeft gevoerd,alsmede over eventuele afspraken die daarbij zijn gemaakt.

Artikel 9 Aanbeveling

  • 1.

    De raad bespreekt het verslag van de commissie met de burgemeester. Indien de raad datnodig oordeelt, overlegt de raad vooraf ter zake met de commissaris.

  • 2.

    Voordat de raad een aanbeveling inzake de herbenoeming van de burgemeester opstelt,overlegt de raad met de commissaris over het functioneren van de burgemeester.

  • 3.

    Het overleg met de commissaris vindt plaats met gesloten deuren. Van de beraadslagingenwordt een afzonderlijk verslag opgemaakt dat niet openbaar wordt gemaakt.

  • 4.

    De raad zendt een aanbeveling ten minste vier maanden voor de eerste dag van de maandwaarin de herbenoeming dient in te gaan, aan de Minister van Binnenlandse Zaken enKoninkrijksrelaties, door tussenkomst van de commissaris. De raad verstrekt bij zijnaanbeveling het verslag van de commissie, het verslag van de beraadslagingen van deraadsvergadering waarin de aanbeveling is vastgesteld, alsmede overige voor de beoordeling vande aanbeveling relevante informatie. De raad verstrekt de burgemeester afschriften vanvoornoemde stukken.

  • 5.

    De aanbeveling van de raad is openbaar. Ten aanzien van de stukken die door de commissieaan de raad worden gezonden, de beraadslagingen daarover in de raad en van de stukken diedoor de raad aan de minister worden gezonden, geldt een geheimhoudingsplicht.

  • 6.

    Na ontvangst van de aanbeveling zendt de commissaris deze zo spoedig mogelijk doch uiterlijkbinnen één maand door naar de minister vergezeld van zijn advies daarover. Tevens rapporteertde commissaris over zijn bevindingen met betrekking tot de inhoud en het verloop van deprocedure. Daarbij gaat hij in op zijn overleg met de raad en op het gesprek dat hij met deburgemeester heeft gehad, indien de aanbeveling daartoe aanleiding geeft.

Artikel 10 Voorzitter

  • 1.

    De voorzitter van de commissie treedt naar buiten op als contactpersoon.

  • 2.

    Alle stukken, die bestemd zijn voor de commissie, worden gericht aan de voorzitter engezonden aan het privé-adres van de griffier en aldaar bewaard.

  • 3.

    Alle stukken, die van de commissie uitgaan, worden door de voorzitter en de commissiegriffierondertekend en vanaf het privé-adres van de griffier verzonden.

Artikel 11 Ontbinding vertrouwenscommissie

  • 1.

    De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgende op die waaropaan de raad is bekendgemaakt, dat de burgemeester is herbenoemd.

  • 2.

    De voorzitter en de griffier van de commissie dragen er zorg voor, dat op het in heteerste lid bedoelde tijdstip alle archiefbescheiden die de commissie zelf heeft opgemaakt, oplast van het college onverwijld in verzegelde envelop en gerubriceerd als “geheim” wordenovergebracht naar de krachtens de wet door de raad aangewezen archiefbewaarplaats. Zijdragen er eveneens zorg voor dat uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in de navolgendeleden van dit artikel.

  • 3.

    Van de in het tweede lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging alsbedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt meldinggemaakt van de met toepassing van artikel 15, eerste lid, onderdelen a. en c. van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

  • 4.

    De originele bescheiden die de commissie heeft ontvangen van de Commissaris van deKoningin of van kandidaten worden onmiddellijk aan dezen teruggezonden.

  • 5.

    Alle overige bescheiden van de commissie en alle kopieën van de in dit artikel bedoeldebescheiden worden onmiddellijk vernietigd.

Artikel 12 Onvoorziene omstandigheden

In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 13 Overige bepalingen

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van debekendmaking.

  • 2.

    De verordening wordt aangehaald als: Verordening inzake de commissie herbenoemingburgemeester.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Roosendaal in zijn openbare vergaderingvan 29 mei 2008 .

De griffier, De voorzitter,

E.van Straaten Mr. M.J. Marijnen