Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening ambtelijke bijstand

Geldend van 14-03-2002 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening ambtelijke bijstand

De raad van de gemeente Roosendaal;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 maart 2002, nr. 40;

gelet op artikel 33 van de Gemeentewet;

H E E F T B E S L O T E N:

vast te stellen de volgende:

VERORDENING AMBTELIJKE BIJSTAND:

Paragraaf 1 Begripsbepalingen

De raad van de gemeente Roosendaal;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 maart 2002, nr. 40;

gelet op artikel 33 van de Gemeentewet;

H E E F T B E S L O T E N:

vast te stellen de volgende:

VERORDENING AMBTELIJKE BIJSTAND:

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    informatie : gegevens neergelegd in schriftelijke stukken en ander materiaal dat gegevens bevat;

  • b.

    advies : het kenbaar maken van een deskundig oordeel;

  • c.

    bijstand : het verzamelen en verwerken van informatie.

Paragraaf 2 Informatie en advies

Artikel 2

Een raadslid, dat informatie of advies wenst, kan zich daarvoor rechtstreeks wenden tot de griffier of door hem aan te wijzen griffie-ambtenaren.

Paragraaf 3 Ambtelijke bijstand

Artikel 3

De griffier is gerechtigd om verzoeken aan de algemeen directeur te richten om ambtenaren werkzaam bij de gemeente Roosendaal medewerking te doen laten verlenen aan de aan hem gevraagde informatie, advies of bijstand, welke de griffier zelf niet (volledig) kan leveren.

Artikel 4

Ambtelijke bijstand wordt verleend tenzij:

  • a.

    het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt, dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad;

  • b.

    de taakuitoefening van de betreffende functionarissen hierdoor aanmerkelijk zou worden belemmerd en de bijstand niet tot geringere, meer aanvaardbare proporties kan worden teruggebracht.

Artikel 5

  • 1. Wanneer een aangewezen ambtenaar van mening is, dat zich een geval voordoet, waarin géén ambtelijke bijstand kan of behoort te worden verleend meldt hij zulks bij zijn directe leidiggevende gemeentesecretaris.

  • 2. Indien de algemeen directeur eveneens van mening is dat zich een geval voordoet als bedoeld in lid 1 van dit artikel, legt hij het verzoek voor aan burgemeester en wethouders en doet daarvan mededeling aan de aanvrager.

  • 3. Burgemeester en wethouders beslissen zo spoedig mogelijk.

Paragraaf 4 Algemene bepalingen

Artikel 6

  • 1. Wanneer een raadslid niet of niet geheel tevreden is over de verschafte informatie, advies of bijstand, kan hij de zaak voorleggen aan het presidium.

  • 2. Het presidium kan hierop al dan niet besluiten de zaak voor te leggen aan het college.

Artikel 7

De gemeentesecretaris of de door hem aangewezen ambtenaren geven van de door hen mondeling of schriftelijk verstrekte informatie, advies of bijstand kennis aan de betreffende portefeuillehouder in het college van burgemeester en wethouders, indien zij moeten of kunnen vermoeden dat zulks in het belang is van een goede bestuursvoering.

Artikel 8

Bij het vragen van informatie, advies of bijstand mag degene die deze hulp verleent, niet tot geheimhouding verplicht worden.

Paragraaf 5 Slotbepalingen

Artikel 9

Voor zover er behoefte bestaat aan andere hulp dan die welke valt onder de definitie van de begrippen informatie, advies en bijstand moet deze via raad en/of commissies worden gevraagd.

Artikel 10

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: "Verordening ambtelijke bijstand".

  • 2.

    Zij treedt in werking op de dag van de vaststelling.

  • 3.

    Met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening vervalt de "Verordening ambtelijke bijstand", vastgesteld door de raad van de gemeente Roosendaal in zijn vergadering van 27 maart 1997.

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeente Roosendaal van 14 maart 2002.

De griffier, De voorzitter,