Verordening cameratoezicht gemeente Groningen

Geldend van 18-01-2017 t/m 30-06-2017

Intitulé

VERORDENING Cameratoezicht gemeente Groningen

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN;

(GR10.2468658);

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 november 2010;

Gelet op artikel 151c Gemeentewet;

HEEFT BESLOTEN:

de Verordening cameratoezicht gemeente Groningen vast te stellen.

Artikel 1 Bevoegdheid plaatsen camera's

De burgemeester heeft de bevoegdheid om, indien en voor zover dat in het belang van de handhaving van de openbare orde en de in artikel 2 van deze verordening genoemde voorwaarden, noodzakelijk is, te besluiten tot plaatsing van vaste (statische) camera’s voor een periode van maximaal vijf jaren ten behoeve van toezicht op een openbare plaats (Art. 2 Wom). Het cameratoezicht kan vervolgens telkens met de periode van maximaal vijf jaren worden verlengd.

Artikel 2 Voorwaarden toepassing cameratoezicht

  • 1. Cameratoezicht mag slechts worden toegepast als aan alle, in lid 2 van dit artikel genoemde voorwaarden, is voldaan.

  • 2.

    • a.

      De burgemeester wijst de openbare plaats of plaatsen aan waar het toezicht zal plaatsvinden;

    • b.

      cameratoezicht mag slechts worden toegepast op openbare plaatsen die voldoen aan de in artikel 3 lid 2 genoemde gronden;

    • c.

      de doelstellingen als genoemd in artikel 4 dienen ten grondslag te liggen aan de toepassing van het cameratoezicht;

    • d.

      de burgemeester stelt, na overleg met de officier van justitie in het overleg, bedoeld in artikel 14 van de Politiewet 1993, de periode vast waarin in het belang van de handhaving van de openbare orde daadwerkelijk gebruik van de camera’s plaatsvindt en de met de camera’s gemaakte beelden in elk geval rechtstreeks worden bekeken;

    • e.

      de burgemeester bedient zich bij de uitvoering van het in het eerste artikel bedoelde besluit van de onder zijn gezag staande politie;

    • f.

      de aanwezigheid van camera’s als bedoeld in het eerste lid van dit artikel is op duidelijke wijze kenbaar voor een ieder die de desbetreffende openbare plaats betreedt;

    • g.

      met de camera’s worden uitsluitend beelden gemaakt van een openbare plaats;

    • h.

      de met de camera’s gemaakt beelden mogen in het belang van de handhaving van de openbare orde worden vastgelegd en gedurende ten hoogste vier weken worden bewaard;

    • i.

      de burgemeester informeert terstond na het nemen van het besluit als bedoeld in lid 2 sub a van dit artikel, de raad over de inhoud van het besluit alsmede de redenen welke tot dat besluit hebben geleid.

Artikel 3 Openbare plaats waar cameratoezicht toegepast mag worden

  • 1. Cameratoezicht mag slechts worden toegepast in gebieden die voldoen aan de in lid 2 van dit artikel genoemde criteria.

  • 2. Op de aan te wijzen openbare plaats dienen regelmatig grote aantallen mensen aanwezig te zijn en relatief veel geweldsdelicten plaats te vinden.

  • 3. Tijdelijk, voor de periode tot 1 juli 2017, kan gelet op de ernst van de overlastsituatie het gebiedtussen het Hoofdstation en de Oude Kijk in ‘t Jat brug door de burgemeester aangewezen wordenals gebied waar cameratoezicht wordt toegepast in verband met (drugs)overlast. De in lid 2 genoemde criteria zijn niet van toepassing.

Artikel 4 Doelstellingen cameratoezicht

  • 1. De in lid 2 van dit artikel genoemde doelstellingen dienen ten grondslag te liggen aan een besluit als genoemd in artikel 2 lid 2 sub a van deze verordening.

  • 2.

    • a.

      Afname aantal geweldsdelicten en/of openbare orde verstoringen en/of toename aantal aanhoudingen;

    • b.

      b) verbetering oplossing strafbare feiten;

    • c.

      c) voorkomen belemmeringen hulpverlening en verbetering van de hulpverlening aan slachtoffers, vroegtijdig kunnen ingrijpen om verdere escalatie te voorkomen;

    • d.

      d) terugdringen van het onveiligheidsgevoel.

Artikel 5 Opsporing

De vastgelegde beelden, bedoeld in artikel 2 lid 2 sub h, kunnen met inachtneming van de Wet politiegegevens worden verstrekt ten behoeve van de opsporing van een gepleegd strafbaar feit.

Artikel 6 Evalutatie

  • 1. De burgemeester zendt na afloop van ieder jaar een beknopt verantwoordingsverslag aan de raad over het gevoerde cameratoezicht.

  • 2. Naast het verslag als bedoeld in lid 1 van dit artikel, verricht de burgemeester een evaluatie een half jaar voor het aflopen van een eventuele termijnverlenging zoals bedoeld in artikel 1.

  • 3. Indien de in lid 1 van dit artikel genoemde evaluatie uitwijst dat voortzetten van het cameratoezicht op de betreffende openbare plaats(en) als bedoeld in artikel 2 lid 2 sub a, niet langer noodzakelijk is ter handhaving van de openbare orde, besluit de burgemeester dat het cameratoezicht op de openbare plaats(en) wordt beëindigd.

Artikel Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de datum van bekendmaking.

  • 2. Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening cameratoezicht gemeente Groningen.

Ondertekening

Gedaan te Groningen in de openbare raadsvergadering van 15 december 2010.

 

 

De voorzitter,                                                    De griffier,

 

 

 

 

dr. J.P. (Peter) Rehwinkel.                                   mr. L.A.M. (Leo) Aarden.

Aanwijsbesluit Cameratoezicht A-kwartier tweede kwartaal 2016

i271100.pdf [Klik hier om het document te downloaden]

Aanwijsbesluit Cameratoezicht A-kwartier eerste kwartaal 2016

i271097.pdf [Klik hier om het document te downloaden]