Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2011

Geldend van 08-10-2015 t/m 30-09-2021

Intitulé

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2011

Paragraaf 1: Informatieverstrekking en ambtelijke bijstand

Artikel 1 Verzoek om verstrekking van informatie of het verlenen van ambtelijke bijstand

  • 1. Een raadslid wendt zich tot de griffier, de gemeentesecretaris of een ambtenaar met een verzoek om:

    • a.

      feitelijke informatie van geringe omvang;

    • b.

      inzage in of afschrift van documenten die op grond van de Wet openbaarheid van bestuur openbaar zijn.

  • 2. Een raadslid wendt zich tot de griffier of de gemeentesecretaris met een verzoek om inzage in of afschrift van documenten die op grond van de Wet openbaarheid van bestuur niet openbaar gemaakt worden.

  • 3. Een raadslid wendt zich tot de griffier met een verzoek om ambtelijke bijstand bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties.

  • 4. Een raadslid wendt zich tot de griffier met een verzoek om andere ambtelijke bijstand dan bedoeld in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 2 Bevoegdheid tot verstrekking van informatie of het verlenen van ambtelijke bijstand.

  • 1. De informatie bedoeld in artikel 1, eerste lid wordt verleend door de gemeentesecretaris of de betrokken ambtenaar.

  • 2. De informatie bedoeld in artikel 1, tweede lid wordt verleend door de gemeentesecretaris, na besluitvorming door het college.

  • 3. De ambtelijke bijstand, bedoeld in artikel 1, derde en vierde lid, wordt verleend door de griffie. Indien de gevraagde ambtelijke bijstand niet door de griffie kan worden verleend kan de griffier de gemeentesecretaris verzoeken, één of meer ambtenaren aan te wijzen, die de gevraagde ambtelijke bijstand zo spoedig mogelijk verlenen. De gemeentesecretaris informeert het college op verzoek.

Artikel 3 Beoordeling van een verzoek om verstrekking van informatie of het verlenen van ambtelijke bijstand

  • 1.

    Indien een ambtenaar twijfelt of het verzoek bedoeld in artikel 1, eerste lid betrekking heeft op informatie als bedoeld in onderdeel a of b van dat lid, stelt hij de gemeentesecretaris in kennis, die vervolgens beslist of de informatie wordt gegeven. De gemeentesecretaris kan ambtenaren aanwijzen die namens hem beslissen over deze verzoeken.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders beslist of een document, dat op grond van de Wet openbaarheid van bestuur niet openbaar wordt gemaakt vertrouwelijk danwel met een plicht tot geheimhouding bedoeld in artikel 25, tweede lid van de Gemeentewet aan een gemeenteraadslid ter inzage wordt gegeven of in afschrift wordt verstrekt.

  • 3.

    De gemeentesecretaris kan medewerking aan het verlenen van ambtelijke bijstand bedoeld in artikel 1, derde en vierde lid jo. artikel 2, derde lid, tweede volzin weigeren indien:

    • a.

      het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad;

    • b.

      dit het belang van de gemeente kan schaden;

      Indien de ambtelijke bijstand wordt geweigerd deelt de gemeentesecretaris dit met redenen omkleed mee aan de griffier en het raadslid dat het verzoek heeft ingediend.

Artikel 4 Voorziening bij weigeren van medewerking aan het verlenen van ambtelijke bijstand

Indien een verzoek om medewerking aan het verlenen van ambtelijke bijstand, bedoeld in artikel 2, derde lid, tweede volzin, door de gemeentesecretaris wordt geweigerd kan de griffier of het betrokken raadslid het verzoek voorleggen aan het college van burgemeester en wethouders. Het college van burgemeester en wethouders beslist zo spoedig mogelijk over het verzoek.

Artikel 5 Voorziening ten aanzien van de kwaliteit van de verleende ambtelijke bijstand

  • 1. Indien een raadslid niet tevreden is over door een ambtenaar verleende bijstand, doet hij of de griffier, na overleg met de betrokken ambtenaar, hiervan mededeling aan de secretaris.

  • 2. Indien overleg met de gemeentesecretaris niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing leggen zij de zaak voor aan de het college van burgemeester en wethouders. Het college van burgemeester en wethouders beslist zo spoedig mogelijk over de zaak.

Artikel 6 Registratie van verleende ambtelijke bijstand

De gemeentesecretaris houdt, voor zover buitenproportioneel beroep wordt gedaan op ambtelijke bijstand, een register van de verleende ambtelijke bijstand bij als bedoeld in artikel 2, derde lid, tweede volzin, waarin per verzoek om ambtelijke bijstand aan de griffie of de reguliere ambtelijke organisatie wordt opgenomen:

  • a.

    welk raadslid om bijstand heeft verzocht;

  • b.

    over welk onderwerp om bijstand is verzocht;

  • c.

    welke ambtenaar de bijstand heeft verleend;

  • d.

    hoeveel tijd het verlenen van de bijstand heeft gekost;

  • e.

    de reden waarom een verzoek is geweigerd.

Paragraaf 2 Fractieondersteuning

Artikel 7 Bijdrage fracties

  • 1. De fracties, zoals bedoeld in artikel 7, eerste lid van het Reglement van orde voor de gemeenteraad 2002, ontvangen jaarlijks een financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie.

  • 2. Deze bijdrage bestaat per fractie uit een vast deel en een bedrag per raadszetel, beide zoals vastgesteld bij de begroting voor 2004.

  • 3. Jaarlijks wordt het vaste deel en het bedrag per raadszetel geïndexeerd met het prijsindexcijfer voor de gezinsconsumptie en naar boven afgerond op hele euro's.

Artikel 8 Besteding bijdrage

  • 1. Fracties besteden de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken.

  • 2. De bijdrage mag niet gebruikt worden ter bekostiging van:

    • a.

      uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

    • b.

      betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

    • c.

      giften;

    • d.

      uitgaven welke dienen bestreden te worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden toekomen;

    • e.

      algemene opleidingen voor raads- en commissieleden tenzij deze inhoudelijk gerelateerd zijn aan de politieke uitgangspunten van de deelnemers.

Artikel 9 Uitbetaling

  • 1.

    De bijdrage voor fractieondersteuning wordt, vóór 1 maart van een kalenderjaar, verstrekt via een daartoe door de fractie specifiek voor de fractiewerkzaamheden aangewezen rekening.

  • 2.

    In een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden wordt de bijdrage verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergaderingen van de nieuw gekozen raad plaatsvindt wordt de bijdrage verstrekt voor de overige maanden van dat jaar.

  • 3.

    Indien één of meer leden van een fractie als zelfstandige fractie gaan optreden ontvangt die fractie de in deze verordening bedoelde bijdrage.

    Voor de fractie(s) waaruit de leden van de nieuwe fractie afkomstig zijn wordt het bedrag per raadszetel in overeenstemming gebracht met het dan aanwezige aantal leden van die fractie(s). Het vast deel blijft ongewijzigd.

  • 4.

    Indien twee of meer fracties als één fractie gaan optreden wordt de uitbetaling van het vast deel van de bijdrage in overeenstemming gebracht met de nieuwe situatie.

  • 5.

    Indien één of meer leden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie worden de bedragen per raadslid van beide fracties in overeenstemming gebracht met het aantal leden die deze fracties zullen hebben.

  • 6.

    Bij toepassing van het derde, vierde en vijfde lid worden de bedragen met ingang van de maand volgende op de maand waarin mededeling is gedaan aan de voorzitter, in overeenstemming gebracht met de nieuwe situatie in evenredigheid met het aantal resterende maanden van het lopende kalenderjaar.

  • 7.

    Uitbetaling aan nieuwe fracties als bedoeld in het derde lid vindt plaats in de eerste maand volgende op de maand waarin aan de voorzitter mededeling is gedaan van het zelfstandig gaan optreden als nieuwe fractie.

  • 8.

    Bij vermindering van het zeteltal van een fractie gedurende de zittingsperiode wordt de aan de oorspronkelijk fractie verstrekte bijdrage verrekend met de bijdrage voor het volgende kalenderjaar.

Artikel 10 Reservering niet bestede gelden

  • 1. De in enig jaar niet bestede gelden blijven als reservering in beheer bij de fractie en kan met in achtneming van artikel 8, tweede lid in volgende jaren worden aangewend.

  • 2. Na de verkiezingen voor een volgende raadsperiode blijft van de reservering 30% van de jaarlijkse bijdrage beschikbaar voor de fractie die onder dezelfde naam terugkeert, dan wel voor de fractie die naar het oordeel van de raad als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd. Het overschot wordt verrekend of, voor zover nodig, teruggevorderd overeenkomstig artikel 11, lid 3.

  • 3. Het beroep in enig jaar op de opgebouwde reserve, komt tot uitdrukking in de afrekening als bedoeld in artikel 11.

  • 4. Als bij zetelverlies de reserve voor een fractie hoger zou worden dan aangegeven in het tweede lid, vervalt het recht op het meerdere.

  • 5. Bij splitsing van een fractie, wordt de reserve verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden.

Artikel 11 Verantwoording

  • 1. Elke fractie legt, uiterlijk 1 februari na het einde van een kalenderjaar, aan de raad verantwoording af over de besteding van de bijdrage voor fractieondersteuning onder overlegging van een verslag.

  • 2. De fracties bieden het verslag ter controle aan bij de griffier van de gemeente. De burgemeester parafeert de verantwoording. Een oordeel wordt vervolgens gevraagd aan de financiële afdeling. De bevindingen worden in de jaarrekening verwerkt.

  • 3. De raad stelt gelijktijdig met het vaststellen van de jaarrekening de bedragen vast van:

    • a.

      de uitgaven van een fractie die in het vorige kalenderjaar uit de bijdrage bekostigd zijn;

    • b.

      de wijziging van de reserve;

    • c.

      de resterende reserve;

    • d.

      de verrekening tussen de in onderdeel a. genoemde uitgaven en de ontvangen bijdrage en, voor zover nodig, de hoogte van de terugvordering van ontvangen bijdragen.

  • 4. Indien een fractie niet voldoet aan de in de verordening opgenomen regels omtrent de verantwoording van de bestede gelden, kan de raad de tegemoetkoming geheel of gedeeltelijk terugvorderen.

Artikel 12 Toepassing Awb

Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op de financiële middelen die een fractie ontvangt.

Paragraaf 3 Slotbepalingen

Artikel 13 Intrekking oude verordening

De verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning (2003) wordt ingetrokken.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze instructie treedt in werking op de dag na de vaststelling.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Goirle in zijn vergadering van 1 februari 2011

, de voorzitter
, de griffier