Verordening op de 14-daagse markt te Asten 1999

Geldend van 01-01-2000 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-09-1999

Intitulé

Verordening op de 14-daagse markt te Asten 1999

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen.

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    markt: de warenmarkt welke bij besluit van de raad op de daartoe aangewezen plaats, dag en tijd wordt gehouden;

  • b.

    marktterrein: de gehele oppervlakte openbare of voor het publiek toegankelijke grond, welke bij besluit van de raad voor het uitoefenen van de markthandel is of wordt aangewezen;

  • c.

    standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt op het marktterrein is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • d.

    vaste plaats: een standplaats die tot wederopzegging ter beschikking wordt gesteld aan de vergunninghouder;

  • e.

    dagplaats: een standplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld;

  • f.

    standplaatshouder: ieder aan wie door burgemeester en wethouders is toegestaan om gedurende een markt een standplaats in te nemen;

  • g.

    standwerkersplaats: een dagplaats bestemd voor het uitoefenen van de handel op een wijze als bij standwerken geboden is;

  • h.

    vergunninghouder: ieder aan wie door burgemeester en wethouders een vergunning is afgegeven om gedurende de markt een vaste plaats in te nemen;

  • i.

    wachtlijst: de lijst van gegadigden voor een vaste plaats;

  • j.

    anciënniteitslijst: de lijst van vergunninghouders;

  • k.

    marktmeester: de als zodanig door burgemeester en wethouders aangewezen persoon;

  • l.

    branche-indeling: de indeling in artikelengroepen en het aantal vastgestelde standplaatsen per artikelengroep;

  • m.

    levenspartner: de persoon met wie de vergunninghouder met het oogmerk duurzaam samen te wonen een gemeenschappelijke huishouding voert, hetgeen blijkt uit een schriftelijke verklaring ingericht volgens door burgemeester en wethouders te stellen regels (verklaring samenwoning);

  • n.

    standwerken: de activiteit waarbij de standplaatshouder publiek om zich heen verzamelt, over het door hem te verkopen artikel een het publiek aansprekende uiteenzetting houdt en ten slotte tracht een aantal personen gelijktijdig tot aankoop van dat artikel te bewegen;

  • o.

    standwerker: de standplaatshouder die daadwerkelijk en bij voortduring (waarbij een acceptabele pauze in acht genomen mag worden) standwerkt.

Artikel 1.2 Tijdelijk andere plaats of dag

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen, indien dringende redenen hiertoe noodzaken, tijdelijk een andere plaats voor het houden van de markt aanwijzen, of, bij het samenvallen van een marktdag met een dag als bedoeld in artikel 2, lid 1, sub b, van de Winkeltijdenwet van 21 maart 1996, tijdelijk een andere marktdag vaststellen.

  • 2.

    Besluiten, als bedoeld in lid 1, worden tijdig ter kennis gebracht van belanghebbenden. Van de besluiten wordt in ieder geval mededeling gedaan in een huis-aan-huis te bezorgen weekblad.

Artikel 1.3 Marktinrichting

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen ten aanzien van de markt bepalen:

    • a.

      het aantal standplaatsen;

    • b.

      de afmeting van de standplaatsen;

    • c.

      de opstelling en indeling van de markt;

    • d.

      welke standplaatsen op het marktterrein bestemd zijn voor standwerkersplaatsen;

    • e.

      welke gedeelten van het marktterrein bestemd zijn voor het verhandelen van bepaalde artikelen;

    • f.

      welke gedeelten van het marktterrein eventueel bestemd worden voor het plaatsen van verkoopwagens;

    • g.

      het tijdstip waarop de toewijzing van de dagplaatsen geschiedt;

    • h.

      het tijdstip waarop de loting voor de standwerkersplaatsen geschiedt.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen voor de markt een verdeling in artikelengroepen en het aantal vastgestelde standplaatsen per artikelengroep vaststellen (branche-indeling).

Artikel 1.4 Marktcommissie

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen een commissie van advies instellen die tot taak heeft burgemeester en wethouders te adviseren inzake marktaangelegenheden.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen met betrekking tot de samenstelling en werkwijze van deze marktcommissie.

Artikel 1.5 Plaatsen opstallen

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders op het marktterrein een voertuig, goederen, kramen, tafels en dergelijke te plaatsen of op te slaan of gebruik te maken van markavans/verkoopwagens.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan deze vergunning voorwaarden verbinden.

Artikel 1.6 Vergunning kramenverhuur

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders ten behoeve van de standplaatshouders kramen en dergelijke op het marktterrein te plaatsen en te verhuren.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan deze vergunning voorwaarden verbinden.

Hoofdstuk 2. Toewijzing en bezetting standplaatsen.

Artikel 2.1 Vereisten voor standplaats

  • 1.

    Om voor een standplaats in aanmerking te komen, is het vereist dat de aanvrager een handelingsbekwaam natuurlijk persoon is en aantoont persoonlijk voldaan te hebben aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie.

  • 2.

    De aanvrager voor een vaste plaats behoort bovendien aan te kunnen tonen voldaan te hebben aan het bepaalde in artikel 2.8 lid 1 en 2.

Artikel 2.2 Legitimatie

Een ieder, die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient zich tegenover burgemeester en wethouders te kunnen legitimeren door middel van een door een officiële instantie afgegeven, van een goed lijkende foto voorzien, identiteitsbewijs. Hij moet dit identiteitsbewijs op eerste verzoek aan de daartoe aangewezen ambtenaar tonen.

Artikel 2.3 Vaste plaatsen als regel

  • 1.

    De standplaatsen op de markt worden als regel als vaste plaatsen toegewezen.

  • 2.

    Een vrijgekomen vaste plaats wordt als dagplaats beschouwd en blijft als zodanig aangemerkt, zolang zij niet als vaste plaats is toegewezen.

Artikel 2.4 Toewijzing en vergunning vaste plaats

  • 1.

    De toewijzing van vaste plaatsen geschiedt door burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Indien een vaste plaats kan worden toegewezen, verleent het college een vergunning waarin in ieder geval is vermeld:

    • a.

      de naam en voorletters, geboortedatum en -plaats, alsmede het adres en woonplaats van de vergunninghouder;

    • b.

      een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste plaats met vermelding van de afmetingen daarvan;

    • c.

      de artikelen of groep van artikelen (branche) welke door de vergunninghouder op de hem toegewezen vaste plaats mogen worden verkocht;

    • d.

      de verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de vaste plaats mag gebruiken;

    • e.

      de datum waarop aan de vergunninghouder vergunning is verleend.

Artikel 2.5 Anciënniteitslijst

Vergunninghouders van vaste plaatsen worden met vermelding van en in volgorde van de datum, waarop aan hen voor het eerst een vaste plaats is toegewezen, op een doorlopend te nummeren lijst ingeschreven. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld welke artikelen de vergunninghouder mag verhandelen.

Artikel 2.6 Volgorde toewijzing vaste plaatsen

  • 1.

    Bij de toewijzing van vaste plaatsen komen allereerst in aanmerking de vergunninghouders van vaste plaatsen die aan burgemeester en wethouders de wens te kennen hebben gegeven van standplaats te willen veranderen. Daarbij wordt rekening gehouden met de, door de vergunninghouders, opgebouwde anciënniteit.

  • 2.

    Daarna komen in aanmerking degene die zich op de in artikel 2.8 lid 2 bedoelde lijst hebben laten inschrijven, in volgorde van hun inschrijving op die lijst en met inachtneming van het door burgemeester en wethouders vastgestelde aantal standplaatsen per artikelengroep (branche-indeling).

Artikel 2.7 Toewijzing dagplaatsen en standwerkersplaatsen

  • 1.

    De toewijzing van dagplaatsen en standwerkersplaatsen geschiedt door de marktmeester.

  • 2.

    Om voor een dagplaats of standwerkersplaats in aanmerking te komen dient de aanvrager aan te tonen dat hij aan de in artikel 2.1 lid 1 gestelde eisen voldoet.

  • 3.

    Toewijzing van een dagplaats geschiedt op het moment dat de standplaats niet als vaste plaats wordt ingenomen.

  • 4.

    Toewijzing van een standwerkersplaats geschiedt door middel van loting.

  • 5.

    Het is een ingeschrevene op de in artikel 2.8 lid 2 bedoelde wachtlijst niet toegestaan deel te nemen aan de loting voor een standwerkersplaats zolang deze inschrijving niet definitief is vervallen.

  • 6.

    Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.

  • 7.

    Indien de omstandigheden op de markt daartoe aanleiding geven, kunnen burgemeester en wethouders beperkingen stellen aan het aantal standwerkersplaatsen;

  • 8.

    Burgemeester en wethouders kunnen een aanvullende regeling opstellen inzake het standwerken en de loting.

Artikel 2.8 Wachtlijst

  • 1.

    Verzoeken om een vaste plaats moeten schriftelijk worden ingediend bij burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders schrijft de aanvrager in op de wachtlijst, indien:

    • a.

      de aanvrager voldoet aan het bepaalde in artikel 2.1 lid 1, maar aan hem geen vaste plaats kan worden toegewezen;

    • b.

      de aanvrager heeft aangegeven dat hij op de wachtlijst wil worden geplaatst.

  • 3.

    De verzoeken worden op volgorde van binnenkomst op de wachtlijst geplaatst met inachtneming van het door burgemeester en wethouders vastgestelde aantal standplaatsen per artikelengroep (branche-indeling).

  • 4.

    Bij inschrijving wordt vermeld:

    • a.

      de naam en voorletters, geboortedatum en -plaats, alsmede het adres en woonplaats van de aanvrager;

    • b.

      de datum van inschrijving;

    • c.

      de artikelen of de groep van artikelen die de aanvrager wil verhandelen;

    • d.

      de verkoopmaterialen die de aanvrager wil gebruiken.

  • 5.

    Deze inschrijving wordt schriftelijk aan betrokkene bevestigd.

Artikel 2.9 Doorhalen van inschrijving op wachtlijst

De inschrijving op de in artikel 2.8 lid 2 bedoelde wachtlijst wordt doorgehaald:

  • a.

    op verzoek van de ingeschrevene;

  • b.

    bij overlijden van de ingeschrevene;

  • c.

    wanneer niet langer wordt voldaan aan één of meer van de eisen, bedoeld in artikel 2.1 lid 1;

  • d.

    indien in het kader van een opschoning van de lijst uit een navraag door burgemeester en wethouders bij de ingeschrevene niet blijkt dat hij voortzetting van de inschrijving wenst;

  • e.

    wanneer aan de ingeschrevene een vaste plaats wordt toegewezen, tenzij hij deze op grond van bijzondere omstandigheden niet aanvaardt.

Artikel 2.10 Innemen standplaats

  • 1.

    Het is verboden een andere standplaats in te nemen dan is toegewezen.

  • 2.

    De standplaatshouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 3.

    Van deze verplichting kan in bijzondere omstandigheden tijdelijk ontheffing worden verleend. Hiertoe dient een schriftelijk, met redenen omkleed verzoek te worden ingediend.

  • 4.

    In de gevallen als bedoeld in lid 3, alsmede die als bedoeld in artikel 2.12 kunnen burgemeester en wethouders op aanvraag van de standplaatshouder, hem toestemming verlenen zich op zijn vaste plaats te laten vervangen door een met name genoemde persoon.

  • 5.

    De standplaatshouder mag zich op de standplaats wel doen bijstaan;

  • 6.

    De standwerker mag zich alleen doen bijstaan door degene die hij overeenkomstig artikel 2.7 lid 6 bij de marktmeester heeft aangemeld.

Artikel 2.11 Tijdstip bezetten vaste plaats

  • 1.

    De vergunninghouder dient de vaste plaats uiterlijk om 08.30 uur bezet te hebben, bij gebreke waarvan de betreffende plaats voor die dag als dagplaats wordt aangemerkt.

  • 2.

    Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing, indien de vergunninghouder de marktmeester vóór dit tijdstip onder opgave van een geldige reden, welke hem belet tijdig aanwezig te zijn, heeft verzocht de plaats vrij te houden.

Artikel 2.12 Regeling bij ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden

  • 1.

    De vergunninghouder die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste plaats in te nemen, dient burgemeester en wethouders daarvan schriftelijk in kennis te stellen. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.

  • 2.

    De schriftelijke mededeling dient tijdig vóór de betreffende marktdag te worden gedaan. Bij plotselinge verhindering wordt dit mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld, gevolgd door een schriftelijke bevestiging daarvan aan burgemeester en wethouders.

  • 3.

    Bij langdurige afwezigheid wegens ziekte overlegt de vergunninghouder als bewijs van deze verhindering iedere drie maanden een geneeskundige verklaring aan burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders kunnen van het overleggen van deze verklaring ontheffing verlenen.

Artikel 2.13 Intrekken vergunning vaste plaats

  • 1.

    Het recht op een vaste plaats vervalt bij het overlijden van de vergunninghouder, behoudens het bepaalde in artikel 2.14.

  • 2.

    De vergunning voor een vaste plaats wordt ingetrokken:

    • a.

      op eigen verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      indien de vergunninghouder gedurende een periode van vierentwintig achtereenvolgende maanden zijn plaats niet of vrijwel niet persoonlijk heeft ingenomen, behoudens het bepaalde in artikel 2.12;

    • c.

      in geval sprake is van artikel 2.14 lid 4.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen een vergunning voor een vaste plaats intrekken:

    • a.

      wanneer niet langer wordt voldaan aan één of meer van de eisen, gesteld in artikel 2.1 lid 1;

    • b.

      indien de vergunninghouder op drie achtereenvolgende marktdagen, of op drie marktdagen binnen een tijdvak van drie maanden de hem toegewezen vaste plaats niet heeft ingenomen;

    • c.

      indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • d.

      indien sprake is van artikel 4.4 sub a, b, c of d.

Artikel 2.14 Overschrijving vergunning vaste plaats

  • 1.

    Bij het overlijden van de vergunninghouder, bij pensionering c.q. bedrijfsbeëindiging en bij blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder, of in het geval toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 2.13 lid 2 sub b, kan de vergunning voor de vaste plaats op een daartoe strekkende aanvraag worden overgeschreven op naam van de (achterblijvende) echtgeno(o)t(e), de geregistreerde partner of levenspartner van de vergunninghouder.

    Hierbij wordt wijziging van de ten verkoop aan te bieden artikelen of groep van artikelen niet toegestaan.

  • 2.

    Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan de vergunning voor de vaste plaats worden overgeschreven op naam van een kind van de vergunninghouder, die op de vaste plaats van de vergunninghouder daadwerkelijk en langdurig (gedurende een termijn van minimaal 3 jaar) heeft meegewerkt, indien een daartoe strekkende aanvraag wordt ingediend en verzoek(st)er voldoet aan de eisen gesteld in artikel 2.1 lid 1 en 2.

    Hierbij wordt wijziging van de ten verkoop aan te bieden artikelen of groep van artikelen niet toegestaan.

  • 3.

    De aanvraag tot overschrijving dient binnen twee maanden na het overlijden c.q. de pensionering/bedrijfsbeëindiging van de vergunninghouder dan wel nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld dan wel na het verstrijken van de in artikel 2.13 lid 2 sub b vermelde termijn te worden ingediend.

  • 4.

    Indien degene op wie een vergunning ingevolge het eerste of tweede lid is overgeschreven, reeds vergunning heeft voor een andere vaste plaats op dezelfde markt, wordt deze vergunning ingetrokken.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Hoofdstuk 3. Overige maatregelen van orde.

Artikel 3.1 Aan- en afvoer van goederen etc.

  • 1.

    Het is verboden op het marktterrein vóór 06.00 uur en later dan 13.30 uur met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen dan wel goederen of waren aan of af te voeren.

  • 2.

    De aanvoer moet zijn beëindigd om 08.30 uur, behoudens ingeval sprake is van bijzondere omstandigheden te beoordelen door de marktmeester.

Artikel 3.2 Innemen standplaats tot sluitingstijd markt

De standplaatshouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Burgemeester en wethouders kunnen van deze verplichting ontheffing verlenen.

Artikel 3.3 Diverse verboden

Het is de standplaatshouder verboden:

  • a.

    na sluitingstijd van de markt op het marktterrein waren of goederen te verkopen of te koop aan te bieden;

  • b.

    de opstal op zijn standplaats tijdens de markt af te breken of te verplaatsen;

  • c.

    zijn goederen of waren vóór sluitingstijd van de markt in te pakken;

  • d.

    vóór sluitingstijd van de markt met rij- en voertuigen het marktterrein op te rijden;

  • e.

    de doorgang in de wandelgangen op en langs het marktterrein op enigerlei wijze te verhinderen of te belemmeren;

  • f.

    zich behoudens ontheffing van burgemeester en wethouders aan de voorzijde van de standplaats op te houden bij het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of waren;

  • g.

    op de standplaats andere goederen of waren in voorraad te hebben, te verkopen of te koop aan te bieden, dan waarvoor hem de standplaats is toegewezen;

  • h.

    zonder toestemming van burgemeester en wethouders een uitbouw voor of naast de kramen te hebben, of meer ruimte in te nemen dan hem is toegewezen;

  • i.

    rij- en voertuigen, waarmee goederen of waren op de markt worden aangevoerd, achter de kramen of elders op het marktterrein aanwezig te hebben op een andere plaats dan die, welke door burgemeester en wethouders is aangegeven;

  • j.

    op de markt afval aan te voeren. Onder afval wordt mede verstaan waren of goederen of partijen daarvan, die geheel of in belangrijke mate ongeschikt zijn om te verhandelen;

  • k.

    onreine of ondeugdelijke goederen, waren of voorwerpen, ter beoordeling door de marktmeester, op de markt aan te voeren. Deze goederen, waren of voorwerpen dienen na aanwijzing door de marktmeester onmiddellijk te worden verwijderd.

Artikel 3.4 Verzorging standplaats

  • 1.

    Tijdens de markt draagt de standplaatshouder - zulks ter beoordeling van de marktmeester - zorg voor een goed verzorgd aanzien van zijn standplaats.

  • 2.

    Tijdens de markt is de standplaatshouder verplicht zijn afval, verpakkingsmaterialen e.d. zelf in te zamelen en na afloop van de markt te worden meegenomen.

  • 3.

    De standplaatshouder is verplicht zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan schoon achter te laten.

Artikel 3.5 Geluid

  • 1.

    Het is verboden tijdens de markt op het marktterrein gebruik te maken van radio's, grammofoons, luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen, onder door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 3.6 Koken, bakken, verwarmen

  • 1.

    Het is de vergunninghouder verboden verwarmingstoestellen en/of bak- en kookinstallaties te gebruiken.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen van het in lid 1 genoemde verbod ontheffing verlenen onder door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 3.7 Hygiëne en afvalbakken

  • 1.

    De vergunninghouder aan wie tevens vergunning is verleend tot de verkoop en het gereedmaken van eet- en drinkwaren, is verplicht zijn goederen of waren op zodanige wijze uit te stallen, dat zij voldoende beschermd zijn tegen verontreiniging door stof, vuil of anderszins.

  • 2.

    Tevens dient de vergunninghouder aan de voorzijde van de kraam of verkoopgelegenheid minimaal een korf of bak van voldoende grootte te plaatsen.

Artikel 3.8 Meet- en weegwerktuigen

  • 1.

    De standplaatshouder die zijn goederen of waren per maat of gewicht verkoopt, is verplicht er voor te zorgen dat zijn meet- of weegwerktuigen in deugdelijke staat verkeren.

  • 2.

    Het weegwerktuig moet zodanig aan de naar het publiek gekeerde zijde van de standplaats zijn geplaatst of aangebracht, dat het daarop bij de weging aangegeven gewicht steeds voor het publiek duidelijk leesbaar is.

Artikel 3.9 Venten op het marktterrein

  • 1.

    Het is verboden op het marktterrein tijdens de duur van de markt met goederen of waren ten verkoop rond te lopen of te rijden.

  • 2.

    Van het bepaalde in het eerste lid kan door burgemeester en wethouders ontheffing worden verleend, voor zoveel betreft de verkoop van alcoholvrije dranken en geringe eet- en drinkwaren ten behoeve van de standplaatshouders.

Artikel 3.10 Gedrukte stukken, propaganda

  • 1.

    Het is verboden tijdens de duur van de markt op het marktterrein met gedrukte of geschreven stukken of afbeeldingen te venten of deze te verspreiden, dan wel godsdienstige, politieke of andere propaganda te voeren.

  • 2.

    Onder het voeren van propaganda als in het eerste lid bedoeld, wordt niet verstaan het door standplaatshouders aanprijzen van koopwaar op de markt.

Hoofdstuk 4. Straf-, slot- en overgangsbepalingen.

Artikel 4.1 Nadere regels te stellen door burgemeester en wethouders

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Artikel 4.2 Onvoorzien

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 4.3 Geldboete en hechtenis

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste twee maanden.

Artikel 4.4 Intrekking vergunning en schorsing

Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning voor een vaste plaats, alsmede de inschrijving op de in artikel 2.8 lid 2 bedoelde wachtlijst, al dan niet voorwaardelijk, intrekken c.q. doorhalen, dan wel het recht op een standplaats telkens voor ten hoogste twee achtereenvolgende marktdagen ontnemen, indien:

  • a.

    de in deze verordening opgenomen bepalingen, of de krachtens deze bepalingen gegeven voorschriften, worden overtreden;

  • b.

    van de plaats gebruik wordt gemaakt, strijdig met het doel, waarvoor zij is bestemd;

  • c.

    betrokkene zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • d.

    betrokkene niet of niet tijdig het marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van de voor de markt geldende heffings- en invorderingsverordening.

Artikel 4.5 Geen inschrijving bij wanbetaling

Ieder, van wie wegens wanbetaling de vergunning voor een vaste plaats is ingetrokken, wordt niet opnieuw als gegadigde voor een standplaats ingeschreven, zolang het verschuldigde marktgeld niet is voldaan.

Artikel 4.6 Onmiddellijke verwijdering

Degene, die:

  • a.

    de in deze verordening opgenomen bepalingen, of de krachtens deze bepalingen gegeven voorschriften, overtreedt;

  • b.

    zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    het marktpersoneel in de uitoefening van zijn taak belemmert;

  • d.

    danwel direct of indirect de orde op de markt verstoort of in gevaar brengt;

  • e.

    niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats;

een en ander ter beoordeling van burgemeester en wethouders, kan, onverminderd het bepaalde in de artikelen 4.3, 4.4 en 4.5, door of namens burgemeester en wethouders gelast worden zich met zijn goederen of waren ogenblikkelijk van de markt te verwijderen, aan welke last onmiddellijk gevolg dient te worden gegeven.

Artikel 4.7 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeester en de bij besluit van burgemeester en wethouders aangewezen personen.

Artikel 4.8 Inwerkingtreding en intrekken oude regeling

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking de dag na bekendmaking en heeft terugwerkende kracht tot 1 september 1999.

  • 2.

    Op dat tijdstip vervalt de "Verordening op de markten in de gemeente Asten (Marktverordening)", vastgesteld op 25 maart 1975, nummer 6.

  • 3.

    Deze verordening is op 19 december 2000 als volgt gewijzigd: de artikelen 1.1 sub k, artikel 2.13 lid 2 sub b en artikel 4.4 sub d zijn gewijzigd, de artikelen 1.1 sub n en o, artikel 2.7 lid 8, artikel 2.10 lid 6, artikel 2.13 lid 3 sub d en een “nieuw” artikel 4.7 zijn toegevoegd en de “oude” artikelen 4.7, 4.8 en 4.9 zijn vernummerd in resp. artikel 4.8, 4.9 en 4.10. Deze wijzigingen treden op 1 januari 2001 in werking.

Artikel 4.9 Overgangsbepalingen

  • 1.

    Vergunningen en ontheffingen - hoe ook genaamd - verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 4.8 tweede lid, blijven - indien en voor zover het gebod of verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening - van kracht tot de termijn waarvoor zij werden verleend is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 2.

    Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de verordening als bedoeld in artikel 4.8 tweede lid, blijven - indien en voor zover de bepalingen in gevolge welke deze voorschriften en beperkingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening - van kracht tot de termijn waarvoor zij zijn opgelegd is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 3.

    Vergunningen en ontheffingen als bedoeld in het eerste lid en verplichtingen bedoeld in het tweede lid, worden geacht vergunningen, ontheffingen en verplichtingen in de zin van deze verordening te zijn.

  • 4.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning of ontheffing - hoe ook genaamd - op grond van de verordening als bedoeld in artikel 4.8 tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 4.10 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als:

"Verordening op de 14-daagse markt te Asten 1999".