Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR90196
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR90196/1
Regeling vervallen per 01-01-2012
Handhavingsverordening Wet investeren in jongeren gemeente Beesel 2010
Geldend van 25-10-2010 t/m 31-12-2011 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2010
Intitulé
Handhavingsverordening Wet investeren in jongeren gemeente Beesel 2010De raad van de gemeente Beesel,
gelezen het advies van Burgemeester en wethouders van 26 juli 2010, inzake Handhavingsverordening Wet investeren in jongeren gemeente Beesel 2010,
gehoord de commissie algemene zaken,
gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet en artikel 12, eerste lid, onderdeel c,
van de Wet investeren in jongeren (WIJ),
overwegende dat het noodzakelijk is bij verordening regels te stellen aangaande het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet investeren in jongeren;
besluit:
de volgende verordening vast te stellen
Handhavingsverordening Wet investeren in jongeren Gemeente Beesel 2010
Artikel 1 – Opstellen handhavingsplan
Burgemeester en wethouders dragen in het kader van het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet investeren in jongeren zorg voor het opstellen van een handhavingsplan.
Artikel 2 – Vereisten handhavingsplan
Het in artikel 1 genoemde handhavingsplan bevat tenminste:
- a.
een gemeentelijke visie op handhaving;
- b.
een plan van aanpak met beleidsdoelen/maatregelen om misbruik en oneigenlijk gebruik te voorkomen;
- c.
een plan van aanpak met beleidsdoelen/maatregelen om niet-naleving van de wet op te sporen en te bestraffen.
Artikel 3 – Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als “Handhavingsverordening Wet investeren in jongeren gemeente Beesel 2010”.
Artikel 4 – Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli 2010.
Beesel, 18 oktober 2010
De griffier |
De voorzitter |
Drs. L.M. Oord |
Toelichting
De Wet investeren in jongeren en handhaving
Op 1 oktober 2009 is de Wet investeren in jongeren (WIJ) in werking getreden. Doelstelling van deze wet is de duurzame arbeidsparticipatie in regulier werk van jongeren tot 27 jaar. Om dit te bereiken is in de wet een recht op een zogenaamd werkleeraanbod vastgelegd. Het werkleerrecht berust op het uitgangspunt dat jongeren die goed geschoold zijn en over voldoende kwalificaties beschikken gemakkelijker aan het werk zullen komen en daardoor zelfstandig in hun levensonderhoud kunnen voorzien.
De WIJ verplicht gemeenten om te investeren in de arbeidsinschakeling van alle jongeren, ook bij een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Daartoe moeten gemeenten jongeren in beginsel een werkleeraanbod doen. Afgeleide van het werkleeraanbod is een inkomensvoorziening voor jongeren vanaf 18 jaar als de jongere onvoldoende inkomsten heeft. Deze inkomensvoorziening is alleen beschikbaar als het werkleeraanbod wegens in de persoon van de jongere gelegen of niet verwijtbare omstandigheden zijnerzijds geen optie is, dit aanbod onvoldoende inkomsten genereert of er nog geen werkleeraanbod kan worden gedaan. De samenhang tussen het werkleeraanbod enerzijds en de inkomensvoorziening anderzijds is een bepalend element in de WIJ.
De relatie tussen werken/leren en een uitkering is fundamenteel anders dan de WWB, waarbij het recht op bijstand vooropstaat met als afgeleide de plicht tot arbeidsparticipatie. Met de WIJ wordt een ‘paradigmawisseling’ beoogd: is het uitgangspunt in de WWB ‘een uitkering, mits’ in de WIJ is dit omgedraaid en geldt als uitgangpunt ‘geen uitkering, tenzij’.
Waar het college de opdracht heeft gekregen om de WIJ uit te voeren, is het de verantwoordelijkheid van de gemeenteraad om een vijftal verordeningen vast te stellen. De Handhavingsverordening is één van die verordeningen.
Handhavingsverordening
Met deze verordening wordt invulling gegeven aan de in artikel 12 van de Wet investeren in jongeren (WIJ) gegeven opdracht om regels te stellen met betrekking tot het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet investeren in jongeren. Het behoort tot de gemeentelijke beleidsvrijheid om daarin eigen beleidskeuzes te maken.
In het kader van slagvaardig beleid is er voor gekozen om de verordening als kader te laten dienen en de nadere uitwerking van het beleid op te dragen aan het college van burgemeester en wethouders. De nadere uitwerking kan plaatsvinden in een handhavingsplan.
In het handhavingsplan moet worden weergegeven hoe de gemeente denkt zo goed mogelijk vorm te kunnen geven aan handhaving van de bestaande wet- en regelgeving.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1 – Opstellen handhavingsplan
Hoewel de wettelijke bepaling meer gericht lijkt op fraudebestrijding-sec is in deze toch gekozen voor het ruimere begrip handhaving. De term fraudebestrijding roept teveel het beeld op van repressie en genoegdoening, terwijl handhaving meer uit gaat van het bevorderen van de spontane naleving van de wet- en regelgeving. Naast repressie is in deze optiek preventie onontbeerlijk. Het is immers altijd nog beter om fraude te voorkomen.
Artikel 2 – Vereisten handhavingsplan
Om het belang van een goede handhaving te onderstrepen, is in dit artikel aangegeven welke onderwerpen in een gemeentelijk handhavingsplan op zijn minst aan bod moeten komen.
Artikel 3 – Citeertitel
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 4 – Inwerkingtreding
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl