Regeling vervallen per 01-01-2012

Toeslagenverordening Wet investeren in jongeren Gemeente Beesel 2010

Geldend van 26-10-2010 t/m 31-12-2011 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2010

Hoofdstuk 1 – Algemene bepalingen

Toeslagenverordening Wet investeren in jongeren 2010

De raad van de gemeente Beesel,

gelezen het voorstel van Burgemeester en wethouders van 26 juli 2010, inzake Toeslagenverordening Wet investeren in jongeren Gemeente Beesel 2010,

gehoord de commissie algemene zaken,

gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet, de artikelen 12, eerste lid, onderdeel e en 35

van de Wet investeren in jongeren (WIJ),

overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van toeslagen en het verlagen van uitkeringen van jongeren van 18 jaar of ouder doch jonger dan 27 jaar bij verordening te regelen;

besluit:

de volgende verordening vast te stellen:

Toeslagenverordening Wet investeren in jongeren Gemeente Beesel 2010

Artikel 1 – Begripsbepalingen

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet investeren in jongeren (WIJ) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Wet investeren in jongeren;

    • b.

      gehuwdennorm: de norm bedoeld in artikel 28, eerste lid onderdeel d, van de wet;

    • c.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beesel;

    • d.

      woning: een woning als bedoeld in artikel 1, onderdeel j, Wet op de huurtoeslag, als mede een woonwagen of woonschip, als bedoeld in artikel 3, zesde lid, Wet werk en bijstand;

    • e.

      verzorgingsbehoevende: degene die is aangewezen op verzorging ter voorkoming van opname in een verpleeghuis of verzorgingstehuis;

    • f.

      woonkosten:

  • 1 indien een huurwoning wordt bewoond, de per maand geldende huurprijs, bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Wet op de huurtoeslag;

  • 2 Indien een eigen woning wordt bewoond, de tot een bedrag per maand omgerekende som van de verschuldigde hypotheekrente en de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten en een naar omstandigheden vast te stellen bedrag voor onderhoud;

Artikel 2 – Toepasselijkheid

De bepalingen van deze verordening gelden alleen voor jongeren van 21 jaar of ouder doch jonger dan 27 jaar. In geval van gehuwden gelden de bepalingen van deze verordening alleen indien de gehuwden beiden 21 jaar of ouder doch jonger dan 27 jaar zijn.

Hoofdstuk 2 – Toeslagen

Artikel 3 – Toeslagen

  • 1. De toeslag bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de wet bedraagt 20 procent van de gehuwdennorm voor de jongere in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft;

  • 2. De toeslag bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de wet bedraagt 10 procent van de gehuwdennorm voor de jongere die met één of meer anderen zijn hoofdverblijf in dezelfde woning heeft;

  • 3. Voor de toepassing van het tweede lid van dit artikel worden verzorgingsbehoevenden die door de jongere worden verzorgd niet aangemerkt als een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft.

Hoofdstuk 3 - Verlagingen

Artikel 4 – Verlaging gehuwden

  • 1. De verlaging bedoeld in artikel 31 van de wet bedraagt 10 procent van de gehuwdennorm voor gehuwden die met één of meer anderen hun hoofdverblijf in dezelfde woning hebben.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid van dit artikel worden verzorgingsbehoevenden die door de gehuwden worden verzorgd niet aangemerkt als een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft.

Artikel 5 – Geen woonkosten

  • 1. De toeslag als bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de wet bedraagt 2 procent van de gehuwdennorm voor de alleenstaande en alleenstaande ouder die geen woonkosten heeft;

  • 2. De verlaging als bedoeld in artikel 31 van de wet bedraagt 18 procent van de gehuwdennorm voor de gehuwden die geen woonkosten hebben.

Hoofdstuk 4 – Alleenstaande van 21 en 22 jaar

Artikel 6 – Toeslag alleenstaanden van 21 en 22 jaar

  • 1. De toeslag als bedoeld in artikel 30 van de wet bedraagt voor de alleenstaande van 21 jaar, in afwijking van de artikelen 3 en 5, nihil.

  • 2. De toeslag als bedoeld in artikel 30 van de wet bedraagt voor de alleenstaande van 22 jaar, in afwijking van artikel 3, eerste lid, 10 procent van de gehuwdennorm;

  • 3. De toeslag als bedoeld in artikel 30 van de wet bedraagt voor de alleenstaande van 22 jaar, die geen woning bewoont, 2 procent van de gehuwdennorm.

Hoofdstuk 5 – Slotbepalingen

Artikel 7 – Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Toeslagenverordening Wet investeren in jongeren Gemeente Beesel 2010”.

Artikel 8 – Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli 2010.

Beesel, 18 oktober 2010.

De griffier

De voorzitter

Drs. L.M. Oord