Verordening Wmo/Wwb-raad Bergen

Geldend van 01-04-2007 t/m heden

Intitulé

Verordening Wmo/Wwb-raad Bergen

De raad van de gemeente Bergen,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 december 2006Gelet op art. 12 Wet maatschappelijke ondersteuning, art. 47 Wet werk en bijstand en de bepalingen uit de gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening Wmo/Wwb-raad Bergen en tevens in te trekken de Verordening cliëntenparticipatie.  

Artikel 1 definities

  • a.

    de gemeente: de gemeente Bergen.

  • b.

    de raad: de gemeenteraad van de gemeente Bergen.

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeenteBergen.

  • d.

    de wethouder: de portefeuillehouder Welzijn.

  • e.

    Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning.

  • f.

    Wwb: Wet werk en bijstand.

  • g.

    vertegenwoordiger: de vertegenwoordiger van een representatieve organisatie vande kant van vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning.

  • h.

    de Wmo/Wwb-raad: het uit vertegenwoordigers van organisaties bestaande orgaanmet taken en bevoegdheden zoals in deze verordening omschreven.

  • i.

    adviseren: het uitbrengen van een advies.

  • j.

    beleidsfases: inventarisatie, visievorming, beleidsvoorbereiding, ontwerpenbeleidsplan, vaststellen verordeningen, beleidsuitvoering, evaluatie.

  • k.

    contactambtenaar: de beleidsmedewerker, die deskundig is op het gebied van deWet maatschappelijke ondersteuning en als aanspreekpunt fungeert voor de Wmo/Wwb-raad.

  • l.

    ambtelijk secretaris: de ambtenaar die administratieve ondersteuning biedt aan de Wmo/Wwb-raad.

  • m.

    voorzitter: de voorzitter van de Wmo/Wwb-raad, die geen binding heeft met één van de betrokken organisaties.

  • n.

    vergadering: het overleg tussen de leden van de Wmo/Wwb-raad.

  • o.

    periodiek overleg: officieel beraad tussen wethouder en Wmo/Wwb-raad.

  • p.

    structureel overleg: overleg tussen contactambtenaar en Wmo/Wwb-raad. 

Artikel 2 reikwijdte van de verordening

Deze verordening is van toepassing op de organisatie van de door de raad ingestelde Wmo/Wwb-raad.

Artikel 3 opdracht Wmo/Wwb-raad

  • 1 De Wmo/Wwb-raad heeft als taak de raad en het college gevraagd en ongevraagd te informeren en te adviseren, alsmede ontwikkelingen te signaleren over alle zaken die van belang zijn voor vragers, zoals beschreven in de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Wet werk en bijstand.

  • 2 Onderwerpen die ter advisering aan de Wmo/Wwb-raad worden voorgelegd, worden niet aan andere adviesraden ter advisering voorgelegd tenzij de doelgroep niet vertegenwoordigd is in de raad. In genoemde situatie heeft de Wmo/Wwb raad de bevoegdheid advies te vragen aan een organisatie welke de doelgroep vertegenwoordigd.

  • 3 Het tweede lid treedt in werking, nadat uit een evaluatie in 2007 is gebleken dat devertegenwoordiging van de huidige adviesraden goed geborgd is. 

Artikel 4 doelstelling van de Wmo/Wwb-raad

De doelstelling van de Wmo/Wwb-raad is om de cliëntenparticipatie zoals omschreven in artikel 12 Wmo en artikel 47 Wwb zo goed mogelijk in te vullen en zo integraal mogelijk vorm te geven.

 

Artikel 5 bevoegdheden

  • 1 initiatiefrecht

    • a.

      De Wmo/Wwb-raad heeft de bevoegdheid alle aangelegenheden die de uitvoering van de Wmo en de Wwb door de gemeente raken in het periodiek overleg met de wethouder en de contactambtenaar van de afdeling Welzijn aan de orde te stellen.

    • b.

      De Wmo/Wwb-raad stelt jaarlijks in overleg met het college, op basis van de gemeentelijke jaarplanning met betrekking tot de Wmo-besluitvorming, een activiteitenplan en een begroting op.

    • c.

      De Wmo/Wwb-raad heeft de bevoegdheid om voor een goede invulling van zijn taakstelling in voorkomende gevallen binnen een door de gemeente beschikbaar gesteld budget, gebruik te maken van in- en externe deskundigheid. 

  • 2 informatierecht

    • a.

      De Wmo/Wwb-raad wordt door het college geïnformeerd over de resultaten vanklanttevredenheidsonderzoeken, enquêtes en klachtenrapportages.

    • b.

      De Wmo/Wwb-raad krijgt van het college uit eigen beweging en op verzoek tijdig alle informatie die hij voor de uitoefening van zijn taken, zoals in deze verordening omschreven, nodig heeft, tenzij enig wettelijk voorschrift de verstrekking daarvan in de weg staat. Zonodig zullen deskundige ambtenaren mondelinge toelichting geven over lopend beleid, de invloed van (nieuw) rijksbeleid of over ideeën en plannen van college en/of gemeenteraad op het Wmo- en Wwb- beleidsterrein. 

  • 3 adviesrecht

    • a.

      De Wmo/Wwb-raad heeft adviesrecht in de beleidsfases visievorming, beleidsvoorbereiding, ontwerpen beleidsplan, vaststellen verordeningen en beleidsuitvoering, waarbij in de fase beleidsvoorbereiding waar mogelijk coproductie zal plaatsvinden binnen door het college vastgestelde taakstellende kaders.

    • b.

      Het college stelt de Wmo/Wwb-raad op een zodanig tijdstip in de gelegenheid advies uit te brengen dat er een daadwerkelijke invloed mogelijk is op de besluitvorming. De gemeente geeft van tevoren de financiële, juridische en beleidsmatige kaders aan. Indien de gemeente om advies vraagt, wordt het advies binnen zes weken schriftelijk uitgebracht.

    • c.

      Het college geeft binnen zes weken een schriftelijke reactie op een uitgebracht advies; zijkan alleen schriftelijk beargumenteerd afwijken van dit advies. 

Artikel 6 samenstelling Wmo/Wwb-raad

  • 1 De Wmo/Wwb-raad bestaat uit:

    • a.

      de gezamenlijke (plaatsvervangende) vertegenwoordigers van representatieve organisaties van de kant van vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning. Deze organisaties dragen ieder hun eigen vertegenwoordiger en plaatsvervangende vertegenwoordiger voor;

    • b.

      personen bedoeld in artikel 7 van de Wet werk en bijstand. 

  • 2 De in het eerste lid genoemde organisaties dekken zoveel mogelijk de negen prestatievelden van de Wmo, namelijk:

    • a.

      het bevorderen van sociale samenhang en leefbaarheid in dorpen, wijken en buurten;

    • b.

      op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen in het opgroeien en ondersteuning van ouders met problemen bij het opvoeden;

    • c.

      het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning;

    • d.

      het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers;

    • e.

      het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en het bevorderen van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem;

    • f.

      het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronischpsychisch probleem of een psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijk verkeer;

    • g.

      het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang;

    • h.

      het bevorderen van de openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ);

    • i.

      het bevorderen van het verslavingsbeleid; 

  • 3 De Wmo/Wwb-raad is op zodanige wijze samengesteld dat minimaal 5 en maximaal 9 leden, exclusief de voorzitter, zitting nemen in deze raad.

  • 4 De vertegenwoordigers dragen zorg voor de communicatie met de eigen achterban en andere achterbannen uit desbetreffend prestatieveld.

  • 5 De leden bekleden geen vertegenwoordigende functie namens een politieke partij in Bergen en zij bekleden geen functie bij een organisatie, die direct belang heeft bij de dienstverlening aan de doelgroepen van de Wmo.

  • 6 De leden van de Wmo/Wwb-raad kiezen uit hun midden een secretaris en een penningmeester en kunnen voor ieder van hen een plaatsvervanger aanwijzen. De functies van secretaris en penningmeester kunnen door één persoon worden uitgeoefend.

Artikel 7 voordracht, benoemingen en zittingsduur

  • 1 De voorzitter en de (plaatsvervangende) leden worden door het college benoemd en ontslagen;

  • 2 Het college benoemt op voordracht van de Wmo/Wwb-raad de voorzitter, die geen binding heeft met een van de betrokken organisaties, de gemeente of een zorgaanbieder;

  • 3 De Wmo/Wwb-raad regelt de vervanging van de voorzitter;

  • 4 De voorzitter en de leden van de Wmo/Wwb-raad worden benoemd voor een raadsperiode dan wel het resterende deel ervan en treden af op de dag van het aftreden van de raad;

  • 5 De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de Wmo/Wwb-raad blijven hun werkzaamheden voortzetten totdat in hun opvolging dan wel herbenoeming is voorzien;

  • 6 De voorzitter en de leden van de Wmo/Wwb-raad kunnen op eigen verzoek ontslag nemen, dan wel tussentijds door het college worden ontslagen wanneer zij door ziekte, gebreken of ongeschiktheid niet in staat zijn hun werkzaamheden naar behoren te vervullen;

  • 7 De vertegenwoordigde organisatie heeft het recht om zijn door het college als lid benoemde vertegenwoordiger tussentijds te vervangen.

  • 8 De leden zijn verplicht tot het bijwonen van de bijeenkomsten ter voorbereiding van een gevraagd advies. Als een zittend lid op jaarbasis meer dan de helft van het aantal bijeenkomsten verzuimt, wordt door de vertegenwoordigde organisatie een nieuw lid voorgedragen. Wanneer een zittend lid om geldige redenen langdurig moet verzuimen kan de vertegenwoordigde organisatie een plaatsvervangend lid voordragen.

  • 9 Alle benoemde personen ontvangen een schriftelijke bevestiging van het college.

Artikel 8 periodiek overleg met de wethouder en structureel overleg met de contactambtenaar

  • 1 Het periodiek overleg met de wethouder wordt voorgezeten door de voorzitter.

  • 2 De voorzitter stelt in overleg met de secretaris en de contactambtenaar de agenda samen voor het periodiek overleg met de wethouder. Ieder lid heeft het recht om via de secretaris onderwerpen aan te reiken. De definitieve agenda wordt bij aanvang van de bijeenkomst vastgesteld.

  • 3 De voorzitter bepaalt in overleg met de contactambtenaar tijd en plaats van het periodiek overleg.

  • 4 Op verzoek van tenminste twee leden van de Wmo/Wwb-raad of op verzoek van de gemeente worden, naast de reguliere bijeenkomsten, extra zittingen belegd. Aan dit verzoek wordt binnen vier weken voldaan, nadat het verzoek daartoe door de voorzitter is ontvangen.

  • 5 De ambtelijk secretaris roept het periodiek overleg bijeen door middel van een schriftelijke kennisgeving en draagt er zorg voor dat deze kennisgeving, vergezeld van de agenda en de vergaderstukken, tenminste tien werkdagen van tevoren in het bezit is van alle betrokkenen.

  • 6 Van het periodiek, structureel en regulier overleg wordt door de ambtelijk secretaris een verslag gemaakt dat binnen twee weken aan de leden wordt verzonden.

  • 7 De Wmo/Wwb-raad overlegt minimaal twee keer per jaar met de wethouder en de contactambtenaar, in aanwezigheid van de ambtelijk secretaris.

  • 8 De Wmo/Wwb-raad overlegt minimaal vier keer per jaar met de contactambtenaar, in aanwezigheid van de ambtelijk secretaris.

Artikel 9 vergadering

  • 1 De Wmo/Wwb-raad kan ter voorbereiding van een advies vergaderen.

  • 2 Het college draagt er zorg voor dat de vergaderingen in de vorm van gratis vergaderaccommodatie, inclusief vergaderfaciliteiten en koffie en thee, worden ondersteund. De secretaris van de Wmo/Wwb-raad bereidt de vergadering voor en draagt zorg voor de uitwerking van het advies.

Artikel 10 openbaarheid

De vergaderingen van de Wmo/Wwb-raad zijn openbaar.

Artikel 11 jaarverslag

  • 1 Jaarlijks vóór 1 april maakt de ambtelijk secretaris in overleg met de Wmo/Wwb-raad een verslag van de werkzaamheden over het afgelopen jaar.

  • 2 De gemeente draagt zorg voor een budget ten behoeve van kosten, die samenhangen met het maken van een jaarverslag.

Artikel 12 vergoedingen

De leden en de voorzitter hebben recht op de volgende vergoedingen: - een reiskostenvergoeding op declaratiebasis;- een commissievergoeding conform de Verordening ‘Voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden gemeente Bergen’in de navolgende gevallen:

  • a.

    voor de aanwezigheid bij het overleg tussen wethouder en de Wmo/Wwb-raad, dat twee keer per jaar plaatsvindt, en

  • b.

    voor de aanwezigheid bij het overleg als bedoeld in artikel 8, achtste lid, dat vier keer per jaar plaatsvindt.  

Artikel 13 geheimhouding

Aan de leden van de Wmo/Wwb-raad wordt geen geheimhouding opgelegd ten aanzien van door de gemeente verstrekte informatie. Wel dienen de leden zich te houden aan een van tevoren gezamenlijk afgesproken embargo periode.

Artikel 14 geschillen betreffende deze verordening

Over geschillen voortkomend uit de toepassing van deze verordening beslist het college, gehoord de Wmo/Wwb-raad.

Artikel 15 slotbepalingen

  • 1 communicatie

    Het college maakt het bestaan van de Wmo/Wwb-raad algemeen bekend. Daarnaast zorgt het college voor bekendmaking van de verordening. 

  • 2 evaluatie

    • a.

      De Wmo/Wwb-raad evalueert jaarlijks tezamen met het college het functioneren van het periodiek overleg. Indien er op basis van deze evaluatieronde reden is de verordening aan te passen dan wordt hiertoe door het college een verzoek ingediend bij de gemeenteraad.

    • b.

      De Wmo/Wwb-raad kan naar aanleiding van een evaluatie het college gemotiveerd verzoeken de onafhankelijk voorzitter te vervangen, met dien verstande dat een besluit daartoe de instemming behoeft van twee derde deel van de leden van de Wmo/Wwb-raad. 

  • 3 huishoudelijk reglement

    Ten dienste van zijn functioneren stelt de Wmo/Wwb-raad een huishoudelijk reglement op, waarin in ieder geval de communicatie met de achterban wordt geregeld. 

  • 4 nadere regels

    In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college na overleg met de Wmo/Wwb-raad. 

Artikel 16 citeertitel

De verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening Wmo/Wwb-raad Bergen’

 

Artikel 17 inwerkingtreding van de verordening

Deze verordening treedt in werking met ingang van 01 april 2007

Ondertekening

Bergen, 13 februari 2007.
De griffier                      De voorzitter
Th.J.M. Pierik               C.W.H.M. Klaverdijk