Eilandsverordening van 16 december 2000, no. 1 tot het vaststellen van nieuwe regels inzake de verlening van subsidie (Subsidieverordening 2000)

Geldend van 02-03-2001 t/m 09-10-2010 met terugwerkende kracht vanaf 16-12-2000

Intitulé

Eilandsverordening van 16 december 2000, no. 1 tot het vaststellen van nieuwe regels inzake de verlening van subsidie (Subsidieverordening 2000)

§ I. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

In deze eilandsverordening wordt verstaan onder:

a. subsidie:

een op geld te waarderen bijdrage aan een instelling ten laste van het eilandgebied ter uitvoering van een primaire of secundaire taak van het eilandgebied, waarvoor gelden op de begroting zijn gevoteerd;

b. instelling:

een stichting, een rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging of een ander soort organisatie met rechtspersoonlijkheid, waarvan de werkzaamheden geheel of gedeeltelijk zijn aan te merken als een primaire of secundaire taak van het eilandgebied; onder instelling wordt mede begrepen een groep van minimaal 3 natuurlijke personen die een aanvraag voor subsidie doet voor een bedrag van maximaal Naf. 3000,00 per jaar;

c. primaire taken:

door de wet verplichte taken en taken die als kerntaken van het eilandgebied zijn aan te merken;

d. secundaire taken:

taken niet zijnde primaire taken die maatschappelijk van groot belang zijn;

e. zorgcontract:

een overeenkomst tussen een instelling en het eilandgebied betreffende de subsidiëring van primaire of secundaire taken;

f. outputcontract:

een zorgcontract betreffende het te leveren product;

g. procescontract:

een zorgcontract betreffende inhoudelijke en financiële rapportageverplichtingen;

h. inputcontract:

zorgcontract betreffende de financiering bij wijze van onkostenvergoeding;

i. werkprogramma:

een plan betreffende het product dat de instelling voornemens is uit te voeren binnen het begrotingsjaar;

j, product:

een samenhangend geheel van activiteiten die de instelling wenst uit te voeren;

k. productbegroting:

een berekening van de instelling van de financiële middelen die nodig zijn voor realisering van het werkprogramma.

Artikel 2

Bij eilandsbesluit houdende algemene maatregelen kunnen de primaire en secundaire taken worden vastgesteld.

§ II. SUBSIDIE-AANVRAAG

Artikel 3

  • 1. Een aanvraag voor subsidie geschiedt schriftelijk aan het bestuurscollege vóór 1 april, voorafgaand aan het begrotingsjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Bij eilandsbesluit kan het bestuurscollege het model van het aanvraagformulier vaststellen.

  • 2. De in het eerste lid genoemde indieningsdatum is niet van toepassing op een aanvraag voor aanvullende subsidie op reeds toegekende subsidie voor het desbetreffende begrotingsjaar.

  • 3. Bij de subsidieaanvraag dienen de volgende bescheiden te worden overlegd:

    • a.

      een afschrift van reglement of statuten;

    • b.

      een uittreksel van de inschrijving van de instelling in het handels- of stichtingenregister of andere register voor zover door de wet vereist;

    • c.

      een beschrijving van de personele bezetting;

    • d.

      het werkprogramma;

    • e.

      de productbegroting van het werkprogramma met een toelichting;

    • f.

      de jaarrekening van het voorgaande jaar met een toelichting, voor zover het geen nieuwe instelling betreft;

    • g.

      inhoudelijk jaarverslag van de activiteiten van de instelling over het afgelopen begrotingsjaar voor zover hetgeen nieuwe instelling betreft.

  • 4. Van de in het eerste lid genoemde indieningsdatum kan, buiten het geval opgenomen onder het tweede lid, slechts bij uitzondering na toestemming van het bestuurscollege worden afgeweken.

Artikel 4

  • 1. Indien de aanvraag niet voldoet aan de in artikel 3, derde lid gestelde eisen, stelt het bestuurscollege de aanvrager in de gelegenheid de aanvraag binnen twee weken nadat de onvolledigheid aan hem is meegedeeld aan te vullen of te verbeteren.

  • 2. Indien verzoeker onvoldoende of geen gebruik maakt van de gelegenheid bedoeld in het eerste lid, wordt de aanvraag niet verder in behandeling genomen. Van deze beslissing doet het bestuurscollege zo spoedig mogelijk mededeling aan aanvrager, onder opgaaf van redenen en terugzending van de ingediende bescheiden.

  • 3. Na ontvangst van een beslissing zoals omschreven in het tweede lid wordt een nieuwe aanvraag voor het begrotingsjaar waarvoor subsidie was aangevraagd niet in behandeling genomen.

Artikel 5

  • 1. Binnen twee maanden na ontvangst van de aanvraag brengt de beleidsverantwoordelijke dienst integraal advies uit aan het bestuurscollege omtrent de aanvraag om subsidie.

  • 2. Na ontvangst van de aanvraag en het advies bedoeld in het eerste lid, beslist het bestuurscollege en brengt de beslissing uiterlijk 1 juli schriftelijk ter kennis van aanvrager.

  • 3. Indien het bestuurscollege niet binnen de in het voorgaande lid genoemde termijn een beslissing uitbrengt wordt de aanvraag geacht te zijn geweigerd.

§ III. SUBSIDIE

Artikel 6

  • 1. Het bestuurscollege kan subsidie verlenen aan instellingen die activiteiten verrichten ter uitvoering van primaire en secundaire taken van het eilandgebied en waarvoor op de eilandsbegroting gelden zijn gevoteerd.

  • 2. De omvang van de subsidie wordt vastgesteld aan de hand van de behoefte op het betreffende zorggebied waarvoor subsidie is aangevraagd en de daarvoor beschikbare middelen.

  • 3. Subsidie zoals bedoeld in het eerste lid wordt bepaald en verleend voor een termijn van maximaal één jaar.

  • 4. De termijn bedoeld in het derde lid kan bij eilandsbesluit houdende algemene maatregelen worden gewijzigd.

Artikel 7

  • 1. Aan de subsidie kunnen specifieke voorwaarden worden verbonden.

  • 2. De subsidie en de daaraan verbonden voorwaarden kunnen worden gewijzigd indien:

    • a.

      aanvrager zich niet of niet volledig houdt aan de voorwaarden verbonden aan de subsidie, of;

    • b.

      indien zulks gelet op het algemeen belang wenselijk is.

  • 3. Het subsidietoekenningbesluit dient in ieder geval te bevatten:

    • a.

      de verwijzing naar het advies van de beleidsverantwoordelijke dienst die advies heeft uitgebracht;

    • b.

      datum waarop de aanvraag is ingediend;

    • c.

      naam van de instelling die de aanvraag heeft ingediend;

    • d.

      het maximale bedrag dat kan worden verleend;

    • e.

      de voorwaarden dat:

      • de subsidie wordt verleend onder de voorwaarde dat aanvrager binnen een in het toekenningbesluit opgenomen termijn een zorgcontract met het eilandgebied afsluit;

      • zolang geen zorgcontract is afgesloten er geen gelden beschikbaar worden gesteld aan aanvrager.

Artikel 8

  • 1. Het bestuurscollege kan de subsidie geheel of gedeeltelijk opschorten, intrekken of terugvorderen indien:

    • a.

      de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden;

    • b.

      de instelling aan deze verordening of aan de subsidievoorwaarden of aan het zorgcontract niet of niet naar behoren voldoet;

    • c.

      de instelling opzettelijk onjuiste gegevens heeft verstrekt, welke ten onrechte hebben geleid tot het verlenen van de subsidie;

    • d.

      de instelling de subsidie op andere wijze besteedt dan op grond van het zorgcontract is overeengekomen;

    • e.

      aan de instelling surseance van betaling is verleend dan wel een verzoek daartoe bij het gerecht is ingediend.

  • 2. In geval van opheffing van een instelling of indien deze in staat faillissement is verklaard wordt de subsidie geheel ingetrokken.

  • 3. Het besluit tot gehele of gedeeltelijke opschorting, intrekking of terugvordering van een subsidie vermeldt de dag, waarop het in werking treedt en de periode van intrekking of opschorting.

  • 4. Een afschrift van het besluit wordt aan betrokkene bij aangetekende brief toegezonden of tegen gedagtekend ontvangstbewijs uitgereikt.

Artikel 9

  • 1. Een subsidie wordt bij een met redenen omkleed besluit van het bestuurscollege geweigerd indien:

    • a.

      de activiteiten van de instelling niet behoren tot de primaire of secundaire taken van het eilandgebied;

    • b.

      de instelling de uitvoering van haar taken volledig uit eigen middelen of uit middelen van derden kan bekostigen;

    • c.

      er gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat:

      • - de activiteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden;

      • - de instelling niet zal voldoen aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;

      • - de instelling niet op een behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal afleggen omtrent de verplichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn;

    • d.

      de instelling in het kader van de aanvraag opzettelijk onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beslissing op de aanvraag zou hebben geleid;

    • e.

      de instelling surseance van betaling is verleend dan wel een verzoek daartoe bij het gerecht is ingediend;

    • f.

      de instelling in staat van faillissement is verklaard;

    • g.

      de instelling haar aanvraag na de in artikel 3, eerste lid genoemde datum heeft ingediend met inachtneming van het bepaalde in het vierde lid van dat artikel.

  • 2. Een subsidie kan voor de gevallen opgenomen onder het eerste lid, onderdeel c, sub 1 en 2, en onderdeel e gedeeltelijk worden geweigerd.

  • 3. Een afschrift van het besluit wordt aan betrokkene bij aangetekende brief toegezonden of tegen gedagtekend ontvangstbewijs uitgereikt.

§ IV. ZORGCONTRACT

Artikel 10

  • 1. Het zorgcontract wordt na overleg met de instelling opgesteld door de beleidsverantwoordelijke dienst.

  • 2. Afhankelijk van de aard van de zorg en de hoogte van het subsidiebedrag kan het zorgcontract in de vorm van een outputcontract, procescontract, inputcontract of een combinatie daarvan worden opgesteld:

  • 3. Een zorgcontract dient onder meer de volgende regelingen te bevatten:

    • a.

      de doelstelling van de instelling;

    • b.

      het product;

    • c.

      de te leveren prestaties in termen van kwantiteit en kwaliteit;

    • d.

      de beschrijving van de financiële middelen;

    • e.

      de omvang van de subsidie;

    • f.

      aanvullende subsidie in relatie tot medefinanciering door derde;

    • g.

      de duur van de overeenkomst;

    • h.

      de financiële controle;

    • i.

      rapportages;

    • j.

      evaluaties.

Artikel 11

De uitkering van de subsidie geschiedt gedurende de periode waarvoor deze is toegekend in maandelijkse termijnen, door middel van voorschotten of eenmalige uitkering.

§ V. TOEZICHT EN BEROEP

Artikel 12

  • 1. De instelling zal vóór het sluiten van het zorgcontract en tijdens de looptijd ervan te allen tijde alle medewerking tot inzage in de boekhouding van de instelling verlenen aan de ambtenaren en andere personen die belast zijn met het toezicht op de naleving van deze eilandsverordening.

  • 2. De instelling zal, tijdens de subsidieperiode, op verzoek van het bestuurscollege alle inlichtingen verschaffen en gegevens overleggen.

  • 3. Vóór 1 april wordt jaarlijks door de instelling een financieel verslag ingediend vergezeld van een rapport betreffende de prestaties van de instelling conform het zorgcontract.

  • 4. Bij eilandsbesluit houdende algemene maatregelen, kunnen regels betreffende de financiële controle worden vastgesteld en de ambtenaren en andere personen als bedoeld in het eerste lid worden aangewezen.

Artikel 13

  • 1. Tegen een besluit van het bestuurscollege tot het niet in behandeling nemen van een aanvraag, geheel of gedeeltelijk intrekking, opschorting, weigering of terugvordering van een subsidie kan betrokkene binnen veertien dagen na ontvangst van het besluit, door indiening van een beroepschrift, bij de eilandsraad in beroep gaan.

  • 2. De beslissing in beroep wordt genomen binnen drie maanden nadat het beroep is ingesteld en bevat de gronden waarop zij berust.

  • 3. De beslissing in beroep wordt niet genomen dan nadat de instelling en de gedeputeerde waaronder de beleidsverantwoordelijke dienst ressorteert in de gelegenheid zijn gesteld om gehoord te worden.

  • 4. De eilandsraad kan de in het tweede lid genoemde termijn eenmaal met drie maanden verlengen.

§ VI. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 14

  • 1. Deze verordening is niet van toepassing op subsidies die vóór de inwerkingtreding van deze verordening zijn toegekend.

  • 2. Deze verordening is van toepassing op reeds ingediende subsidie-aanvragen. Indien dit onevenredig bezwaarlijk is voor de subside-aanvrager, kan het bestuurscollege anders bepalen.

Artikel 15

  • 1. Met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening wordt de Subsidieverordening 1958 (A.B. 1958 no. 37) ingetrokken.

  • 2. Deze verordening treedt in werking bij een bij eilandsbesluit houdende algemene maatregelen te bepalen datum.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als Subsidieverordening 2000.