Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR88877
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR88877/1
Handhavingsbeleidsplan inclusief heronderzoeksplan WWB, WIJ, IOAW, IOAZ en Bbz 2004 2010-2015
Geldend van 01-01-2010 t/m heden
Intitulé
Handhavingsbeleidsplan inclusief heronderzoeksplan WWB, WIJ, IOAW, IOAZ en Bbz 2004 2010-2015Hoofdstuk 1 Inleiding
De Wet werk en bijstand (WWB) en de Wet investeren in jongeren (WIJ) betekent voor gemeenten niet alleen een volledige budgettaire verantwoordelijkheid, maar ook een grotere beleidsvrijheid gekoppeld aan een verminderd aantal administratieve uitvoeringsvoorschriften. Anders dan uitkeringen op grond van de IOAW, de IOAZ en het Bbz 2004 kennen de WWB en WIJ geen algemeen verbindende voorschriften over verplichte onderzoeken naar de rechtmatigheid en de inrichting van de administratie. Gelet op het grote financiële belang bij een juiste wetsuitvoering, gaat de wetgever er vanuit dat de gemeente zorg draagt voor voldoende controle en borg ing van de eigen bedrijfsvoering. Minder regels en het vervallen van de administratieve uitvoeringsvoorschriften betekenen niet dat de gemeente ‘niets meer hoeft te doen’ nadat het recht op bijstand is vastgesteld. De gemeente is gehouden deze wetten rechtmatig uit te voeren. Om de rechtmatige verstrekking van bijstand te waarborgen, zijn tijdens de aanvraag- en uitkeringsperiode en bij de beëindiging van de bijstand controles noodzakelijk. Deze controles zijn gericht op de naleving van de in de WWB en de WIJ opgenomen voorschriften. De wijze van controleren is aan de gemeente. Het vorenstaande is de reden dat met bijlage 1 van dit beleidsplan het onderzoeksplan WWB, WIJ, IOAW, IOAZ en Bbz 2004 integraal onderdeel vormt van het onderliggende handhavingsbeleidsplan. Op grond van Regeling administratieve uitvoering IOAW, IOAZ en Bbz 2004 (RAU) is de gemeente verplicht periodieke heronderzoeken te verrichten naar de rechtmatigheid van de verstrekkingen uit deze regelingen, die niet (volledig) onder de eigen financiële verantwoordelijkheid vallen van de gemeente. Artikel 2 lid 1 van de RAU bepaalt dat de gemeente elke acht maanden een heronderzoek dient te verrichten. Op grond van artikel 2 lid 2 van de RAU kan van het eerste lid worden afgeweken als dit is vastgelegd in een onderzoeksplan. In het hier als bijlage opgenomen heronderzoeksplan is gebruik gemaakt van deze bevoegdheid. Het financiële belang speelt een grote rol bij het handhaven van de rechtmatigheid en het optreden wanneer er sprake is of lijkt te zijn van misbruik. Maar dat is niet de enige invalshoek. De kosten van inkomensvoorzieningen voor mensen die daarop gedurende kortere of langere tijd zijn aangewezen worden door de samenleving opgebracht. De samenleving mag verwachten dat de overheid - in dit geval de gemeente - er alles aan doet te waarborgen dat de uitkeringen terecht komen bij de mensen die dat ook echt nodig hebben. Inspanningen om mensen zo snel mogelijk aan werk en dus aan een inkomen te helpen dragen daar toe bij. Ook de inspanningen om mogelijk misbruik in een zo vroeg mogelijk stadium te signaleren en daar waar misbruik is aangetoond een duidelijk en consistent handhavingsbeleid te voeren, dragen daartoe bij. Op deze wijze kan worden bevorderd dat het maatschappelijke draagvlak voor ons stelsel van sociale zekerheid blijft bestaan. In dit handhavingsbeleidsplan wordt vastgelegd hoe de gemeente Urk het toezicht op de rechtmatigheid van de verstrekkingen van bijstand invult. Daar waar in dit beleidsplan wordt gesproken van bijstand wordt niet alleen bedoeld de WWB, de IOAW, de IOAZ of het Bbz 2004, maar ook een inkomensvoorziening op grond van de WIJ.
Hoofdstuk 2 Het handhavingsbeleid
Gemeenten zijn nagenoeg Vrij in de wijze waarop zij de rechtmatigheid controleren. Mede gezien het financiële belang van de gemeente is het noodzakelijk hierop een heldere visie te ontwikkelen. Bij deze visie vormt de methodiek van Hoogwaardige Handhaving en risico- en signaalsturing het centrale kader.
Artikel 2.1 Hoogwaardige handhaving
De eigen visie op controle krijgt vorm en inhoud aan de hand van de methodiek Hoogwaardige Handhaving. De essentie van deze methodiek is dat handhaving wordt geïntegreerd in de bedrijfsvoering, waardoor de efficiency en effectiviteit toenemen, de instroom in de bijstand afneemt en misbruik zoveel mogelijk wordt voorkomen. Hoogwaardige handhaving richt zich zowel op preventie (goede voorlichting over rechten en plichten) als op repressie (onmiddellijke actie op signalen en directe gevolgen verbinden aan schendingen van de inlichtingenplicht).
Artikel 2.2 Signaal- en risicosturing
Signaal- en risicosturing spelen een belangrijke rol bij de controle op de rechtmatigheid. Dit begint bij de behandeling van de aanvraag van een uitkering en speelt gedurende de lopende uitkering en de beëindiging van de uitkering een rol. Uit de gesprekken met de belanghebbende en de door hem aangeleverde gegevens en documenten, kunnen onduidelijkheden naar voren komen. Deze signalen zijn aanleiding voor de consulent om de belanghebbende in de gelegenheid te stellen uitleg te geven over aangetroffen onduidelijkheden. Als deze uitleg onvoldoende duidelijkheid geeft over de rechtmatigheid van de verstrekte bijstand, vindt er een intensieve controle plaats en zonodig onderzoek door de sociale recherche. Risicosturing betekent dat controle op belanghebbenden die voldoen aan een bepaald risicoprofiel intensief plaatsvindt. Hoewel deze signaal- en risicosturing ook geldt ten aanzien van de IOAW, IOAZ en Bbz 2004, geldt voor deze regelingen dat het verrichten van een periodiek heronderzoek op grond van de RAU verplicht is. Indien en zolang de RAU op de IOAW, IOAZ en Bbz 2004 van toepassing blijft zal dan ook periodiek heronderzoek worden verricht.
Hoofdstuk 3 Entree-onderzoeken
Artikel 3.1 Het onderzoek bij aanvraag
Het onderzoek bij aanvraag om bijstand bestaat uit de verificatie van gegevens. Dit onderzoek naar de echtheid van de verstrekte informatie is van belang om het recht op bijstand vast te stellen. De uitvraag van informatie heeft betrekking op de identiteit van de aanvrager, de persoonlijke omstandigheden, de woonsituatie, het vermogen, het inkomen, de arbeidsmogelijkheden en de ondernomen activiteiten om bijstand te voorkomen. We spreken hier van een poortwachtersfunctie. Aan deze poortwachtersfunctie worden hoge eisen gesteld, zodat alleen diegenen die recht op bijstand hebben in aanmerking komen voor een uitkering.
Artikel 3.2 Informatiebronnen
Tijdens de aanvraagprocedure wordt Suwinet-lnkijk geraadpleegd. Met dit systeem kunnen de bij het UWV geregistreerde gegevens geraadpleegd worden en het vormt daarmee een aanvulling op de controle van de rechtmatigheid. Het Inlichtingenbureau, waarop de gemeente Urk is aangesloten, levert eveneens een bijdrage aan de controle op de rechtmatigheid. Bij het Inlichtingenbureau zijn verschillende organisaties aangesloten; UWV, Belastingdienst, Sociale Verzekeringsbank, Informatie Beheergroep en de Rijksdienst voor het Wegverkeer. Het inlichtingenbureau wordt regelmatig geraadpleegd. Bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) vindt uitvraag van informatie plaats over het autobezit van belanghebbenden. Ook de “eigen” bronnen van de gemeente, zoals het GBA en de gegevens van de gemeentelijke belastingen worden regelmatig vergeleken met het belanghebbendenbestand van de afdeling Sociale Zaken.
Artikel 3.3 Huisbezoeken
De controle op de leefsituatie van de aanvrager en zijn woonomstandigheden kan gepaard gaan met het afleggen van een huisbezoek. Als er redenen zijn om aan te nemen dat de door de belanghebbende verstrekte informatie over de woonsituatie niet overeenkomt met de werkelijke situatie is dit aanleiding om een huisbezoek af te leggen. Zijn de signalen zo concreet dat er redelijkerwijze kan worden getwijfeld aan het recht op bijstand dan wordt het huisbezoek onaangekondigd afgelegd. Is er gerede twijfel maar ontbreekt het aan concrete gegevens dan wordt de belanghebbende meegedeeld dat er een huisbezoek zal plaatsvinden. Het Protocol Huisbezoeken is als bijlage 2, opgenomen en vormt daarmee een integraal onderdeel van dit Handhavingsbeleidsplan.
Artikel 3.4 Voorlichting
Voorafgaand aan de bijstandsverstrekking wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan voorlichting. Naast informatie die wordt verstrekt over de rechten, worden de plichten verbonden aan het ontvangen van bijstand benadrukt. Ook wordt ingegaan op de informatieplicht van belanghebbende, de rechtmatigheidscontrole door de gemeente en de gevolgen van het onrechtmatig ontvangen van bijstand. Het is de bedoeling dat iedere aanvrager van bijstand in de toekomst extra informatie ontvangt in de vorm van een voorlichtingsbrochure. Dit idee is nog volop in ontwikkeling.
Artikel 3.5 Beschikking
Ook in de toekenningsbeschikking wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan rechten én plichten verbonden aan het ontvangen van bijstand.
Hoofdstuk 4 Lopende uitkering
Artikel 4.1 Rechtmatigheidsonderzoeksformulier
Als het recht op bijstand eenmaal is vastgesteld en een uitkering is toegekend dient de belanghebbenden maandelijks een Rechtmatigheidsonderzoeksformulier (ROF) in te leveren. Het ROF vormt een belangrijk element van een rechtmatige uitvoering. Als er sprake is van wijziging in de woon- of gezinssituatie of het inkomen of vermogen is belanghebbende verplicht dit op dit ROF te vermelden. Door het ondertekenen van het formulier verklaart de belanghebbende dat de informatie naar waarheid is ingevuld. Als het formulier aanleiding geeft tot vragen wordt de belanghebbende uitgenodigd voor een nader gesprek.
Artikel 4.2 Bestandsvergelijking
De onder 3.2 genoemde bronnen worden ook tijdens de uitkeringsperiode regelmatig geraadpleegd.
Artikel 4.3 Heronderzoeken
In de periode 2004 tot heden is goede ervaring opgedaan met het signaal gestuurde onderzoek (zie hieronder). Het signaalgestuurde onderzoek blijft dan ook onverkort van toepassing, met dien verstande dat voor de IOAW, IOAZ en Bbz 2004 daarnaast de verplichte periodieke heronderzoeken worden verricht, zolang de RAU op deze regelingen van toepassing blijft.
Artikel 4.4 Onderzoeken naar aanleiding van een signaal
Als zich een bepaalde gebeurtenis heeft voorgedaan (bijvoorbeeld wijziging in de gezinssituatie) of als er een signaal is ontvangen dat er mogelijk een aanleiding is voor het wijzigen van het recht op bijstand wordt op basis van deze gebeurtenis of dit signaal een onderzoek gestart. De aard van de gebeurtenis of het signaal bepaalt de vorm van het onderzoek: schriftelijk, mondeling of fraudeonderzoek. Soms zal een huisbezoek nodig zijn.
Artikel 4.5 Beïndigingsonderzoeken
Als de bijstand wordt beëindigd, in verband met uitstroom naar algemeen geaccepteerde arbeid of anderszins, wordt een beëindigingsonderzoek verricht. Dit onderzoek richt zich op de rechtmatigheid van de verstrekte bijstand sinds het laatst ontvangen ROF en de nog resterende wederzijdse verplichtingen (openstaande vorderingen). De belanghebbende wordt uitgenodigd voor een beëindigingsgesprek en ook bij dit onderzoek worden de bronnen van het GBA, Suwinet-Inkijk en het Inlichtingenbureau geraadpleegd. Als belanghebbende niet meewerkt aan dit beëindigingsonderzoek kan dit aanleiding zijn om de bijstand alsnog in te trekken.
Artikel 4.6 Identiteitscontrole
In de keten werk en inkomen vindt controle plaats om de identiteit van de belanghebbende vast te stellen. Naast de reguliere GBA-check is het mogelijk het Verificatie Informatie Systeem (VIS) te gebruiken. Met het VIS wordt een identiteitsbewijs gecontroleerd op geldigheid. Ook wordt gecontroleerd of het identiteitsbewijs als gestolen of vermist staat geregistreerd. Hiermee wordt voorkomen dat mensen met onjuiste of valse identiteitsdocumenten een uitkering aanvragen. Deze nieuwe vorm van controle is geïntegreerd in de bestaande werkprocessen en levert een gewenste bijdrage aan de rechtmatigheidscontrole.
Hoofdstuk 5 Fraudepreventie en opsporing door sociale recherche
Artikel 5.1 Fraudepreventie
De gemeente Urk beschikt over te weinig capaciteit om een ambtenaar al dan niet volledig in te zetten op fraudepreventie, dat wil zeggen op de administratieve ondersteuning bij de controle op de dossiers, het inschatten van risico’s en het detecteren van signalen. Het aantal bij de regionale Sociale Recherche ingekochte uren is mede in dat licht medio 2008 uitgebreid naar ca. 380 uren op jaarbasis. Hierdoor kan ook gebruik worden gemaakt van de expertise van de Sociale Recherche voor de administratieve ondersteuning bij fraudepreventie.
Artikel 5.2 Opsporing
Als er uitgebreid onderzoek nodig is naar aanleiding van een fraudesignaal zal het dossier veelal moeten worden overgedragen aan de regionale Sociale Recherche. De medio 2008 van de Sociale Recherche ingekochte extra uren worden ten dele ook ingezet op extra opsporingsonderzoek.
Hoofdstuk 6 Tot slot
Het handhavingsbeleid wordt niet alleen gevormd door dit handhavingsbeleidspian. Dit plan is een onderdeel van de handhavingsketen, bestaande uit de Handhavingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren, het Handhavingsbeleidsplan (voornamelijk gericht op preventie), het onderzoeksplan (onderzoek naar de rechtmatigheid) en het debiteurenbeleidsplan (repressie). Het handhavingsbeleidsplan moet worden gezien als een uitvoeringskader voor het toezicht op en handhaving van de rechtmatige verstrekking van bijstand, van de voordeur (aanvraag) tot de achterdeur (einde bijstand).
Ondertekening
Onderzoeksplan WWB, WIJ, IOAW, IOAZ, Bbz 2004 1
<vet>Inleiding</vet>Om de rechtmatigheid van de verstrekkingen voldoende te kunnen waarborgen wordt optimaal gebruik gemaakt van de technische mogelijkheden, waarbij een gebeurtenis of een signaal steeds aanleiding vormt voor een nader onderzoek. Het soort gebeurtenis of het type signaal bepaalt hoe het onderzoek wordt ingericht: schriftelijk, mondeling of door middel van een huisbezoek. Het signaal dat of de gebeurtenis die aanleiding geeft tot nader onderzoek kan op een van de volgende manieren worden gedetecteerd:
- 1.
het maandelijkse rechtmatigheidsonderzoeksformulier (ROF);
- 2.
bestandsvergelijking met GBA, Suwinet-inkijk, Inlichtingenbureau, het UWV en in de toekomst het Digitale Klantdossier (DKD);
- 3.
contact met de belanghebbende in verband met andere dan rechtmatigheidsaangelegenheden (participatie/re-integratietrajecten);
- 4.
informatie (al of niet anoniem) van derden;
- 5.
periodieke heronderzoeken (IOAW, IOAZ en Bbz 2004).
Dit onderzoeksplan geeft in schema de inrichting en uitvoering van deze signaalgestuurde onderzoeken weer. Tot slot wordt nader ingegaan op de periodieke heronderzoeken IOAW, IOAZ en Bbz 2004.<vet>Signalen op de ROF</vet>Uit het door de belanghebbende ingevulde ROF kunnen verschillende signalen of gebeurtenissen worden gegenereerd die aanleiding zijn tot nader onderzoek of nader handelen. Omdat het vervolgonderzoek of de vervolghandeling afhankelijk is van het soort signaal of gebeurtenis hebben we de verschillende signalen en gebeurtenissen in kaart gebracht en de te volgen procedure daarbij opgenomen. Overigens worden deze gebeurtenissen of signalen niet alleen via het ROF bekend. Het kan zijn dat een belanghebbende zelf contact opneemt met de afdeling om een wijziging door te geven. In die gevallen wordt overeenkomstig het onderstaande gehandeld.<vet>Inkomen </vet>De medewerker van de administratie is verantwoordelijk voor het controleren en administratief verwerken van de op het ROF opgegeven inkomsten. Hij beoordeelt tevens of melding van ontvangen inkomsten moet worden gemeld aan de klantmanager. Als controle op de inkomsten heeft plaatsgevonden tekent de administratief medewerker het ROF af voor gezien. Hieronder in schema de acties van de administratief medewerker en die van de klantmanager ten aanzien van het signaal inkomen.
9/11 Opgave van arbeid, maar nog geen inkomsten berekend |
Iedere maand |
- Onderzoek naar hoogste inkomsten- mutaties verwerken in Civision- ROF paraferen |
10/12 Melding van periodieke inkomsten |
Iedere maand |
- Recht op vrijlating beoordelen*- Mutaties verwerken in Civision- ROF paraferen |
10/12Eerste melding van inkomsten |
Binnen vier weken wordt een onderzoek ingesteld voor de beoordeling van het recht en eventuele inkomstenvrijlating* |
Schriftelijk en mondeling rechtmatigheidsonderzoek (éénzijdig) |
10/12 Inkomsten boven de norm |
Binnen drie maanden wordt het beëindigingsonderzoek afgerond |
Schriftelijk beëindigingsonderzoek |
10/12Inkomsten uit loon, alimentatie, uitkering elders, kostgeld, onderverhuur, belastingteruggave, of anders bijv. vakantiebonnen |
Binnen vier weken wordt beoordeeld of de inkomsten van invloed zijn op de hoogte van de uitkering en het vermogen |
Schriftelijk rechtmatigheidsonderzoek (éénzijdig) |
10/12Maatregel bij voorliggende voorziening (letten op wijzigingen in hoogte ontvangen inkomsten uit uitkering elders) |
Binnen vier weken wordt beoordeeld of de opgelegde maatregel gevolgen heeft voor de uitkering |
Schriftelijke en mondelinge rechtmatigheidsbeoordeling (éénzijdig) |
10/12Einde vaste inkomsten |
Voorliggende voorziening beoordelen |
Schriftelijk eenzijdig rechtmatig heidsonderzoek |
10/12Einde inkomsten door ontslag |
Binnen vier weken beoordelen of het ontslag gevolgen heeft voor de uitkering |
Schriftelijk en mondeling rechtmatigheidsonderzoek (volledig) |
13Ontvangsten uit: erfenis, schenking. |
Binnen vier weken beoordelen of de inkomsten van invloed zijn op de hoogte van de uitkering of het vermogen |
Schriftelijk rechtmatigheidsonderzoek (éénzijdig) |
18/19Werk als zelfstandige, freelancewerkzaamheden |
Binnen twee weken wordt beoordeeld of een overdracht moet plaatsvinden in verband met Bbz 2004-aanvraag |
Schriftelijk en mondeling rechtmatigheidsonderzoek en huisbezoek (volledig) |
Inkomsten inwonende kinderen |
Binnen vier weken wordt beoordeeld of de inkomsten van invloed zijn op de uitkering |
Schriftelijk rechtmatigheidsonderzoek (éénzijdig) |
*Als er recht is op vrijlating van inkomsten dan moet een beschikking worden opgesteld door de klantmanager.De klantmanager is verantwoordelijk voor het vervolg van overige signalen. Hieronder in schema per signaal/gebeurtenis opgenomen.Wonen
Verhuizing |
Binnen vier weken na ontvangst moet het onderzoek zijn afgerond |
Schriftelijk rechtmatigheidsonderzoek (éénzijdig). Indien er onduidelijkheden zijn wordt een huisbezoek overwogen |
Opname in verpleeginrichting |
Binnen vier weken wordt een onderzoek naar (voortzetting) van recht gestart |
Schriftelijk rechtmatigheidsonderzoek (éénzijdig) |
Detentie alleenstaande |
Binnen drie maanden wordt het onderzoek afgerond |
Schriftelijk beëindigingsonderzoek |
Detentie van een van de partners bij gehuwden |
Binnen vier weken wordt de norm aangepast |
Schriftelijk rechtmatigheidsonderzoek (éénzijdig) |
Kamerhuur en/of kostganger |
Binnen vier weken vindt een beoordeling plaats |
Schriftelijk en mondeling rechtmatigheidsonderzoek. Een huisbezoek valt hieronder (volledig) |
Gezinssituatie
Overlijden alleenstaande |
Binnen zes weken wordt het beëindigingsonderzoek afgerond |
Schriftelijk standaard beëindigingsonderzoek |
Overlijden van een van de partners bij gehuwden |
Binnen vier weken wordt de norm aangepast |
Schriftelijk rechtmatigheidsonderzoek (éénzijdig) |
Inwonend kind wordt 18 |
Binnen vier weken wordt beoordeeld of dit invloed heeft op de uitkering |
Schriftelijk rechtmatigheidsonderzoek (éénzijdig) |
(Overige) wijzigingen in de gezinssituatie |
- Binnen twee weken wordt bekeken welke consequentie deze wijziging heeft- Indien deze wijziging tot gevolg heeft dat het recht op bijstand eindigt vindt beëindiging binnen drie maanden plaats |
- Schriftelijk en mondeling rechtmatigheidsonderzoek (eenzijdig of volledig) of- Beëindigingsonderzoek |
Wijziging status
Verblijfsvergunning is verlopen |
Uitkering wordt opgeschort vanaf de datum dat de verblijfsvergunning verlopen is |
Schriftelijk rechtmatigheidsonderzoek (éénzijdig) |
Overige signalen
Te lange vakantieperiode |
Voor vertrek een beschikking afgeven - Binnen een week na terugkomst_gesprek |
Schriftelijk rechtmatigheidsonderzoek (éénzijdig) |
Scholing |
Binnen vier weken wordt beoordeeld of de scholing past binnen de WWB |
Schriftelijk rechtmatigheidsonderzoek (éénzijdig) |
Vrijwilligerswerk |
Binnen vier weken wordt beoordeeld of belanghebbende toestemming kan worden verleend dit vrijwilligerswerk te verrichten/voort te zetten |
Schriftelijke en mondelinge rechtmatigheidsonderzoek (éénzijdig) |
Inschrijving UWV |
Binnen vier weken beoordelen of het niet ingeschreven staan gevolgen heeft voor de uitkering |
Schriftelijke en mondelinge rechtmatigheidsonderzoek |
Sollicitatieactiviteiten |
Binnen vier weken |
Schriftelijk rechtmatigheidsonderzoek (éénzijdig) bij onvoldoende activiteiten. |
<vet>Signalen uit ander bronnen dan ROF</vet>Niet alle belanghebbenden maken melding op het ROF of persoonlijk van (alle) wijzigingen in de situatie, of het nu de woon-, gezins- of inkomenssituatie is. Daarom worden met een zekere regelmaat de andere informatiebronnen, SUWlnet-lnkijk, UWV, GBA, Inlichtingenbureau en in de toekomst het Digitale Klantdossier gecontroleerd. Ook gebeurt het dat er een (anonieme) melding of tip wordt ontvangen van een derde of dat belanghebbende de ROF’s herhaaldelijk te laat inlevert. In het onderstaande schema is een overzicht gemaakt van de acties die bij die gebeurtenissen/signalen plaatsvinden. Het schema vermeldt door wie de actie wordt verricht, administratief medewerker of klantmanager.
Mutaties via koppeling GBA (klantmanager) |
Beoordeling binnen vier weken of de uitkering nog rechtmatig wordt verstrekt |
Schriftelijk en mondeling rechtmatigheidsonderzoek (éénzijdig). Zonodig huisbezoek afleggen |
lnlichtingenbureau (deeltaak administratie) |
Administratie: iedere maand gegevens vergelijken. Bij onbekende gegevens binnen twee weken looninformatie opvragen |
Binnen twee weken na ontvangst looninformatie, memo opstellen, ten behoeve van de klantmanager |
Inlichtingenbureau (deeltaak klantmanager) |
Beoordeling binnen twee weken of de uitkering nog rechtmatig wordt verstrekt |
Schriftelijk en mondeling rechtmatigheidsonderzoek waarbij alle aspecten worden beoordeeld (mcl. afstemming). Eventueel overdracht naar Sociale Recherche (volledig) |
Tip/informatie door derde (klantmanager) |
Binnen twee weken beoordelen of de tip voldoende informatie bevat, op zichzelf staat of in combinatie met andere gegevens aanleiding geeft tot nader onderzoek |
Schriftelijk rechtmatigheidsonderzoek. Afhankelijk van de ernst van het signaal een huisbezoek afleggen (volledig) |
ROF wordt meerdere keren te laat ingediend (signaal bij administratie) |
Signaal doorgeven aan de klantmanager |
Schriftelijk eenzijdig rechtmatigheidsonderzoek |
Wijziging doorbetaling vaste lasten (administratie) |
Binnen twee weken de wijzigingen afronden |
Wijzigingen invoeren in het systeem mutatie paraferen |
Wijziging banknummer (administratie) |
Pas invoeren nadat de volgende betaling is gedaan |
Wijziging invoeren in het systeem. Mutatie paraferen |
Mutaties die geen gevolg hebben voor de uitkering (administratie) |
Binnen twee weken wordt het onderzoek afgerond |
Wijziging invoeren in het automatiseringssysteem. Mutatie paraferen |
Beslag (administratie) |
Binnen twee weken moet het onderzoek (uitvoeren van het beslag) zijn afgerond. De klantmanager wordt direct op de hoogte gesteld van het gelegde beslag |
Beslaglegging tekenen en mutatie paraferen. |
<vet>IOAW, IOAZ en Bbz 2004</vet>De hiervoor beschreven signaalgestuurde controle wordt ook toegepast op de uitkeringen ingevolge de IOAW, de IOAZ en het Bbz 2004. Op zichzelf is de (controle op de) rechtmatige uitvoering door deze methode voldoende gewaarborgd. Voor het college is dat dan ook voldoende aanleiding om gebruik te maken van de bevoegdheid die de RAU geeft om af te wijken van de 8-maandelijkse hercontrole. De hercontrole als bedoeld in artikel 2 van de RAU vindt eenmaal per 18 maanden plaats. Het onderzoek richt zich op de hele periode gelegen tussen het vorige heronderzoek of de aanvraag alsmede op het toekomstige recht. De belanghebbende dient tijdens dit onderzoek desgevraagd bewijsstukken en overige informatie over die periode te verstrekken, waarbij een onderzoek wordt gemaakt in: - Statische gegevens, gegevens die, zolang de situatie ongewijzigd blijft, niet steeds weer hoeven te worden overgelegd, zoals echtscheidingsbescheiden (die zich al in kopie in het dossier bevinden voor zover relevant voor de uitvoering van de wet) en een afschrift van het huurcontract.- Dynamische gegevens, gegevens die aan verandering onderhevig zijn, zoals gegevens over inkomsten, de leefsituatie en de gezinssamenstelling.
Protocol huisbezoeken 2
<vet>1. Status van het huisbezoek</vet>Om een huisbezoek te mogen afleggen moet er een aanleiding zijn. Als er een concrete aanwijzing is dat de woon- of gezinssituatie van de belanghebbende afwijkt van de door hem gegeven informatie, waardoor er wellicht geen of een ander recht op bijstand bestaat mag er een onaangekondigd huisbezoek plaatsvinden, tenzij de gewenste informatie op een andere, minder belastende wijze kan worden verkregen. Zijn er wel twijfels maar ontbreken er concrete signalen, dan wordt het huisbezoek van tevoren meegedeeld. De belanghebbende moet altijd duidelijk geïnformeerd worden over zijn rechten en plichten en toestemming geven voor het betreden van de woning. Het vorenstaande laat onverlet dat er om andere redenen een huisbezoek mag worden afgelegd, bijvoorbeeld als belanghebbende vanwege beperkingen niet in staat is zelf naar het gemeentehuis te komen. Daarover worden aparte afspraken met de belanghebbende gemaakt. <vet>2. Bescherming</vet>De belanghebbende mag medewerking aan het huisbezoek weigeren. Hem moet dan wel uitdrukkelijk worden meegedeeld dat dit consequenties kn hebben voor het recht op bijstand. Het is niet toegestaan een woning te betreden zonder toestemming van de belanghebbende. Voor wat betreft het instellen van een huisbezoek zijn 2 verschillende varianten van toepassing. Daarbij vallen te onderscheiden de situatie waarin (A) wél sprake is van een in het dossier vastgelegde concrete aanwijzing waardoor gerede twijfel ontstaat over de opgegeven woon- of gezinssituatie of (B) waarin géén sprake is van een concrete aanwijzing.
- a.
Wel aanwijzing:Ook als de gemeente beschikt over concrete informatie dat de woon- of gezinssituatie van belanghebbende afwijkt van zijn opgave mag hij weigeren mee te werken aan een huisbezoek. Belanghebbende is op grond van artikel 17 WWB echter wel verplicht medewerking te verlenen en moet rekening houden met de mogelijke directe consequenties van die weigering (bijvoorbeeld weigering of intrekking van de bijstand). De betrokkene wordt in het geval van een weigering op deze verplichting én de mogelijke consequenties gewezen.
- b.
Geen aanwijzing:In de situatie waarin er wel twijfel is over de woon- of gezinssituatie, maar waarin er géén concrete aanwijzing is, dient alvorens tot huisbezoek wordt overgegaan te worden onderzocht of er op andere wijze meer informatie kan worden verkregen. Wordt toch overgegaan tot huisbezoek dan kan aan de weigering niet direct een gevolg verbonden worden.
<vet>3. Vastlegging instemming bewoner</vet>Op grond van het Europese verdrag van de rechten van de mens (EVRM) is het noodzakelijk dat bij inbreuk op het huisrecht sprake is van een zogenaamde “informed consent”. Dit begrip houdt in dat de belanghebbende zijn toestemming om de woning te betreden baseert op volledige en juiste informatie over de aanleiding en het doel van het huisbezoek. Tevens moeten hem de rechten en plichten rondom het huisbezoek duidelijk zijn. De bewijslast dat sprake is geweest van een zogenaamd “informed consent” ligt bij het college. Het is in alle gevallen van belang dat de toestemming van de bewoner deugdelijk wordt vastgelegd.
- a.
Wel aanwijzing:Betrokkene moet geïnformeerd worden over de reden en het doel van het onderzoek en dat het weigeren toestemming te verlenen om de woning te betreden gevolgen kan hebben voor het recht op bijstand.
- b.
Geen aanwijzing:Betrokkene moet eveneens geïnformeerd worden over de reden en het doel van het onderzoek. Hem moet worden meegedeeld dat het niet meewerken aan het onderzoek geen directe consequenties zal hebben. Slechts wanneer aan deze voorwaarden is voldaan is sprake van een zogenaamd “informed consent” en kunnen de uitkomsten van het onderzoek in bezwaar en beroep stand houden.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl