Algemene Delegatieverordening Gelderland 2003

Geldend van 18-02-2016 t/m heden

Intitulé

Algemene Delegatieverordening Gelderland 2003

PROVINCIALE STATEN VAN GELDERLAND

Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van 5 januari 2016;

Overwegende dat: -in de artikelen 3.8.2, 28.2.1, 28.3.1, 28.3.2, 28.5.4 en 28.5.5 van de planregels van het inpassingsplan Tuinbouw Bommelerwaard op grond van artikel 3.26 juncto artikel 3.6, eerste lid, onder a van de Wet ruimtelijke ordening de bevoegdheid is toegekend aan het college van Gedeputeerde Staten om het inpassingsplan Tuinbouw Bommelerwaard te wijzigen; -  op basis van artikel 6.25, eerste lid juncto artikel 6.12, derde lid van de Wet ruimtelijke ordening de bevoegdheid tot het al dan niet vaststellen van een exploitatieplan, zoals bedoeld in artikel 6.12, eerste en tweede lid, van de Wet ruimtelijke ordening, bij een besluit tot het wijzigen van een inpassingsplan kan worden gedelegeerd aan het college van Gedeputeerde Staten; -  het met het oog op een doelmatige afhandeling van plannen tot wijziging van het inpassingsplan Tuinbouw Bommelerwaard wenselijk is om de bevoegdheid op grond van artikel 6.12, eerste en tweede lid van de Wet ruimtelijke ordening te delegeren aan Gedeputeerde Staten, voor zover deze bevoegdheid betrekking heeft op de wijzigingsbevoegdheden die in het inpassingsplan Tuinbouw Bommelerwaard aan Gedeputeerde Staten zijn toegekend in de artikelen 3.8.2, 28.2.1, 28.3.1, 28.3.2, 28.5.4 en 28.5.5 van de planregels;

Gelet op: artikel 6.25, eerste lid juncto artikel 6.12, derde lid van de Wet ruimtelijke ordening;

BESLUITEN:

vast te stellen de gewijzigde regeling: Algemene delegatieverordening Gelderland 2003

Paragraaf 1 Convenanten 

Artikel 1 

Gedeputeerde Staten zijn bevoegd tot het aangaan van convenanten betreffende de uitoefening van publiekrechtelijke bevoegdheden van Provinciale Staten, indien:

  • a.

    het convenant wordt aangegaan ter uitvoering van door Provinciale Staten vastgesteld beleid en

  • b.

    het besluit tot vaststelling van het beleid in deze wijze van uitvoering voorziet.

Paragraaf 2 Milieubeheer

Artikel 2

Gedeputeerde Staten zijn bevoegd tot uitvoering van de krachtens de Wet milieubeheer te verrichten activiteiten en te volgen procedures, ingeval Provinciale Staten bevoegd gezag zijn.

Paragraaf 3 Wegenbeheer

Artikel 3 

Gedeputeerde staten zijn bevoegd tot uitoefening van de bevoegdheden van Provinciale Staten, genoemd in artikel 19 van de Wegenwet en artikel 2 van de Waterstaatswet 1900, mits met de desbetreffende wegbeheerders overeenstemming is bereikt.

Artikel 4

Gedeputeerde Staten zijn bevoegd tot uitoefening van de bevoegdheden in artikel 6.12, eerste en tweede lid, Wet ruimtelijke ordening voor zover het betreft de wijzigingsbevoegdheden in de artikelen 3.8.2, 28.2.1, 28.3.1, 28.3.2, 28.5.4 en 28.5.5 van de planregels van het inpassingsplan Tuinbouw Bommelerwaard.

Paragraaf 5 Slotbepalingen

Artikel 5 

  • 1 Behoudens voorzover zij nog van belang is ten aanzien van vóór de inwerkingtreding van deze verordening genomen beslissingen wordt de Algemene Delegatieverordening Gelderland ingetrokken.

  • 2 Behoudens voorzover zij nog van belang zijn ten aanzien van vóór de inwerkingtreding van deze verordening genomen beslissingen worden de navolgende besluiten ingetrokken:

    - de PS-besluiten van 13 december 1995, nr. B - 212 en 4 februari 1998, nr. B - 218 inzake delegatie vervaardigen en aanpassing rechtspositieregelingen voor het provinciale personeel;

    - PS-besluit van 17 mei 2000, nr. G - 634 inzake delegatie publiek- en privaat-rechtelijke bevoegdheden tot het aanbrengen van wijzigingen in het Provinciaal Wegenplan.

  • 3 Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

  • 4 De verordening wordt aangehaald als: Algemene Delegatieverordening Gelderland 2003.

Ondertekening

Provinciale Staten van Gelderland