Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR87715
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR87715/1
Verordening op de Monumentencommissie 2010
Geldend van 01-10-2010 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-10-2010
Intitulé
Verordening op de Monumentencommissie 2010De Gemeenteraad van Wijchen;
gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders;
gelet op artikel 147 en 149 van de Gemeentewet;
Gelet op artikel 15 van de Monumentenwet 1988;
Gelet op artikel 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
BESLUIT:
in te trekken de "Verordening op de Monumentencommissie 2002;
hiervoor in de plaats vast te stellen de "Verordening op de Monumentencommissie 2010".
Hoofdstuk I.
Taken en bevoegdheden van de commissie.
Artikel 1.
De commissie heeft tot taak Burgemeester en Wethouders op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over:
- 1.
het Register van beschermde monumenten als bedoeld in artikel 3 van de Monumentenwet 1988;
- 2.
aanvragen wijzigingsvergunning als bedoeld in artikel 11 van de Monumentenwet 1988 of artikel 10 en 24 van de Erfgoedverordening 2010 Gemeente Wijchen;
- 3.
het aanwijzen of intrekken van beschermde stads- en dorpsgezichten als bedoeld in artikel 19 van de Erfgoedverordening 2010 Gemeente Wijchen;
- 4.
het aanwijzen of afvoeren van gemeentelijke monumenten op grond van de artikelen 3 tot en met 9 van de Erfgoedverordening 2010 Gemeente Wijchen;
- 5.
de uitvoering van alle overige zaken die voortvloeien uit de Erfgoedverordening 2010 Gemeente Wijchen;
- 6.
de Subsidieverordening Monumenten Wijchen 2009;
- 7.
Alle overige aangelegenheden die van belang zijn voor de behartiging van de monumentenzorg in de gemeente Wijchen.
Artikel 2.
Bij het uitbrengen van haar adviezen laat de commissie zich uitsluitend leiden door overwegingen van geschiedkundig, architectonisch, cultuur- of sociaalhistorisch belang.
Het in de Monumentennota geformuleerde beleid is hierbij mede uitgangspunt.
Hoofdstuk II
Samenstelling van de commissie.
Artikel 3.
- 1.
De leden van de monumentencommissie worden door het college benoemd. De monumentencommissie telt ten minste vijf en ten hoogste negen leden.
- 2.
Burgemeester en Wethouders doen een voordracht, waarbij rekening wordt gehouden met de binding van de kandidaten met op het terrein van de monumentenzorg actieve particuliere instellingen en met hun deskundigheid.
- 3.
De leden van de monumentencommissie treden na verloop van een periode van vier jaren af. Zij zijn eenmaal onmiddellijk herbenoembaar.
- 4.
Een lid, dat ter vervulling van een - anders dan ten gevolge van een periodieke aftreding - opengevallen plaats wordt benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, moest aftreden.
- 5.
Een lidmaatschap vervalt bij het niet langer bekleden van de functie op grond waarvan de benoeming heeft plaats gevonden.
Artikel 4.
- 1.
De voorzitter wordt door Burgemeester en Wethouders aangewezen.
- 2.
De voorzitter is tevens lid van de commissie.
- 3.
Bij afwezigheid van de voorzitter voorzien Burgemeester en Wethouders tevens in de aanwijzing van een waarnemend voorzitter;
- 4.
Burgemeester en Wethouders benoemen een ambtelijk secretaris en kunnen ambtelijke adviseurs aanwijzen.
- 5.
Collegeleden kunnen geen lid zijn van de monumentencommissie.
Hoofdstuk III
Werkwijze.
Artikel 5.
- 1.
De commissie komt bijeen:
- a.
nà schriftelijke oproep van de voorzitter;
- b.
op verzoek van ten minste twee van haar leden;
- c.
op verzoek van Burgemeester en Wethouders.
- a.
- 2.
In de gevallen genoemd onder b. en c., belegt de voorzitter de vergadering binnen veertien dagen na de dag van ontvangst van het verzoek.
- 3.
De commissie mag slechts besluiten nemen indien alle leden aanwezig zijn.
- 4.
Als niet alle leden aanwezig zijn, blijven de punten van de agenda staan voor de eerstvolgende vergadering. In deze vergadering mogen ten aanzien van deze agendapunten besluiten worden genomen wanneer er ten minste drie stemgerechtigde leden aanwezig zijn.
- 5.
In spoedeisende gevallen kan van het bepaalde in het tweede en derde lid van dit artikel worden afgeweken, waarvan mededeling moet worden gedaan in het uit te brengen advies.
Artikel 6.
Burgemeester en Wethouders kunnen over de inhoud van de stukken, die aan de monumentencommissie worden overlegd of ter inzage worden verstrekt, geheimhouding opleggen.
Artikel 7.
De commissie is bevoegd deskundigen te horen met dien verstande, dat zij daar toestemming van Burgemeester en Wethouders voor nodig heeft als er aan het horen van deskundigen kosten voor de gemeente zijn verbonden.
Artikel 8.
- 1.
In de vergadering van de monumentencommissie heeft ieder lid een stem.
- 2.
De monumentencommissie besluit bij meerderheid van stemmen.
- 3.
De leden onthouden zich van stemming over zaken die hen persoonlijk aangaan, of waarin zij als gelastigde zijn betrokken.
- 4.
Over alle zaken wordt mondeling en bij hoofdelijke oproeping gestemd.
- 5.
Indien bij het nemen van een besluit door geen der leden stemming wordt gevraagd, wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen.
- 6.
Bij het staken van stemmen worden de onderscheiden meningen in het advies tot uitdrukking gebracht.
- 7.
Het standpunt van de minderheid wordt in het advies vermeld.
Artikel 9.
De secretaris van de monumentencommissie draagt er zorg voor dat van het behandelde in de vergadering een kort verslag wordt gemaakt dat gelijktijdig met de adviezen ter kennisneming wordt toegezonden aan Burgemeester en Wethouders.
Hoofdstuk IV
Overgangs- en slotbepalingen.
Artikel 10.
- 1.
De leden van de commissie ontvangen voor het bijwonen van de vergadering een vergoeding.
- 2.
De raad van de gemeente Wijchen stelt het bedrag van de vergoedingen vast.
Artikel 11.
In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, alsmede bij gerezen geschillen, beslissen Burgemeester en Wethouders, nadat de commissie is gehoord.
Artikel 12.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening op de Monumentencommissie 2010".
Ondertekening
Toelichting op de "Verordening op de Monumentencommissie 2010".
Algemeen.
Door de komst van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht per 1 oktober 2010, is het noodzakelijk dat de verordening wordt aangepast. De verordening dient Wabo-proof te zijn om te voorkomen dat er onbevoegde en niet rechtsgeldige adviezen worden uitgebracht door de monumentencommissie.
Toelichting artikel 1.
In artikel 15 van de Monumentenwet 1988 is de inschakeling van een monumentencommissie verplicht. Deze commissie heeft onder andere tot taak Burgemeester en Wethouders te adviseren over de vergunningen met betrekking tot Rijksmonumenten.
De monumentencommissie is een externe adviseur als bedoeld in de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB). Dit betekent dat de algemene regels die de AWB in Afdeling 3.3 geeft (over advisering) op de advisering door de monumentencommissie van toepassing zijn. Dit houdt onder andere in dat Burgemeester en Wethouders aan de monumentencommissie een termijn kunnen stellen waarbinnen zij advies verwachten.
De instelling is mede gebaseerd op artikel 82 van de Gemeentewet, voor zover het gemeentelijke monumenten betreft. Dit impliceert dat het een vaste commissie van advies aan Burgemeester en Wethouders is, ingesteld door de Gemeenteraad op voorstel van het college. De commissie heeft alleen adviserende bevoegdheden.
Toelichting artikel 2.
De algemene beginselen van behoorlijk bestuur eisen dat besluiten zorgvuldig en niet willekeurig worden genomen. Het formuleren van een beleid is daarom noodzaak. De huidige Monumentennota 2008-2015 bevat het beleid voor de gemeente Wijchen.
Toelichting artikel 3, lid 2.
Op dit moment zijn de volgende instanties vertegenwoordigd in de monumentencommissie:
- -
Het Gelders Genootschap met een monumentendeskundige, die specifieke deskundigheid op gebied van monumenten bezit (m.n. architectuur-, cultuurhistorie- en restauratiekennis).
- -
Historische Vereniging Tweestromenland. Een vertegenwoordiger woonachtig in Wijchen, met kennis van de plaatselijke cultuur en historie.
De overige leden komen allemaal uit Wijchen en zitten op persoonlijke titel in de commissie.
Ieder heeft zijn eigen specifieke kennis over cultuurhistorie in de gemeente Wijchen.
Er is een ambtelijk secretaris, maar die heeft echter geen stemrecht in de commissie.
Bij voltallige bezetting bestaat de commissie uit 8 personen.
Toelichting artikel 3, lid 3.
Een lidmaatschap van maximaal twee periodes wordt voorgestaan om zo de kans op verstarring en eenzijdigheid zoveel mogelijk te verkleinen.
Toelichting artikel 4, lid 3.
Het voorbereiden en uitvoeren van monumentenbeleid is een aangelegenheid van Burgemeester en Wethouders. Daarom ligt het voor de hand bij ontstentenis van de voorzitter uit het college een plaatsvervangend voorzitter aan te wijzen.
Toelichting artikel 4, lid 4.
De adviezen van de commissie dienen uiteindelijk vertaald te worden in beleidsvoorstellen. Doordat de secretaris van de commissie een ambtenaar is, kan hij dienen als schakel tussen enerzijds de commissie en anderzijds het ambtelijk apparaat en bestuur.
Toelichting artikel 4, lid 5.
Door een wijziging in de Monumentenwet 1988 mogen collegeleden geen lid meer zijn van de monumentencommissie. Deze wijziging is in 2009 ingegaan.
Toelichting artikel 5, lid 1.
Voor de goede orde is geregeld wie bepalen wanneer de monumentencommissie bijeen komt.
Toelichting artikel 5, leden 3 en 4.
Voorkomen dient te worden dat adviezen slechts gedragen worden door twee of minder leden.
Toelichting artikel 5, lid 5.
Een uitzondering wordt gemaakt op de hoofdregel zoals die is neergelegd in hetzelfde artikel onder de leden 3 en 4.
Toelichting artikel 6.
Het kan voor komen dat bepaalde gegevens, bijvoorbeeld financiële, door eigenaren van monumenten vertrouwelijk aan Burgemeester en Wethouders worden verstrekt. Het is niet wenselijk dat die gegevens dan in de openbaarheid komen.
Toelichting artikel 7.
Hoewel de commissie is samengesteld uit deskundigen, kan het gebeuren dat er behoefte ontstaat om nadere deskundigheid in te roepen. Dit artikel biedt hiervoor de ruimte. Uiteraard heeft de adviseur geen stemrecht.
Toelichting artikel 8, lid 2.
Een gekwalificeerde meerderheid is niet noodzakelijk. Dit is niet wenselijk omdat die eis tot gevolg kan hebben dat er soms besluiten (lees: het uitbrengen van adviezen) niet genomen kunnen worden. Een gewone meerderheid, de helft plus één, is voldoende.
Toelichting artikel 8, lid 3.
Hiermee wordt beoogd eventuele belangenverstrengeling te voorkomen.
Toelichting artikel 8, lid 6.
De commissie is uitsluitend adviserend aan Burgemeester en Wethouders.
Het college betrekt de adviezen van de commissie bij haar besluitvorming.
Burgemeester en Wethouders zijn er mee gebaat de nuanceringen binnen de gemeentelijke monumentencommissie te kennen en nemen zelf hun eigen verantwoordelijkheid.
Toelichting artikel 8, lid 7.
Dit is net als lid 6 opgenomen om het college te informeren over de verschillende opvattingen binnen de commissie.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl