Regeling vervallen per 01-01-2014

Uitvoeringsregeling Fiets voor woon-werkverkeer

Geldend van 01-09-2004 t/m 11-09-2011

Uitvoeringsregeling Fiets voor woon-werkverkeer

Artikel 1 Begripsbepalingen

Regeling ter uitvoering van artikel 4a:3 CAR/ZUWO

  • a

    Deelnemer:de ambtenaar ingevolge artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR/ZUWO, uitgezonderd artikel 2:5 lid 1 sub b. Voor de toepassing van dit artikel wordt eveneens als deelnemer beschouwd hij die aangesteld is als vrijwilliger bij de gemeentelijke brandweer.

    • -

      Voor de toepassing van deze regeling wordt niet als deelnemers beschouwd de ambtenaar die gebruik maakt van een fiets woon-werkverkeer op basis van artikel 6 Regeling Vervoermanagement tot 5 jaar na de aanschafdatum van deze fiets.

  • b

    Vrijwilliger:de ambtenaar ingevolge artikel 19:1:1 sub a van de CAR/ZUWO.

  • c

    Werkgever:gemeente Zoetermeer

  • d

    Fiets:fiets in eigendom die gebruikt wordt ten behoeve van woon-werkverkeer en/ of accessoires.

  • e

    Accessoires:met de fiets samenhangende zaken die direct dienstbaar zijn aan het woon-werkverkeer*.

  • f

    Bronnen:de arbeidsvoorwaarden waartegen een fiets geruild kan worden zijnde:

    • 1

      een bruto vergoeding voor het aantal verkochte vakantie-uren, zoals bepaald in artikel 4a:1 van de CAR/ZUWO;

    • 2

      een aanwending van de bruto vakantietoelage;

    • 3

      een aanwending van de bruto eindejaarsuitkering;

    • 4

      een aanwending van de bruto levensloopbijdrage;

    • 5

      een aanwending van een deel van het bruto salaris;

    • 6

      een bruto vergoeding voor het aantal verkochte leeftijdsdagen, zoals bepaald in artikel 4 van de Uitvoeringsregeling Verlof;

    • 7

      een aanwending van de bruto vergoeding van de vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer zoals vastgelegd in bijlage VI van de CAR/ZUWO en de Uitvoeringsregeling Vergoeding Kazernering Vrijwillige Brandweer.

  • g

    Vakantie-uren:de vergoeding voor elk op grond van artikel 4a:1 lid 1 verminderd vakantie-uur overeenkomend met de hoogte van het salaris per uur dat de deelnemer geniet bij aanvang van het kalenderjaar waarop het verzoek betrekking heeft.

  • h

    Eindejaarsuitkering:de uitkering zoals gedefinieerd in artikel 3:6 van de CAR/ZUWO.

  • i

    Vakantietoelage:de toelage zoals gedefinieerd in artikel 6:3 van de CAR/ZUWO.

  • j

    Levensloopbijdrage:de bijlage zoals gedefinieerd in artikel 6a:7 van de CAR/ZUWO.

  • k

    Bezoldiging:bezoldiging zoals omschreven in artikel 1 lid 9 van de Uitvoeringsregeling Beloning en Bezoldiging.

  • l

    Salaris:salaris zoals omschreven in artikel 3:1 van de CAR/ZUWO.

  • m

    Spreidingsperiode:een periode van 3 kalenderjaren, die aanvangt op de dag van de aankoop van de fiets en eventuele accessoires, waarbinnen een fiets kan worden aangeschaft tot een maximum van het bedrag genoemd in het in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting (2001) die uitvoering geeft aan de Wet op de loonbelasting (1964).

Artikel 2 Vrijwilliger bij de gemeentelijke brandweer

De vrijwilliger kan slechts een fiets fiscaal verrekenen tegen de bron genoemd in artikel 1 sub f onder 6.

De fiscale verrekening van de aanschafprijs van de fiets geschiedt maandelijks via de bruto vergoeding van de vrijwilliger te beginnen bij de eerste maand na de aankoop.

Indien de vrijwilliger deelneemt aan de spaarloonregeling en andere doelen uit het cafetariamodel, vindt in de eerste plaats de verrekening van de PC privé plaats, daarna de verrekening van de fiets en vervolgens van andere doelen uit het cafetariamodel en als laatste de verrekening als gevolg van de spaarloonregeling.

Artikel 3 Aanschaf fiets

De deelnemer koopt een fiets en/of eventuele accessoires en eventueel een fietsverzekering bij een door hem uit te kiezen erkende fietsenhandelaar, niet zijnde een particulier, in ruil voor één of meerdere bronnen met maximum bedragen per spreidingsperiode zoals genoemd in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting (2001) die uitvoering geeft aan de Wet op de loonbelasting (1964).

Een aanvraag voor een bruto vergoeding voor het aantal verkochte vakantie-uren ten behoeve van de aanschaf van een fiets dient vóór 1 november van het kalenderjaar liggende voor de te kiezen spreidingsperiode gedaan te worden. Een aanvraag voor uitsluitend het aanwenden van de bruto vakantietoelage, de bruto eindejaarsuitkering of een deel van het bruto salaris kan op elk moment gedurende het jaar gedaan worden.

Na de aanvraag voor het aanschaffen van een fiets dient de fiets binnen drie maanden aangeschaft te zijn. Na de aanschaf van de fiets moet het aanvraagformulier binnen twee weken ingeleverd worden bij de afdeling personeelszaken van de eigen hoofdafdeling.

De aanschaf van een fiets zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel geschiedt met eigen geld van de deelnemer.

De verrekening van het fiscale voordeel gebeurt met de door de deelnemer gekozen bron(nen) in een door de deelnemer gekozen aantal maanden binnen de gekozen spreidingsperiode.

Artikel 4 Fiscale voorwaarden

De deelnemer is verplicht de originele factu(u)r(en) van de aangeschafte fiets, accessoires en/ of fietsverzekering tegelijkertijd te tonen aan de werkgever. De factuur moet op naam van de deelnemer staan.

De deelnemer is verplicht een betaalbewijs te overleggen, zijnde een bankafschrift en/of een kwitantie waaruit blijkt dat de fiets betaald is door de deelnemer.

Verklaring fietsgebruik:

  • a

    De deelnemer is verplicht te verklaren, middels de verklaring fietsgebruik, op meer dan de helft van het aantal dagen dat hij pleegt te reizen in het kader van woon-werkverkeer gebruik te maken van de fiets.

  • b

    Indien bij controle van de belastingdienst blijkt, dat de deelnemer niet aannemelijk kan maken dat de fiets wordt gebruikt voor woon-werkverkeer, komt een eventuele daaruit voortvloeiende naheffingsaanslag, voor zover betrekking hebbend op de deelnemer, voor rekening van de deelnemer.

Bij inzet van vakantie-uren moet er voor een fulltime medewerker per kalenderjaar minimaal 144 uur aan vakantieverlof resteren (parttime medewerkers naar rato).

Per jaar mag er maximaal 30% van de bezoldiging fiscaal vriendelijk worden ingezet ten behoeve van alle onderdelen van het cafetariamodel met de Uitvoeringsregeling fiets voor woon-werkverkeer als onderdeel van dit cafetariamodel.

Artikel 5 Gevolgen inkomensafhankelijke regelingen

De deelnemer is zich bewust van de gevolgen die de in artikel 3 bedoelde tijdelijke verlaging van zijn bezoldiging, vakantietoelage, eindejaarsuitkering of een combinatie hiervan heeft of kan hebben voor diverse inkomensafhankelijke regelingen, zoals vakantietoelage, eindejaarsuitkering, sociale verzekeringsuitkeringen, jubileumuitkeringen, pensioen en dergelijke en deze te aanvaarden. De werkgever aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor eventuele gevolgen die deze tijdelijke verlaging heeft voor welke inkomensafhankelijke regeling dan ook en de deelnemer verklaart zich akkoord met die uitsluiting van elke aansprakelijkheid.

Artikel 6 Aansprakelijkheid werkgever

De deelnemer kan de werkgever op geen enkele wijze aanspreken voor verplichtingen die voortvloeien uit de garantiebepalingen van de leverancier of fabrikant. De deelnemer dient zich in dat geval uitsluitend te wenden tot de leverancier of de fabrikant.

De deelnemer vrijwaart de werkgever tegen aanspraken van derden, voortvloeiende uit of in verband staande met het gebruik van de fiets en accessoires.

Artikel 7 Ontslag

Bij ontslag van de deelnemer, voordat het totale bedrag van de fiets is verrekend, vervalt de aanspraak op het fiscaal voordeel.

Artikel 8 Hardheidsclausule

Het college besluit in alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet en volgt daarbij de bepalingen die zijn opgenomen in Uitvoeringsregeling loonbelasting (2001) die uitvoering geeft aan de Wet op de loonbelasting (1964).

Artikel 9 Slotbepaling

De regeling kan worden aangehaald als ‘Uitvoeringsregeling fiets voor woon-werkverkeer’ en treedt in werking per 1 september 2004.

Zodra de fiscale faciliteit zoals genoemd in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting (2001) die uitvoering geeft aan de Wet op de loonbelasting (1964), vervalt kan er geen aanvraag meer voor een fiets gedaan worden grond van deze regeling.

Ondertekening


Noot
*

Voorwaarde is dat het moet gaan om zaken die bij uitstek bij woon-werkverkeer op de fiets van pas komen. Voorbeelden zijn de benodigde reparaties, een extra slot, een steun voor de aktetas en het regenpak dat praktisch alleen op de fiets wordt gebruikt. Zaken die normaal ook zonder de fiets worden gebruikt (zoals warme kleding) kunnen niet belasting- en premievrij worden vergoed of verstrekt.