Regeling vervallen per 04-11-2016

Uitvoeringsregeling Dienstwoning

Geldend van 01-01-2004 t/m 31-12-2003

Uitvoeringsregeling Dienstwoning

Artikel 1 Begripsbepalingen

Regeling ter uitvoering van artikel 15:1:18 van de CAR/ZUWO

  • a

    Dienstwoning:woonruimte welke de ambtenaar in het kader van zijn werkzaamheden verplicht ter bewoning wordt aangeboden;

  • b

    Berekeningsbasis:bezoldiging in de zin van artikel 3:1 van de CAR/ZUWO, met dien verstande dat de bezoldiging bij een deeltijd dienstverband herleid wordt tot de bezoldiging, geldende bij een volledig dienstverband.

Artikel 2 Verschuldigd bedrag

De ambtenaar die is aangewezen om een dienstwoning te bewonen is voor het genot hiervan een bedrag verschuldigd overeenkomende met 12% van zijn berekeningsbasis.

Indien de ambtenaar aantoont, dat de huurwaarde van de woning voor de heffing van de inkomsten- en loonbelasting minder bedraagt dan het op grond van het bepaalde in het vorig lid geldende bedrag wegens het genot van bewoning, wordt het verschuldigde bedrag op dat van die huurwaarde gesteld.

Voor de verstrekkingen in de dienstwoning voor:

  • -

    verwarming van de woning;

  • -

    energie voor kookdoeleinden;

  • -

    elektrische energie anders dan voor verwarming van de woning en voor kookdoeleinden;

  • -

    leidingwater;

zijn bedragen verschuldigd die zijn gebaseerd op het werkelijk verbruik.

Indien het werkelijk verbruik niet kan worden bepaald, worden de kosten van verbruik bepaald op een vast bedrag. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd met het bij de gemeente Zoetermeer algemeen geldende prijsindexcijfer.

Artikel 3 Andere voordelen

Ingeval andere voordelen worden genoten dan die vermeld in het vorige artikel, kan een regeling worden getroffen waarbij de hiervoor door de ambtenaar verschuldigde bedragen worden vastgesteld.

Artikel 4 Betaling

De bedragen, die de ambtenaar op grond van de bepalingen van dit uitvoeringsvoorschrift verschuldigd is, worden verrekend bij de uitbetaling van het salaris dan wel, indien dit niet mogelijk is, afzonderlijk in rekening gebracht.

Wanneer de verschuldigde bedragen moeten worden verrekend over een gedeelte van een kalendermaand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal dagen van de desbetreffende kalendermaand.

Van het bepaalde in het vorige lid kan worden afgeweken ingeval daartoe op grond van bijzondere omstandigheden aanleiding bestaat.

Artikel 5

Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Uitvoeringsregeling dienstwoning’ en treedt in werking op 1 januari 2004.

Met de invoering van deze regeling vervalt ‘Dienstwoning (B6)’ uit 1984.

Ondertekening