MINISTERIËLE BESCHIKKING van de 15de maart 1987 ter uitvoering van de artikelen 74 en 75 van de Dienstplichtverordening 1961 (P.B. 1961, no. 223) houdende vaststelling van voorwaarden, waaronder van overheidswege huisvesting wordt verleend en voeding wordt verstrekt aan dienstplichtigen van de Nederlandse Antillen

Geldend van 16-05-1987 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 15-03-1987

Intitulé

MINISTERIËLE BESCHIKKING van de 15de maart 1987 ter uitvoering van de artikelen 74 en 75 van de Dienstplichtverordening 1961 (P.B. 1961, no. 223) houdende vaststelling van voorwaarden, waaronder van overheidswege huisvesting wordt verleend en voeding wordt verstrekt aan dienstplichtigen van de Nederlandse Antillen

Artikel 1

Aan dienstplichtigen van de Nederlandse Antillen wordt van overheidswege huisvesting verleend overeenkomstig de voorschriften, die zijn gesteld in de Regeling huisvesting militairen zeemacht, opgenomen in de Bekendmaking zeemacht nr. 1159a (Beschikking van de staatssecretaris van defensie van 27 mei 1986, nr. P 3479/2903), met dien verstande dat, voor de toepassing van die regeling op grond van dit artikel, moet worden verstaan onder:

  • a.

    Minister: de Minister van Algemene Zaken;

  • b.

    Militair: de dienstplichtige als bedoeld in artikel 37, eerste lid onder d, van de Dienstplichtverordening 1961 (P.B. 1961, no. 223), die in werkelijke dienst is;

  • c.

    beroepsmilitair: de dienstplichtige als bedoeld in artikel 37, eerste lid onder e, van de Dienstplichtverordening 1961 (P.B. 1961, no. 223), die in werkelijke dienst is (de vrijwillig nadienende dienstplichtige);

  • d.

    dienstplichtige militair: de dienstplichtige als bedoeld in artikel 37, eerste lid onder d, van de Dienstplichtverordening 1961 (P.B. 1961, no. 223), die voor eerste oefening of herhalingsoefening in werkelijke dienst is;

  • e.

    van rijkswege : door de zorg van de overheid.

Artikel 2

Naar de regelen, gesteld in de voorschriften, in deze beschikking opgenomen onder artikel 3, wordt op de bezoldiging van:

  • a.

    de dienstplichtige als bedoeld in artikel 37, eerste lid onder e, van de Dienstplichtverordening 1961 (P.B. 1961, no. 223), die in werkelijke dienst is, indien en voor zolang hij verkeert in een omstandigheid, waarin hij naar het oordeel van de Minister van Algemene Zaken door de zorg van de overheid is gehuisvest,

  • b.

    de ongehuwde dienstplichtige als bedoeld in artikel 37, eerste lid onder d, van de Dienstplichtverordening 1961, die voor eerste oefening in werkelijke dienst is, een inhouding toegepast van 7%, doch van tenminste NAfl. 80,— per maand en van ten hoogste NAfl. 161,— per maand.

Artikel 3

Ten aanzien van de inhouding op de bezoldiging van de dienstplichtigen als bedoeld in artikel 2 is de beschikking van de staatssecretaris van defensie van 4 juni 1986, Afdeling Arbeidsvoorwaarden Militair Personeel, nr. PP 86/001/2448, van overeenkomstige toepassing, met dien verstande, dat:

  • a.

    voor de militair als bedoeld in paragraaf 20/30 van artikel 1 van die beschikking moet worden gelezen de dienstplichtige als bedoeld in artikel 2 onder a;

  • b.

    voor de militair als bedoeld in paragraaf 40 van artikel 1 van die beschikking moet worden gelezen de dienstplichtige als bedoeld in artikel 2 onder b;

  • c.

    onder „van rijkswege" moet worden verstaan „door de zorg van de overheid";

  • d.

    onder „Minister" moet worden verstaan „de Minister van Algemene Zaken".

Artikel 4

Aan dienstplichtigen van de Nederlandse Antillen wordt van overheidswege voeding verstrekt overeenkomstig de voorschriften, die zijn gesteld in de Regeling verstrekking van voeding zeemacht (beschikking van de staatssecretaris van defensie van 4 juni 1986, Afdeling Arbeidsvoorwaarden Militair Personeel, nr. PP 86/001/2449), met dien verstande dat, voor de toepassing van die regeling op grond van dit artikel, moet worden verstaan onder:

  • a.

    Minister: de Minister van Algemene Zaken;

  • b.

    Militair: de dienstplichtige als bedoeld in artikel 37, eerste lid onder d, van de Dienstplichtverordening 1961 (P.B. 1961, no. 223), die werkelijke dienst is;

  • c.

    van rijkswege: door de zorg van de overheid.

Artikel 5

Deze beschikking, welke in het Publicatieblad zal worden opgenomen, treedt in werking met ingang van de dag na die waarin zij in het Publicatieblad is verschenen en werkt terug tot en met 1 december 1986.