Regeling vervallen per 01-01-2019

Lijst van categorieën waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen aan de raad gevraagd hoeft te worden (2010)

Geldend van 01-10-2010 t/m 31-12-2018 met terugwerkende kracht vanaf 01-10-2010

Intitulé

Lijst van categorieën waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen aan de raad gevraagd hoeft te worden (2010)

De raad van de gemeente Veghel,

 

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van*********;

 

gelet op artikel 2.27 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht juncto artikel 6.5 lid 3 van het Besluit Omgevingsrecht;

 

gelet op artikel 6.12, lid 3 Wro;

 

be sluit:

1. de bevoegdheid tot het vaststellen dan wel het afzien van vaststellen van een exploitatieplan voor omgevingsvergunningen voor bouwplannen die middels artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand komen aan het college van burgemeester en wethouders te delegeren;

2. vast te stellen bijgaande Lijst van categorieën waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen aan de raad gevraagd hoeft te worden (2010);

3. de onder punt 1 en 2 genoemde besluiten met terugwerkende kracht in werking te laten treden met ingangsdatum de dag dat de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking treedt.

 

Lijst van categorieën waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen aan de raad gevraagd hoeft te worden (2010);

Géén verklaring van geen bedenkingen van de raad van gemeente Veghel is vereist in de volgende gevallen:

I.

Indien reeds een stedenbouwkundige visie, stedenbouwkundige randvoorwaarden, masterplan, gebiedsvisie, projectplan of daarmee te vergelijken ruimtelijk kader is vastgesteld door de raad van gemeente Veghel, is geen verklaring van geen bedenkingen vereist.

Plannen binnen bestaand stedelijk gebied

II.

Indien sprake is van realisering van woningbouw in bestaand stedelijk gebied, niet behorend tot een bedrijventerrein, mits het te realiseren aantal woningen niet meer dan drie bedraagt.

III.

  • Indien er sprake is van bestaand stedelijk gebied, niet behorend tot een bedrijventerrein, voor de volgende activiteiten:

  • a. het realiseren of uitbreiden van een gebouw ten behoeve van een detailhandel-, kantoor- en/of horecafunctie;

  • b. het realiseren of uitbreiden van een bedrijfsgebouw ten behoeve van een bedrijf behorend tot de milieucategorie I en II uit de VNG brochure “Bedrijven en Milieuzonering”;

  • c. het wijzigen van het gebruik van gronden, niet ten behoeve van bouwen;

  • d. het realiseren of uitbreiden van een bouwwerk ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen, voorzieningen voor het openbaar vervoer en het wegverkeer.

IV.

Indien sprake is van realisering van maatschappelijke voorzieningen of voorzieningen ten behoeve van sport, in bestaand stedelijk gebied, de maximale oppervlakte van de bebouwing (inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde) niet meer dan 1500m2 bedraagt en de activiteit in overeenstemming is met rijks- of provinciaal beleid.

V.

Aanleg van nieuwe en aanpassing van bestaande lokale weg- en waterinfrastructuur en niet-structuurbepalende groenvoorzieningen in bestaand stedelijk gebied.

Plannen op een bedrijventerrein

VI.

  • Indien er sprake is van een bedrijventerrein de volgende activiteiten:

  • a. het realiseren of uitbreiden van een bouwwerk ten behoeven van een bedrijf behorende tot de milieucategorie II (voor zover dit planologisch reeds toegestaan is) en categorie III en hoger uit de VNG brochure “Bedrijven en Milieuzonering”;

  • b. het realiseren of uitbreiden van een bouwwerk ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen, voorzieningen voor het openbaar vervoer en het wegverkeer;

  • c. de aanleg of aanpassing van parkeer-, weg-, water- en/of groenvoorzieningen.

Plannen in het buitengebied

VII.

  • Indien er sprake is van buitengebied de volgende activiteiten, voor zover deze niet strijdig zijn met de provinciale Verordening Ruimte:

  • a. de beleidsthema’s uit de door de raad vastgestelde gebiedsvisie (structuurvisie) Buitengebied in Ontwikkeling (BiO);

  • b. Het bouwen van bedrijfsgebouwen of bouwwerken geen gebouwen zijnde buiten het bestaande agrarisch bouwvlak bij een bestaand agrarisch bedrijf.

Overige plannen wegens procedurele regelingen

VIII.

Indien sprake is van een dringende behoefte (urgentie), het bestemmingsplan reeds in voorbereiding is, maar nog niet in ontwerp ter inzage is gelegd, is geen verklaring van geen bedenkingen vereist.

IX.

Indien reeds op voorhand duidelijk is dat de aanvraag om omgevingsvergunning op andere gronden dan planologische geweigerd moet worden én de aanvrager niet heeft verzocht om een omgevingsvergunning voor de onderdelen waarvoor deze niet behoeft te worden geweigerd, is geen verklaring van geen bedenkingen vereist.

X.

Indien de ontwerpverklaring van geen bedenkingen ter inzage heeft gelegen en er door belanghebbenden geen zienswijzen zijn ingediend, is geen definitieve verklaring van geen bedenkingen vereist.